• No results found

Begrippenlijst Geschiedenis H1 t/m 14

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Begrippenlijst Geschiedenis H1 t/m 14"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Begrippenlijst Geschiedenis H1 t/m 14

Begrippenlijst door Hester 5e klas havo

4123 woorden 4 jaar geleden

6,7

4 keer beoordeeld

Vak Geschiedenis

Methode Memo

Hoofdstuk 1 Tijd van Jagers en Boeren

Agrarische revolutie

De overgang van jagen en verzamelen als voornaamste middel van bestaan naar een sedentair bestaan als boer. Omdat deze overgang plaatsvond in de nieuwe steentijd, wordt deze revolutie ook wel aangeduid als neolithische revolutie.

Bronstijd De periode waarin de mens brons gebruikte voor de prductie van gereedschappen (in het Midden-Oosten vanaf 3000 v.C)

Centraal bestuur Bestuur over een groter gebied vanuit één plaats, waarbij overal in het bestuurde gebied dezelfde en belastingen gelden

Geweldsmonopolie Een situatie waarin slechts de staat geweld mag gebruiken en mensen mag arresteren, opsluiten en eventueel fysiek straffen

Homo sapiens De laatste en enige mensensoort die nu nog bestaat en waartoe wij ook behoren

Ijzertijd Periode waarin de mens voor de productie van wapens en gereedschappen geen brons meer gebruikte, maar ijzer (in het Midden-Ooster vanaf 1200 v.C)

Jagers-verzamelaars Mensen die leven van de jacht, de visserij en het verzamelen van voedsel LandbouwsamenlevingSamenleving waarin de meeste mensen leven van akkerbouw en veeteelt

Nieuwe steentijd Periode waarin de mens zijn stenen gereedschappen ging polijsten, maar nog geen metaal tot zijn beschikking had (in het Midden-Oosten vanaf 9000 v.C)

Polytheïsme Godsdienst waarbij mensen geloven in meerdere goden.

Prehistorie Periode waarin een volk geen schrift gebruikt

Staat

Een afgebakend gebied met een gecentraliseerd bestuur en een overkoepelend

rechtssysteem waar de overheid een geweldsmonopolie heeft en verantwoordelijk is voor de ordehandhaving en de verdediging van landsgrenzen

Vruchtbare halvemaan Gebied rond de rivieren Eufraat, Tigris en Jordaan, waar voor het eerst op uitgebreide schaal

aan landbouw werd gedaan.

(2)

Hoofdstuk 2 De klassieke oudheid

Aristocratie Vorm van bestuur waarbij de macht blijft tot een aantal families

Atheens burgerrecht Het geheel van rechten van de vrije bewoners van Athene, waaronder (door volwassen mannen) het recht om deel te nemen aan de democratische besluitvorming

Christendom Monotheïstische godsdienst die het geheel van christelijke waarheden, voorschriften en gebruiken omvat en die is gebaseerd op de boeken van het Oude en Nieuwe testament

Directe democratie Vorm van bestuur waarbij alle burgers het recht hebben om in een volksvergadering mee te beslissen over het beleid Filosoof Wijsgeer die elementaire vragen stelt over de natuur, de manier waarop mensen moeten leven en de beste wijze van

besturen

Germanen Boerenvolkeren in Midden-Europa, die daar in stamverband leefden

Imperium Opperheerschappij, en vandaar een benaming voor een groot rijk, zoals het Romeinse rijk Jodendom Monotheïstische godsdienst van Joden, gebaseerd op de boeken van de Hebreeuwse Bijbel Keizerrijk Een rijk dat wordt bestuurd door een keizer

Klassieke cultuur Grieks-romeinse cultuur of beschaving monotheïsme Het geloof in één god

Oost-Romeinse rijk Het oostelijke deel van het Romeinse Rijk, na 395 definitief afgescheiden van het West-Romeinse rijk

Ostracisme Het verschijnsel dat atheense brugers een politicus uit hun midden konden verbannen door hem weg te stemmen (schervengericht)

Pax romana ‘Romeinse Vrede’ een periode van betrekkelijke rust in het romeinse rijk (27 v. C – 180 n.C)

Polis Stadstaat die zichzelf bestuurt

Romanisering Het verschijnsel dat niet-Romeinse culturen, zoals de Keltische en de Germaanse, elementen uit de romeinse cultuur overnemen.

Romeins burgerrechtVoorrechten die burgers van het Romeinse Rijk hadden, zoals het recht op een eerlijk proces

Romeinse rijk Het rijk rond de middellandse zee en in grote delen van Europa en het Midden-Oosten dat werd bestuurd vanuit Rome Staatsgodsdienst Een godsdienst die is voorgeschreven voor iedereen die voor de staat werkt

Tiran Tijdelijke alleenheerser, later met de betekenis van ‘hardvochtige heerser

Volksverhuizingen Het verschijnsel dat grote bevolkingsgroepen in de 4

e

en 5

e

eeuw n.C het romeinse rijk introkken of daarbinnen een andere woonplaats zoeken

West-Romeinse rijk Het westelijke deel van het romeinse rijk, na 395 definitief afgescheiden van het Oost-Romeinse rijk

Wetenschap De kritische bestudering van de werkelijkheid in een poging die beter te begrijpen.

(3)

Hoofdstuk 3 De vroege middeleeuwen

Agrarische samenleving Een maatschappijvorm waarin bijna iedereen werkzaam is in de landbouw Agrarisch-urbane

samenleving

Een maatschappijvorm waarin de meeste mensen werkzaam zijn in de landbouw, maar waar ook steden zijn, waarin de meeste mensen hun brood verdienen als ambachtsman of handelaar Autarkie Letterlijk een vorm van economie waarin een gebied in zijn eigen economische behoeften

voorziet en dus economisch onafhankelijk is van andere gebieden

Domein Landgoed dat bestaat uit een aantal boerderijen die onder dezelfde heer vallen en dat in zijn geheel min of meer autarkisch is

Feodaal stelsel Een bestuurssysteem waarbij een leenheer grond en rechten in ‘leen’ geeft aan ondergeschikte leenman, in ruil voor trouwe dienst; ook ‘leenstelsel’, ‘feodalisme’, of ‘feodaliteit’ genoemd Hiërarchie Kerkelijke rangorde; tegenwoordig ook gebruikt voor een rangorde buiten de kerk

Hofstelsel Een economische systeem waarin min of meer autarkische domeinen centraal staan; ook wel

‘domeinstelsel’ genoemd

Horige Halfvrije boer die recht heeft op zijn grond, maar het domein niet mag verlaten zonder toestemming van zijn heer

Islam Het geloof in één god, Allah, volgens de richtlijnen in de Koran en de uitspraken van de profeet Mohammed

Kalifaat Islamitische bestuursvorm waarin de kalief zowel wereldlijk als religieus heerser is Kerstening Anderen bekeren tot het christendom

Leenheer Iemand die leenmannen aan zich heeft gebonden door hun grond en rechten in ‘leen’ te geven Leenman Iemand die van een leenheer grond en rechten in ‘leen’ heeft gekregen en in ruil daarvoor

trouwe dienst belooft; ook wel ‘vazal’ genoemd

Lijfeigene Onvrije boer zonder bezit, die moet werken als boerenknecht Missionaris Geestelijke die mensen tot het christendom probeert te bekeren Parochie Kerkelijke gemeente op het laagste niveau, onderdeel van een bisdom Reguliere geestelijke Lid van een kloosterorde, monnik of non

Seculiere geestelijk Priester die onderdeel vormt van het kerkelijke bestuur, vanaf het laagste niveau (de pastoor in de parochie) tot aan de leider van de kerk, de paus

Sharia Islamitische wetgeving die teruggaat op het woord van Allah, zoals dat is overgeleverd in de Koran en andere heilige geschriften

Stand Groep van mensen met een vergelijkbare maatschappelijke functie, zoals geestelijken (de geestelijkheid), bestuurders en militairen (de adel) en boeren en burgers (de derde stand)

Vazal leenman

(4)

Hoofdstuk 4 De late middeleeuwen

Burgerij De belangrijkste groep bewoners van een stad, de mensen die het burgerrecht hebben

Centralisatie Het streven van heersers om hun gebied vanuit één punt te besturen en in het hele grondgebied gelijke wetten en belastingen in te voeren

Drieslagstelsel

Een manier om een graanakker zo nuttig mogelijk te gebruiken, door in één jaar een derde van het land in de herfst in te zaaien, een derde van het land in de lente en een derde van het land braak te laten liggen

Expansie De uitbereiding van een gebied of invloed

Geldeconomie Een economie waarin geld het voornaamste ruilmiddel is

Gilde Een vereniging van mensen met hetzelfde beroep (meestal handelaren of ambachtslieden) die de gezamenlijke belangen behartigt

Hanze Een verbond van de handelssteden langs de Oostzee en Noordzee Inquisitie Een kerkelijke rechtbank die ketters berechtte

Investituursstrijd Het conflict tussen de keizer en de paus over de benoeming van bisschopen Ketter Iemand die een andere geloofsleer aanhangt dan de officiële

Kruistocht Een militaire onderneming om het heilige land te veroveren of te verdedigen Lekeninvestituur De officiële inwijding van een geestelijke door een leek (een niet-geestelijke)

Parlement Een vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen (geestelijkheid, adel en burgerij) die advies uitbrengen aan de koning; ook wel ‘Statenvergadering’ genoemd

Patriciër Lid van een machtige en belangrijke familie in een stad

Privilege Uitzonderlijk voorrecht van een bepaalde persoon of een groep personen

Reconquista Letterlijk ‘herovering’ (Spaans): de verovering door christelijke vorsten van het islamitische deel van het Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal)

Staatsvorming Het ontstaan van een groot gebied met één bestuur

Stadsrecht Het recht van een plaats op eigen bestuur en eigen rechtspraak

Staten-Generaal De hoogste vergadering van de afgevaardigden van de drie standen van alle gewesten in een land

Tweezwaardenleer De gedachte dat de wereld bestaat uit een geestelijke (kerkelijke) en een wereldlijke (niet-

kerkelijke) machtssfeer

(5)

Hoofdstuk 6 Een nieuwe republiek in Europa

HandelskapitalismeEconomisch systeem waarin ondernemers goederen verhandelen om daarmee winst te maken Raadpensionaris In de tijd van de Republiek een hoge ambtenaar van het gewest Holland, die namens de gehele

Republiek de buitenlandse zaken deed

Regent Lid van de groep rijke burgers die de Republiek bestuurden Soevereiniteit De hoogste macht in de staat

Stadhouder Ooit (in de Spaanse) de dienaar van de koning, later (in de Republiek) een hoge ambtenaar van de gewesten die voor de gehele Republiek optrad als aanvoerder van leger en vloot

VOC Handelsmaatschappij die het monopolie had op de handel met Azië

WIC Handelsmaatschappij die het monopolie had op de handel met Amerika en West-Afrika en die onder meer in slaven handelde

Hoofdstuk 7 Koningen, heren den denkers

absolutisme Een regeringsvorm waarin de koning alle macht heeft en zelf boven de wet staat Burgerlijke cultuur Een cultuur die wordt bepaald door burgers (en niet door hof, adel of kerk) Droit divin Het goddelijke recht waarvan de koningin absoluut regeert

Empirisme De overtuiging dat je de werkelijkheid het beste leert kennen door waarneming via de zintuigen en door experimenteren

Hofcultuur De cultuur die wordt bepaald door de vorst en zijn adellijke hof

Mechanistische wereldbeeld

Een kijk op god en de wereld die ervan uitgaat dat de werkelijkheid is te vergelijken met een machine (mechaniek) die door God in werking is gezet en daarna zelfstandig functioneert volgens natuurwetten. Volgens deze visie speelt god geen rol meer in het verloop van de dagelijkse gebeurtenissen op aarde

Mercantilisme De economische leer volgens welke de staat de eigen economie kan stimuleren door de export te bevorderen en de import te beperken

Rationalisme De overtuiging dat logisch en verstandelijk redeneren de zuiverste bron van kennis is Tolerantie Verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden, met name tegenover mensen met een

ander geloof Wetenschappelijke

revolutie

De ontwikkeling in de 17-eeuwse wetenschap waarbij onderzoekers niet langer afgingen op wat de Bijbel, de kerk of auteurs in de klassieke oudheid vonden, maar zelf tot een mening kwamen door middel van zelfstandig denken, observeren en redeneren

Hoofdstuk 8 Verlichting en revoluties

(6)

Abolitionisme Beweging die streeft naar de afschaffing van de slavenhandel en slavernij

Ancien régime Bestuurssysteem van vóór de Franse Revolutie, waarbij de vorst veel macht heeft en er standen zijn met eigen voorrechten

Democratische revolutie

Revolutie die is gebaseerd op het idee van volkssoevereiniteit en die als belangrijkste doelen heeft alle of een deel van de burgers inspraak te geven in het bestuur en de grondrechten van burgers vast te leggen in een grondwet

Grondrechten Fundamentele rechten van individuele burgers tegenover de staat, die worden vastgelegd in een grondwet

Grondwet De fundamentele wetten van een staat waarin de werking van het politieke systeem en de rechten en plichten van de burgers staan beschreven

Overheersing Een land en zijn bewoners met geweld besturen

Plantagekolonie

Overzees gebiedsdeel van een Europees land dat wordt overheerst met als doel zo veel mogelijk geld te verdienen door op grote landbouwbedrijven slaven exportgewassen te laten verbouwen

Publieke opinie Mening die door het grootste deel van het volk wordt gedeeld en die tot stand komt door ene openbaar debat tussen burgers

Sociale verhoudingen De manier waarop bevolkingsgroepen die zijn ontstaan door verschillen in afkomst, rechten, bezit of opleiding, tegenover elkaar staan en met elkaar leven

Staatsburgerschap Het als burger onderdeel zijn van een staat, met alle rechten en verplichtingen van dien Trans-Atlantische

slavenhandel

Slavenhandel van Afrika, over de Atlantische Oceaan, naar Amerika; onderdeel van de Driehoeks handel

Verlicht absolutisme Een bestuursvorm waarin een absoluut vorst het algemeen belang op een rationele manier zegt te dienen

Verlichting

Aanduiding van een periode waarin een kritische houding ontstond tegenover het geloof en traditie en een groot vertrouwen in de mogelijkheid de wereld rationeel te doorgronden

Volkssoevereiniteit Het idee dat de hoogste macht in een staat bij het volk ligt

Hoofdstuk 9 de economische sprong van Europa

(7)

Arbeidsklasse Het geheel van alle mensen die zelf geen productiemiddelen bezitten en alleen geld kunnen verdienen door hun arbeid te verkopen

Cultuurstelsel Stelsel waarbij de bevolking van Java een vijfde van haar grond moest bebouwen met landbouwgewassen voor de Europese markt in ruil voor plantloon

Direct bestuur Manier van besturen van een kolonie waarbij Europese ambtenaren de koloniale bevolking rechtstreeks besturen, zonder tussenkomst van een inheems bestuur

Duitse eenwording Proces van vereniging van Duitsland dat zijn einde vond in de stichting van het Duitse keizerrijk in 1871

Economische liberalisme

Het streven naar een economisch systeem waarbij de staat zich zo min mogelijk bemoeit met de economie en de ondernemer maximale vrijheid heeft

Indirect bestuur Manier van besturen waarbij het inheemse bestuur van een kolonie ondergeschikt is aan het koloniale bestuur, maar wel blijft functioneren

Industriële Revolutie Grote verandering in de samenleving waarbij industrie en verkeer steeds meer worden gemechaniseerd

Industriële

samenleving Samenleving waarin industrie het voornaamste bestaansmiddel is

Kapitalisme

Economisch systeem waarin particuliere ondernemers met behulp van vrije arbeid goederen en diensten produceren met het doel zo veel mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te verkopen

Modern imperialisme

Het verschijnsel vanaf de 19

e

eeuw waarbij Europese landen naar een groot koloniaal rijk streven en de koloniën als productie- en afzetgebieden gebruiken om er zelf rijk van te worden

Nationalisme Sterke voorliefde voor de cultuur van het volk waartoe met zich rekent en het streven naar de

eenheid van dat volk binnen een nationaal staat

(8)

Hoofdstuk 10 Politieke strijd en emancipatie

communisme

Stroming binnen het socialisme die het lot van de arbeidersklasse wil verbeteren door middel van een revolutie, die moet leiden tot een klasseloze samenleving en gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen

Confessionalisme Politieke stroming waarbij het geloof (rooms-katholiek of protestants) uitgangspunt is voor het politieke handelen

Conservatisme Behoudende politieke stroming die zich keerde tegen de maatschappelijke vernieuwingen van de Franse Revolutie, het liberalisme en het socialisme

Constitutionele monarchie Staatsvorm met aan het hoofd een vorst die zijn of haar functie uitoefent op basis van erfrecht, en waarin die macht wordt beperkt door een grondwet

Eerste feministische golf De feministische beweging in de periode 1840-1920, waarbij feministes streden voor kiesrecht voor vrouwen Emancipatie De juridische en sociale gelijkberechtiging van achtergestelde groepen als slaven, vrouwen, arbeiders en

religieuze minderheden

Evolutietheorie

De door Charles Darwin ontwikkelde theorie over de ontwikkeling van biologische soorten, die erop neerkomt dat deze soorten zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld door de betere overlevingskansen van individuen die toevallig beter aan de omstandigheden waren aangepast

Feminisme Politieke beweging die zich ten doel stelt de achtergestelde positie van de vrouw te verbeteren, in de eerste plaats via hervorming van het kiesrecht

Kiesrecht Het recht om deel te nemen aan verkiezingen voor bestuurlijke functies

Liberalisme Politieke stroming die het opneemt voor de vrijheid van het individu tegenover de macht van de staat Ministeriële

verantwoordelijkheid

Staatkundige afspraak dat de ministers slechts aan het parlement verantwoording verschuldigd zijn voor hun politieke handelen en dat van de koning

Restauratie Herstel van maatschappelijke en politieke verhoudingen van vóór de Franse Revolutie

Schoolstrijd Strijd voor de vrijheid om bijzondere scholen te mogen oprichten en later om het bijzonder onderwijs financieel gelijk te stellen aan het openbaar onderwijs

Secularisatie Het verschijnsel dat mensen hun geloof in god verliezen en niet langer naar de kerk; ontkerkelijking Sociaaldemocratie De stroming binnen het socialisme die opkomt voor de arbeidersklasse langs parlementaire weg Sociale kwestie Het vraagstuk van de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders

Socialisme Politieke stroming die opkomt voor de arbeidersklasse, hetzij door een revolutie, hetzij door te streven naar kiesrechtuitbreiding en hervormingen langs de parlementaire weg

Vakbond Organisatie van arbeiders die samen strijden voor betere arbeidsomstandigheden en meer loon

Verzuiling

Een maatschappelijk en politiek leven waarin katholieken, protestanten, socialisten en liberalen zich hebben teruggetrokken in hun eigen organisaties en waarin alleen de leiders van deze organisatie nog onderling contact hebben

Vrijheid van onderwijs Het recht van burgers om scholen op te richten Vrijheid van vereniging en

vergadering Het recht van burgers om zich te organiseren

(9)

Hoofdstuk 11 Leven in een massasamenleving

Communicatiemiddel Een medium om op afstand informatie over te brengen aan (grote groepen) mensen, zoals radio, film en telefoon

Consumptiemaatschappij Een samenleving met een hoog percentage middenklasse-huishoudens die voldoende inkomen hebben om naast voeding en kleding allerlei luxeproducten aan te schaffen Economische crisis Periode van economische achteruitgang, waarbij sprake is van grote werkeloosheid en

een verslechterende levensstandaard

Ideologie Stelsel van ideeën over de manier waarop een samenleving zou moeten worden ingericht Massaorganisatie Organisatie waarvan een grote groep mensen deel uitmaakt

New Deal Het pakket van maatregelen van de Amerikaanse president Roosevelt om de economische crisis in de Verenigde Staten in de jaren dertig aan te pakken

Propaganda Politieke reclame om mensen te overtuigen van en te laten gehoorzamen aan de ideeën van een bepaald persoon of partij

Totalitarisme Het verschijnsel dat de staat bijna volledige controle heeft over het dagelijkse leven van mensen in politiek, cultureel, godsdienstig, sociaal en economisch opzicht

Tweede industriële revolutiePeriode vanaf het einde van de 19

e

eeuw, waarin staal, elektriciteit, en de verbrandingsmotor werden toegepast in de industrie

Wereldoorlog Gewapend conflict waarbij vele landen in de wereld actief betrokken zijn en waarbij op plaatsen verspreid over de hele wereld wordt gevochten

Hoofdstuk 12 De Tweede wereldoorlog

(10)

Accommodatie Het zich aanpassen aan een nieuwe situatie; men spreekt van accommodatie als de bevolking van een bezet land het gewone leven zo veel mogelijk probeert voor te zetten Antisemitisme Haat tegen en/of discriminatie van Joden

Appeasementpolitiek

Letterlijk ‘verzoeningspolitiek’: de buitenlandse politiek van Engeland en Frankrijk in de jaren dertig, die erop was gericht een oorlog met Duitsland te voorkomen door steeds toe te geven aan de wensen en eisen van Hitler

Bezetting De toestand waarin een land door een ander land is veroverd en het bestuur door dat andere land wordt gecontroleerd

Blitzkrieg Het Duitse woord voor bliksemoorlog, oftewel een snelle overrompelingsoorlog Collaboratie Samenwerking met de vijand

Discriminatie Het apart beoordelen en behandelen van een bepaalde groep of persoon vanwege bijvoorbeeld ras, geloof, uiterlijk of geslacht

Fascisme

Een ideologie die in de jaren twintig onder leiding van Benito Mussolini opkwam in Italië, die een sterke staat onder leiding van een sterke man nastreeft en die gericht is tegen democratie, kapitalisme en communisme

Holocaust De systematische vernietiging van zes miljoen Europese Joden door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog

MassavernietigingswapensEen wapen dat in één keer (tien) duizenden mensen van het leven berooft

Nationaalsocialisme

Een ideologie die in de jaren twintig onder leiding van Adolf Hitler opkwam in Duitsland en die wordt gezien als een variant van het fascisme, maar dan aangevuld met racisme en antisemitisme

Nationalistische beweging Een groep mensen die zegt te behoren tot een aparte natie (volk) en die streeft naar eigen staat voor dat volk

Racisme Het op grond van fysieke (vaak uiterlijke) kenmerken indelen van de mensheid in rassen die niet gelijkwaardig zijn aan elkaar

Shoa Zie holocaust

Totalitaire staat Een staat waarin de regering bijna de volledige controle heeft over het dagelijkse leven van mensen, zowel op politiek en culturele als op sociaal en economisch terrein

Verzet Het in opstand komen tegen een vijand

Zelfbeschikkingsrecht Het recht van een volk om over zijn eigen toekomst te beslissen

Hoofdstuk 13 De wereld na 1945

(11)

Atoomoorlog Een oorlog waarbij de strijdende partijen kernwapens inzetten

Blokvorming Het ontstaat van groepen landen met hetzelfde economische en politieke systeem

Containmentpolitiek Amerikaanse politiek tijdens de Koude Oorlog die erop was gericht te voorkomen dat het communisme zich zou verspreiden en waarbij Amerikaanse steun werd beloofd en verleend aan alle landen die door het communisme werden bedreigd (staat ook bekend als de Trumanleer) Dekolonisatie Proces waarbij koloniën onafhankelijk worden van het moederland

Dominotheorie Het idee dat als één land communistisch wordt, de buurlanden zullen volgen

EEG Europese Economische Gemeenschap, van 1958 tot 1992 een economisch samenwerkingsverband tussen enkele Europese staten met als doel het wegnemen van handelsbelemmeringen tussen de aangesloten staten

EGKS Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, in 1951 opgericht door zes Europese landen om te zorgen voor meer stabiliteit in Europa; de eerste vorm van Europese samenwerking

EU Europese Unie, sinds 1993 het voornaamste orgaan waarin Europese landen samenwerken, is sinds de oprichting aanmerkelijk uitgebreid Euroscepsis Een kritische houding ten opzichte van de Europese samenwerking, de EU en de politieke besluitvorming in Brussel

Glasnost Russische aanduiding voor een grotere vrijheid van meningsuiting, zoals ontstaan ten tijde van partijleider Gorbatsjov Globalisering Het verschijnsel dat landen over de hele wereld politiek, economisch en cultureel steeds meer verbonden raken

Guerrilatactiek Militaire strijd door kleine, onverwachte aanvallen met lichte wapens in plaats van grote veldslagen met tanks en vliegtuigen Hegemonie Overwicht van een staat of machtsblok over (een deel van) de wereld

Jeugdcultuur Een leefstijl die specifiek is voor jongeren waarbij zij door middel van taal, muziek kleding en uiterlijk hun normen en waarden uitdrukken Koude Oorlog De permanente oorlogsdreiging tussen 1945 en 1989 tussen het communistische Oosten onder leiding van de Sovjet-Unie en het kapitalisme

Westen onder leiding van de Verenigde Staten; beide blokken streden wereldwijd om invloed

Marshallplan Economische hulpplan van de Verenigde Staten om Europa na de Tweede Wereldoorlog economisch weer op de been te krijgen Moslimfundamentalisme Het streven van sommige moslims om de oorspronkelijke uitgangspunten aan de islam, zoals vastgelegd in de Koran en andere heilige

geschriften, in praktijk brengen; zij gaan dus als het ware terug naar het fundament van hun geloof Multiculturele samenlevingEen samenleving die bestaat uit mensen met verschillende culturen en geloven

Neokolonialisme Het verschijnsel dat westerse staten grote invloed hebben op voormalige koloniën, ook al zijn die formeel onafhankelijk

Perestrojka Russische aanduiding voor de hervorming van het Sovjetsysteem onder partijleider Gorbatsjov met meer politieke en economische vrijheid als doel

Pluriforme samenleving Een samenleving die bestaat uit mensen met verschillende culturen en geloven

Radicale islam Stroming binnen de islam die de verwezenlijking van een streng islamitische samenleving voorstaat

Supranationaal Letterlijk ‘boven’ ‘de staat’; gezegd van organisaties waarin een aantal staten zich heeft verenigd en die afspraken en regels aan die staten kunnen opleggen

Verzorgingsstaat Een samenleving met een dermate hoog niveau van door de staat georganiseerde maatschappelijke voorzieningen, dat mensen hun leven lang zijn verzekerd van een behoorlijk inkomen en behoorlijk zorg

Wapenwedloop Een strijd tussen grootmachten waarbij men de overhand probeert te krijgen door meer en geavanceerdere wapens te produceren dan de ander Wederopbouw De periode van herstel van de Europese landen na de Tweede Wereldoorlog (1945-1960)

Wederzijdse afschrikking Het verschijnsel dat er tussen grootmachten niet snel een oorlog zal uitbreken, doordat zij over zulke grote hoeveelheden massavernietingswapens beschikken, dat oorlog catastrofale gevolgen zou hebben voor beide partijen

Hoofdstuk 14 Vrijheid en democratie

(12)

Actief kiesrecht Het recht om je stem uit te brengen

Antithese Leer van Abraham Kuyper waarbij als uitgangspunt wordt genomen dat de protestanten en katholieken tegenover de andere politieke partijen staan, dat verstand in plaats van geloof de basis is voor het menselijk handelen

ARP Antirevolutionaire Partij, opgericht in 1878 door Abraham Kuyper. Gereformeerde partij die zich tegen het idee van de Franse Revolutie verzette, dat verstand in plaats van geloof de basis is voor menselijk handelen

Bijzonder onderwijs Onderwijs dat niet door de staat maar door een particuliere organisatie wordt bestuurd. Deze besturen kunnen bijvoorbeeld katholiek, protestant, van een ander geloof of ‘algemeen’ zijn

CDA Christen Democratisch Appèl, confessionele partij met het geloof als uitgangspunt. Voortgekomen uit ARP, CHU en KVP en in 1980 opgericht

Censuskiesrecht Alleen diegenen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, mogen stemmen. Het gaat dan om het betalen van een bepaalde hoeveelheid belasting of andere tekenen van maatschappelijke welstand

CHU Christelijke Historische Unie, conservatieve christelijke partij, afsplitsing van de ARP

Confessionelen Gelovige groeperingen in de Nederlandse samenleving. In de praktijk van de 19e eeuw vooral de katholieken en protestanten CPN Communistische Partij van Nederland, sinds 1935 onder die naam bekend. Vanaf 1909 bestond er een communistische partij D66 Politieke partij die streeft naar verdere democratisering en bestuurlijke vernieuwing. Opgericht door Hans van Mierlo in 1966 Democratiseringsgolf Periode in de Nederlandse geschiedenis waarin veel meer mensen betrokken raken bij de democratie en waarin met name jongeren en

vrouwen door middel van actievoeren meer inspraak eisen en verwerven. Jaren zestig en zeventig

Dolle mina Actiegroep van vrouwen, die streefde naar een grotere maatschappelijke en politieke deelname van vrouwen Doorbraak Idee dat vlak na WO II opgeld deed en dat uitging van een doorbreking van de verzuiling

Eenheidsstaat Staat waarin de centrale overheid veel te vertellen heeft en provincies, gemeenten enzovoort weinig

Eerste kamer Vormt samen met de tweede kamer het parlement of de Staten-Generaal. De leden van de eerste kamer worden door getrapte verkiezingen gekozen via de provinciale staten

Evenredig vertegenwoordigingPartijen behalen een zeteltal dat evenredig is met het aantal stemmen dat op ze is uitgebracht

Kinderwetje van van houten Eerste sociale wet in Nederlanden. De wet verbood arbeid van kinderen tot 12 jaar in fabrieken en werkplaatsen. Thuisarbeid, landarbeid en werken in de persoonlijke dienstverlening vielen onder de wet

KVP Katholieke Volkspartij, voortgekomen uit de RKSP en opgericht in 1946

Monarchie Staatsvorm met als staatshoofd een persoon die op basis van erfopvolging wordt gekozen voor onbepaalde tijd. Bij een constitutionele monarchie wordt de macht van het koningshuis beperkt door constitutie, een grondwet

Nederlandse VolksBeweging Beweging die vlak na de Tweede Wereldoorlog streefde naar een doorbreking van de oude zuilen en die nieuwe politieke verhoudingen wenste

Paarse kabinet Kabinetten onder leiding van PvdA-premier Kok, waarin sociaaldemocraten en liberalen samenwerken

Pacificatie Geheel van maatregelen dat in 1917 genomen werd, waaronder algemeen mannenkiesrecht en gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Het maakte een eind aan de schoolstrijd

Parlementaire democratie Politiek stelsel waarin een democratisch gekozen parlement de hoogste macht heeft Passief kiesrecht Het recht om gekozen te worden

Patriotten Beweging die van Nederland een democratie en bestuurlijke eenheid wilde maken, zonder stadhouder. Zij komen op voor hun patria, vaderland

Polarisatie De tegenstellingen tussen de verschillende politieke partijen en ideologieën aanscherpen

Populisme Stroming die politieke ideeën baseert op de bij ‘gewone mensen’ levende onvrede, meestal over de afstand van de burger tot de politiek Provo Protestbeweging van jongeren in de jaren zestig, die zich op originele wijze verzette tegen te veel machtsuitoefening door de overheid en

de consumptiemaatschappij

PvdA Partij van de Arbeid, partij met als uitgangspunt sociaaldemocratische beginselen. Opgericht in 1946 Recht van amendement Recht van de tweede kamer om wetsvoorstellen te wijzigen

Recht van initiatief Recht van de tweede kamer om zelf wetten in te dienen

Rechtstaat Staat waarin de vrijheidsrechten van de inwoners worden gerespecteerd en de staatsmacht aan banden wordt gelegd door wetten Representatieve democratie Het volk heeft invloed op het bestuur via volksvertegenwoordigers

RKSP Rooms-Katholieke Staatspartij, opgericht in 1926

Scheiding de machten Idee dat politieke macht, te weten de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht, verdeeld moeten worden over verschillende staatsorganen of personen. Omdat er drie machten zijn, wordt er gesproken over de ‘trias politica

SDAP Sociaaldemocratische Arbeiderspartij. Opgericht in 1894 door onder andere Pieter Jelles Troelstra SDB Sociaaldemocratische Bond, Radicale socialistische groepering onder leiding van Domela Nieuwenhuis Socialisten Aanhangers van een socialistische of sociaaldemocratische ideologie

Soevereiniteit in eigen kring Idee van Abraham Kuyper dat de christenen het recht moesten hebben zoveel mogelijk in eigen kring te regelen SP Partij op basis van socialistische beginselen. Opgericht in 1972 door Jan Marijnissen. In 2006 behaalde de partij een grote

verkiezingsoverwinning

Tweede Kamer Samen met de eerste kamer de wetgevende macht van Nederland. In de Tweede Kamer zitten rechtstreekse gekozen volksvertegenwoordigers. De tweede kamer heeft meer rechten dan de eerste kamer

Unie van Utrecht Verbond van zeven noordelijke gewesten om de Opstand voor te zetten

Vrijheid van drukpers Belangrijk grondrecht en voorbeeld van een vrijheidsrecht, dat garandeert dat mensen onder bepaalde voorwaarden vrijheid van meningsuiting hebben

Vrijheidsrechten Rechten die garanderen dat mensen vrij zijn van ongewenste bemoeienis met hun leven door personen of de staat VVD Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Partij met liberale beginselen, opgericht in 1948

(13)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wellicht is er een relatie te leggen door de namen van de schilders in de kunstcatalogus te bestuderen. We zagen daarin schilders en schilderessen uit Den Haag, Laren en

vormde een onbekend maar enorm risico voor het illegale werk in Venlo. Hoewel er naar hem werd ge- speurd, zocht Van Raalte toch af en toe zijn echtge- note in Amsterdam op, die

De reacties waren zeer positief: ‘Hartelijk dank voor het openstellen van jullie huis’; ‘Bijzonder dat in elk Joods huis het verhaal zo verschillend wordt aange- pakt’; ‘Ik

Vanuit Tilburg onderneemt Marinus pogingen om zijn zieke broer terug naar Nederland te halen. Het reizen door het bevrijde deel van Europa is echter nog steeds bijna onmogelijk.

Daarmee verloren de overige installaties op het ter- rein hun praktische functie en kreeg het terrein door de nieuw aangelegde helofytenfi lters (zuivering door middel van

‘zich met Scheveningse schippers in verbinding (had- den) gesteld om hen met een boot naar Engeland te brengen. Echter toen ze op het strand kwamen, stond daar de Gestapo op hen

Anno 1850 was het verschil tussen openbaar en bij- zonder onderwijs nog niet geslecht, ondanks de vrij- heid op inrichting van onderwijs die in 1848 werd ge- geven. De

Robben begon in 1953 met zijn Prent van de week in het weekblad Rooms Leven. Het eerste 'Prente- buukske' verscheen pas in 1958, en het bevatte 32 afbeeldingen. We mogen