1
Jaarverslag bezwaar- en beroepschriften 2017 & 2018 Vervoerregio Amsterdam
Voor de inhoudelijke advisering op ontvangen bezwaarschriften zijn op grond van de Verordening behandeling bezwaarschriften Vervoerregio Amsterdam twee externe bezwaarschriftencommissies bevoegd; de (reguliere) Commissie voor bezwaarschriften Vervoerregio Amsterdam en de Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken.
De bezwaarschriftencommissies neemt geen besluit op de ontvangen bezwaarschriften; dit gebeurt door het dagelijks bestuur of – indien het besluiten betreft van de regioraad – door de regioraad.
1. Ontwikkelingen
In de zomer van 2018 is de nieuwe regioraad en het nieuwe dagelijks bestuur geïnstalleerd.
Normaliter worden het dagelijks bestuur en de regioraad jaarlijks geïnformeerd over de behandelde bezwaar- en beroepschriften. In verband met de verkiezingen en installatie van het nieuwe bestuur zijn dit keer de jaaroverzichten 2017 en 2018 samengevoegd, zodat een completer beeld kan worden gegeven.
Belangrijke ontwikkeling in 2018 was de ambtelijke reorganisatie van de Vervoerregio Amsterdam, die heeft geleid tot de ontvangst en behandeling van een aantal
bezwaarschriften van medewerkers van de Vervoerregio. Verdere informatie met betrekking tot de aantallen en onderwerpen van de bezwaarschriften, zijn te vinden onder punt 7.
Naar verwachting treedt met ingang van 1 januari 2020 de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking. Vanaf dat moment is er geen sprake meer van (eenzijdige) rechtspositiebesluiten waartegen de bezwaarmogelijkheid openstaat, maar van
privaatrechtelijke arbeidsovereenkomsten.
Dit betekent dat in de loop van 2019 de Verordening behandeling bezwaarschriften Vervoerregio Amsterdam zal worden gewijzigd en de Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken zal worden opgeheven.
2. Samenstelling (reguliere) Commissie voor bezwaarschriften
De Commissie voor bezwaarschriften is een vaste regioraadscommissie en bestaat uit een externe (niet aan de Vervoerregio Amsterdam verbonden) voorzitter, minimaal 4
regioraadsleden en een ambtelijk secretaris.
Tot juni 2018 bestond de Commissie bezwaarschriften uit:
Voorzitter:
- dhr. W.N. (Willem) Cool, benoemd bij regioraadsbesluit van 30 maart 2004 Leden:
- mw. M. (Mascha) ten Bruggencate Lid gemeenteraad Amsterdam (D’66)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 24 juni 2014
2 - dhr. M.E. (Marcel) van den Heuvel
Lid gemeenteraad Amsterdam (D’66)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 24 juni 2014 - mw. T.K. (Tessa) van Wijnen
Lid gemeenteraad Amstelveen (GroenLinks) Benoemd bij regioraadsbesluit van 24 juni 2014 - mw. M.L. (Mariette) Sedee-Schuitemaker
Lid gemeenteraad Haarlemmermeer (CDA) Benoemd bij regioraadsbesluit van 24 juni 2014 - dhr. J.R.P.L. (Jos) Dings
Lid gemeenteraad Beemster (lijstcombinatie PvdA & GroenLinks) Benoemd bij regioraadsbesluit van 21 oktober 2014
- mw. R.M. (Rosemarijn) Dral
Lid gemeenteraad Oostzaan (VVD)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 21 oktober 2014 - mw. T.M.C. (Dorèthy) van Raaij
Lid gemeenteraad Edam-Volendam (VVD)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 21 oktober 2014
Na de installatie van de nieuwe regioraad in juni 2018 bestaat de Commissie bezwaarschriften uit:
Voorzitter:
- dhr. W.N. (Willem) Cool, benoemd bij regioraadsbesluit van 30 maart 2004 Leden:
- dhr. E. (Erik) Abbenhues
Lid gemeenteraad Aalsmeer (VVD)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 16 oktober 2018 - mw. R.M. (Rosemarijn) Dral
Lid gemeenteraad Oostzaan (VVD)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 10 juli 2018 - dhr. B. (Bart) van Elden
Lid gemeenteraad Purmerend (VVD)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 10 juli 2018 - mw. T.M.C. (Dorèthy) van Raaij
Lid gemeenteraad Edam-Volendam (VVD) Benoemd bij regioraadsbesluit van 10 juli 2018 -
mw. M.L. (Mariette) Sedee-Schuitemaker Lid gemeenteraad Haarlemmermeer (CDA) Benoemd bij regioraadsbesluit van 10 juli 2018
3 - Dhr. J.S.A. (Jan-Bert) Vroege
Lid gemeenteraad Amsterdam (D’66)
Benoemd bij regioraadsbesluit van 10 juli 2018
De Commissie bezwaarschriften wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris:
- mw. C.E.M. (Claudia) Nagelkerke, benoemd bij besluit van het dagelijks bestuur van 8 september 2011 als ambtelijk secretaris;
- dhr. M.R. (Michel) Verhagen, benoemd bij besluit van het dagelijks bestuur van 24 april 2014 als plaatsvervangend ambtelijk secretaris;
- mw. M.A. (Annette) Mando, benoemd bij besluit van het dagelijks bestuur van 18 mei 2017 als plaatsvervangend ambtelijk secretaris gedurende de periode van haar tijdelijke werkzaamheden bij de Vervoerregio Amsterdam;
- dhr. J. (Johan) Molema, benoemd bij besluit van het dagelijks bestuur van 20
september 2018 als plaatsvervangend ambtelijk secretaris gedurende de periode van zijn tijdelijke werkzaamheden bij de Vervoerregio Amsterdam.
De Commissie voor bezwaarschriften is bevoegd te adviseren op alle bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur, de regioraad en de voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam, met uitzondering van bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten, gericht aan medewerkers van de Vervoerregio.
3. Samenstelling Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken
De met ingang van 1 november 2016 ingestelde tweede externe adviescommissie voor bezwaarschriften van medewerkers van de Vervoerregio tegen rechtspositionele besluiten, wordt bemenst door ambtenaren van de Directie Juridische Zaken van de gemeente
Amsterdam. De commissie bestaat uit een voorzitter en een secretaris, en kan in bijzondere gevallen worden aangevuld met een derde lid, afkomstig uit de Vervoerregio Amsterdam (dit ter beoordeling van de voorzitter). Per bezwaarschrift wordt een voorzitter en secretaris gekozen uit de pool van medewerkers van de Directie Juridische Zaken.
Er is gekozen voor het beleggen van de commissie bij de gemeente Amsterdam, omdat de medewerkers van de Vervoerregio – net als de medewerkers van de gemeente Amsterdam – vallen onder de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA), en de ambtenaren van de Directie Juridische Zaken derhalve over specifieke kennis en ervaring met rechtspositiezaken en NRGA beschikken. Bezwaarschriften tegen rechtspositionele zaken binnen de gemeente Amsterdam worden namelijk ook door de medewerkers van de Directie Juridische Zaken behandeld. Bovendien wordt inschakeling van ambtenaren van de gemeente Amsterdam bij de behandeling van de bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten door de medewerkers van de Vervoerregio als een externe commissie ervaren.
De Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken brengt advies op de
bezwaarschriften uit aan het dagelijks bestuur van de Vervoerregio; het dagelijks bestuur neemt de uiteindelijke beslissing op bezwaar.
Zoals hiervoor is aangegeven, zal de Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken worden opgeheven na de verwachte inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren per 1 januari 2020.
4 4. Werkwijze (reguliere) Commissie voor bezwaarschriften
Wanneer de Vervoerregio Amsterdam een bezwaarschrift ontvangt, wordt allereerst beoordeeld of het bezwaarschrift gericht is tegen een besluit (als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht), of het bezwaarschrift tijdig binnen de 6 weken
bezwaartermijn is ingediend, of het bezwaarschrift compleet is (voorzien van datum, naam en handtekening, vermelding van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt, en de bezwaargronden), en of de bezwaarmaker belanghebbende bij het bestreden besluit is.
De ambtelijk secretaris van de bezwaarschriftencommissie onderzoekt vervolgens of er ruimte is voor oplossingen buiten de formele procedure om. Soms kan een gesprek en het verstrekken van nadere uitleg leiden tot acceptatie van het bestreden besluit, waarbij het bezwaar kan worden ingetrokken. Gedurende deze “informele” fase wordt de behandeling van het bezwaarschrift officieel aangehouden, zodat de wettelijke afhandelingstermijnen van het bezwaarschrift tijdelijk worden stopgezet. Wanneer er geen mogelijkheden zijn voor oplossingen buiten de formele procedure om, dan wordt de bezwaarprocedure voortgezet en lopen de wettelijke afhandelingstermijnen weer door. De mogelijkheid van de informele fase in het bezwaarproces is zoals eerder aangegeven sinds 1 november 2016 expliciet
opgenomen in de geactualiseerde Verordening behandeling bezwaarschriften.
Bij het inhoudelijk verantwoordelijke team (tot aan de ambtelijke reorganisatie van de Vervoerregio per 1 juli 2018 de inhoudelijk verantwoordelijke vakafdeling) worden nadere dossierstukken opgevraagd. Indien er nog aanvullende gegevens nodig zijn van de bezwaarmaker, wordt hij verzocht deze binnen een bepaalde termijn aan te leveren. Het verantwoordelijke team wordt gevraagd formeel te reageren op hetgeen in het bezwaarschrift wordt aangevoerd in een verweerschrift. Er wordt een hoorzitting gepland, waarbij – naast de voorzitter en de secretaris – minimaal 2 leden van de commissie aanwezig zijn. Naast de bezwaarmaker(s) worden ook ambtenaren van de Vervoerregio als vertegenwoordigers namens het dagelijks bestuur / regioraad uitgenodigd, als ook eventueel derde-
belanghebbenden bij het bestreden besluit (bijvoorbeeld bij een bezwaar van een burger tegen een vervoerplan wordt ook de vervoerder uitgenodigd). De secretaris bereidt de hoorzitting inhoudelijk voor ten behoeve van de bezwaarschriftencommissie. Tijdens de hoorzitting krijgt de bezwaarmaker de gelegenheid zijn bezwaar nader toe te lichten, de vertegenwoordigers namens het dagelijks bestuur / regioraad kunnen reageren op het bezwaarschrift en de bezwaarschriftencommissie kan nadere vragen stellen. Van de hoorzitting wordt een zakelijk verslag gemaakt. De secretaris stelt na bespreking met de bezwaarschriftencommissie een conceptadvies op; dit wordt na goedkeuring van de commissie definitief vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Aangegeven wordt in ieder geval of het bezwaarschrift ontvankelijk is, en of het (gedeeltelijk) gegrond of ongegrond is.
Het definitieve advies van de bezwaarschriftencommissie wordt samen met het verslag van de hoorzitting voorgelegd aan het verantwoordelijke team. Zij kijken – evt. in overleg met de betrokken portefeuillehouder – of zij zich kunnen vinden in het advies van de
bezwaarschriftencommissie, dan wel of zij het dagelijks bestuur / regioraad aanvullend en/of contrair willen adviseren. Juridische Zaken verzorgt vervolgens de aanlevering van de stukken aan het dagelijks bestuur / de regioraad voor besluitvorming, als ook na besluitvorming de verzending van de beslissing op bezwaar aan de bezwaarmaker, inhoudelijk verantwoordelijk team en evt. derde-belanghebbenden.
5 5. Werkwijze Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken
Met de Directie Juridische Zaken van de gemeente Amsterdam zijn werkafspraken gemaakt hoe de bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten worden behandeld en welke termijn daarbij worden gehanteerd. De bezwaarschriften worden ontvangen door de Vervoerregio Amsterdam, en door Juridische Zaken van de Vervoerregio – na verzending van een ontvangstbevestiging - doorgezonden naar de griffie van de Directie Juridische Zaken gemeente Amsterdam.
De Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken brengt advies uit aan het dagelijks bestuur van de Vervoerregio en volgt de Verordening behandeling bezwaarschriften van de Vervoerregio Amsterdam. In eerste instantie wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn voor een informele aanpak van het bezwaarschrift. Juist ook bij bezwaarschriften tegen
rechtspositiebesluiten verdient deze aanpak sterk de voorkeur. Indien dit niet tot de
mogelijkheden behoort, zal het bezwaarschrift verder worden behandeld. Juridische Zaken van de Vervoerregio is het aanspreekpunt voor het aanleveren van de relevante
dossierstukken, het afstemmen wie namens de Vervoerregio aanwezig zal zijn op een hoorzitting en het coördineren van inhoudelijk verweer op het bezwaarschrift.
Het uiteindelijke advies van de Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken wordt aan Juridische Zaken van de Vervoerregio gestuurd; zij bereiden de besluitvorming door het dagelijks bestuur voor. Indien gewenst, kan Juridische Zaken van de Vervoerregio het advies van de Commissie voorafgaand aan de besluitvorming intern ter informatie aan de
verantwoordelijke teammanager voorleggen. Verdere afhandeling na besluitvorming (verzenden & archiveren) vindt ook plaats door Juridische Zaken van de Vervoerregio.
6. Beroepschriften
Zowel de (reguliere) Commissie voor bezwaarschriften als de Commissie voor
bezwaarschriften personeelszaken hebben geen formele rol bij de behandeling van (hoger) beroepschriften. Juridische Zaken van de Vervoerregio Amsterdam zorgt voor de
behandeling van (hoger) beroepzaken; indien gewenst ondersteund door huisadvocaat Stibbe of door de Directie Juridische Zaken van de gemeente Amsterdam in het geval van rechtspositionele besluiten.
6 7. Cijfers bezwaar- en beroepschriften 2017 en 2018
Om een vergelijking met voorgaande jaren mogelijk te maken, zijn ook de cijfers van 2013 tot en met 2016 opgenomen.
In 2017 zijn géén bezwaarschriften ontvangen tegen rechtspositionele besluiten. In 2018 zijn 5 bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten ingediend, die – zoals hiervoor
aangegeven – te maken hebben met de ambtelijke reorganisatie van de Vervoerregio Amsterdam.
Aantal ontvangen en afgedane bezwaarschriften en werkvoorraad
Jaar Ingekomen
bezwaren rechtspositie
Ingekomen bezwaren regulier
Afgedaan Werkvoorraad op 31 december
2018 5 - 4 1
2017 - 6 7 0
2016 - 4 3 1
2015 1 5 6 0
2014 - 1 1 0
2013 - 16 16 0
Toelichting:
Van de 6 ontvangen bezwaarschriften in 2017, zijn 3 bezwaarschriften niet in 2017, maar in 2018 afgehandeld. Daarnaast is in 2017 ook nog een bezwaarschrift afgehandeld dat in 2016 is ingediend.
Van de 5 bezwaarschriften die in 2018 zijn ingediend, zijn er 4 afgehandeld, en 1 bezwaarschrift loopt nog.
Aantal binnengekomen en afgedane bezwaarschriften naar onderwerp in 2017 & 2018 2017:
Onderwerp Ingekomen Afgedaan
Subsidievaststelling
gemeente Zaanstad / project Recreative
1 (in 2016) 1 (in 2017)
Opheffen bushaltes concessie Waterland
1 1
Wijziging vervoerplan Amstelland-Meerlanden 2018
1 1
Inkorting route metrolijn 53 1 1
Verlening ontheffing aan commercieel vervoersbedrijf ten behoeve van een hop- on-hop-off busdienst Amsterdam-Waterland- Zaanse Schans
2 2 (in 2018)
Gedeeltelijke weigering subsidie voor de verbouwing van een remise
1 1 (in 2018)
7 2018:
Onderwerp Ingekomen Afgedaan
Bezwaar medewerker tegen inpassingsbesluit nieuwe organisatie
4 3
Bezwaar medewerker tegen plaatsingsbesluit nieuwe organisatie
1 1
Toelichting:
2016 / 2017:
* Subsidievaststelling gemeente Zaanstad voor project ReCreative
In december 2014 heeft de Vervoerregio Amsterdam subsidie voor het project ReCreative vastgesteld; het subsidievaststellingsbesluit was gericht aan de gemeente Zaanstad, die als penvoerder heeft opgetreden namens een aantal organisaties, waaronder een stichting. Het project ReCreative had tot doel een herontwikkeling van het Hembrugterrein in de gemeente Zaanstad. Omdat de geraamde kosten voor het project lager zijn uitgevallen dan begroot en als subsidie verleend, is de subsidie lager vastgesteld en is een bedrag teveel betaald voorschot van de gemeente Zaanstad teruggevorderd. De gemeente heeft dit vervolgens verrekend met de deelnemende organisaties.
Door de stichting wordt bezwaar ingediend en gesteld niet betrokken te zijn geweest bij de eindverantwoording van de subsidie door de gemeente Zaanstad.
De bezwaarschriftencommissie heeft, nadat gesprekken tussen de gemeente Zaanstad en de stichting niet tot een oplossing leidde, in 2017 een hoorzitting gepland ter behandeling van het bezwaarschrift. Uiteindelijk wordt behandeling van het bezwaar op de hoorzitting alsnog op verzoek van de bezwaarmaker aangehouden, en vervolgens ingetrokken; het bezwaarschrift is niet verder inhoudelijk behandeld.
2017:
* Opheffen bushaltes concessie Waterland
De provincie Noord-Holland en de gemeente Edam-Volendam besluiten om 3 bushaltes in het concessiegebied Waterland met ingang van 11 december 2016 op te heffen, onder andere vanwege het geringe aantal reizigers dat gebruik maakt van deze haltes. De
Vervoerregio neemt kennis van deze besluiten tot opheffing en besluit in het verlengde van de besluiten van provincie en gemeente om ontheffing te verlenen van de ontsluitingseis uit het Programma van Eisen van de concessie Waterland. Tegen dit besluit wordt bezwaar gemaakt door een inwoner van de gemeente Waterland; tevens dient hij een bezwaarschrift in bij de provincie. Omdat het bezwaar zich richt tegen het besluit tot opheffing van de haltes van provincie en gemeente en niet tegen het ontheffingsbesluit van de Vervoerregio, en de provincie het bezwaarschrift tegen de opheffing van de haltes verder afhandelt, is dit bezwaarschrift niet inhoudelijk door de Vervoerregio behandeld en het dossier gesloten.
8
* Wijziging Vervoerplan Amstelland-Meerlanden
Een wijkplatform in Amstelveen maakt bezwaar tegen de wijziging van de route van buslijn 199, zoals opgenomen in het Vervoerplan Amstelland-Meerlanden 2018.
Enkele weken na ontvangst van het bezwaarschrift besluit het dagelijks bestuur tot
uitbreiding van de bedieningstijden van lijn 199. Naar aanleiding hiervan en naar aanleiding van vragen omtrent de ontvankelijkheid van het wijkplatform, wordt contact gezocht met de bezwaarmaker. Het wijkplatform laat vervolgens weten het bezwaarschrift in te trekken; het bezwaarschrift is niet inhoudelijk behandeld.
* Inkorting route metro 53
Namens een Duits bedrijf dat gevestigd is in een kantoorgebouw in Diemen, wordt bij de gemeente Diemen bezwaar gemaakt tegen de overwegingen om de route van metro 53 in te korten. De gemeente Diemen stuurt het bezwaar aan de Vervoerregio door ter verdere afhandeling. Omdat de besluitvorming over het Vervoerplan Concessie Amsterdam 2019 en de mogelijke inkorting van metro 53 ten tijde van indiening van het bezwaarschrift nog niet was afgerond, is het (prematuur ingediende) bezwaarschrift als zienswijze betrokken in het besluitvormingsproces Vervoerplan 2019.
* Verlening ontheffing aan een commercieel vervoersbedrijf ten behoeve van een hop-on- hop-off busdienst Amsterdam - Zaanse Schans - Waterland
Met ingang van juli 2017 biedt een commercieel vervoersbedrijf een nieuwe busdienst voor toeristen aan op het traject tussen Amsterdam-Noord en de toeristentrekpleisters in
Waterland en de Zaanse Schans. Omdat sprake is van openbaar vervoer, besluit het dagelijks bestuur tot verlening van ontheffing van het verbod om openbaar vervoer te verrichten zonder daartoe verleende concessie voor het exploiteren van een hop-on-hop-off busdienst voor de duur van een pilot van 3 maanden.
De concessiehouders van de concessies Zaanstreek en Waterland dienen bezwaarschriften in tegen dit besluit en voeren aan dat de hop-on-hop-off-bus niet wezenlijk verschilt van het door hen aangeboden openbaar vervoer en dat door de exploitatie van de hop-on-hop-off- bus een onevenredige afbreuk / derving van inkomsten plaatsvindt met betrekking tot de exploitatie van de concessie OV-lijnen.
De bezwaarschriftencommissie concludeert dat er sprake is van een ander vervoersproduct, waarvoor wettelijk gezien geen grond aanwezig is om de ontheffing te weigeren. Mede gezien de beperkte duur van de pilot van de hop-on-hop-off-bus is er geen sprake van onttrekking van een substantieel deel van het reizigerspotentieel aan het concessievervoer, waardoor een onevenredige afbreuk aan de exploitatie van de concessie en financiële benadeling van de concessiehouders niet voor de hand ligt. De bezwaarschriften worden ongegrond verklaard; bij toekomstige ontheffingsaanvragen zal in overleg gegaan worden met concessiehouders en marktpartijen voor het maken van nadere afspraken en
afstemming van vervoersproducten. Er is geen beroep ingesteld door de bezwaarmakers.
* Gedeeltelijke weigering subsidie verbouwing remise
De concessiehouder van de concessie Amsterdam dient een investerings(subsidie-)
aanvraag in voor aanpassingen aan een remise ten behoeve van de instroom en onderhoud van nieuw trammaterieel. Omdat het aangevraagde bedrag hoger ligt dan in eerste instantie geraamd, schakelt de Vervoerregio een extern adviesbureau in voor een second opinion; de kosten die direct betrekking hebben op de instroom van nieuw trammaterieel zijn niet dan wel onvoldoende gespecificeerd. Mede op basis van het externe adviesrapport besluit het
9 dagelijks bestuur tot verlening van 50% van het aangevraagde bedrag; de overige 50% heeft geen betrekking op direct aan het nieuwe trammaterieel verbonden kosten en wordt
geweigerd.
Naar aanleiding van het door concessiehouder ingediende bezwaar en de tijdens de hoorzitting aangevoerde nieuwe feiten en omstandigheden, vindt op verzoek van de bezwaarschriftencommissie nader overleg tussen de concessiehouder en de Vervoerregio plaats. Hierin wordt een nieuwe verdeelsleutel van 66% (direct toe te rekenen kosten) – 34%
(niet direct toe te rekenen kosten) overeengekomen.
Het bezwaarschrift wordt gedeeltelijk gegrond verklaard voor wat betreft de onjuiste
verdeelsleutel van de kosten; het bestreden subsidiebesluit wordt ingetrokken en een nieuw besluit met de juiste verdeelsleutel genomen. Er is geen beroep ingesteld door
bezwaarmaker.
2018:
* Inpassingsbesluiten medewerkers Vervoerregio Amsterdam in verband met ambtelijke reorganisatie
In het kader van de ambtelijke reorganisatie van de Vervoerregio Amsterdam in 2018, is een nieuw generiek functieboek opgesteld waarmee de oude functiebeschrijvingen van de medewerkers werden aangepast en ingepast in het nieuwe functiehuis. Na de definitieve vaststelling van het reorganisatieplan begin 2018 en de inpassingsprocedure eind maart 2018, heeft de plaatsingsprocedure van de medewerkers in de nieuwe organisatie medio juni 2018 plaatsgevonden.
Zowel de inpassingsbesluiten als de plaatsingsbesluiten hebben gevolgen voor de individuele rechtspositie van de medewerkers; tegen beide besluiten staat dan ook de bezwaarmogelijkheid voor de medewerker open.
4 medewerkers hebben een bezwaarschrift ingediend tegen hun inpassingsbesluit in de nieuwe generieke functies. De bezwaren richtten zich met name tegen een te lage inpassing in het nieuwe functiehuis en/of feitelijke werkzaamheden die niet zijn opgenomen in de oude functietyperingen, maar die volgens bezwaarmakers inpassing in een hogere functie
rechtvaardigen.
Bij 3 bezwaarschriften heeft een aanvullende functiebeschrijving en
functiewaarderingsonderzoek door een extern deskundige plaatsgevonden.
In 1 bezwaarzaak heeft dit geleid tot een nieuw inpassingsbesluit in een hogere functie, in een andere bezwaarzaak heeft dit nadere onderzoek geen aanleiding gegeven om het inpassingsbesluit aan te passen.
In beide gevallen zijn de bezwaarschriften uiteindelijk door de medewerkers ingetrokken.
1 bezwaarprocedure is nog niet afgerond.
* Plaatsingsbesluit medewerker Vervoerregio Amsterdam in verband met ambtelijke reorganisatie
1 medewerker heeft naast een bezwaar tegen het inpassingsbesluit tevens een
bezwaarschrift ingediend tegen het definitieve plaatsingsbesluit in een van de teams in de organisatie van de Vervoerregio Amsterdam. Inhoudelijk richtte het bezwaarschrift zich echter tegen het inpassingsbesluit, waarvan de bezwaartermijn al was verstreken. Na advies van de Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken zijn beide bezwaarschriften niet- ontvankelijk verklaard wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding en het ontbreken van inhoudelijke bezwaargronden.
10 Afgedane bezwaarschriften naar categorieën
Jaar Totaal Ge- grond
Onge- grond
Gedeel- telijk gegrond
Niet- ontvanke- lijk
Ingetrok- ken
Doorge- zonden
Overig
2018 5 2 2 - -
2017 6 - 2 1 - 1 - 2
2016 3 - - - - 2 1 -
2015 5 - - - 2 1 2 -
2014 1 - 1 - - - - -
2013 16 - 8 3 - 3 - 2
Aantal hoorzittingen en gemiddeld aantal zaken per hoorzitting
Jaar Aantal hoorzittingen Gemiddeld aantal zaken
per hoorzitting
2018 4 1
2017 2 2
2016 1 1
2015 1 1
2014 1 1
2013 3 3
Toelichting:
Meerdere bezwaren tegen hetzelfde besluit worden zo veel mogelijk gevoegd behandeld.
Hierbij krijgen de bezwaarmakers vooraf de gelegenheid om aan te geven of zij het eens zijn met gevoegde behandeling.
In 2017 heeft 1 gevoegde hoorzitting plaatsgevonden, waarbij 2 bezwaarschriften tegen 1 besluit zijn behandeld.
In 2018 heeft 1 gevoegde hoorzitting plaatsgevonden, waarbij een medewerker van de Vervoerregio een bezwaarschrift heeft ingediend tegen zowel het inpassings- als het plaatsingsbesluit in het kader van de ambtelijke reorganisatie; beide bezwaarschriften zijn gelijktijdig behandeld.
Gemiddelde afhandelingsduur in dagen1
Jaar Aantal
bezwaar- schriften
Bruto aantal dagen
Netto aantal dagen2
Aantal binnen wettelijke termijnen
2018 5 130 - 1
2017 6 108 97 4
1 De wettelijke afhandelingstermijn bedraagt 18 weken / 126 dagen, dit is inclusief eenmalige verdaging van 6 weken.
2 Netto aantal dagen wil zeggen de doorlooptijd waarbij eventuele opschorting- of aanhoudingstermijn van af is getrokken; bruto aantal dagen is inclusief eventuele opschorting- of aanhoudingstermijn.
11
2016 4 136 77 2
2015 6 112 79 3
2014 1 135 122 1
2013 16 125 113 6
Toelichting:
Omdat de advisering op (reguliere) bezwaarschriften is belegd bij een (deels) externe commissie, bedraagt de wettelijke afhandelingstermijn van een bezwaarschrift 12 weken, te rekenen vanaf het einde van de bezwaartermijn. Het is mogelijk de afhandelingstermijn eenmalig met 6 weken te verdagen, waardoor de totale afhandelingstermijn op 18 weken komt (= 126 dagen). De secretaris heeft via mandaat de bevoegdheid om een
verdagingsbesluit te nemen; verdaging moet plaatsvinden vóór afloop van de 12- wekentermijn.
De totale afhandelingsduur kan tijdelijk worden opgeschort (bijv. omdat de bezwaarmaker alsnog in de gelegenheid wordt gesteld ontbrekende gegevens aan te leveren), of worden aangehouden (in overleg met de bezwaarmaker, bijv. omdat getracht wordt op informele wijze nader overleg te voeren over het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt).
Als de wettelijke afhandelingstermijn is overschreden, kan de bezwaarmaker de
Vervoerregio in gebreke stellen wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift. De Vervoerregio heeft dan twee weken de tijd om de beslissing op bezwaar alsnog te nemen.
Gebeurt dit niet binnen 2 weken na de ingebrekestelling, dan verbeurt de Vervoerregio een dwangsom, die per dag dat niet beslist wordt op het bezwaarschrift oploopt tot maximaal
€ 1.260,-.
De 6 bezwaarschriften die in 2017 zijn ingediend, zijn inmiddels allemaal afgehandeld.
Hiervan zijn 4 bezwaarschriften binnen de wettelijke afhandelingstermijn van 18 weken afgerond, en de overige 2 bezwaarschriften binnen 2 weken na afloop van de wettelijke afhandelingstermijn.
Voor de bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten die in 2018 zijn ontvangen, is alleen het gemiddelde bruto aantal dagen afhandelingsduur te berekenen. Omdat de behandeling van deze bezwaarschriften is overgedragen aan de Commissie voor
bezwaarschriften personeelszaken (dit is de bezwaarschriftencommissie van de gemeente Amsterdam), heeft de Vervoerregio Amsterdam niet de beschikking over informatie met betrekking tot het aantal dagen dat de behandeling is opgeschort en/of aangehouden. Van de bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten die inmiddels zijn afgehandeld, is 1 bezwaarschrift binnen de wettelijke termijn van 18 weken afgehandeld, en de overige bezwaarschriften binnen 3 weken na afloop van de wettelijke afhandelingstermijn.
Vergeleken met de voorgaande jaren is de gemiddelde netto afhandelingsduur van de (reguliere) bezwaarschriften in 2017 gestegen. Dit heeft voornamelijk te maken met het gegeven dat voor behandeling van 3 bezwaarschriften twee hoorzittingen nodig waren, wat daardoor een negatief effect heeft op de afhandelingsduur.
Ook de (bruto) afhandelingsduur van de bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten is langer dan de wettelijke termijnen. Belangrijkste oorzaak hiervoor is dat de overdracht van de bezwaarschriften aan de Commissie voor bezwaarschriften personeelszaken en
afstemming van de besluitvorming na ontvangst van hun definitieve adviezen iets meer tijd vergt dan wanneer de bezwaarschriften door de reguliere bezwaarschriftencommissie behandeld worden.
12 Beide bezwaarschriftencommissies blijven echter onverminderd alert op het in acht nemen van de wettelijke afhandelingstermijnen.
De Vervoerregio heeft in 2017 en in 2018 in ieder geval geen ingebrekestellingen wegens niet tijdig beslissen ontvangen, en dus ook geen dwangsommen hoeven te betalen.
Aantal verzoeken om voorlopige voorzieningen bij de Rechtbank / College van Beroep voor het bedrijfsleven
Jaar Totaal Lopende zaken eind van het kalen- derjaar
Afge- wezen
Toege- wezen
Niet-
ontvankelijk
Onbevoegd verklaard
Ingetrokken
2018 0 - - - -
2017 0 - - - -
2016 0 - - - -
2015 0 - - - -
2014 0 - - - -
2013 0 - - - -
Toelichting:
Als er sprake is van een spoedeisend belang, kan de bezwaarmaker tevens een voorlopige voorziening indienen bij de rechtbank. Er zijn in 2017 en in 2018 – net als in voorgaande jaren – geen voorlopige voorzieningen ingediend bij de Rechtbank Amsterdam of het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Aantal beroepszaken bij de Rechtbank / College van Beroep voor het bedrijfsleven
Jaar Totaal Lopende zaken eind van het kalen- derjaar
Onge- grond
Gegrond Niet- ontvanke- lijk
Onbevoegd verklaard
Ingetrokken
2018 - - - -
2017 - - 1 - - - -
2016 2 1 1 - - - -
2015 - - - -
2014 - - - -
2013 1 1 1 - - - -
Toelichting:
In 2016 is één beroepszaak ingediend bij de Rechtbank Amsterdam die in 2016 nog niet was afgehandeld; behandeling van dit beroep vond plaats in 2017. Het betrof een beroep van een bedrijf tegen de ambtshalve vaststelling op nihil en terugvordering van ten onrechte
13 verstrekte subsidie voor een project van lichte, elektrische (taxi-)voertuigen in Amsterdam Zuidoost, in aanvulling op het openbaar vervoer. De subsidie was ambtshalve op nihil gesteld omdat de subsidieontvanger, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, geen goedkeurende accountantsverklaring aanleverde, waardoor de Vervoerregio de
rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de subsidie niet kon beoordelen. De Rechtbank Amsterdam oordeelde dat, gelet op de ernst en verwijtbaarheid van de
tekortkoming van de subsidieontvanger, de Vervoerregio in redelijkheid de subsidie op nihil had mogen stellen en het verleende voorschot van € 45.375,- mocht terugvorderen. Wel werd bepaald dat de Vervoerregio de griffierechten van het bedrijf ad € 334,- moest vergoeden omdat het opleggen van de verplichting van een rittenadministratie geen grondslag vond in de beleidsregels van de Vervoerregio.
In 2018 zijn geen beroepzaken ingediend.
Aantal zaken in hoger beroep bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Jaar Totaal Lopende zaken eind van het kalen- derjaar
Onge- grond
Gegrond Niet- ontvanke- lijk
Onbevoegd verklaard
Ingetrokken
2018 - - - -
2017 1 0 - - 1 - -
2016 - - - -
2015 - - - -
2014 1 0 1 - - - -
2013 - - - -
Toelichting:
In 2017 is 1 hoger beroepzaak ingediend bij de Raad van State. Het betreft het hoger beroep op de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam inzake de ambtshalve vaststelling op nihil en terugvordering van ten onrechte verstrekte subsidie voor een project van lichte, elektrische (taxi-)voertuigen in Amsterdam Zuidoost, zoals onder het vorige punt is beschreven. Het hoger beroep is pro forma (op nader aan te voeren gronden) ingesteld door het bedrijf dat door de Rechtbank in het ongelijk is gesteld.
De Raad van State heeft het hoger beroep van het bedrijf uiteindelijk kennelijk niet- ontvankelijk verklaard, omdat er, ondanks formeel verzoek daartoe, geen inhoudelijke beroepsgronden binnen de gestelde termijnen zijn aangevoerd.
De Vervoerregio is na deze uitspraak een incassoprocedure gestart voor het ten onrechte verleende subsidievoorschot ad € 45.375,-. Tot op heden is het nog niet gelukt om dit bedrag te incasseren.
In 2018 zijn geen hoger beroepzaken ingediend.
