WOI IN BLANKENBERGE/UITKERKE: SOCIO-CULTUREEL
ONDERZOEKSVRAGEN
A. Hoe zag het dagelijkse leven in Blankenberge en Uitkerke er uit tijdens WOI?
B. Wat weten we over het schoolleven in Blankenberge en Uitkerke tijdens WOI?
C. Hoe belangrijk waren de Kerk en het geloof tijdens WOI?
ONDERZOEK
VRAAG A: Hoe zag het dagelijkse leven in Blankenberge en Uitkerke er uit tijdens WOI?
Bron 48 t.e.m. 54 1. Bekijk bronnen 48 t.e.m. 50.
a. Duid hieronder aan wat je met zekerheid kunt zeggen over Blankenberge voor 1914.
0 Het toerisme was toen al belangrijk voor de inwoners van Blankenberge.
0 Iedereen kon mee profiteren van de welvaart tijdens de periode van de belle epoque.
0 Veel Blankenbergenaars leefden van de visvangst.
0 Voor de Eerste Wereldoorlog kwamen er Duitse toeristen naar Blankenberge.
0 Het waren vooral de rijke mensen die in deze periode van het toerisme genoten.
b. Hoe noemen we de periode voor de Eerste wereldoorlog? Geef ook een vertaling van deze naam.
c. Welke uitvindingen stammen uit deze tijd? Bestudeer de fotowand (of bezoek het Belle Epoque Centrum).
d. Ook in Blankenberge-Uitkerke was de Belle Epoque periode merkbaar. Geef daarvan een voorbeeld op sociaal, economisch en toeristisch vlak.
- op sociaal vlak:
- op cultureel vlak:
- op economisch vlak:
e. Welke evolutie kende Blankenberge daardoor tijdens de belle-époqueperiode?
Blankenberge groeide van een … naar een … .
2. Bekijk de kledij die de mensen dragen in bron 48, 50 en 51.
a. Beschrijf de kledij met enkele kernwoorden.
Mannen:
Vrouwen:
Kinderen:
b. Vergelijk dit met de kledij die mensen nu dragen op het strand en op de dijk.
c. De badkarren stonden vroeger op wielen. Weet je waarom? Zoek het misschien even op.
d. In bron 51 wordt verteld dat mannen ‘s avonds in rok rondliepen. Dat heeft een andere betekenis dan die die we nu gebruiken. Zoek op het internet een beschrijving van een ‘rokkostuum’ op en noteer hier de
kernwoorden.
3. Het leven tijdens de oorlog zag er helemaal anders uit. Het toerisme lag plat, er waren geen mensen meer op het strand … Van het culturele leven bleef weinig over. Mensen hadden al hun tijd nodig om te overleven tijdens de bezetting. In bron 52 zie je nog een andere verklaring voor het feit dat mensen niet meer konden deelnemen aan culturele activiteiten. Welke?
4. Toch zien we in bron 53 en 54 een voorbeeld van een culturele activiteit.
a. Over welke soort activiteit gaat het?
b. Wanneer vond die plaats?
c. Hoeveel moesten mensen betalen?
d. Wat werd er met de opbrengst gedaan?
VRAAG B: Wat weten we over het schoolleven in Blankenberge en Uitkerke tijdens WOI?
Bron 55 t.e.m. 59
5. Heel wat bronnen werden geschreven door Pieter Deschoolmeester. Voor we met de bronnen aan de slag gaan, controleren we even of we de schrijver wel mogen vertrouwen. Gebruik daarvoor zijn biografie uit bron 100.
a. Pas de historische kritiek toe op de bron door deze vragen te beantwoorden.
VRAGEN ANTWOORDEN
1 Wie schreef de bron?
2 Waar werd de bron geschreven?
3 Wanneer werd de bron geschreven?
4 Waarom werd de bron geschreven?
b. Is deze bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?
6. Lees bron 67, 68, 69 en 97. Wat deden kinderen tijdens hun vrije tijd?
7. Som een vijftal activiteiten op die jij regelmatig uitvoert en waarvan je zeker weet dat kinderen die niet deden 100 jaar geleden.
8. Lees bron 57. Geef drie oorzaken van het tekort aan leerkrachten tijdens WOI.
9. Lees bronnen 58. Ga na of de volgende stellingen juist of fout zijn. Verbeter de foute stellingen.
a. Er was geen beperking op het aantal leerlingen dat naar school ging tijdens WOI.
b. Uitkerkse kinderen mochten sowieso naar een Blankenbergse school tijdens WOI.
c. Omdat er veel vluchtelingen waren in Blankenberge steeg het aantal leerlingen in de scholen tijdens WOI.
d. Zowel meisjes als jongens konden naar school gaan tijdens WOI.
10. Gebruik bronnen 59 om een vergelijking te maken tussen een schooljaar tijdens WOI en een schooljaar de dag van vandaag.
schooljaar tijdens WOI schooljaar vandaag Duur van een schooljaar
Duur van de zomervakantie Duur van de paasvakantie Begin van de zomervakantie
VRAAG C: Hoe belangrijk waren de Kerk en het geloof tijdens WOI?
Bron 60 t.e.m. 65 11. Deze bronnen beschrijven alle drie het godsdienstige leven tijdens de Eerste Wereldoorlog.
a. Noteer van elke bron de naam van de auteur(s) en de reden van hun schrijven, de bedoeling.
AUTEUR BEDOELING
60 61 61
b. Welke informatie over het godsdienstig leven in Blankenberge-Uitkerke vind je in alle bronnen? Vul de volgende zinnen aan.
Tijdens de oorlog merkte je dat het geloof belangrijk / niet belangrijk was voor de mensen.
Ze gingen meer / minder naar de eucharistievieringen.
12. Bekijk je antwoorden uit de vorige vraag en probeer dit nu zelf te verklaren.
13. Waarom is de tekst van Marc De Bel de minst betrouwbare bron?
14. Als je een bron niet erg vertrouwt, dan moet je de informatie vergelijken met de andere bronnen. Vergelijk de inhoud met bronnen 60 en 61. Wat stel je vast?
15. Markeer het juiste antwoord. Als je de huwelijkscijfers bekijkt in bron 62 dan stel je vast dat …
… er meer / minder mensen trouwden voor de oorlog dan tijdens de oorlog.
… het aantal huwelijk na de oorlog hoger / lager lag dan voor de oorlog.
Kan je dat verklaren? Geef enkele veronderstellingen.
16. Welke kerkelijke feesten waren naast bv. Pasen en OLV-Hemelvaart ook heel belangrijk voor de inwoners en lokten veel volk naar de kerk? Kijk naar bron 64 en 65.
17. Bestudeer het linkse communieprentje wat beter (bron 65).
a. Waar vond de Eerste Communie plaats?
b. En wanneer vond die plaats?
c. Waarvoor staat de H. in Eerste H. Communie?
d. Vergelijk de communieprentjes met de prentjes die nu gemaakt worden.
18. In bron 66 wordt verteld dat de Duitse soldaten eerst niet en later wel samen met de inwoners van Blankenberge naar dezelfde kerk moesten. Ze waren bang voor de vliegers. Waarom?
19. In 1917 werd in de krant geschreven dat de klokken uit de kerktorens werden weggenomen. Waarom zouden de Duitse bezetters dat gedaan hebben? Wat is volgens Arthur Verlynde (bron 60) de reden?
