• No results found

a. Binnen de periode van een jaar dienden de activiteiten van het Centrum te worden geevalueerd.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "a. Binnen de periode van een jaar dienden de activiteiten van het Centrum te worden geevalueerd."

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1. INSTITUTIONALISERING, SUBSIDIE Z. W. 0., PERSONEELSFORMATIE EN WERKGROEP

Op 10 februari 1978 besloot de Universiteitsraad van de Rijksuniversiteit Groningen, op voorstel van het College van Bestuur, aan het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen 2,5 formatieplaats toe te kennen. Bij dit besluit werden onder meer de volgende aantekeningen gemaakt:

a. Binnen de periode van een jaar dienden de activiteiten van het Centrum te worden geevalueerd.

b. Zo spoedig mogelijk moest worden voldaan aan de voorwaar- den die op 16 juni 1977 door de Universiteitsraad waren ge- steld bij de oprichting van het Documentatiecentrum Nederland- se Politieke Partijen.

De onder a bedoelde evaluatie heeft, ondanks aandrang vanuit het Centrum, bij het afsluiten van dit Jaarboek nag niet plaatsgevonden. De onder b bedoelde voorwaarden kunnen als voigt worden samengevat:

I. Er moet een Werkgroep Nederlandse Politieke Partijen ex artikel 18 van de Wet Universitaire Bestuurshervorming 1970 worden ingesteld.

2. Aangezien het Documentatiecentrum ressorteert onder de Universiteitsbibliotheek moeten de relaties tussen beide in- stellingen in reglement worden vastgelegd.

3. Er moet een reglement komen voor het Centrum, waarbij in ieder geval taak, werkwijze en samenstelling van een weten- schappelijk adviescollege dienen te worden geregeld.

De onder 1 genoemde Werkgroep is inmiddels ingesteld

(zie voor deze Werkgroep hieronder, paragraaf 1.3). De vaor-

waarden vermeld onder 2 en 3 zullen, op advies van de Afde-

ling Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken, worden ver-

werkt in een reglement voor het Centrum. Deze afdeling heeft

een concept-reglement opgesteld. Over dit concept hebben de

(2)

De door het College van Bestuur ingestelde "Werkgroep ad hoc Studie- en Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen" heeft in de aanbiedingsbrief bij haar rapport van 4 februari 1977 geschreven dat voor een verantwoorde opzet van het Centrum ten minste 3,5 formatieplaatsen nodig zijn.

Het College van Bestuur heeft dit standpunt overgenomen:

3,5 formatieplaatsen als basisuitrusting van het Centrum.

In 1977 bestond deze personeelsformatie uit een plaats van de Rijksuniversiteit Groningen en 2,5 plaatsen gesubsidi- eerd door de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschap- pelijk Onderzoek (Z.W.O.). Aangezien het voor de Universiteit moeilijk bleek binnen een jaar het aantal formatieplaatsen voor het Centrum uit te breiden van 1 tot 3,5, verzocht het College van Bestuur de Directeur van Z.W.O. gedurende het kalenderjaar 1978 bij wijze van overgangsmaatregel voor het Centrum 1 formatieplaats ter beschikking te stellen. Een tweede moeilijkheid deed zich voor toen in november 1977 bleek dat de Universiteitsraad pas rond maart 1978 tot een besluit zou kunnen komen. Het College van Bestuur verzocht toen de Directeur van Z.W.O. tot 1 maart 1978 de oude situatie te handhaven (d.w.z. 2,5 formatieplaatsen van Z.W.O. en I for- matieplaats van de Rijksuniversiteit Groningen).

Op be ide verzoeken heeft Z.W.O. positief gereageerd, waar- door voortzetting van de werkzaamheden mogelijk werd gemaakt.

Nadat de Universiteitsraad op 10 februari 1978 tot een besluit was gekomen (zie hierboven, paragraaf 1.1) werd per 1 maart

1978 de verdeling van de personeelsformatie van het Centrum als voIgt: 2,5 formatieplaatsen ten laste van de R.U.G. en I formatieplaats ten laste van Z.W.O. De Z.W.O.-plaats werd voor

tien maanden (1 maart 1978-1 januari 1979) toegewezen.

Op verzoek van Z.W.O. werden voor deze formatieplaats stu- dent-assistenten aangetrokken. Per 1 maart 1978 was de staf van het Centrum als voIgt samengesteld:

R.A. Koole - assistent (0,5 eenheden) J.N.P. Neuvel - assistent (0,5 eenheden) R. Pots - assistent (0,25 eenheden) S. Singelsma - assistent (0,5 eenheden) mej. C.C. de Beer - documentaliste

De algemene leiding werd tijdelijk waargenomen door I. Lip- schits. Er was een vacature voor de post van secretaresse.

Hiervoor werd per 16 april 1978 mej. A.H. Rookmaker benoemd.

In de loop van het verslagjaar vond een belangrijke tijdelijke wijziging plaats in de samenstelling van de staf. Vanaf de oprichting van het Studie- en Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in september 1973 was mej. De Beer als documentaliste aan het Centrum verbonden geweest, zonder even- wel een specifieke documentalisten-opleiding te hebben gevolgd.

Met ingang van het cursusjaar 1978-1979 werd aan de Bibliotheek- en Dokumentatie-akademie te Groningen de mogelijkheid geschapen een "Hogere Beroepsopleiding tot Bibliothecaris-dokumentalist"

te volgen. In overleg met de staf van het Centrum en met de Afdeling Personeelszaken van de RUG besloot mej. De Beer deze eenjarige dagopleiding te volgen. Gedurende dit jaar wordt mej.

De Beer vervangen door de heer J.C. Keukens, die op 1 augustus 1978 bij het Centrum als documentalist in dienst trad.

Ook tijdens dit verslagjaar liepen twee studenten van de Bibliotheek- en Dokumentatieakademie in Groningen stage op het Centrum:

Bibliothecaris van de Universiteit en de staf van het Cen- trum advies uitgebracht, waarna het om "bericht en raad" is toegezonden aan de besturen van de faculteiten der Rechts- geleerdheid, der Letteren en der Sociale Wetenschappen.

de heer J. Zwarts (januari-februari 1978);

mej. R. Bruinsma (mei-juni 1978).

Zoals hierboven (paragraaf 1.1) is vermeld stelde de Uni-

versiteitsraad op voorstel van het College van Bestuur in zijn

(3)

besluit van 10 februari 1978 aan het voortbestaan van het Centrum de voorwaarde dat een Werkgroep ex art. 18 van de Wet Universitaire Bestuurshervorming 1970 zou worden op-

gericht. Dit artikel 18 luidt:

"I. Ter bevordering van de wetenschapsbeoefening kunnen de besturen van twee of meer vakgroepen bij een universi- teit dan wel bij twee of rneer universiteiten, werkgroepen instellen. Een dergelijk besluit behoeft de goedkeuring van de desbetreffende faculteitsraad dan wel faculteits- raden.

2. Een werkgroep bestaat uit leden van het wetenschappe- lijk personeel en niet-wetenschappelijk personeel, per- sonen die zonder in dienst te zijn van de universiteit een bijdrage leveren aan het onderzoek en studenten, aangewezen door de desbetreffende vakgroepsbesturen. In de leiding van een werkgroep wordt voorzien door de vakgroepsbesturen die haar instellen.

3. De werkgroep stelt jaarlijks een onderzoekprograrnma vast, dat de goedkeuring behoeft van de in het eerste lid bedoelde faculteitsraad dan wel faculteitsraden, de vaste commissie voor de wetenschapsbeoefening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, gehoord, en is verantwoordelijk voor de uitvoering daar- van. Zij verstrekt die faculteitsraad van wel faculteits- raden de gevraagde inlichtingen."

Het instellen van de werkgroep ex art. 18 van de WUB had tot doel het onderzoek naar de Nederlandse politieke partijen te onderscheiden van de documentatie-activiteiten op dat ter- rei.n. Dit was noodzakelijk geworden omdat door institutionali- sering van het Centrum als een centraal-universitaire instel- ling de onderzoekactiviteiten van het Centrum moesten worden ingepast in het kader van de voorschriften van de WUB. Hier- voor bood art. 18 van de WUB de beste mogelijkheid. Dit was de reden waarom de Universiteitsraad op 16 juni 1977 besloot met ingang van 1 januari 1978 het bestaande Studie- en Docu- mentatiecentrurn Nederlandse Politieke Partijen op te heffen en met ingang van dezelfde datum een Documentatiecentrum Ne-

derlandse Politieke Partijen op te richten, "met als taak het verschaffen van een systematische, volledige en algemeen toegankelijke dokumentatie van de na-oorlogse ontwikkelingen in de Nederlandse poli tieke partijen". Voor het onderzoek diende, zoals vermeld, een werkgroep te worden ingesteld.

Aan de eerste bespreking over de wenselijkheid van het oprichten van een Werkgroep Nederlandse Politieke Partijen waren vertegenwoordigers aanwezig van vijf vakgroepsbesturen:

- vakgroep Methoden en Technieken (Faculteit der Sociale Wetenschappen);

vakgroep Empirische Sociologie (Faculteit der Sociale We- tenschappen);

- vakgroep Staatsrecht (Faculteit der Rechtsgeleerdheid);

- vakgroep Nieuwste Geschiedenis (Faculteit der Letteren);

- vakgroep Eigentijdse Geschiedenis (Faculteit der Letteren).

Op advies van deze vertegenwoordigers hebben de vijf vakgroepsbesturen besloten deel te nemen aan de oprichting van een Werkgroep Nederlandse Politieke Partijen. Deze be- sluiten werden voorgelegd aan de betrokken faculteitsraden.

De Faculteitsraad Letteren was de eerste die goedkeuring hechtte aan het besluit tot oprichting van de Werkgroep Ne- derlandse Politieke Partijen. Aangezien het in de Faculteit der Letteren om twee vakgroepen (Nieuwste Geschiedenis en Eigentijdse Geschiedenis) ging, was hiermee tevens voldaan aan de eisen van het eerste lid van art. 18 WUB en was de Werkgroep opgericht.

Leden van de Werkgroep Nederlandse Politieke Partijen zijn: drs. D.F.J. Bosscher, dr. M.G. Buist, prof. dr. J.E.

Ellemers, prof. dr. E.H. Kossmann, prof. dr. I. Lipschits, prof.

dr. F.N. Stokman, drs. G. Taal, prof. dr. P. Valkenburgh en

mr. J.J. vis. Het voorzitterschap wordt tijdelijk waargenomen

door de heer Lipschits; de heer R.A. Koole, verbonden aan het

Centrum, treedt tijdelijk als secretaris op. Voor de Werk-

groep is een ontwerp-reglement opgesteld door de Afdeling

Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken. Bij het afsluiten

van het Jaarboek was dit ontwerp nog in behandeling bij de

(4)

Werkgroep.

In overeenstemming met het derde lid van art. 18 WUB is door de Werkgroep een onderzoekprogramma voor 1979 vastge- steld, dat ter goedkeuring aan de betrokken faculteitsraden is toegestuurd. Dit onderzoekprogramma is als bijlage I op-

Bij het begin van het onderzoek werd een documentatiesysteem opgebouwd, waaraan in de loop der jaren enkele nieuwe cate- gorieen zijn toegevoegd. Het systeem bestaat nu uit:

a. bibliografie Nederlandse politieke partijen;

b. systematische bibliografie Nederlandse politieke partijen;

c. uittrekselsysteem;

d. knipselarchief;

e. trefwoordencatalogus;

f. periodiekencatalogus;

g. catalogus Nederlandse politieke partijen;

h. systeem voor bewaarplaatsen archieven.

Dit is een kaartsysteem, dat volgens de gangbare regels alfa- betisch is gerangschikt. De bibliografie omvat boeken, tijd- schriftartikelen en sedert 1 januari 1975 ook artikelen uit opinie-weekbladen. Artikelen uit dagbladen worden niet in dit systeem opgenomen.

De bibliografie wordt langs primaire en secundaire weg samen- gesteld. Basis van de tweede werkwijze is een bestaand kaart- systeem, dat in de periode 1964-1966 door prof. Lipschits werd aangelegd. Voorts worden verwerkt de aanwinstenlijsten van de Universiteitsbibliotheek van de Rijksuniversiteit Gronin-

gen, van de Koninklijke Bibliotheek en van het Instituut voor Wetenschap der Politiek te Amsterdam. Er wordt een bibliogra-

fisch periodiek op ons onderwerp bijgehouden: Periodiekenpa-

rade (Assen). Literatuurlijsten uit boeken en scripties worden

uiteraard verwerkt voor zover ze be trekking hebben op het on-

derwerp. Van een aantal gespecialiseerde instellingen zijn de

catalogi doorgenomen: Internationaal Instituut voor Sociale

(5)

Geschiedenis, Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, So- ciaal-Historisch Centrum Limburg en de bibliotheken van de Tweede Kamer en de Wiardi Beckmanstichting.

Wat betreft de primaire samenstelling van de bibliografie waren per 31 december 1978 de volgende periodieken ver- werkt:

Acta Politica 1965 t/m 1978

Anti-Revolutionaire Staatkunde 1947 t/m 1956, 1966 t/m 1968, 1974 t/m 1978

Christelijk-Historisch Tijdschrift 1966 t/m 1968, 1972 t/m 1978 Het Gemeenebest 1945 t/m 1958

De Gids 1945 t/m 1974

Katholiek Staatkundig Maandschrift 1947 t/m 1963/4 Liberaal Reveil 1956 t/m 1978

De Personalist 1948 t/m 1951 Podium 1945 t/m 1966

Politiek 1966 t/m 1968

Politiek Perspectief 1971 t/m 1978

Politiek en Cultuur 1945 t/m 1956~ 1966 t/m 1968, 1973 t/m 1978 Scholing en Strijd 1945 t/m 1946

Socialisme en Democratie 1945 t/m 1978 De Vrijzinnig Democraat 1945 t/m 1946 opinieweekbladen:

Elseviers Magazine sedert 1 januari 1975 De Groene Amsterdammer sedert I januari 1975 Haagse Post sedert I januari 1975

De Nieuwe Linie sedert I januari 1975, alsmede jrg. 1974 De Tijd sedert 1 januari 1975

Vrij Nederland sedert 1 januari 1975, alsmede de jrg. 1973 en 1974.

Ten behoeve van het onderzoek naar de partij-politieke ont- wikkelingen in Nederland in de periode 1966 t/m 1968, werden

genoemde opinieweekbladen geanalyseerd en in de bibliografie opgenomen.

In aansluiting hierop is begonnen met het verwerken van de jaren 1968 tot 1975. De hiervoor benodigde ingebonden jaar-

gangen ontvangen wij van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

In december 1978 waren de opinieweekbladen tot en met 1971 in de bibliografie opgenomen.

Per 31 december 1978 waren ongeveer 18.200 kaartjes opge- nomen in de alfabetische bibliografie Nederlandse politieke partijen.

2.3 Systematische bibliografie Nederlandse politieke partijen (oude stij l)

Na 5 jaar van gestage groei, blijkt de oorspronkelijk gehan- teerde systematische indeling te grof am op snelle en ade- quate wijze het bestand te kunnen blijven ontsluiten. De staf van het Centrum heeft daarom een nieuwe systematische inde- ling ontworpen, die zowel geschikt is voor verwerking van titels in een kaartsysteem als voor verwerking per computer.

Dit indelingssysteem is vanaf I september 1978 gehanteerd voor het kaartsysteem; het wordt hieronder besproken in para- graaf 2.4. De opbouw van een computerbestand verkeert in een experimenteel stadium; een verslag hiervan wordt gegeven in paragraaf 2.5.

De tot I september 1978 gebruikte bibliografie is afgesloten.

Dit afgesloten bestand zal te zijner tijd of in het computer- bestand worden ingevoerd dan wel in de nieuwe systematische bibliografie worden verwerkt.

De indeling van de afgesloten systematische bibliografie is als voIgt:

1. Algemeen, diversen Onder deze rubriek valt alles, wat niet onder een van de volgende rubrieken is in te delen. Periodiek wordt nagegaan of uit deze rubriek afzonderlijke rubrieken ge- vormd kunnen worden. Op deze manier kwamen enkele van de hier- na volgende rubrieken tot stand.

2. Nederlandse politieke partijen

2.1 Algemeen In deze rubriek worden boeken en artikelen op-

genomen die handelen over vier of meer partijen.

(6)

2.2 Anarchisme/ anarchistische organisaties Deze rubriek betreft anarchistische organisaties in het algemeen. De spe- cifiek anarchistische partijen, zoals de Socialistische Par-

tij van Kolthek, vallen onder rubriek 2.10.

2.3 Cornmunisme/ cornmunistische partijen/ eurocommunisme Deze rubriek betreft boeken en artikelen over het (euro)com- munisme en cornmunistische partijen in het algemeen. Artikelen over de CPN of de Franse CP vallen respectievelijk onder de rubrieken 2.10 en 16.

2.4 Confessionele partijen Deze rubriek betreft confessionele partijen in het algemeen (het begrip confessionele partij, wenselijkheid van confessionele partijen etc.). De specifiek confessionele partijen als KVP en SGP vallen onder 2.10.

2.5 Conservatisme Deze rubriek betreft boeken en artikelen over conservatisme in het algemeen.

2.6 Fascisme/ fascistische partijen Deze rubriek betreft fascis- tische en nationaal-socialistische partijen in het algemeen. De specifiek fascistische en nationaal-socialistische partijen als NSB en NSNAP vallen onder 2.10.

2.7 Liberalisme/ liberale partijen Deze rubriek betreft libe- ralisme en liberale partijen in het algemeen. Specifiek liberale partijen als de Liberale Staatspartij en de VVD vallen onder rubriek 2.10.

2.8 Protestants-christelijke partijen Deze rubriek betreft protestants-christelijke partijen in het algemeen. Specifiek protestants-christelijke partijen als ARP en GPV vallen onder rubriek 2.10.

2.9 Socialisme/ socialistische partijen Deze rubriek betreft socialistische partijen in het algemeen. Specifiek socialistische partijen als PvdA en SDAP vallen onder rubriek 2.10.

2.10 Alfabetisch geordend op partijnaam Deze rubriek bevat boeken en artikelen per politieke partij in alfabetische volg- orde: Anti-Misdaad Partij, Anti-Revolutionaire partij, Boeren- partij, Bruggroep etc.

2.10.1 Organisatorische structuur systeem slechts een onderverdeling

satorische structuur, hetgeen inhoudt het huishoudelijk regle- ment en de statuten. Met de verdere uitsplitsing per partij is nu een begin gemaakt (zie paragraaf 2.4).

3. Relaties tussen partijen

3.1 Alfabetisch geordend Bijvoorbeeld ARP - CHU, D'66 - PvdA, PvdA - VVD.

Per partij is in dit oude gemaakt, namelijk de organi-

3.2 Samenwerking progressieve partijen In deze rubriek zijn boeken en artikelen opgenomen over de samenwerking tussen D'66, PPR en PvdA (eventueel met PSP en CPN).

De rubriek 'samenwerking confessionele partijen' is komen te vervallen sinds de oprichting van het CDA en is ondergebracht bij rubriek 2.10.

4. Organisatorische structuur algemeen In deze rubriek worden boeken, artikelen en teksten (reglementen, statuten e.d.) opge- nomen over de organisatorische structuur van de politieke par- tijen in het algemeen of van twee of meer partijen. Boeken, artikelen en teksten over de organisatorische structuur van een partij worden opgenomen onder 2.10.1.

5. Theoretische aspecten Deze rubriek betreft boeken en artikelen over theoretische aspecten van de politieke partij(vorming), uit- gezonderd de organisatorische structuur.

6. Kabinetscrises/ kabinetsformaties Deze rubriek betreft boe- ken en artikelen over kabinetscrises en -forma ties in het alge- meen en de afzonderlijke crises en formaties.

7. Kiesstelsel Literatuur over het bestaande kiesstelsel en over wijzigingen of voorstellen tot wijziging van het kiesstelsel.

8. Verkiezingen Deze rubriek betreft boeken en artikelen over gehouden verkiezingen voor de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, de Provinciale Staten en de Gemeenteraden. De rubriek is chrono- logisch geordend.

9. Electorale sociologie Deze rubriek betreft onderzoekingen van de openbare mening op het gebied van de Nederlandse politiek.

10. Democratisering Deze rubriek betreft artikelen en boeken

over de democratie in het algemeen en over aspecten van de demo-

cratie als buitenparlementaire oppositie, studentenbeweging,

kiezersinvloed.

(7)

11. Parlement, regering, ministers en ambtenaren Naast artikelen over de houding van de politieke partijen ten op- zichte van het parlement, de regering enz., bevat deze rubriek ook artikelen over het regeringsbeleid en de poli- tieke adviseurs.

12. Dekolonisatie Deze rubriek betreft voornamelijk de hou- ding van de Nederlandse politieke partijen ten opzichte van de dekolonisatie van Indonesie en Nieuw-Guinea. Deze wat specialistische rubriek is ontstaan als gevolg van het onder- wijs dat over dit onderwerp werd gegeven.

13. Werknemers en werkgevers Onder deze rubriek vallen ar- tikelen over werknemers en werkgevers en hun onderiinge ver- houdingen, ondernemingsraden, medezeggenschap, stakingen etc.

14. Denkbeelden tijdens de Tweede Wereidooriog over partij-

Het belangrijkste verschil tussen de "oude" en de "nieuwe"

bibliografie ligt in de aangebrachte onderverdeling naar onderwerp binnen de politieke partijen. Dit maakt het rno- geIijk zeer gericht te zoeken.

Wilde men, om een voorbeeid te geven, in het oude systeem zoeken naar literatuur over het onstaan van de PvdA, dan moesten aIle kaartenbakken voor de PvdA worden doorgenomen;

in het nieuwe systeem hoeft men in dit geval voor de PvdA alleen onder de subrubriek "ontstaansgeschiedenis" te zoeken.

De indeling van de nieuwe systematische bibliografie is als voIgt:

A. Nederiandse Politieke Partijen

vorming

15 Biografieen Deze rubriek bevat biografisch materiaal van en over Nederiandse politici.

16. Buiteniandse politieke partijen Boeken en artikelen over buitenlandse politieke partijen.

17. Europese integratie/ verkiezingen Deze rubriek betreft de houding van de Nederiandse politieke partijen t.a.v. Euro- pese eenwording en de Europese verkiezingen.

18. Vrouwenbeweging Deze rubriek is opgenomen omdat over dit onderwerp mogelijk een werkcollege gegeven zou worden.

19. Groningen Artikelen over partij-politieke ontwikkelingen in de provincie en in de gemeente Groningen.

20. Koninklijk Huis In deze rubriek zijn boeken en artikelen opgenomen over leden van het Koninklijk Huis. Voor deze rubriek wordt niet gericht gezocht.

In de systematische bibliografie Nederiandse politieke partijen waren per 31 december 1978 ongeveer 21.700 kaartjes opgenomen.

Na paragraaf 2.6 over het uittrekselsysteem wordt een gecom- bineerd overzicht gegeven van de omvang van eike rubriek.

rubrieken

II. Partijen alfabetisch + subrubrieken

over partijstelsel en partijvorming

onderzoeken met een relatie tot politieke partijen

I. Algemeen + sub- rubrieken

II. Partijen alfabetisch + subrubrieken

2.4 Systematische bibZiografie NederZandse roZitieke partijen (nieWiJe stijZ)

ad A De rubrieken I en II van hoofdgroep A zijn onderverdeeld in de hierna volgende subrubrieken.

subrubrieken:

1. algemeen/diversen: werken over 4 of meer van de volgende subrubrieken

2. {ontstaans)geschiedenis, opheffing partijen

3. interne partijstruktuur: partijorganisatie, ledenstruktuur, etc.

4. vieugelvorming, afsplitsing, interne ontwikkelingen

5. congressen, partijraden en andere vergaderingen {chronolo-

(8)

gische indeling)

6. verkiezingen, verkiezingsprogramma's, uitslagen (chrono- logische indeling)

7. kabinetscrises/formaties: chronologische indeling, terwijl hierin ook beleidsoverzichten en theoretische werken over kabinetsformaties kunnen worden opgenomen

8. relaties tussen nederlandse politieke partijen 9. europese integratie, partijvorming en verkiezingen

10. nederlandse politieke partijen in internationaal partijver- band

II. ideologie, maatschappijvisie: beginselprogramma's, ook de verschillende "ismen", mits gerelateerd aan een of meer partijen

12. buitenlands beleid, defensiebeleid, ontwikkelingssamen- werking en veiligheidsbeleid

13. cultuurbeleid, media(beleid), recreatie en sportbeleid 14. economisch, financieel en sociaal beleid

15. energiebeleid, grondstoffenbeleid en milieubeleid

16. grondpolitiek en landbouwbeleid (incl. tuinbouw, veehouderij, visserij)

17. inrichting van de staat (nationaal)

18. inrichting van de staat (provinciaal/gewestelijk) 19. inrichting van de staat (lokaal)

20. onderwijs en wetenschap

21. verkeer en waterstaat (incl. posterijen) 22. volksgezondheid (geestelijke en lichamelijke) 23. volkshuisvesting en ruimtelijke ordening

24. welzijnsbeleid en vormingswerk, vrouwenemancipatie en minder- heidsgroepen

25. wetshandhaving en politiebeleid (justitie) 26. werknemers/werkgeversorganisaties

27. buitenparlementaire aktie: studenten-, soldatenbewegingen, pressiegroepen, landelijke akties etc.

28. (de)kolonisatie: Indonesie, Suriname, Nieuw-Guinea, Ned. An- tillen

29. biografieen: biografische informatie

ad B Theoretische aspecten van partijvorming/politieke sys- temen. Deze hoofdgroep bevat niet uitsluitend werken, die aan de Nederlandse partijpolitieke situatie gerelateerd kun- nen worden. Deze hoofdgroep zal t.z.t. nog onderverdeeld worden.

ad C Openbare mening: opinieonderzoeken, die gerelateerd kunnen worden aan de Nederlandse politieke partijen.

ad D Groningen: voor zover relevant wordt hier de indeling in rubrieken en subrubrieken van hoofdgroep A gevolgd. AIleen zaken van provinciaal of gemeentelijk belang worden in deze hoofdgroep opgenomen.

De indeling is ontworpen door de staf van het Centrum en voor een deel gebaseerd op het register dat de heer I. Lipschits samenste Ide voor de bundel "Verkiezingsprogramma' s; verkie- zingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1977", een publicatie die in 1977 bij de Staatsuitgeverij verscheen.

De opzet van het classificatiesysteem is zodanig dat zowel voor het kaartsysteem als voor de computer dezelfde indelingscode word t gebruikt.

De nieuwe systematische bibliografie omvat momenteel 300 titels.

In de bibliografieen worden vanaf I september 1978 meer perio- dieken verwerkt, voornamelijk partijbladen. Deze bladen werden

tot I september 1978 uitsluitend in het uittrekselsysteem (para- graaf 2.6) verwerkt. Het gaat om de volgende bladen:

De Banier (SGP)

Bestuursforum (CDA)

Bevrijding (PSP)

Het Buitenhof (DS'70)

De Demokraat (D'66)

Gemeentepaper (PPR)

De Nederlander (CHU)

Nederlandse Gedachten (ARP)

(9)

te verzorgeu;

c. door middel van computerisering kan een verfijning van het documentatiesysteem worden bereikt, die bij een kaartsysteem niet haalbaar is. Deze verfijning is vooral voor de gebruiker van belang, die bij een gecomputeriseerd systeem zeer gerichte vragen beantwoord kan krijgen;

d. een aanvullend argument is dat computerisering ruimtebe- sparend werkt doordat geen kaartenbakken meer nodig zijn.

In de loop van 1978 is gepoogd deze plannen tot computeri- sering te realiseren. Daartoe zijn gesprekken gevoerd met dr. T. de Graaf van de Computer-Kommissie van de Faculteit der Letteren en met drs. C.A. Slijper van het Rekencentrum.

Met be trekking tot de voorgenomen aanvraag tot aanschaf van de benodigde terminal is contact onderhouden met leden van

het Project Burocratisering te Groningen.

Alvorens een aanvraag in te dienen tot aanschaf van een ter- minal, is gepoogd met behulp van een (tijdelijk) door het Rekencentrum ter beschikking gestelde terminal tot een werk- baar systeem en een bruikbaar programma te komen.

In overleg met drs. C.A. Slijper van het Rekencentrum en prof. dr. F.N. Stokman van het Sociologisch Instituut is de keuze voor een programma op het Remote Information Query System (RIQS), dat onlangs door het Sociologisch Instituut en het Rekencentrum is aangeschaft, gevallen. Met dit programma is geprobeerd een werkbaar systeem te ontwikkelen, waardoor de systematische bibliografie (nieuwestijl) computer-

matig verwerkt kan worden. In het najaar van 1978 is een aan- vang gemaakt met het operationaliseren van dit systeem. Om eventuele "kinderziektes" uit het systeem te halen en om de gevolgen van deze computerisering voor de gebruiker zo goed mogelijk te kunnen overzien, is een 'proefperiode' ingesteld, waarin naast de computermatige verwerking ook nog de verwer- king via het kaartsysteem plaatsvindt. Na afloop van deze proefperiode zal worden bezien of tot aanvraag voor aanschaf van een terminal overgegaan zal worden.

In bijlage II wordt verslag gedaan van de ervaringen en re- sultaten, die de proefperiode tot eind 1978 opleverde.

Ons Burgerschap (GPV) Partijkrant (PvdA) Politiek Nieuws (KVP) PPRAK (PPR)

Roos in de Vuist (PvdA) De Tribune (SP)

Vrijheid en Demokratie (VVD)

Reeds enkele jaren is geprobeerd om de documentatiesystemen van het Centrum te computeriseren. Er zijn verschillende argumenten te noemen waarom deze computerisering dient te worden nage- streefd:

a. de universitaire samenwerking bij onderzoekingen betref- fende Nederlandse politieke partijen kan vlotter verlopen door de grotere toegankelijkheid van het materiaal;

b. bij een gelijkblijvend arbeidspotentieel kan een (nood- zakelijk geachte) verbreding van werkzaamheden plaatsvinden, zodat zo goed mogelijk kan worden voldaan aan de door de Universiteitsraad aan het Centrum gestelde taak een "sys- tematische, volledige en algemeen toegankelijke dokumentatie"

Van de door de staf gelezen boeken en artikelen worden uit- treksels gemaakt op uittrekselkaarten, die in het uittreksel- systeem worden verwerkt. In dit systeem zijn ook uittreksels uit Keesings Historisch Archief opgenomen, voor zover deze be trekking hebben op de partij-politieke ontwikkelingen in Nederland. Het Centrum ontvangt van de Rijksvoorlichtings- dienst de uitgave Beleid Beschouwd. Het blad wordt in zijn ge- heel bewaard. Van de delen, die voor onderzoek van belang zijn, worden verwijzingen in het systeem opgenomen.

Daarnaast wordt een aantal partijbladen systematisch in het

(10)

uittrekselsysteem verwerkt:

Anti-Revolutionaire Staatkunde (ARP) De Banier (SGP)

Bestuursforum (CDA; voortzetting van de afzonderlijke bladen voor gemeente- en provinciebestuurders van ARP, KVP en CHU) Bevrijding (PSP) (voorheen Radikaal)

Het Buitenhof (DS'70; voorheen: Politiek Bulletin) Christelijk-Historisch Tijdschrift (CRU)

D'emocraat (D'66) Gemeente Paper (PPR) Liberaal Reveil (VVD) Ons Burgerschap (GPV) Onze Binding (PvdA-Groningen) Partijkrant (PvdA)

Politiek en Cultuur (CPN) Politiek Perspectief (KVP) PPRAK (PPR)

Roos in de Vuist (PvdA)

Socialisme en Democratie (PvdA) Vrijheid en Democratie (VVD)

jaar van uitgave, paginering, bibliotheek waar de publikatie aanwezig is en net uittreksel opgenomen. De kaarten zijn sys- tematisch geordend volgens het "oude" systeem (zie paragraaf 2.3). Binnen de afzonderlijke rubrieken zijn de kaarten chro- nologisch, op datum van gebeurtenis, gerangschikt.

Per 31 december 1978 waren in het uittrekselsysteem 16.500 kaarten opgenomen.

Dank zij de welwillende medewerking van de Koninklijke Biblio- theek in Den Haag ontvingen wij ingebonden jaargangen dagbladen in bruikleen ter bewerking voor het uittrekselsysteem. Per 31 december 1978 waren de volgende dagbladen in het systeem ver- werkt:

Algemeen Handelsblad 1945 t/m maart 1960 en mei-juni 1968 De Maasbode 1947 t/m 1948

De Nieuwe Nederlander 1945 t/m 1947 Trouw 1945 t/m 1950

De Tijd 1947 t/m 1948 De Volkskrant 1945 t/m 1948

Het maandblad "Politiek Overzicht", een uitgave van de Stichting

Burgerschapskunde, wordt eveneens op uittrekselkaarten verwerkt.

(11)

Overzicht van de rubrieken in de systematische bibliograj'ie (oude stijL)

aiL

"ittreKselsyste,zm m,zt de bi,i- behorende aanta Uen cataloguskaartjes en ui ttrekse lkaarten

I. Algemeen, diversen

2. Nederlandse palitieke partijen 2.1 algemeen

2.2 anarchisme/ anarchistische arganisaties 2.3 cammunisme/ cammunistische partijen 2.4 canfessianele partijen

2.5 canservatisme

2.6 fascisme/ fascistische partijen 2.7 liberalisme/ liberale partijen 2.8 pratestants-christelijke partijen 2.9 sacialisme/ sacialistische partijen 2.10 alfabetisch ap partijen

Algemeen Nederlandsch Werklieden Verb and Algemeene Staatspartij

Amsterdamse Aktiepartij Anti-Misdaad Partij Anti-Revolutianaire Partij

Bellamy Partij Binding Rechts Baerenpartij

Boeren- en Middenstandspartij Bond van Christen-Socialisten Bond van Vrije Liberalen Bruggroep

Christelijk Democratische Unie Christelijk Democratische Valkspartij Christelijk Historische linie

Christelijk Nationale Volkspartij Christelijk Sociale Partij Christelijke Volkspartij Christen-Democratisch Appel Christen-Democratische Partij Christen Democratische linie Christen-Radicalen

Comite van Waakzaamheid

Cammunistische Partij van Nederland Conscientiele linie

Democratisch Actiecentrum Democratisch Socialisten '70

Systematische bibliografie 1500

Uittrekselsysteem 350

50 50 50 50 1300

50

50

600

50

50

50

50

1200

(12)

Democratische Middenpartij De Derde Weg

Economische Bond Eenheid Door Democratie Europese Conservatieve Unie

Evangelische Progressieve Volkspartij Evangelische Solidariteits Partij Friese Bond

Friese Nationale Partij Friese Volkspartij

Gereformeerd Politiek Verbond Gronneger Bond

Groep-Lopez Groep-Voogd Grondpartij

Hervormde (Gereformeerde) Staatspartij Humanistisch Socialistische Partij Internationale Kommunistenbond Jong Conservatief Verbond Kabouters/ Provo

Katholieke Nationale Partij Katholieke Volkspartij

Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland Liberaal Democratische Partij

100 50 1550 50

50 50 50 100 1450 50 50

Liberale Partij

50

Liberale Partij van Vrije Burgers 50

Liberale Staatspartij (De Vrijheidsbond) 50 50

Liberale Unie 50 50

Lijst-Germaux

50 Middenstandspartij

50

Nationaal Democratische Partij 50

Nationaal Europese Sociale Beweging 50

Nationaal Evangelisch Verband 50

Nationaal Historische Partij 50

Nationaal Socialis tische Beweging 100 50

Nationaal Socialistische Nederlandse Arbei- ders Partij

50 Nationaal Verbond

N

50 w

Nationale Bond Landbouw en Maatschappij 50

Nationale Bond van Protestantse Kiezers 50 50

Nationale Christelijke Unie 50

Nationale Groep

50

Nationale Katholieke Partij 50

Nationale Partij 50 50

Nationale Unie

50 50

Nationale Volkspartij

50

Nederlands Gesprek Centrum 50 50

Nederlandse Bellamy Partij

50

(13)

Nederlandse Conservatieve Partij 50

Nederlandse Democratische Partij 50

Nederlandse Middenstandspartij 50

Nederlandse Oppositie Unie 50

Nederlandse Unie 50 50

Nederlandse Volks Beweging 150 150

Nederlandse Volksunie 50 50

Neutrale Boeren- en Plattelanderspartij 50

Nieuw Democratische Partij 50 50

Nieuw Rechts 50 50

Noodraad 50 50

Onafhankelijke Boerenpartij 50

Onafhankelijke Nationale Groep 50

N

.•..

Onafhankelijke Socialistische Partij 50

Oude SDAP 50 50

Pacifistisch Socialistische Partij 250 300

Partij van de Arbeid 2950 1600

Partij van de Daad 50

Partij van Vrije Burgers 50

Partij van de Vrijheid 50 50

Partij voor Landbouw en Middens t and 50

Partij voor Ongehuwden 50 50

Partij voor Overheidspersoneel 50

Partij voor Recht en Vrijheid 50

Partij voor Volksbelang en Volksstemming Partij voor Volkswil en Referendum Partij voor Wereldregering

Partij zonder Politicus Personalistische Unie Politieke Partij Radikalen

Positief Christelijke Nationale Unie Progressief Rechts

Protestants Christelijke Volkspartij Protestantsche Unie

Protestantse Volkspartij Radicaal Democratische Unie Radicaal Democratische Volkspartij Reformatorisch Politieke Federatie Religieus-Socialistisch Verbond Republikeinse Partij

Resoluut

Revolutionair Communistische Partij

Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij Revolutionair Socialistische Partij

Rooms Katholieke Partij Nederland

Rooms Katholieke Staatspartij

Sociaal Democratische Arbeiders Partij

Sociaal Democratische Bond

(14)

Sociaal Democratische Partij Sociale Bond voor Sportbelangen Socialistiese Partij

Socialistische Beweging Socialistische Unie

Socialistische Werkers Partij Staatkundig Gereformeerde Partij De Unie

50 50 50 50 50 200 50 50 1250 Verbond tegen Ambtelijke Willekeur

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Vrije Socialistische Vereeniging Vrijzinnig Democratische Bond

Werkgroep "Fusie vooruitstrevende rechtse partijen"

3. Relaties tussen partijen 3. I alfabetisch op partijen

ARP - BP ARP - CDU ARP - CHU ARP - CPN ARP - CVP ARP - D'66 ARP - EPV ARP - ESP ARP - GPV

ARP - H(G)S 50

ARP - KVP

50 50

ARP - NVB

50

ARP - PPR 50

50

ARP - PSP 50

ARP - PvdA 50

50

ARP - Proto Unie 50

ARP - RKSP

50 50

ARP - SDAP

50 50

ARP - SGP 50

50 ARP - VDB

50 ARP - VVD

50 50

BP - CPN

50

N

...,

CDA - CPN

50 CDA - EPV

50 CDA - GPV

50

CDA - PPR 50

50

CDA - PvdA 50

50 CDA - RPF

50 CDA - SGP

50 CDA - VVD

50 50

CDU - CHU

50

CDU - SDAP

50 Christen-Radicalen - n'66

50

(15)

Christen-Radicalen - PSP 50 50 Christen-Radicalen - PvdA

50

CHU - D'66 50

CHU - GPV

50

CHU - KVP 50 50

CHU - NVB

50

CHU - PvdA 50 50

CHU - Proto Unie 50

CHU - SDAP

50

CHU - RKSP 50

CHU - SGP

50

CHU - VVD 50 50

Confessionele partijen - PvdA

50

N00

CPN - D'66 50

CPN - KVP 50 50

CPN - NVB 50 50

CPN - PSP 50 50

CPN - PvdA 100 50

CPN - SDAP 50 50

CPN - SU 50

CPN - VVD

50

D'66 - DS'70 50 50

D'66 - KVP

50 D'66 - PPR

50

D'66 - PSP 50 50

D'66 - PvdA 50 50

D'66 - VVD 50 50

DS' 70 - PvdA 50

DS' 70 - VVD 50 50

GPV - NEV 50

GPV - PvdA 50

GPV - PPR 50

GPV - RPF 50

GPV - SGP 50 50

GPV - VVD 50

KNP - KVP 50 50

KVP - PPR 50

N

KVP - PvdA '"'

150 300

KVP - SGP 50

KVP - VVD 50 50

LSP - VVD 50

Ned. Unie - NSB 50

Ned. Unie - NVB 50 50

NVB - PvdA 50

NVB - RKSP 50

NVB - SDAP 50 50

PPR - PSP 50 50

PPR - PvdA 50 50

(16)

PPR - VVD 50

PSP - PvdA 50 50

Prot. Unie - SGP 50

PvdA - SGP 50

PvdA - PvdV 50

PvdA - VDB 50

PvdA - VVD 50 50

RKSP - SDAP 50 50

RPF - SGP 50

SDAP - VDB 50

3.2 Samenwerking progressieven 200 100

4. Organisatorische structuur algemeen 50 50

5. Theoretische aspecten 150 w a

6. Kabinetscrises/kabinetsformaties 500 750

7. Kiesstelsel 300 150

8. Verkiezingen 500 400

9. Electorale sociologie 300 200

10. Democratisering 300 50

II. Parlement, regering, ministers en ambtenaren 500 150

12. Dekolonisatie 300 50

13. Werknemers en werkgevers 750 150

14. Denkbeelden tijdens de Tweede Wereldoorlog over

partijvorming 350 50

15. Biografieen 300 50

16. Buitenlandse politieke partijen 900

17. Europese integratie/verkiezingen 250 50

18. Vrouwenbeweging 350 50

19. Groningen 50 50

20. Koninklijk Huis 50 50

(17)

opheffing, adres, partij-affiliatie, bibliotheken waar de betrokken periodiek wordt bewaard, enz. Bovendien wordt aangegeven of en tot hoever de periodiek in de overige documentatiesystemen op het Centrum is verwerkt.

Vanaf 1970 zijn door prof. Lipschits knipsels bewaard over par- tij-politieke ontwikkelingen die waren bedoeld voor persoon- lijk gebruik. Deze knipsels zijn opgeplakt en systematisch ge- ordend. Sinds september 1973 worden een landelijk ochtend- blad, landelijk avondblad en een regionale krant geknipt. Op dit moment zijn dat respectievelijk: Trouw, NRC-Handelsblad en het Nieuwsblad van het Noorden.

De knipsels worden opgeplakt, gerubriceerd en in mappen opge- borgen. De indeling van de rubrieken is globaal hetzelfde als de indeling die voor het uittrekselsysteem wordt gehanteerd.

In verband met de deelname van het Centrum aan de "European Election Study" (zie hoofdstuk 4) wordt ook op het onderwerp

"Europese verkiezingen" geknipt. Voor dit project wordt naast de dagbladen "Europa van morgen", uitgegeven door het Haagse bureau van de Europese Gemeenschappen, verwerkt.

In deze catalogus Z1Jn de Nederlandse politieke part1Jen opgenomen. Hierbij is uitgegaan van de lijst van partijen, die bij de Kiesraad waren ingeschreven. Iedere partij staat op een afzonderlijke kaart, waarop zoveel mogelijk gegevens worden vermeld: adressen, telefoonnummers, wetenschappelijke bureaus, enz.

Het is moeilijk een overzicht te krijgen van de bewaarplaat- sen van archieven van politieke partijen, van hun nevenorga- nisaties en van personen die een rol in het partij-politieke leven hebben gespeeld. Op het Centrum is een poging hiertoe gedaan. De bestaande politieke partijen en hun wetenschappe- lijke bureaus zijn bezocht en bij die gelegenheid is gevraagd naar de bewaarplaats van de partij-archieven en naar de voor- waarden waarop deze toegankelijk zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast is in het Algemeen Rijksarchief, het Katholiek Documentatiecentrum, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, het Rijksinstituut voor Oorlogs- documentatie en het Sociaal-Historisch Centrum Limburg onder- zoek gedaan naar de aanwezigheid van voor ons Centrum belang- rijke archieven. Deze gegevens zijn in het systeem voor bewaar- plaatsen archieven opgenomen. Doel van deze activiteit is een zo volledig mogelijk overzicht te geven van de bewaarplaatsen van archieven van personen en partijen, van belang voor het wetenschappelijk onderzoek.

Deze catalogus bevat een reeks begrippen en organisaties, die als zodanig niet in onze systemen voorkomen. De gebruiker wordt verwezen naar de betrokken rubrieken in de systematische biblio- grafie, het uittrekselsysteem en het knipselarchief. Enkele voorbeelden:

politieke adviseurs: zie ambtenaren

overheidssubsidiering van politieke partijen: zie organisatorische structuur algemeen

Democratisch Centrum Nederland: zie KVP

Dit is een kaartsysteem van de periodieken (tijdschriften, week-

bladen, dagbladen, partijbladen) die voor ons onderzoek van be-

lang kunnen zijn. Van elke periodiek worden zoveel mogelijk basis-

gegevens vermeld: datum van eerste uitgave, eventueel datum van

(18)

opgenomen.

De archief-creerende werkzaamheden van het Centrum betref- fen, naast het reeds hierboven genoemde uittrekselsysteem en knipselarchief (paragrafen 2.6 en 2.7), een geluids- archief, een beeldarchief en een interviewarchief.

Op het Centrum wordt getracht de bewaarplaatsen van archieven van politici en van politieke partijen te inventariseren

(zie hierboven paragraaf 2.11). De activiteiten zijn er niet op gericht archieven te verwerven. In de loop der jaren zijn echter enkele archieven op het Centrum gedeponeerd:

- het archief van G.J.C. Schilthuis, tot 1946 secretaris van de Vrijzinnig-Democratische Bond;

- de archieven van de heren A.J. Meerburg en N. Schwarz, ex- leden van het Hoofdbestuur van D'66;

- het (gedeeltelijk) archief van de afdeling-Groningen van de PSP.

De archieven van de heren Meerburg en Schwarz zijn door de betrokkenen openbaar gemaakt. De heer J.N.P. Neuvel heeft deze archieven geinventariseerd. Deze inventaris is als bij- lage III opgenomen.

Dank zij de bemiddeling van drs. D.F.J. Bosscher heeft het Centrum van de erfgenamen van mr. dr. L.N. Deckers de be- schikking gekregen over een onuitgegeven manuscript. Deckers was minister van Defensie in het derde ministerie Ruys de Beerenbrouck (1929-1933) en in het tweede ministerie Colijn

(1933-1935) en minister van Defensie en van Landbouw en Vis- serij in het derde ministerie Colijn (1935-1937). Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Deckers een zeer uitvoerige parlementaire geschiedenis geschreven over de periode van de ministeries Van Tienhoven (1891-1894), Roell (1894-1897) en Pierson (1897-1901). Het manuscript is gedeeltelijk ge- typt en gedeeltelijk handgeschreven. Het omvat enkele dui- zenden pagina's, waaronder 79 bijlagen. De inhoudsopgave van het manuscript is als bijlage IV in dit Jaarboek opge- nomen. Om een indruk van dit werk te geven is als bijlage V een fragment - een deel van het derde hoofdstuk met de daar-

Tot aan 1978 heeft bij de opbouw van het geluidsarchief op het Centrum een nauwe samenwerking bestaan met de Stichting Film en Wetenschap (SFW) te Utrecht. De SFiN stelde lijsten samen met korte inhoudsopgaven van geluids- materiaal inzake Nederlandse politieke partijen. Op het Centrum werd hieruit een selectie gemaakt op basis van relevantie en prioriteit. Het geselecteerde materiaal werd in de vorm van geluidsbanden uit Utrecht naar Gro- ningen gestuurd, waar het in drievoud werd uitgetikt:

een exemplaar voor de SFW en twee exemplaren voor het Centrum. Op deze wijze kreeg het Centrum de beschikking over een kleine honderd geluidsbanden, waarvan de inhoud in de voorafgaande Jaarboeken van het Centrum is aange- duid.

Door gebrek aan personele middelen heeft deze activiteit in 1978 stilgelegen. Het zou wenselijk zijn dit werk in 1979 weer te kunnen hervatten.

Sinds eind 1975 wordt door de staf van het Centrum zelf geluidsopnamen gemaakt van partij-politieke bijeenkomsten.

In 1978 zijn opnamen gemaakt van:

- de Europa-conferentie van de Wiardi Beckman Stichting en de EEG-cornmissie van het Partijbestuur van de PvdA (Utrecht, 14 januari 1978);

- het oprichtingscongres van de Evangelische Volkspartij (Utrecht, 28 januari 1978);

- het buitengewoon congres van de PvdA over het ontwerp van

het Europees verkiezingsmanifest van de Federatie van Socia-

(19)

listische Partijen in Europa (Den Haag, 10 februari 1978);

- het Raads- en Statencongres van de PvdA (Den Haag, 11 fe- bruari 1978);

- de Algemene Vergadering van de VVD (Utrecht, 10 en 11 maart 1978);

- het GPV-feestcongres ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan (Amersfoort, 8 april 1978);

- de Algemene Ledenvergadering van D'66 (Zwolle, 22 april 1978) ;

In de eerste jaren van het bestaan van het Centrum werden door de staf regelmatig vraaggesprekken gehouden met po-

litici. Deze gesprekken werden op geluidsbanden opgenomen en vervolgens uitgetikt en de uitgetikte tekst werd aan de geInterviewde politicus voorgelegd. Op deze wijze zijn 26 politici en oud-politici geinterviewd.

Deze vraaggesprekken vormen een uiterst belangrijke aan- vulling op de in archieven bewaarde teksten en de memoires.

In vele gevallen kan het vraaggesprek het ontbreken van geschreven bronnen compenseren. Voor de beoefening van de hedendaagse geschiedenis is het interview een vrijwel on- misbare bron. Het is daarom verheugend dat er bij de poli- tici een grote mate van bereidheid tot medewerking bleek te bestaan.

Het is zeer te betreuren dat door gebrek aan personele middelen in 1978 slechts in geringe mate iets aan deze activiteit kon worden gedaan. De heer R.A. Koole heeft vraaggesprekken gevoerd met L.J. Brinkhorst (D'66), J.

Prank (PvdA) en F. van der Spek (PSP) over de houding van

"links" Nederland inzake de Europese integratie in ver- band met de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement. Deze vraaggesprekken zullen worden gepubliceerd.

- de redevoering van minister-president Van Agt (inclusief discussie) tijdens een verkiezingsbijeenkomst van het CDA

(Groningen, 12 mei 1978);

- de openbare jaarvergadering van de CHU, tevens viering van het zeventigjarig bestaan van de CHU (Arnhem, 20 mei 1978);

- een verkiezingsforum in verband met de gemeenteraadsver- kiezingen (Groningen, 25 mei 1978);

- het najaarscongres van D'66 (Breda, 4 en 5 november 1978);

- de najaarspartijraad van de ARP (Rotterdam, 9 december 1978).

Deze geluidsopnamen zijn integraal.

Eind 1974 heeft het Centrum toestemming gekregen van de af- zonderlijke zendgemachtigde omroeporganisaties en van de NOS om beeldmateriaal over te nemen uit het NOS-archief. Dank zij deze toestemming was het mogelijk uit het NOS-archief beeldbanden van 60 minuten te monteren over een bepaald on- derwerp (b.v. over het ontstaan van D'66 of over Nieuw Links in de PvdA). Het selecteren van het materiaal en het monteren van de band is arbeidsintensief. Wegens gebrek aan personele middelen kon in 1978 geen nieuwe banden worden toegevoegd

aan het bestand van 15 beeldbanden. Er bestaat, vooral bij het wetenschappelijk onderwijs, veel vraag naar deze banden.

Met vertegenwoordigers van de universiteiten van Leiden en

Rotterdam is een eerste en zeer voorlopig gesprek gevoerd

over een mogelijke samenwerkingsvorm om dit beeldarchief ge-

(20)

onderzoek wordt gefinancierd door de Stiftung Volkswagen- werk, de Europese Commissie en het Europees Parlement.

De nationale projectleiders zijn in de organisatie van het onderzoek vrij. Voor Nederland is het project onder- gebracht in het onderzoekprogramma van de Werkgroep Ne- derlandse Politieke Partijen (zie hierboven, paragraaf 1.3). Het onderzoek wordt uitgevoerd door: R.A. Koole, I. Lipschits, L.P. Middel, W.H. van Schuur en F.N. Stok- man. Deze groep wordt in haar werkzaamheden gesteund door de staf van het Centrum.

Voor dit onderzoek worden de afgevaardigden naar de natio- nale partijcongressen beschouwd als het middenkader van de politieke partijen. Op een aantal conferenties is door de negen projectleiders een internationale vragenlijst vast- gesteld die bindend is voor dit onderzoek. Deze vragenlijst wordt in elk van de negen lid-staten van de Europese Ge- meenschap aan de afgevaardigden naar partijcongressen voor- gelegd. Zowel wat betreft de financiering als de hoeveel- heid werk dat dit onderzoek met zich meebrengt moest het aantal te onderzoeken partijen beperkt worden. Voor Neder- land werden middelen toegewezen om vier partijen te onder- zoeken: CDA, D'66, PvdA en VVD. In 1978 werden D'66, PvdA en VVD onderzocht en in januari 1979 wordt het CDA onder- zocht. Elk van deze partijen verleende volledige medewerking.

Voor het onderzoek naar de PvdA zijn inmiddels de eerste gegevens (de antwoorden op de gesloten vragen in de vragen- lijst) bekend en ze zijn geanalyseerd. Volgens afspraak is hierover een voorlopig verslag gestuurd aan het Partijbestuur van de PvdA, dat werd opgesteld door I. Lipschits, L.P. Mid- del en W.H. van Schuur. Dit verslag is als bijlage VI in dit Jaarboek opgenomen. In de inleiding van het verslag staan meer gegevens over de organisatie van het onderzoek, pro- bleemstellingen en mogelijkheden van analyse.

Het Centrum is niet alleen bedoeld als 'werkplaats' voor onderzoek door aan het Centrum verbonden stafleden. Ook het onderzoek van anderen op het betrokken terrein wordt zoveel mogelijk gestimuleerd en ondersteund. Het is een verheugend verschijnsel dat steeds meer personen, in het bijzonder uit het hoger onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, gebruik maken van het materiaal, de faciliteiten en de kennis die op het Centrum aanwezig is. Deze dienstverlening vraagt veel tijd en aandacht van de stafleden, maar deze activi- teit wordt door de staf als een van de belangrijkste taken van het Centrum gezien.

In dit hoofdstuk wordt verder uitsluitend het onderzoek vermeld waarbij een of meer stafleden van het Centrum be- trokken zijn.

Na de aankondiging dat directe verkiezingen zouden worden gehouden voor het Europees Parlement werd in 1977 op initi- atief van dr. K. Reif van de Universiteit van Mannheim de studiegroep "European Elections Study" (EES) gevormd. Het doel is een aantal onderzoekprojecten te coordineren en ge- meenschappelijk uit te voeren. Voor ieder afzonderlijk on- derzoekproject is een 'director' en een 'co-director' aan- gewezen, met daarnaast in elk van de negen lid-staten van de Europese Gemeenschap een nationale projectleider. Het Centrum participeert in twee van deze projecten.

Voor het onderzoek naar het middenkader van politieke par-

tijen treedt dr. K. Reif (Mannheim) op als 'director' en

prof. dr. R. Cayrol (Parijs) als 'co-director'. Prof. Lip-

schits is voor Nederland de nationale projectleider. Het

(21)

4. J Onderzoek naar de campagne voor de verkiezingen van het

~uropees Parlement

moeten plaatsvinden tussen 15 april en 10 juni 1979.

d. Direct na 30 juni 1979 moet iedere nationale project- groep een analyse van de campagne maken. Voor het opstellen van dit stuk (ongeveer 50 pagina's) zijn uitvoerige richt- lijnen opgesteld ten einde onderlinge vergelijking mogelijk te maken.

Het tweede project van de "European Elections Study", waarin het Centrum participeert, is het onderzoek naar de campagne voor de verkiezingen van het Europees Parlement. Voor dit onderzoek treedt dr. K. Reif (Mannheim) op als 'director' en prof. dr. I. Lipschits als 'co-director' en als nationaal projectleider voor Nederland. Het onderzoek wordt gefinancierd door de Stiftung Volkswagenwerk en de Europese Commissie. Voor Nederland is het project ondergebracht in het onderzoekprogram- ma van de Werkgroep Nederlandse Politieke Partijen. Het onder- zoek wordt uitgevoerd door de staf van het Centrum.

Bij dit onderzoek zullen de volgende werkzaamheden worden ver- richt:

a. Uit dag-, week- en maandbladen zal, in elk van de negen lid- staten, een systematische documentatie worden aangelegd van berichtgeving en artikelen over de verkiezingscampagne. Voor de periode van januari t/m 31 maart 1979 zal men zich be- perken tot een dagblad en voor de periode van 1 april t/m 30 juni 1979 zullen drie dagbladen en de belangrijkste week- en maandbladen worden gedocumenteerd. Van deze documentatie wor- den maandelijks fotocopieen gestuurd naar Mannheim en naar het Centrum in Groningen. De originelen blijven onder beheer van de afzonderlijke nationale projectgroepen.

b. Al het materiaal dat door of namens de politieke partijen in verband met de verkiezingen wordt verspreid, wordt in drievoud verzameld: voor Mannheim, voor Groningen en voor de nationale projectgroepen.

c. Er zullen vraaggesprekken worden gevoerd met twee of drie personen van iedere politieke partij die aan de verkiezingen deelneemt. Het gaat hierbij om de partijfunctionarissen die nauw betrokken z~Jn bij de verkiezingscampagne en/of de kan- didaatstelling en/of het opstellen van het verkiezingsprogram- ma. Voor de te behandelen onderwerpen tijdens het vraaggesprek zijn uitvoerige richtlijnen opgesteld. De vraaggesprekken

4.4 Programma's en kandidaten Ujsten voor de verkie zingen van de Provinciale Staten in 1978

Naar aanleiding van de verkiezingen in 1978 voor de Provin- ciale Staten is op het Centrum een verzameling aangelegd van de kandidatenlijsten en van de verkiezingsprogramma's.

Er is in Nederland weinig onderzoek verricht naar verkie- zingen voor de Provinciale Staten en de staf van het Centrum heeft de indruk dat het belang van dit soort verkiezingen wordt onderschat. Het aanleggen van de verzameling kandidaten- lijsten en verkiezingsprogramma's is bedoeld als een poging onderzoek op dit gebied als het ware uit te lokken.

De officiele kandidatenlijsten werden opgevraagd bij de provinciehuizen. Op het Centrum zijn aIle kandidatenlijsten binnengekomen en gedocumenteerd. Voor een grondige analyse van dit materiaal·is momenteel geen mankracht aanwezig.

De heer S. Singelsma heeft uit dit materiaal een aantal gegevens verzameld, met name voor de provincie Drenthe. Deze bijdrage is in dit Jaarboek als bijlage VII opgenomen.

De verkiezingsprogramma's zijn opgevraagd bij de provinciale partij-organisaties. De respons was zeer bevredigend, met name van de kant van de grote partijen: voor de PvdA en het CDA uit aIle provincies, voor de VVD uit tien provincies.

De heer S. Singelsma heeft een inventarisatie opgesteld van

de ontvangen programma's. Deze inventarisatie is als bijlage

VIII in dit Jaarboek opgenomen. Er zal naar gestreefd worden

in 1979 een inhoudelijke en vergelijkende analyse te maken.

(22)

Eens in de twee jaar wordt vanuit het Centrum een schrifte- lijke enquete gehouden onder de secretarissen van de poli- tieke partijen. Het gaat hierbij om basis-gegevens, die op het Centrum worden bijgehouden. In 1978 werden vragen ge- steld over:

a. het recente ledental met bijbehorende peildatum;

b. vignet, zinspreuk, embleem en kleur van de partij;

c. contacten met buitenlandse zusterpartijen;

d. periodieken en andere publicaties van de partij of van het wetenschappelijk bureau van de partij;

e. het archief van de partij;

f. de bibliotheek en/of documentatie-afdeling van de partij;

g. de samenstelling van het partijbestuur;

h. de nevenorganen van de partij;

i. de regeling van de contributie.

Wij ontvingen de ingevulde vragenlijsten van: ARP, D'66, DS'70, GPV, KVP, PSP, PvdA, SGP en VVD. Dit materiaal wordt voor ver- schillende doeleinden gebruikt.

In 1972 is de laatste grote enquete gehouden onder de leden van de Staten-Generaal. Mede namens vertegenwoordigers van zeven Universiteiten en Hogescholen is door prof. dr. H.

Daudt en dr. M.P.C.M. van Schendelen bij Z.W.O. een subsi- die-aanvrage ingediend om in 1979 opnieuw een mondelinge enquete onder de 225 parlementsleden te houden. De subsidie is inmiddels toegewezen.

Voor Groningen hebben prof. dr. I. Lipschits en mr. J.J. vis zitting in de Begeleidingsgroep voor dit omvangrijke onder- zoek. In 1978 was de staf van het Centrum actief betrokken bij het opstellen van de vragenlijst.

4.8 Onderzoek naar de financiering van de NederZandse poZi- tieke partijen

Aan de Lerarenopleiding Ubbo Emmius te Groningen is een stu- dieproject opgezet voor de analyse van de verkiezingsprogram- ma's voor de gemeenteraadsverkiezingen in de provincie Gronin- gen van mei 1978. Dit project staat onder leiding van drs.

J. van der Land, docent Nieuwe Geschiedenis en Staatsinrichting aan de Lerarenopleiding Ubbo Emmius.

De heer Van der Land heeft het Centrum om samenwerking en ondersteuning bij dit project gevraagd. De staf van het Centrum stelt de samenwerking met Ubbo Emmius op prijs en ziet ook het belang in van dit studie-project. Voor dit project treedt de heer J.N.P. Neuvel als contactpersoon namens het Centrum op.

Eind 1978 is op het Centrum een aanvang gemaakt met het in-

In samenwerking met prof. dr. H. Daalder, thans verbonden aan het Europees Universitair Instituut te Florence. is een onderzoek verricht naar de financiering van de Nederlandse politieke partijen. Op het Centrum heeft de heer R.A. Koole zich met dit onderzoek belast. Hij heeft hierover een publi- catie voorbereid, die als bij lage IX in dit Jaarboek is op- 4.6 Programma's voor de gemeenteraadsverkiezingen in de pro-

vincie Groningen in 1978

Om het publiceren van onderzoekresultaten aan te moedigen

en mogelijk te maken is eind 1976 een contract gesloten

tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de Uitgeverij

Kluwer B.V. Volgens dit contract zal onder auspicien van het

Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen door de

Uitgeverij Kluwer B.V. een serie monografieen worden uitge-

(23)

geven. Evenals in 1977 werden in 1978 twee delen in deze serie uitgegeven:

Jan Bank: "Opkomst en ondergang van de Nederlandse Volks- beweging (NVB)" Kluwer, Deventer, 1978, 290 bIz.

Bertus Boivin, Herman Hazelhoff, Bert Middel en Bob Mole-

~: "Een verjongingskuur voor de Partij van de Arbeid.

Opkomst, ontwikkeling en betekenis van Nieuw Links" Kluwer, Deventer, 1978, 124 bIz.

Het laatste boek was oorspronkelijk een doctoraal-werkstuk van de heren Boivin, Hazelhoff en Molenaar, dat onder leiding van de heer Middel bewerkt is tot een publicatie.

- "Greep uit de politieke gebeurtenissen in Nederland ge- durende het jaar 1978".

R.A. Koole: De heer Koole was in 1978 op Z.W.O.-basis als student-assistent voor halve dagen op het Centrum werkzaam.

Hij publiceerde:

- "Computerisering bibliografie betreffende Nederlandse politieke partijen" (bijlage II in dit Jaarboek) - "De financiele en personele situatie van Nederlandse politieke partijen" (bijlage IX in dit Jaarboek).

4. 10 Publicaties van huidige en vroegere stafleden Van het Centrum

Prof. dr. I. Lipschits: De heer Lipschits gaf in 1978 leiding aan het Centrum. Hij publiceerde in dat jaar:

- "Politieke stromingen in Nederland. Inleiding tot de ge- schiedenis van de Nederlandse politi eke partijen" Kluwer, Deventer, 1978, tweede herziene druk, 82 bIz.

- "Politiske strlllmninger i Holland. Indledning til de politiske partiers his torie. Oversat S .G. Steffensen" Akademisk Forlag, s.l., 1978, 83 bIz.

- "Partijvorming in nationale systemen" Conferentie Inter- disciplinaire Studiegroep Europese Integratie, Den Haag, j anuari 1978

- "The formation of parties in national political systems"

Internationale Arbeitstagung uber "Wahlerbewegung in der europaischen Geschichtt', Berlin, mei 1978

- "De poli tieke betekenissen van 'links

I

en

I

rechts' "Kern- In deze paragraaf gaat het om publicaties van zowel huidige

als vroegere stafleden die in 1978 zijn verschenen. Hierbij worden tevens de artikelen vermeld die in dit Jaarboek zijn opgenomen.

Drs. J.Th.M. Bank: De heer Bank was als wetenschappelijk mede- werker verbonden aan het Centrum. Hij is thans wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij bereidt een dissertatie voor over de ontwikkeling van de politieke partijvorming binnen het Nederlandse katholicisme in de periode

1930-1954. Als medewerker op het Centrum heeft hij onder meer een onderzoek gedaan naar opkomst en ondergang van de Neder- landse Volksbeweging. De resultaten hiervan zijn in 1978 gepu- bliceerd in de reeks Cahiers Nederlandse Politiek; zie hier- boven paragraaf 4.9.

vraag nr. 70 (november 1978). 50 bIz.

- samen met L.P. Middel en W.H. van Schuur: "Het middenkader van de Partij van de Arbeid. Een voorlopig verslag van het onderzoek naar de afgevaardigden op het Raads- en Staten- congres 1978" (bij lage VI in dit Jaarboek).

Mej. C.C. de Beer: Mej. De Beer was als documentaliste aan het Centrum verbonden. zij voIgt thans voor een jaar de Ho- gere Beroepsopleiding tot Bibliothecaris-documentalist (zie hierboven bIz. 3). Voor dit Jaarboek schreef zij het volgende artikel, dat als bijlage X is opgenomen:

Drs. L.P. Middel: De heer Middel was als wetenschappelijk

medewerker verbonden aan het Centrum. Hij bereidt een dis-

sertatie voor over machtsaspecten binnen politieke partijen.

(24)

In 1978 publiceerde hij, in samenwerking met drie studenten, in de serie Cahiers Nederlandse Politiek een studie over Nieuw Links; zie hierboven paragraaf 4.9. In samenwerking met de heren Lipschits en Van Schuur schreef hij een artikel over het middenkader van de Partij van de Arbeid, dat als bijlage VI in dit Jaarboek is opgenomen.

S. Singelsma: De heer Singelsma was in 1978 op Z.W.O.-basis als student-assistent voor halve dagen op het Centrum werk- zaam. Hij publiceerde:

- "Provinciale Statenverkiezingen 1978. Kandidatenlijsten"

(bijlage VII in dit Jaarboek)

- "Provinciale Statenverkiezingen 1978. Verkiezingsprogrannna's"

(bijlage VIII in dit Jaarboek).

In de voorafgaande hoofdstukken zijn relaties vermeld met de volgende instellingen en organisaties:

- de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (paragraaf 1.2);

- de Werkgroep Nederlandse Politieke Partijen (paragraaf 1.3);

- de Stichting Film en Wetenschap (paragraaf 3.2);

- het N.O.S.-archief (paragraaf 3.3);

- de studiegroep European Elections Study (de paragrafen 4.2 en 4.3);

- de Lerarenopleiding Ubbo Ennnius (paragraaf 4.6);

- de Begeleidingsgroep Parlementsenquete 1979 (paragraaf 4.7);

- het Europees Universitair Instituut te Florence (paragraaf 4.8).

Voor de werkzaamheden is het Centrum afhankelijk van de mede- werking van de politieke partijen. Het is verheugend dat de politieke partijen en hun wetenschappelijke bureaus die mede- werking verlenen. In de loop der jaren is met de partijen en hun vertegenwoordigers een goede relatie opgebouwd.

Het Centrum ontvangt regelmatig publicaties van de politieke partijen en hun wetenschappelijke bureaus ten geschenke; een groot aantal partijen heeft het Centrum geplaatst op hun ver- zendlijst voor periodieke uitgaven. Vrijwel aIle politieke partijen verlenen hun medewerking aan de totstandkoming van geluidsopnamen van congressen, partijraden e.d.

In bijlage XI wordt een overzicht gegeven van de in het jaar

1978 ontvangen geschenken van particulieren, politieke par-

tijen en andere instellingen. Bijzondere vermelding verdient

(25)

de omvangrijke en interessante collectie materiaal die het Centrum in dit verslagjaar van de VVD ontving. Aile schen- kingen zijn opgenomen in de bibliotheek van het Centrum.

redactie en de uitgave van het maandblad zijn met ingang van die datum overgenomen door de Stichting Burgerschaps- kunde. Hierbij is aan het Centrum verzocht de rubriek 'Politieke partijen' te verzorgen. De werkzaamheden hiertoe worden verricht door mej. C.C. de Beer, die in een dienst- verband staat met de Stichting Burgerschapskunde. Tevens is mej. De Beer belast met de samenstelling van de rubriek

'Documentatie' in het maandblad 'Politiek Overzicht'. In ruil voor de faciliteiten die het Centrum geeft aan de samen- stelling van het maandblad besteedt mej. De Beer een deel van de haar ter beschikking staande arbeidstijd aan werkzaam- heden voor het Centrum. De boeken die ter bespreking aan het maandblad worden toegezonden worden in de bibliotheek van het Centrum opgenomen.

Het onderzoek naar de Nederlandse politieke partijen valt binnen de belangstelling van drie coordinerende instanties.

te weten de Coordinatiecommissie voor de Bestudering van de Parlementaire Geschiedenis van Nederland, het Verbond van Historische Onderzoekers en de Nederlandse Stichting voor Politicologisch Onderzoek. Elk van deze drie in- stellingen wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op en de werkzaamheden van het Centrum. Prof. Lipschits is voorzitter van de Coordinatiecommissie en bestuurslid van de Nederlandse Stichting voor Politicologisch Onderzoek.

5.4 Relaties met het Centrum voor de Parlementaire Geschie- denis van Nederland van na de Tweede Wereldoorlog

Bij zijn werkzaamheden ondervindt het Centrum de volledige medewerking van de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage

(uitlening van leggers van dag- en weekbladen) en van de Universiteitsbibliotheek Groningen. Een bijzondere vorm van samenwerking is ontstaan met de Openbare Bibliotheek in Groningen. In Groningen werd slechts NRC-Handelsblad volledig bewaard en ingebonden. De periodieken, die door de Openbare Bibliotheek en haar filialen in de stad niet worden bewaard, worden aan het Centrum afgestaan. Regelmatig ontvangen we grote hoeveelheden materiaal, dat op het Centrum wordt gesor- teerd en op volledigheid wordt gecontroleerd. Op deze wijze hebben we op het Centrum de beschikking gekregen over de volgende dag- en weekbladen:

Binnen het kader van de Katholieke Universiteit Nijmegen functioneert het Centrum voor de Parlementaire Geschiedenis van Nederland van na de Tweede Wereldoorlog, dat onder

leiding staat van prof. mr. F.J.F.M. Duynstee. Het studie- object van het Nijmeegse Centrum en dat van het Groninger Centrum liggen dicht bij elkaar. Om doublures te voorkomen houden beide centra elkaar van hun activiteiten op de hoog- te.

Sedert 1960 verschijnt het documentaire maandblad 'Politiek Overzicht', een uitgave van de wetenschappelijke bureaus van ARP, CHU en KVP.

Wegens te hoge kosten is de uitgave door de in het CDA ver- enigde politieke partijen per 1 januari 1977 gestaakt. De

Algemeen Dagblad vanaf augustus 1974

Drentse en Asser Courant vanaf januari 1976 Leeuwarder Courant vanaf augustus 1974

Nederlands Dagblad vanaf juli 1974

Nieuwsblad van het Noorden vanaf j anuari 1976

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de eerste plaats moet het vaccin ervoor zorgen dat de dieren niet meer ziek worden, legt Bianchi uit, maar ook moet duidelijk worden of het virus zich via de ge

Een verdere analyse van oude pachtboeken – die voor de Heirnisse reeds beschikbaar zijn vanaf 1417 – kan aantonen of het landgebruik tijdens het Ancien régime steeds weiland is

-planten van (licht) bemeste graslanden op matig voedsel rijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond (cfr... bijlage 11, groep 5) [Veronica

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen

Maar vanwege de decimering van de gemeenschap door de Sjoa werd die ruimte door de overheid wel ingeperkt: als kleine gemeenschap werden joden niet langer uitgenodigd voor

Door meer betrokken te zijn in het leerproces van hun kinderen verbeteren ouders hun eigen basisvaardigheden en ontwikkelen ze het vertrouwen en de kennis die ze nodig hebben