• No results found

-Sociale zekerheid u\-A~"'~ "~,~c~~ \~\~\(.~ ~f'u\-A

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "-Sociale zekerheid u\-A~"'~ "~,~c~~ \~\~\(.~ ~f'u\-A "

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

-l(ruisVluchtwapens

- De toekomst van Europa - Conflictrarnpen

- Nieuw ontwikkebngsbeleid -Hoofdstrucluur Riiksdienst

-Sociale zekerheid u\-A~"'~ "~,~c~~ \~\~\(.~ ~f'u\-A

ooc •

t...\'o\0

sE-

"'~ot:.f'\..r

(2)

~~ - - - - - · - ~ - + - - - - - - - - - ~

Liberaal Reveil is een uitgave van de Prof.Mr.B.M. Teldersstich ting

COLOPHON

J.J. van Aartsen, dr. R. Braams, drs. J.G. Bruggeman, H. Dubbelboer, dr. K. Groenveld, drs. J.A. de Hoog {eindredac- teur), R. Houwing, dr. S.K. Kuipers, drS.

K.A. Nederlof, mr. H.C.G.L. Polak, mevr. mr. Y.H. Schaefer, ir. J.J. Steren- berg, drs. L. de Waal, drs. J.A. Wegge- mans {voorzitter).

Redactieadres: Koninginnegracht 55a, 2514 AE Den Haag, Telefoon 071).

631948

Toezending van kopy zo mogelijk in tweevoud, getypt met dubbele regelaf- stand en brede kantlijn.

Abonnementen-administratie:

Mevrouw L.van Leeuwen

Prins Hendrikplein 4, 2418 JA Den Haag Giro: 240200 t.n.v. Stichting 'Liberaal Reveil' te 's-Gravenhage

De abonnementsprijs {4

a

5 nrs) bedraagt

I 35,- per jaar. Voor jongeren onder de 27 jaar is de prijs 125,-Losse nummers

1 9,-. Advertentietarieven op aanvraag beschikbaar.

Bestuur Stichting Liberaal Revell:

Mr. W.J. Geertsema {voorzitter), Prof.D- r.J.A.A. van Doorn, Dr.L.Ginjaar, S.M.Hoorn, W.P.Hubert-Hage, Paul J.H.M. Luijten {secretaris), Mr. J.J. Nou- wen, Drs. Ed T.M. Nijpels, Mr. J.A. Reus {penningmeester), Mr. J.W.A.M. Verlin- den, S. van de Wall

Pt:RSONAllA

H. A. M. Hoefnagels is voorzitter van de Commissie Buitenland van de VVD, maar heeft zijn artikel op persoonlijke titel geschreven.

Drs. J. G. Bruggeman is historicus, werkzaam bij het ministerie van Buiten- landse Zaken en lid van de redactie van ,Liberaal Reveil".

Prof. Dr. Ir. J. J. C. Voorhoeve is lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD en buitengewoon hoogleraar Internatio- nale Betrekkingen te Wageningen.

Mr. Drs. C. J. Jepma is werkzaam bij de vakgroep Algemene Economie van de Economische Faculteit te Groningen. Hij had enkele malen de leiding bij onder- zoek naar de ontwikkeling van de Ne- derlandse handel met de ontwikkelings- landen en de rol van het ontwikkelings- beleid daarbij.

H. J. L. Vonhoff is Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen en oud-voorzitter van de Commissie Hoofd- structuur Rijksdienst.

Mr. R. Hansma is wetenschappelijk me- dewerker van de Prof. Mr. B. M. Tel- dersstichting, in welke functie hij zich voornamelijk bezighoudt met de noodza- kelijke herziening van het stelsel van so- ciale zekerheid.

Drs._ Sj.' van Meeteren is socioloog. Hij doceert aan de Sociale Akademie in Am- sterdam en is in Alkmaar lid van de ge- meenteraad.

INHOUDSOPGA VE

Bericht aan de lezers Voorwoord

Onorthodoxe bespiegelingen H.A.M. Hoefnagels

De toekomst van Europa of ,Hands across the sea"

J.G. Bruggeman

Bescherming tegen conflictrampen J.J.C. Voorhoeve

V eranderingen in het N ederlandse ontwikkelingsbeleid?

C.J.Jepma

Regels die niet regelen H.J.L. Vonhoff

Alleen staan in de sociale zekerheid R.Hansma

Een nuttig en heel billijk boek over de kernwapens

J.G. Bruggeman

Staatsvorming en buitenlandse politiek Sj. van Meeteren

1 1 3

7 14

18 26 28

40

40

(3)

BERICHT AAN DE LEZERS

J. A. WEGGEMANS.

Met ingang van 1984 gaat ,Libe- raal Reveil" nauw samenwerken met de ,Teldersstichting".

Al in 1983 is die samenwerking van start gegaan door toetreding van de heren Groenveld en De Hoog, directeur respectievelijk wetenschappelijk medewerker van de ,Teldersstichting", tot de redactie van ,Liberaal Reveil". Het bestuur van de Stichting ,Liberaal Reveil" is met het cu- ratorium van de ,Teldersstich- ting" overeengekomen dat de ,Teldersstichting" uitgever is ge- worden van het blad ,Liberaal Reveil". Een der voorwaarden van het stichtingsbestuur was dat de redactie - net als nu - volle- dig autonoom blijft. Het bestuur van de Stichting ,Liberaal Re- veil" zal daar ook in de toekomst nauwlettend op toe blijven zien.

Mede gegeven het voorgaande juicht de redactie de samenwer- king met de Teldersstichting toe.

Een be'invloeding over en weer van ideeen binnen de redactie en binnen de 'Teldersstichting' wordt bevorderd. De ,Telders- stichting" kan uit artikelen in ,Liberaal Reveil" ideeen putten voor haar werk. Korte en actuele artikelen die (nog) niet passen in lopende publicaties van de ,Tel- dersstichting" kunnen via ,Libe- raal Reveil" discussie uitlokken.

Net als in het recente verleden zullen periodiek themanummers verschijnen. Het recente thema- nummer over liberale en socialis-

tische VISies op de economie, is -voor de ,Teldersstichting" mede aanleiding om een symposium te organiseren in het najaar.

Een bijkomend voordeel van de samenwerking ligt in het organi- satorische en financiele vlak.

Alhoewel ,Liberaal Reveil" zich door het actieve beleid van het stichtingsbestuur onder Ieiding van mr. Geertsema uitstekend staande kan houden en de finan- ciele situatie gezond is, is vooral op wat langere termijn de samen- werking met de ,Teldersstich- ting" van belang. De financiele basis wordt verbreed - onder meer door acties van het bestuur van de Stichting ,Liberaal Re- veil" en de overstap naar vijf nummers per jaar, die nu al bijna mogelijk is, wordt vergemakke- lijkt. Tegelijkertijd zal in zeer be- scheiden mate een beroep kun- nen worden gedaan op professio- nele ondersteuning vanuit de ,Teldersstichting". Zo zal de heer De Hoog gaan optreden als eind- redacteur. De redactie stelt het echter op prijs dat het blad over- wegend een vrijwilligersblad blijft dat met enthousiasme wordt gerund door een breed samenge- stelde redactie.

Al geruime tijd was de redactie bezig met de voorbereiding van een nieuwe lay-out die het blad een moderner gezicht kan helpen bieden. Dit heeft geleid tot een aangepast formaat. Efficient be- .nutten van de ruimte en aan-

VOORWOORD

Na het dikke ,economennum- mer" ter opening van de 25e jaar- gang van Liberaal Reveil, ligt wederom een dik thema-nummer voor u. De redactie is verheugd dat zij u vier artikelen van voor- aanstaande schrijvers op het ter- rein van de buitenlandse politiek kan presenteren. Daarnaast kent dit nummer een groot artikel over een bijzonder aspect van de sociale zekerheid. Tenslotte hie-

den wij u ook een bijdrage aan over de reorganisatie van de rijksdienst.

Zoals gezegd staat de buitenland- se politiek in dit nummer cen- traal en de heer H. A. M. Hoefna- gels opent de rij met een politiek zeer actueel en interessant artikel aangaande de besluitvorming over de kruisvluchtwapens. Als het kabinet niet besluit tot plaat- sing hiervan of indien een posi-

dacht voor de verzendkosten zijn bij deze keuze van invloed ge- weest.

Doordat het themanummer over de economie eeri dubbeldik num- mer is geworden (96 pagina's in plaats van 48) is het hoogstwaar- schijnlijk niet mogelijk het voor- nemen om in het jaar 1984 vijf nummers te laten verschijnen, vorm te geven. In 1983 heeft u wel - onder gelijkblijven van de abonnementsprijs - vijf num- mers ontvangen. Tevens is het boekjaar gewijzigd van de perio- de 1 juli tot 1 juli in de periode 1 januari tot 1 januari. Voor veel lezers was ons oude historisch ge- gronde boekjaar onduidelijk.

Het halfjaar tussen 1 juli 1983 en 1 januari 1984 is als volgt over- brugd: in december verscheen (vertraagd door de poststaking) het gratis vijfde nummer van de 24e jaargang. Het pal voor de jaarwisseling verschenen dubbel- nummer is het eerste nummer van de 25e jaargang (1 januari 1984 tot 1 januari 1985).

De redactiesamenstelling heeft enige wijzigingen ondergaan.

Mevrouw R. Balje-Rijnders is te- ruggetreden als redactielid.

De redactie is haar erkentelijk voor haar inspanningen. Als nieuwe redactieleden zijn toege- treden mevrouw mr. Y. H.

Schaefer en de heren H. Dubbel- boer, R. Houwing en L. de Waal.

tief kabinetsbesluit geen meer- derheid in het parlement krijgt, zal het kabinet-Lubbers vallen.

De VVD kan in dit geval niet an- ders. De auteur acht een positief plaatsingsbesluit door Nederland noodzakelijk uit overweging van een consistent buitenlands beleid, vooral gelet op de tot dusver door Nederland ingenomen houding.

1

Hij exploreert voorzichtig een drietal mogelijke politieke com- •

(4)

• 2

promissen, waarbij de auteur echter aan het slot dreigend aan- tekent: ,Laat er geen misver- stand over ontstaan: dit artikel is geschreven om grenzen af te ba- kenen".

Onze redacteur Drs. J. G. Brugge- man behandelt eveneens een ac- tueel onderwerp en wel dat van de toekomst van Europa. Deze ziet er volgens hem niet erg roos- kleurig uit, zowel ten aanzien van de intern-Europese samen- werking als de verhouding tussen Europa en de VS. Europa heeft aan niets zozeer behoefte als aan een flinke dosis ,ouderwets libe- ralisme" volgens de auteur.

Hij bespreekt in zijn artikel en passant twee rapporten (van de Teldersstichting) en verwijt de auteurs daarvan Europees noch Atlantisch genoeg te zijn. Een goed Europeaan is Atlanticus, een goed Atlanticus is Europe- aan!

De essentie van Europa komt erop neer dat met de vorming er- van een zeer wezenlijke stap op de weg naar mondiale eenheid is gedaan, zo vervolgt Bruggeman zijn betoog. De spanning tussen Europa en de VS verwekt soms wrijving, maar werkt overwe- gend positief. Verschillende per- cepties van belangen in de afzon- derlijke landen moet men niet willen muilkorven, maar in een ,levende eenheid" tot uiting !a- ten komen. W at betreft het vraagstuk van de Europese vei- ligheid constateert de schrijver in de door hem besproken rappor- ten (en elders) ,een volkomen gebrek aan goede analyse en hel- dere visie"! Een (stap op weg naar een) eigen Westeuropees veiligheidsbeleid is onwenselijk, omdat er tussen Amerika en Eu- ropa geen belangentegenstellin- gen bestaan wat betreft hun vei- ligheid.

Het VVD-Tweede Kamer lid

Prof Dr. Ir. J. J. C. Voorhoeve vraagt in zijn bijdrage aandacht voor een in Nederland volgens hem verwaarloosde zaak: de be- scherming tegen conflictrampen.

De auteur is van mening dat de behoefte aan civiele verdedi- gingsmaatregelen en rampenbe- strijding eerder toe- dan afneemt, omdat wij een gevaarlijker perio- de in de ontwikkeling van de wereld zijn ingegaan. Hij zet uit- een dat de kans dat West-Europa betrokken wordt bij, of ernstige schade ondervindt van conflic- trampen, die ergens in de wereld ontstaan, niet mag worden ver-

ontachtiaamd. De auteur meent dat de stabiliteit van het militaire evenwicht, als een der pijlers van het ,weerhoudingsevenwicht"

tussen de VS en de USSR, door de verwaarlozing van een tweede pijler daarvan, namelijk de we- derzijdse kwetsbaarheid, negatief be'invloed wordt. De Amerikaan- se civiele verdediging was tot voor kort minimaal. Omdat de kans op het uitbreken van grote of kleine conflictrampen door voor Nederland exogene factoren wordt bepaald moeten wij ons op de mogelijkheid ervan voorberei- den. De auteur trekt in dit op- zicht een vergelijking met de ma- nier waarop Nederland zich te- gen een watersnoodramp of grote industriele rampen heeft voorbe- reid. De Nederlandse civiele ver- dediging is naar verhouding laag, terwijl deze juist hoog zou moe- ten zijn.

Mr. Drs. C. J. Jepma bespreekt recente ontwikkelingen in het Nederlandse ontwikkelingsbe- leid, welke bespreking helaas nog slechts op verbrokkelde en be- perkte informatie kan zijn geba- seerd. De auteur meent te consta- teren dat minister Schoo groter gewicht toekent aan de beharti- ging van de Nederlandse econo- mische belangen dan vroeger werd gedaan. Hij maant de mi- nister een groter bedrag te beste- den aan beleidsevaluerend on- derzoek. Een eerste gevolg van de accentverschuiving in het be- leid zal een verminderde aan- dacht voor het doelgroepenbeleid (,het armoedebestrijdingsspoor") zijn. De auteur vindt dit geen be- zwaar aangezien deskundigen van mening zijn dat het beleid gericht op de armste groepen in een land niet zinvol tot stand kan worden gebracht. Een tweede ge- volg zal naar verwachting de verdere uitbouw van het ,ver- bredingsbeleid" zijn, hetgeen neerkomt op samenwerking met een land waarin over een breed terrein mogelijkheden bestaan van economische samenwerking met Nederland. De auteur waar- schuwt ervoor de hiervoor be- schikbare gelden niet als subsi- dies aan slecht lopende Neder- landse bedrijven uit te keren. Een derde gevolg is dan de grote- re betrokkenheid van het eigen bedrijfsleven bij het ontwikke- lingsbeleid. De auteur noemt een aantal argumenten waarom voor- al kleine en middelgrote bedrij- ven moeten worden ingescha- keld. Een vierde gevolg is de be-

perking van het aantal landen waarop de hulp is geconcen- treerd. Dit gevolg zoou de auteur met enthousiasme begroeten.

Hij is tenslotte van mening dat er alle reden is om met spanning naar de te verwachten nota's van Schoo uit te kijken.

H. J. L. Vonhoff stelt dat de hoofdstructuur van onze Rijks- dienst nog een ernstige patient blijft. De regelgeving groeit ook nu nog als een woekerplant.

Al is de politieke aandacht wat verminderd, de situatie is nog steeds zo dat politieke ideeen niet kunnen worden verwezenlijkt door de onhanteerbaarheid van de bureaucratie en de daar voort- gebrachte procedures. De argu- menten die zijn aangevoerd om niet tot de invoering van vijf hoofdbeleidsgebieden over te gaan, hebben onze auteur, oud- voorzitter van de Commissie Hoofdstructuur van de Rijks- dienst, niet overtuigd. Een rechtsorde, waarin de regels niet

~egelen, is de liberale niet.

Tenslotte treft u een artikel aan van Mr. R. Hansma. Met het oog op de discussie omtrent een fun- damentele herziening van het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid, welke mede noodza- kelijk wordt door het op korte termijn verplicht doorvoeren van het beginsel van gelijke behande- ling van mannen en vrouwen, vraagt de auteur aandacht voor twee veelvuldig vergeten solida- riteitsvormen binnen het sociale zekerheidsstelsel: solidariteit van ongehuwden met gehuwden en solidariteit van kinderlozen met hen die wel kinderen hebben. N a het combineren van beide vor- men ontstaat inzicht in de mate van solidariteit, welke opge- bracht moet worden door de al- leenstaande. De schrijver doet, na tot de conclusie te zijn gekomen dat van die alleenstaande in het huidige stelsel teveel solidariteit gevraagd wordt, enkele sugges- ties tot verbetering van die situa- tie.

(5)

ONORTHODOXE

BESPIEGEUNGEN

H.A.M.HOEFNAGELS

De redactie van Liberaal Reveil kan meer vragen dan een ver- standig mens zou moeten beant- woorden. W at zij mij vroeg, is op het eerste gezicht zo moeilijk niet: Wat staat de VVD te doen, als 1. het kabinet niet besluit tot plaatsing van kruisvluchtwapens of 2. er in het parlement geen meerderheid te vormen is achter een positief kabinetsbesluit?

De antwoorden kunnen duidelijk zijn. Er kruipt echter een forse adder door dit gras, die ik eerst even wil negeren.

Vraag 1 is het gemakkelijkst.

De VVD-ministers moeten dan aftreden. Premier Lubbers schijnt overigens niet recht te ge- loven, dat onze bewindspersonen het ook daadwerkelijk zullen doen. Dat is jammer. Zijn twijfel zou hem ertoe kunnen brengen hun standvastigheid te beproe- ven. Het kabinet zou vallen en - omdat een regering van CDA en PvdA niet even te vormen valt moeten worden gerecon- strueerd. Met alle risico's van dien. Een reconstructie in het ge- val dat een of twee CDA-minis- ters een kabinetsbesluit voor plaatsing niet zouden aanvaarden ware eenvoudiger.

Vraag 2 is slechts iets ingewik- kelder. De regering heeft al aan- gekondigd de eventuele plaatsing in de vorm van een verdrag met de Verenigde Staten ter goedkeu- ring te zullen voorleggen aan de Staten-Generaal. Ten laatste in dat stadium is een meerderheid nodig (een eenvoudige meerder- heid naar de Raad van State heeft uitgesproken, niet van twee derden derhalve). De regering zal aan die goedkeuring de vertrou- wenskwestie moeten verbinden.

De VVD kan immers niet accep- teren, dat het kabinet gewoon blijft zitten, als een zo belangrijk onderdeel van zijn beleid niet kan worden uitgevoerd.

Sommige CDA'ers zouden die si- tuatie niettemin best eens aan- trekkelijk kunnen vinden. Geen crisis (dus geen verkiezingen, geen formatie met een triomfan- telijke PvdA), maar ook geen plaatsing (dus geen onrust in het

land en geen medeverantwoorde- lijkheid voor een weinig populair gebeuren). Het stellen van de vertrouwenskwestie zou een der- gelijk eten van twee wallen voor- komen. Zouden de CDA-minis- ters daartoe niet genegen zijn, dan zouden de VVD-ministers er verstandig aan doen meteen te laten weten, dat verwerping van het verdrag hun aftreden ten ge- volge zou hebben.

lets gecompliceerder kan het worden in een eerder stadium.

Als de regering in mei of juni aankondigt over een plaatsings- verdrag te willen onderhandelen, zal de Tweede Kamer dit niet eenvoudig ter kennis nemen en overgaan tot de orde van de dag.

Er zal worden gedebatteerd of de wereldvrede ervan afhangt. Stel dat er dan een motie wordt aan- genomen, waarin het voornemen tot onderhandelen wordt afge- keurd. Premier Lubbers kan die motie naast zich neerleggen, de Kamer verwijzend naar de moge- lijkheid zich definitief uit te spre- ken als de uitkomst van de on- derhandelingen (€m van de con- sultaties in het bondgenootschap, waarover later) voorligt.

Waarschijnlijk komt er dan ech- ter een motie van wantrouwen met dezelfde strekking. Het is geenszins zeker, dat deze ook wordt aangenomen. Wellicht wil- len enkele CDA'ers het kabinet redden, nadat zij hun afwijkende mening concreet kenbaar hebben gemaakt. Het lijkt vreemd, maar het is eerder vertoond. De VVD kan zich over deze bescheiden vorm van eten van twee wallen maar het beste pas uitlaten in de volgende verkiezingscampagne.

De beantwoording van de mij voorgelegde vragen samenvat- tend kom ik tot de duidelijke slotsom: Niet plaatsen betekent, dat het kabinet-Lubbers valt. Al- vorens nu de adder in het gras nader te determineren wil ik eerst uiteen zetten, waarom het besluit slechts positief kan zijn.

Het is mij er daarbij niet om te doen andermaal een bijdrage te leveren tot het ethische en strate- gische debat over kernwapens in

het algemeen of specifiek over de plaatsing van kruisvluchtwapens en Pershing-II's in West-Europa.

Daarover is trouwens al beslist.

Het gaat mij erom, dat het besluit over de plaatsing van cruise mis- siles in Nederland consistent moet zijn met de tot dusver door Nederland ingenomen houding.

Waarom een positief besluit?

In zijn advies over grondwettelij- ke aspecten van de plaatsing sprak de Raad van State zich na- drukkelijk niet voor of tegen uit.

De Raad zei echter wel dit: ,In- passing in het gemeenschappelij- ke verdedigingsstelsel van kruis- vluchtwapens heeft niet tot ge- volg dat het aan deNA VO toege- wezen nucleaire potentieel prin- cipieel van karakter verandert.

Evenmin wijzigt de door de bondgenoten gezamenlijk gedra- gen verantwoordelijkheid voor het totale NAVO-wapenpakket.

De functie der kruisvluchtwa- pens is dezelfde als die der ande- re nucleaire wapens, slechts hun plaats in de afschrikking is dat niet. Omtrent de uiteindelijke in- zet van aan de NAVO toegewe- zen kernwapens beslist de kern- wapenmogendheid in het kader van de toepasselijke NAVO-con- sultatieprocedures. De aldus ge- organiseerde besluitvorming over de mogelijke inzet van deze wa- pens - voorwaarde voor het be- houd van hun afschrikkende werking - vormt derhalve on- derdeel van de NA VO-strategie waarbij ook Nederland is betrok- ken en waarvoor ook Nederland medeverantwoordelijkheid draagt. De vraag kan worden ge- steld of plaatsing op Nederlands grondgebied, met de daaraan verbonden mogelijkheid van in- zet vanaf dit gebied, niet op een principieel andere wijze dan te- voren de Nederlandse soevereini- teit in het geding brengt.

Bedacht client evenwel te worden dat in het kader van de weder- zijdse . bijstandsverplichting het territoir van alle verdragspartijen in het Noord-Atlantisch ver- dragsgebied als een eenheid fun- geert.

• 3

(6)

• 4

Een gewapende aanval op het grondgebied van een hunner zal immers, aldus artikel 5 van het verdrag, als een aanval tegen hen allen worden beschouwd. Naar het oordeel van de Raad brengt dan ook het enkele feit van de stationering van dit soort wapens op Nederlandse bodem alleen een graduele, doch geen wezenlijke verandering in eerdergenoemde betrokkenheid en medeverant- woordelijkheid. Zij maakt deze wel duidelijk zichtbaar".

De voorzitter van de CDA-fractie in de Tweede Kamer ging in het kernwapendebat van 17 novem- ber jl. nog verder. De Vries er- kende indirecte medeverant- woordelijkheid voor de plaatsing in Engeland, Italie en de Bonds- republiek. Hij wees erop, dat het kabinet-Van Agt II met steun van PvdA en D'66 de bondgeno- ten had laten weten het NAVO- dubbelbesluit zelf niet meer ter discussie te zullen stellen.

Het had ook aanvaard, dat er met Moskou zou worden onderhan- deld met de stok van plaatsing achter de deur. Zijns inziens kon daarom ook de PvdA zich niet aan medeverantwoordelijkheid onttrekken, al had zij destijds wel gezegd dat de stok maar niet ach- ter de deur vandaan moest ko- men. Door er in november niet bij de regering op aan te dringen, dat zij bij Londen, Rome en Bonn toch nog voor uitstel zou pleiten, erkende het CDA bovendien im- pliciet dat plaatsing een correcte uitvoering van het dubbelbesluit was.

Dit alles maakt, dat een groot deel van de discussie tussen de voornaamste politieke partijen als achterhaald kan worden be- schouwd. W at overigens niet be- tekent, dat zij straks niet meer zal worden gevoerd. Consistent zou echter zijn zich te beperken tot de vraag, wat de precieze be- tekenis van het Nederlandse voorbehoud was en of dit in de huidige situatie nog opgaat.

Welnu, in de beslissende verga- dering van de NAVO-ministers op 12 december legde de Neder- landse regering haar standpunt neer in een bij uitzondering ge- publiceerde Annex op de officiele besluitenlijst, het Integrated De- cision Document, dat overigens niet openbaar is; wel wordt de in- houd van dit document uitvoerig in het slotcommunique weergege- ven. De tekst van bedoelde An- nex luidt als volgt: ,De Neder- landse Regering heeft verklaard dat, ofschoon zij kan instemmen

met de· redenen voor LRTNF- modernisering zoals deze in het Integrated Decision Document zijn vermeld, zij op dit ogenblik niet in de positie is te beslissen over de stationering van Ground Launched Cruise Missiles op haar grondgebied, en dat zij over dit vraagstuk omstreeks december 1981 een beslissing zal nemen in het licht van een voortdurende evaluatie van de mate van succes bij het bereiken van doeltreffen- de en evenwichtige beperkingen van de LRTNF aan be ide zijcten". De toenmalige minister van de- fensie Scholten deelde ter verga- dering mee dat de volgende pun- ten een belangrijke rol zouden spelen bij de uiteindelijke Neder- landse besluitvorming:

a. Nederland meent dat de zgn.

nul-optie een belangrijke rol moet spelen als einddoel van de onderhandelingen over de nucle- aire middellange-afstandwapens.

b. De regering gaat ervan uit, dat het SALT II verdrag geratifi- ceerd zal zijn op het moment dat Nederland definitief moet beslis- sen.

c. Stationering van nieuwe wa- pensystemen op N ederlands grondgebied zal moeten leiden tot een vermindering van het huidige aantal nucleaire taken.

Het algemene voorbehoud uit de Annex moet worden gezien tegen de achtergrond van de omstan- digheid, dat onze regering geen meerderheid kon verwerven voor onderhandelen en plaatsen (het dubbelbesluit), maar pas over de plaatsing zou beslissen als de onderhandelingen op een con- creet moment geen resultaten zouden hebben opgeleverd.

Dat moment is voorbij, resultaten zijn er niet. Overwegende wat De Vries in november zei, moet het algemene voorbehoud ook voor het CDA nu vervallen zijn.

Wat de specifieke punten van Scholten betreft het volgende:

Ad a. De nul-optie heeft een be- langrijke rol gespeeld als eind- doel van de onderhandelingen.

Pas toen zij niet haalbaar bleek, zijn de Verenigde Staten - mede op Nederlands aandringen - gaan pleiten voor tussenoplossiri- gen, die ook niet werden aan- vaard door de Sowjet-Unie.

Ad b. SALT-II is niet geratifi- ceerd. De mannen om Reagen hadden er weinig mee op.

Maar de ratificatie door het Ame- rikaanse Congres werd pas on- mogelijk door de Russische inval in Afghanistan. Bovendien wordt SALT-II in de praktijk wel uitge-

voerd en wordt er in START on~

derhandeld over verdere beper- king van het strategisch kernwa- pentuig. Weinigen zullen daarom dit punt nog als doorslaggevend beschouwen.

Ad c. V ARA's extra-parlementai- re commentator Marcel van Dam heeft onlangs ironisch gezegd te zitten wachten op het ogenblik, dat Lubbers het plaatsingsbesluit een bijdrage zou noemen tot het terugdringen van de rol van de kernwapens. Zijn ironie was niet gerechtvaardigd. De premier zal eventuele plaatsing best zo ka- rakteriseren, maar hij zal dan volstrekt gelijk hebben.

Immers:

Sinds het dubbelbesluit zijn er 1.000 kernkoppen in West-Euro- pa minder; 572 moderne wapens zullen in de plaats komen van 572 nu aanwezige kernwapens;

de ,Shift-studie" werd in gang gezet, die als resultaat heeft, dat er nog eens 1.400 oude kernwa- pens zullen verdwijnen.

Een belangrijke vermindering dus van het aantal van 7.000 naar 4.600.

De reductie van het aantal kern- wapens in de voorste lijn ver- kleint het risico van inzet in een vroeg stadium. De koppeling aan de Amerikaanse strategische kernmacht, waartegen Moskou zo nijver ageert, verkleint in het al- gemeen het risico dat een nu- cleair conflict uitbreekt.

Kortom: minder, maar moderner wapens verder naar achteren ge- plaatst dragen inderdaad eniger- mate bij tot vermindering van de gevechtsrol van kernwapens in de strategische conceptie.

Maar Scholten sprak niet van de rol, doch van de vermindering van het huidige aantal kernta- ken. Wat dat betreft biedt de ,Shift-studie" minder aanleiding tot optimisme. Wel 1.400 koppen extra weg, maar niet direct uit de Nederlandse sector, die relatief al is onderbedeeld. Niettemin wordt de nucleaire Nike-luchtdoelraket vervangen door de conventionele Patriot en moet het mogelijk zijn overeenstemming te bereiken over het uitfaseren van de atoommijnen, waarmee ook strikt genomen aan Scholtens criterium zou zijn voldaan.

Dit deel samenvattend stel ik, dat er internationaal geen grand is (noch in de Oost-West-verhou- ding, noch in het bondgenoot-

·Schappelijk overleg, zoals het tot

dusver door Nederland is ge- voerd) voor een negatief besluit.

Maar nu de adder in het gras, die

(7)

voor oudere lezers inmiddels ver- dacht moet zijn gaan lijken op de Axolotl van de Groene Amster- dammer van weleer.

Nationaal compromis

Zoals zo vaak wordt er ook nu weer over een probleem van in- ternationale politiek gediscus- sieerd, alsof wij met internationa- le gegevens (inclusief onze eigen eerder ingenomen standpunten en de gevolgen daarvan) geen re- kening behoeven te houden.

Als De Vries de medeverant- woordelijkheid van het CDA er- kent, wil dat wei iets maar nog niet alles zeggen. Ik kan mij voorstellen dat hij een uitzonde- ring aanvaardt voor die fractie- genoten die v66r hun verkiezing hun principieel afwijkende standpunt kenbaar maakten. Ook zonder hen kon het kabinet in deze zaak op een meerderheid re- kenen.

De coalitie leek niet op drijfzand gebouwd. Inmiddels zijn echter ook andere CDA'ers onder in- vloed van de heftige ethische dis- cussie in den Jande gaan twijfe- len of zij die ene stap nog kunnen zetten, ook al vloeit deze logisch voort uit de vele andere die hun partij al heeft gedaan. Zonder hen is de meerderheid niet haal- baar.

In plaats nu deze dames en heren op hun verantwoordelijkheid te wijzen is de CDA-top druk doen- de naar een compromis te zoe- ken, dat ook voor hen nog aan- vaardbaar is. Dat }evert een, vreemdsoortig geharrewar op.

Onze partners trachten daarvan als goede bondgenoten iets te be- grijpen, doch het lukt steeds min- der ons nog ernstig te nemen. Tot dusver hebben wij weinig of geen macht, maar wei invloed.

Die dreigt teloor te gaan als wij' de bondgenoten steeds weer nieuwe tegemoetkomingen vra- gen om een besluit te kunnen ne- men, dat wij op zichzelf niet ter discussie zeggen te stellen. Een Amerikaanse politicus verzuchtte al eens: ,Laat dat jongetje zijn vinger maar uit die dijk halen".

Niet aardig, ook niet serieus be- doeld, maar wei met een onder- toon van vertwijfeling, die wij niet blijvend kunnen negeren.

In welke richtingen kan een compromis worden gezocht, als het CDA geen ja en geen neen wil zeggen, maar een pakket wil vormen, dat het ja op een succes voor de neen-zeggers doet lijken in Pieterburen? En kan de VVD Lubbers in een of meer van die

richtingen een eindweegs volgen?

Het zijn er in grote lijnen drie.

Ik maak dan maar geen melding van de in de pers gelanceerde ge- dachte de bondgenoten in stede van plaatsing een versterking van onze conventionele bijdrage aan te bieden. Dat is geen ,ja, . maar ... " Dat is een ,neen" met een vijgeblad. En dan nog een doorzichtig vijgeblad.

Want kruisvluchtwapens kosten ons weinig, conventionele ver- sterking is duur en hadden wij ons niet ten doel gesteld behalve de rol van de kernwapens ook het overheidstekort en de lasten terug te dringen?

Drie richtingen dus: .

1. het verdrag met de V erenigde Staten zo inrichten, dat Nede·r- land een vetorecht krijgt op de inzet van de kruisvluchtwapens op ons grondgebied;

2. wei plaatsen, doch minder dan 48 cruise missiles (omdat ze in vluchten van 16 bij elkaar horen, zouden dat er 16 of 32 worden);

3. zo veel mogelijk van de huidi- ge Nederlandse kernwapentaken afstoten.

Ad 1. De Raad van State acht deze optie niet in strijd met het non-proliferatieverdrag noch het ontbreken ervan in strijd metde Grondwet. V erder sprak hij zich er niet expliciet over uit.

Wei stelt hij, dat het verdrag met de Verenigde Staten ,uitdrukke- lijk gesloten dient te worden in het kader van het Noord-Atlan- tisch Verdrag. Niet aileen komt aldus duidelijk tot uitdrukking dat de plaatsing van de kruisra- ketten geschiedt als uitvloeisel van het recht op collectieve zelf- verdediging; van even veel bete- kenis is dat op deze wijze verze- kerd is dat de nu binnen de NA VO geldende consultatiepro- cedure wordt gevolgd. Ook al blijft volgens deze procedure de uiteindelijke beslissing omtrent het vrijgeven van gebruik van de kruisvluchtwapens bij de Vere- nigde Staten berusten; de invloed van de staat op wiens grondge- bied de wapens zijn opgesteld - in casu Nederland - is optimaal gegarandeerd". De laatste zin is dunkt mij duidelijk.

De regering zelf stelde in haar adviesaanvraag reeds het volgen- de: ,Bij de gedachte van het be- dingen van een veto-recht rijst nadrukkelijk het probleem van de politieke wenselijkheid daar- van. Het bedingen van een der- gelijke clausule betekent immers het innemen van een exclusieve positie in het bondgenootschap

die op gespannen voet staat met het beginsel van solidariteit en principieel afwijkt van de be- staande procedures. De geloof- waardigheid van de NAVO in het algemeen en van de afschrik- kingspolitiek in het bijzonder ko- men dan in het geding. Een der- gelijke clausule zou tevens aan- leiding kunnen zijn voor de ove- rige zogenaamde plaatsingslan- den · een soortgelijk veto-recht voor zich op te eisen. Er zou dan bovendien logischerwijs aanlei- ding kunnen zijn dit veto-recht ook uit te strekken tot de inzet van overige wapensystemen met een nucleaire capaciteit wanneer inzet vanaf Europees grondge- bied zou plaatsvinden.

Het behoeft nauwelijks betoog dat een en ander een ingrijpende aantasting van de NA VO-strate- gie zou betekenen en de bondge- nootschappelijke solidariteit en geloofwaardigheid van de af- schrikking ernstig zou ondergra- ven. Daarom stuit deze - op zich theoretische mogelijkheid - in het licht van het functioneren van het bondgenootschap - op

zee~. ernstige politieke bezwa- ren . Waarvan acte.

Ad 2. Minder cruise missiles plaatsen dan 48 zal door de te- genstanders ethisch even verwer- pelijk worden gevonden.

Het blijft per slot plaatsing. Om- dat dit zo is, kan men ook omge- keerd redeneren en stellen: Als uitsluitend met minder plaatsen net voldoende CDA'ers over de streep te trekken zijn, is er wei iets voor te zeggen, daar dan ten- minste de solidariteit in de NAVO in beginsel gehandhaafd blijft.

Dit neemt niet weg, dat er be- langrijke bezwaren zijn.

Om te beginnen zouden de bond- genoten zich nauwelijks kunnen onttrekken aan de indruk, dat wij toch sjacheren met onze soli- dariteit. Bovendien verzwakt ge- deeltelijke plaatsing enigszins de onderhandelingspositie van de NAVO in vergelijking met een volledig plaatsingsbesluit, omdat het Westen dan niet helemaal als hechte eenheid met het Oosten over wapenbeheersing kan pra- ten.

De Sowjet-Unie zou kunnen con- cluderen dat een deel van de concessies al binnen is. Hierdoor zal Nederland, ook in het NAVO- overleg, minder invloed kunnen uitoefenen dan bij een volledig plaatsingsbesluit.

Ten slotte moet worden opge-

5

merkt, dat gedeeltelijke, gefa- •

(8)

• 6

seerde of voorwaardelijke plaat- sing eigenlijk weinig toevoegt aan de flexibiliteit die het moder- niseringsbesluit van de NAVO van december 1979 reeds heeft.

Immers, het aantal 572 is niet heilig. De toenmalige minister van defensie Brown heeft des- tijds verklaard dat het door suc- cesvoile wapenbeheersingsbe- sprekingen zou worden vermin- derd. Als het overleg met de Sowjet-Unie wordt hervat en tot concrete resultaten leidt, kan Ne- derland altijd nog minder plaat- sen dan 48. Om technische rede- nen geschiedt de installatie in Europa immers toch al in fasen, namelijk tussen eind 1983 en 1988. Er is dus aile tijd om alsnog te verminderen. Door in beginsel te besluiten 48 te plaatsen, wordt de druk op de Sowjet-Unie om alsnog tot zaken te komen ver- hoogd en blijft de eenheid van het Westen intact.

Daarom zou minder plaatsen deze vorm moeten krijgen: de re- gering deelt aan de NAVO mee bereid te zijn tot plaatsing in een eerste fase van 16 of 32, en be- paalt dat de voile 48 alleen dfm niet zuilen worden geplaatst in- dien te zijner tijd door de NAVO- ministerraad wordt vastgesteld, dat er zodanige resultaten in het wapenbeheersingsoverleg zijn be- reikt, of dat de strategische situa- tie om andere redenen zodanig is gewijzigd, dat het aantal van 572 kan worden verlaagd en dat Ne- derland een geringer aantal kan plaatsen, evenredig aan die totale vermindering.

Ad 3. Om verder tegemoet te ko- men aan het hierboven aange- haalde derde specifieke voorbe- houd van (oud-)minister Scholten zou de regering plaatsing van 48 kruisvluchtwapens kunnen kop- pelen aan een heroverweging van het totaal der N ederlandse kerntaken. Een overzicht:

a. de Nike - er is al besloten deze nucleaire luchtverdedigings- raket te vervangen door de niet- nucleaire Patriot;

b. de atoommijnen (ADM's) - hierboven is aangeduid, dat over- eenstemming te bereiken moet zijn over de uitfasering ervan;

c. de Lance - deze raket is het minst kwetsbare en nauwkeurig- ste van aile korte-drachtwapens, waarvoor geen conventioneel al- ternatief beschikbaar is;

d. de Orion - ook voor de nucle- aire optie bij de onderzeebootbe- strijding bestaat binnen afzienba- re tijd geen alternatief;

e. de kerntaak van de F-16 - in

de voortreffelijke Studie no. 5 van de Atlantische Commissie ,Minder afhankelijk van kern- wapens?" wordt de verwachting uitgesproken, dat bij plaatsing van cruise missiles kan worden volstaan met een geringer aantal vliegtuigen die nucleaire op- drachten kunnen uitvoeren.

De Commissie ziet blijkbaar een sterk verband tussen de definitie- ve beslissing over de nucleaire taak van de F-16 en de plaatsing van kruisvluchtwapens;

f. de nucleaire artillerie (155 mm en 8-inch) - de 155 mm houwit- ser is op het ogenblik op aandrin- gen van de meerderheid der Tweede Kamer niet dual-capable.

In Studie no. 5 van de Atlanti- sche Commissie wordt weliswaar geconstateerd, dat de NAVO wel- licht met minder nucleaire ladin- gen voor de artillerie toekan, maar nu juist niet in het N eder- landse vak. Dit betekent dat in elk geval de 8-inch houwitser dual-capable moet blijven.

Het is volgens deskundigen ech- ter mogelijk de kwetsbaarheid ervan te verminderen en het di- lemma te ontlopen, dat wel wordt aangeduid als ,Launch them or loose them" zonder afbreuk te doen aan de afschrikkingsrol van dit wapen. Daartoe zou moeten worden afgezien van de thans be- staande regeling, waarbij een be- paalde eenheid dual-capable is gesteld; in plaats daarvan zouden gespecialiseerde stukbedieningen (,technical mission teams") wor- den gevormd, die op aanwijzing van hogere commandanten in ac- tie komen, indien vuur moet worden afgegeven.

De koppeling van plaatsing van kruisvluchtwapens aan vermin- dering van kerntaken is door de VVD aanvaard, in omgekeerde zin (geen vermindering zonder plaatsingsbesluit) zelfs geeist.

Toen Scholten het punt in de NAVO opbracht, verwachtte men echter dat de ,Shift-studie"

ruimte van betekenis voor de vermindering van de Nederland- se kerntaken zou aantonen.

Dat is tegengevallen. Er kunnen, zoals gezegd, 1. 400 kernkoppen uit, maar niet direct in de Neder- landse sector.

Het is dus maar de vraag of de NAVO ons deze uitweg uit de parlementaire perikelen kan en zal toestaan, als wij de organisatie daarover consulteren. En die consultatie (concreet, dus niet in de vorm van overwegingen) is voor de VVD een eis. Handha- ving van de bondgenootschappe-

lijke solidariteit is immers het voornaamste criteri)lm, waaraan zij het pakket zal toetsen.

Geen gewag heb ik gemaakt van andere mogelijke toevoegingen aan het pakket, zoals daar zijn een oproep tot hervatting van de Geneefse onderhandelingen, een bereidverklaring om met concre- te voorsteilen te komen die bij aanvaarding door beide partijen plaatsing in 1986 toch nog onno- dig zouden maken, de suggestie van Nijpels om ook over atoom- wapens met korte dracht met Moskou te onderhandelen.

Ik acht deze vanzelfsprekend.

Optimistisch mag men er niet over zijn, maar zij onderstrepen de intentie. Wij zijn voor plaat- sing in de huidige situatie, omdat de NAVO-strategie gericht op voorkoming van een conflict daardoor beter wordt gediend. Maar wij zijn met de NAVO be- reid van plaatsing af te zien, als Moskou daartegenover de SS-20's ontmantelt. Dat is riskant, want de Sowjet-Unie heeft a1 een an- dere raket de SS-22, die West- Europa vrijwel geheel kan berei- ken. Maar de NA VO is nu nog bereid dit risico te nemen.

Tenslotte dit: Ik heb van een ad- der in het gras gesproken, omdat de beantwoording van de gestel- de vragen hoogst onvolledig zou blijven, als ik niet zou ingaan op de discussie over een mogelijk compromis. Niet-liberalen zou- den in dit artikel openingen kun- nen zien, waardoor zij schielijk zouden willen kruipen om te on- derzoeken, waartoe de VVD ver- der nog bereid zou zijn. Laat er geen misverstand over ontstaan:

dit artikel is geschreven om grenzen af te bakenen.

(9)

DE TOEKOMST VAN

EUROPA OF 'HANDS ACROSS THE SEA'

J. G. BRUGGEMAN

And not by eastern windows only, When daylight comes, comes in the light;

In front, the sun climbs slow, how slowly!

But westward, look, the land is bright.

Arthur Clough Jaren geleden waren twee ooms van mijn vrouw, jonge en vrolij- ke Amsterdamse zakenlieden (bestaan die nog?), op bezoek in Friesland, waar ze een groot deel van hun jeugd hadden doorge- bracht. In een cafe voerden ze het hoogste woord. De cafehou- der, naar de fraaie noordelijke naam Agricola luisterend, keek wat misnoegd toe maar liet zich niet om de tuin leiden:

- De heren komen zeker uut het Westen?- Zeker, Griekela! Hoe datse, Griekela? vroegen de he- renin hun namaak-Fries.- Om- dat de wiezen uut het Oosten kwamen! luidde het antwoord van Agricola.

Dit artikel over Europa heeft, om maar meteen met de deur in huis te vallen, eerder een tegengestel- de strekking en wel deze dat Eu- ropa, anders dan Agricola, zijn hoop en vertrouwen niet op het Oosten moet stellen maar inte- gendeel, wil het niet ondergaan, zijn ban den met het Westen moet verstevigen: met Amerika, dat overigens, zoals ik al eens eerder in dit blad heb betoogd- de tra- ditionele indeling van de wereld in de bekende vijf of zes conti- nenten volstrekt verouderd zijn- de - als een integrerend deel van Europa moet . worden be- schouwd 1). Precies zoals vroeger de Griekse kolonien in ltalie, Magna Graecia genoemd, als een integrerend deel van het Griekse moederland golden, waarvan ze immers niet wezenlijk verschil- den, niet in cultureel en niet in staatkundig opzicht, al was er dan geen staatkundige eenheid met het moederland. Staatkundi-

ge eenheid was er trouwens zoals men weet, afgezien van enkele tijdelijke statenbonden, ook in dat moederland niet (totdat ze door vreemde heersers. werd op- gelegd) en wat dat betreft was er dus al evenmin verschil met het huidig Europa, waartoe ik mij hier verder zal bepalen, de oude Grieken nu maar oude Grieken latend. Op nog deze ene toevoe- ging .na dat men, met Jacob Burckhardt, de Amerikanen - afstammelingen van de energie- ksten en ondernemendsten onder onze eigen voorouders - inder- daad beter met de ltaliaanse Grieken kan vergelijken dan, wat pedant en neerbuigend van- uit ons met het oude Hellas ver- eenzelvigd Europa, met de Ro- meinen, die boerse veroveraars.

Alsof er in Gouda cultureel meer zou omgaan dan in Little Rock, in Parijs meer dan in New York, in Leiden meer dan in Berkeley, in Besan~on meer dan in Phoe- nix, Arizona, in Duisburg meer dan in Kansas City. Kleineurope- se hovaardij, dom en belachelijk in het licht van wat men alleen al in wetenschappelijk en artis- tiek opzicht in de Verenigde Sta- ten presteert. Eerder moet men vaststellen dat het centrum, het zwaartepunt v:an de cultuur, van de geest, zich door de eeuwen, de millennia, langzaam, de zon vol- gend, van Oost naar West heeft verplaatst, en dat dat zwaarte- punt niet of nauwelijks meer in het oude Europa ligt; in elk geval niet meer aan de Sorbonne om nog te zwijgen van Amsterdam.

Die ooms hadden de goede Agri- cola kunnen tegenwerpen dat reeds zijn wijzen het Licht in het Westen hebben gezocht ... 2).

Maar terzake. Of terzake: het voorgaande is al zeer terzake.

Het moet alleen nog worden toe- gepast op het terrein van de Eu- ropese politiek, wat wij thans ij- lings zullen beproeven. Juist aan het begin van dit jaar 1984 is er, dunkt mij, alle reden ons nog eens ten principale te bezinnen

- en dat kan niet zonder de ge- schiedenis er bij te betrekken - op de positie van Europa, het ka- rakter ook van Europa, en de daar uit te trekken consequenties voor het beleid, zowel wat de in- tern-Europese samenwerking aangaat als wat betreft de ver- houding tot de buitenwereld, met allereerst de zorg voor de veilig- heid, de primaire taak voor de regering van elke staat.

Men zal zich misschien herinne- ren dat ik mij voor enige jaren, uiteraard niet zonder toespeling op Orwell en Amalrik en wat gekscherend, maar toch vooral gezien allerlei politieke en soci- aal-economische on twikkelingen, heb afgevraagd of 1984 niet in- derdaad een nieuw rampjaar zou worden, tevens dan hopelijk het begin van een wending ten goe- de. Hoewel er in de loop van het jaar nog van alles kan gebeuren, en met name Oost-Europa en het Nabije Oosten gevaarlijke kruit- vaten blijven 3), ben ik toen ver- moedelijk toch wat voorbarig ge- weest. Niettemin, ook al lijkt een grote internationale crisis voor- eerst niet op handen, de meer na- bije toekomst ziet er voor Europa nog steeds niet erg rooskleurig uit. Enerzijds stokt de economi- sche samenwerking en integratie in EG-kader en doet zich hier, mede maar lang niet alleen onder invloed van de economische re- cessie, een heel moeilijk ontwar- baar kluwen van problemen voor: onvoldoende budgettaire discipline, uit de hand gelopen landbouwbeleid, budgettaire on- evenwichtigheden (compensatie VK), uitbreiding van de Ge- meenschap, nieuwe beleidsterrei- nen, vergroting van de gemene middelen, enz. - problemen waar de Europese Raad, in de- cember jl. te Athene bijeen, geen raad mee heeft geweten en ten aanzien waarvan nog valt af te wachten of het huidige Frans voorzitterschap het begin van een oplossing zal weten te vin- den. Ik voor mij houd het er nog

• 7

(10)

• 8

wel op, al kan ik mij vergissen, dat het een of ander compromis uit de bus zal komen, zij het mis- schien nog niet op de Europese Raadsbijeenkomst in maart a.s.

Of daarmee echter opnieuw vaart aan het Europees eenwor- dingsproces zal worden gegeven, lijkt uiterst twijfelachtig.

Althans op het eerste gezicht, en zeker op de korte termijn, zijn er krachtiger motieven voor het wijd verbreide pessimisme, zoals verwoord door Leo Tindemans, de Belgische minister van Bui- tenlandse Zaken, 'Mr. Europe' die zich na Athene als volgt heeft uitgelaten: '... na al wat ik in Athene heb meegemaakt, durf ik zeggen dat Europa nooit meer het Europa zal zijn zoals we het in de jaren vijftig en zestig hebben ge- koesterd. Misschien redt men toch nog het een en ander om hortend en stotend verder te gaan, gewoon omdat men niet anders durft, maar volgens mij staan we er niet goed voor met de eenmaking. Vergeet het voor- lopig maar, voor deze generatie.' Enerzijds dus grote moeilijkhe- den bij de intern-Europese sa- menwerking (de relatief gunsti- ger resultaten van de EPS, de Europese Politieke Samenwer- king, hebben naar mijn gevoelen, als overwegend van puur verbale aard, maar heel weinig om het lijf: wat wil dat nu zeggen, een Europees beleid, dat er trouwens niet eens helemaal is, inzake het Nabije Oosten of Centraal Ameri- ka? verandert het ook maar iets aan de toestand in die contrei- en?). Anderzijds misschien nog gevaarlijker moeilijkheden in de verhouding tussen Europa en de Verenigde Staten. In een sfeer belast met economische proble- men', vooral de in- en uitvoer van staal en landbouwproducten en het Amerikaans financieel- economisch beleid betreffende, doet zich, toegespitst door de kwestie van de Pershings en de kruisvluchtwapens (INF), een dieper · gaande crisis voor, die de kern van de Europees-Ameri- kaanse relatie raakt: het weder- zijds vertrouwen, betrokken op de zorg voor de veiligheid. Aan Europese kant scherpe kritiek en veel onbehagen, bij grote delen van de bevolking vooral in Noordwest-Europa, op en over het Amerikaanse beleid, zowel ten opzichte van de USSR als el- ders in de wereld, met de sterke neiging Amerika met de USSR als 'supermogendheid' over een kam te scheren, zo niet aan nog groter wandaden en gebreken

schuldig te achten. Aan Ameri- kaanse kant een toenemende ir- ritatie over de morele zelfverhef- fing in Europa, over de te gering geachte Europese bijdrage aan de gemeenschappelijke defensie, over het Europese neutralisme en pacifisme, of 'navelstaren', zoals de Amerikaanse staatssecretaris Lawrence Eagleburger, de num- mer drie van het State Depart- ment en oud-assistent van Kis- singer, het onlangs heeft ge- noemd. In een recent artikel in The Economist, dat onder de titel The Useless European en met· een prachtige caricatuur op de voor- pagina, een verklaring van die Amerikaanse kritiek trachtte te geven, werd vermeld dat de aan Europa gewijde artikelen van de Reader's Digest, die met zijn op- laag van 18 miljoen een beter graadmeter van de stemming in de Verenigde Staten is dan de dagbladen van de Oostkust, sta- pels vijandige reacties van lezers zijn gaan uitlokken. Onverbloem- de kritiek op Europa bevatte ook een recent artikel in The Times van de vooraanstaande Ameri- kaanse journalist Norman Podho- retz, redacteur van Commentary, waaraan de veelzeggende titel Blame yourself if the US goes it alone was gegeven.

Alles bijeen een bedenke~jke,

weinig verkwikkelijke situatie aan de vooravond van de tweede rechtstreekse verkiezing van het Europees Parlement, dat zich in de komende jaren voor een wel buitengewoon moeilijke taak ziet gesteld. Ongetwijfeld zal dit Par- lement, gegeven zijn beperkte be- voegdheden, welke, onvoorziene ontwikkelingen voorbehouden, voorlopig zeker niet meer dan mondjesmaat zullen worden uit- gebreid, van zijn kant slechts een bescheiden rol kunnen spelen op de weg naar Europees herstel.

Het kan evenwel een stem laten horen, en van belang is bovenal dat die stem krachtig uitdruk- king geeft aan een heldere en overtuigende visie op de toe- komst van Europa. Dat daarbij een bijzondere verantwoordelijk- heid op de liberale Parlementsle- den rust, zullen de lezers van dit blad mij wel niet betwisten.

Aan niets heeft Europa zozeer behoefte als aan een flinke dosis onvervalst, ik zou haast zeggen ouderwets liberalisme: aan een hernieuwing van het besef dat het alleen in vrijheid kan gedij- en, als een gemeenschap van vrije en zelfstandige staten, van vrije en zelfstandige mensen, hecht verbonden met Amerika,

het land van de vrijheid, dat op straffe van zelfverloochening verplicht is pal voor die vrijheid te staan; en dat op dit stuk be- paald ook geen slechter staat van dienst heeft dan zijn moederland Europa, dat het reeds tot twee keer toe, ten koste van zeer grote offers, juist terwille van die vrij- heid te hulp is gekomen.

Bedenkend wat wij zelf aileen al in de loop van deze eeuw in Eu- ropa hebben misdreven, zou men op zijn minst enige lankmoedig- heid tegenover de relatief onbe- tekenende misdragingen aan Amerikaanse kant kunnen be- trachten. Trouwens, 'er is geen misstand in de Amerikaanse maatschappij, die niet door Ame- rikanen zelf het eerst en het felst is aangeklaagd, met zelfverlooc- hening tot aan het martelaar- schap' 4).

W at wil men eigenlijk nog meer?

Een paradijs?

Maar hoe moet nu meer in con- creto de liberale houding ten op- zichte van Europa zijn? Op deze veelomvattende vraag valt in dit bestek natuurlijk geen volledig antwoord te geven, zeker niet als men zou denken aan een degelij- ke behandeling van alle terrei- nen en aspecten van beleid.

Mijn competentie zou daarvoor trouwens ook te kort schieten.

Zoals echter reeds gezegd lijkt onder de gegeven omstandighe- den juist ook alle aanleiding te bestaan voor een principiele her- bezinning op de algemene uit- gangspunten en richtlijnen voor de samenwerking in Europa, waarbij de oorspronkelijke uit- gangspunten uiteraard niet als sa- crosanct mogen gelden: staat het vast dat deze geheel onschuldig aan de huidige moeilijkheden zijn?

Te gereder kan ik mij tot een be- schouwing van deze hoofdzaken bepalen omdat in het recent ver- leden van liberale zijde, nl. bij de Teldersstichting, twee lezens- waardige geschriften zijn ver- schenen waarin met groter uit- voerigheid zij het evenmin volle- digheid (maar die is ook nauwe- lijks mogelijk bij dit omvangrijk onderwerp) enerzijds de verhou- ding tussen West-Europa en Noord-Amerika onder de loep is genomen, anderzijds de stand van zaken bij de Europese integratie, in beide gevallen met interessan- te aanbevelingen voor het te voe- ren beleid. Degenen die mijn kri- tische en veeleisende natuur ken- nen, zullen begrijpen dat het wat zegt dat ik deze geschriften (waaraan ik zelf part noch deel

(11)

heb gehad) met klem bij de ge'in- teresseerde lezer meen te moeten aanbevelen: laat er geen gras ovef groeien, lezer, en schaf u beide rapporten aan! In beide wordt helder en overzichtelijk, met redelijk inzicht en kennis van zaken ingegaan op de geens- zins eenvoudige, heel belangrijke problemen, die ons aller toe- komst aangaan; ook meen ik dat althans de algemene strekking van betoog en aanbevelingen - ik zeg met nadruk: de algemene strekking - voor een goed deel kan worden onderschreven. We kunnen vaststellen dat de Tel- dersstichting met de voorberei- ding en publicatie van deze ge- schriften, gelet ook op het zeer opportune tijdstip, weer voortref- felijk werk heeft gedaan 5).

Degenen die mij kennen zal het intussen niet verbazen dat ik toch ook wel het een en ander op de rapporten heb aan te merken.

Dit artikel beoogt evenwel niet er een echte bespreking van te geven: ik zal mij bepalen tot een enkele kritische opmerking, als aangrijpingspunt voor de ontvou- wing van mijn eigen kijk op de zaak, misschien niet wezenlijk af- wijkend maar toch, laat ik zeggen wat anders gekleurd. Wat rood- wit-blauwer, zou ik denken!

En vervolgens moet men dan de twee rapporten maar eens gaan lezen om te zien wie gelijk heeft:

de Teldersstichting of ik.

In een vermakelijk artikel in

NRC/Handelsblad Welvaart en

vrijheid zijn geen natuurver- schijnselen heeft onlangs Mr.

A. P. van Walsum de staf over het CDA gebroken, deze hem blijkbaar na aan het hart liggen- de partij verwijtend dat zij tegen- over de verdelingsfilosofie van het kabinet-Den Uyl geen eigen visie had gesteld en daarbij en passant opmerkend dat de VVD nu eenmaal geen partij was en is die visies ontwikkelt. De opmer- king was curieus in zoverre het artikel zelve geen andere visie bevatte dan hetgeen was samen- gevat in de titel, aardig geformu- leerd maar au fond niet meer dan een gemeenplaats, gesneden koek voor elke liberaal. Toch was zij niet helemaal onbegrijpelijk.

De kwestie is dat wij liberalen, hoewel wij volgens het zich vreemd genoeg progressief ach- tend deel van ons volk slechts oog voor onze koopmansbelangen zouden hebben, in feite onze ge- sneden koek, zelfs wel eens met enige visie gebakken, maar heel slecht aan de man weten te bren- gen, een enkele goede koopman

in onze gelederen niet te na ge- sproken. Wij liberalen zijn dege- lijk, evenwichtig, gematigd voor- uitstrevend en doorgaans nogal zeker van onze zaak. We weten alleen niet zo goed hoe men een hond bij de kachel vandaan jaagt, vermoedelijk vooral omdat we daar ook zelf niet gemakkelijk vandaan komen. Het zijn kortom twee voortreffelijke rapporten van de Teldersstichting, maar eerlijk gezegd: wel een beetje mat zo niet saai! Het minst nog dat over de Europese integratie, dat althans in sommige delen, op- merkelijkerwijs ook in dat over zoiets schijnbaar proza·isch als de Europese landbouw, redelijk puntig en pittig is van taal.

Men kan merken dat enige zorg aan die taal is besteed. Iemand uit het Noorden des lands, zou ik denken, of weet ik wel zeker.

Nochtans zou men naar mijn ge- voelen nog krachtiger en ker- nachtiger, met meer fantasie ook, over het waarom en hoe van de Europese samenwerking kunnen schrijven, zeker ook waar het de Europese veiligheid betreft, waarover dit rapport overigens, geheel in de lijn van het andere rapport blijvend en daarnaar ver- wijzend, erg summier is en: niet steeds even doordacht. Wanneer men schrijft, in de slotparagraaf:

'Een eigen Westeuropees veilig- heidsbeleid is binnen zekere grenzen mogelijk. Zo dienen de betrokken EG-lidstaten . geza- menlijk tot plaatsing van nieuwe raketten over te gaan (op zichzelf uiter<\ard zeer juist! J.G.B.) en een evenredig deel van de kosten van het veiligheidsbeleid te dra- gen' (nou, nou, zou men dat echt menen?!), geeft men blijk niet goed te weten waarover men het heeft.

Niet ronduit slecht maar wel vlakker geschreven, misschien mede een gevolg van het (te?) groat aantal co-auteurs, is het rapport over West-Europa en de Verenigde Staten, nog afgezien van lelijke germanismen als cen- traalstelling benevens het feit dat men Europa overwegend maar niet immer met een vrouwelijk voornaamwoord aanduidt, mis- schien te verdedigen al doet het mij pijn het arme Europa uit haar as te moeten zien herrijzen, en ook een woord als relatie tot het mannelijk geslacht gerekend te zien. Als iedereen zijn komma's goed zette, heeft Karl Kraus eens gezegd, zou er nooit meer oorlog zijn. W at overdreven misschien maar er lijkt toch iets in te zitten.

Mij althans brengt dat geknoei

met de taal gelijk men ziet op het oorlogspad met die heren van de Teldersstichting, wie ik verder vooral verwijt- en dat geldt dan ook weer voor de auteurs van het andere rapport - allerminst dat zij zowel Europees als Atlantisch willen wezen (en aldus ook met een grater Europees aandeel in het veiligheidsbeleid juist de NA VO willen versterken), maar integendeel dat zij Europees noch Atlantisch genoeg zijn. Ja, en ook wel een beetje intellectueel en academisch en erg braaf 6).

Spreek ik in raadselen? Zet uw oren dan open, liberale vrienden, en, om met de onvergetelijke Wim Sonneveld alias Frater Ve- nantius te spreken: luistert!

In het rapport over West-Europa en de Verenigde Staten worden, in hoofdstuk 10, dat handelt over de spanning tussen Atlantische en de Europese samenwerking, de bekende 'Atlantici' en 'Euro- peanen' ten tonele gevoerd.

De uiteenzetting is in verzoenen- de taal geschreven. Opgemerkt wordt dat het hier niet zozeer om afzonderlijke groeperingen of stromingen gaat als wel om ac- centen, bij de een wat meer op het Atlantisch Bondgenootschap, bij de ander wat meer op de Eu- ropese Gemeenschap. Vervolgens wordt gepoogd heiden aan hun trekken te laten komen en wel in een zogenaamde 'uneven dumb- bell', of 'ongelijk halter-model':

Noord-Amerika zou daarvan de harde, Europa de zachte bol moe- ten vormen, welke laatste echter nog wel met 'praktisch haalbare, kleine stappen (ware) uit te bou- wen', ook op het terrein van de defensie (zodat dan wellicht een halfzachte bol zou resulteren?) Heel ingenieus en heel goejig meent men aldus de hele halter te kunnen versterken. In hoofd- stuk 11 en 12 wordt een en ander, eerst voor Nederland en dan meer in het algemeen, nader uit- gewerkt.

Allereerst moet mij nu van het hart dat het mij - en naar ik hoop en zelfs verwacht velen met mij - absoluut niet aanlokt als zachte bol te moeten fungeren, ook niet als deze nog wat verder zou worden 'uitgebouwd' o arme Nederlandse taal. Waaraan ik nog moge toevoegen dat in Ame- rika 'dumbbell' zoiets als sufferd of dooie diender betekent... Zach- te bol, hoe komt men op het idee!

Denkt men z6 de burger voor de politiek te interesseren?

Mij dunkt dat de ernstige en ge- leerde auteurs er goed aan bad- den gedaan zeg een rondborstige

• 9

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De koper wendt zich daarop naar de voormalig franchisenemer en meent dat (1) medegedeeld had moeten worden dat er zeven jaar geleden een zieke werknemer uit dienst getreden was en

De grens is 65 395,31 EUR voor 2007 zodat, wanneer de nettobelastbare inkomsten van 2004 hoger zijn dan dat be- drag, de sociale bijdragen slechts zullen berekend worden op

Ik onderzoek welke interventies ik als leerkracht kan hanteren bij jonge kinderen (4 tot 6 jaar) met faalangst omdat ik wil weten wat de juiste aanpak is als een leerling

Startbatterijen voor wagens met een start- stop systeem zijn krachtiger omdat ze een groter aantal keer geladen en ontladen kunnen worden en dus een hogere laadacceptatie

periode lesweek week toetssoort weging afname leertoets korte stofomschrijving 1 1.5 39 PW h1 deel A zie deel B schriftelijk ja vocab en vaardigheid.. 1 1.7 41 PW h1 deel B 2x

Het aantal bezoldigde dagen geldt dus enkel voor voltijds tewerkgestelde werknemers (ook in het geval deze zowel in dagen en uren worden aangegeven (4) ), terwijl het

De af- bouwende waarborg overlijden kan ten vroegste één jaar na de ingangsdatum van het contract Argenta-Flexx worden afgesloten.. De verzekeringsnemer heeft de keuze uit de

Daarentegen worden in tabel 5, 6 en 7 het aantal arbeidsplaatsen, hun lonen en bezoldigde uren weergegeven in functie van het aantal aan de sociale zekerheid onderworpen