• No results found

Geïntegreerd advies INBO en Afdeling Natuur bij ontwerpvisieteksten ten behoeve van het bekkenbeheersplan voor de Bovenschelde, partim waterkwaliteit en water voor de mens.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geïntegreerd advies INBO en Afdeling Natuur bij ontwerpvisieteksten ten behoeve van het bekkenbeheersplan voor de Bovenschelde, partim waterkwaliteit en water voor de mens."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

IN.A2006.5 07/01/2006 Lode De Beck INBO 02/558 18 75 Dries Desloover Afdeling Natuur 09/265.46.46

Aan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap AMINAL afdeling Water, t.a.v. Katrien Thomaes Elfjulistraat 43

B-9000 Gent

PER EMAIL, PER GEWONE BRIEF

Geïntegreerd advies INBO en Afdeling Natuur bij ontwerpvisieteksten ten behoeve van het bekkenbeheersplan voor de Bovenschelde, partim waterkwaliteit en water voor de mens.

Geachte,

Hierbij vindt u onze opmerkingen bij de ontwerpvisieteksten ten behoeve van het bekkenbeheersplan voor de Bovenschelde als aanvulling bij de opmerkingen die geformuleerd werden op de vergaderingen d.d. 29 november 2005 en 16 december 2005.

De teksten voor het bekken van de Bovenschelde en dat van de Gentse kanalen zijn sterk gelijkaardig. We verwijzen naar de opmerkingen geformuleerd bij de teksten voor het bekken van de Gentse kanalen. De opmerkingen die hier geformuleerd worden, zijn tekst- en bekkenspecifieke aanvullingen.

• Het streefbeeld voor ‘duurzaam omgaan met water’ is beknopter geformuleerd. We adviseren om volgende zin (cfr. visietekst Gentse kanalen) toe te voegen: ‘grondwater- en

oppervlaktewateronttrekkingen gebeuren met respect voor de draagkracht van de natuur’. • Onder de OPD “streven naar een goede kwantitatieve toestand in de watervoerende lagen wordt

hier één maatregel opgenomen. In de tekst bij het bekken van de Gentse kanalen heeft men zeven maatregelen onder deze OPD. Sommige maatregelen die betrekking hebben op het vergaren van kennis (karakterisering van het grondwaterlichaam en van de kwantitatieve toestand) kunnen volgens ons niet als maatregel beschouwd worden maar als een middel om te komen tot efficiënte en gerichte maatregelen. Andere maatregelen zoals “aanpassen van het heffingenbeleid voor de verschillende grondwaterlichamen” en “het vergunningenbeleid voor de verschillende

grondwaterlichamen aanpassen” lijken ons nuttige maatregelen om eveneens te implementeren in het bekken van de Bovenschelde. In de tekst bij het bekken van de Gentse kanalen wordt het vermijden van excessieve drainage van kwelgebieden aangehaald bij de maatregelen. Het fenomeen van drainage van kwelgebieden hoort zeker ook thuis in het bekken van de Bovenschelde.

• Op pagina 6 worden enkele criteria voor het bepalen van de draagkracht van de watervoerende laag opgesomd. We stellen voor om ook ecologische criteria op te nemen. Sommige

(2)

2 • In het deel over recreatie worden enkele voorbeelden van bossen met overrecreatie genoemd.

Volgens ons is eerder het Kluisbos i.p.v. het Beiaardbos overgerecreëerd. Nog in dit deel wordt voorgesteld (pg. 3 & 9) om de druk op het jaagpad te verminderen door uitwijkmogelijkheden naar de vallei te voorzien. Aangezien veel kwetsbare natuurkernen gelegen zijn in de vallei, stellen we voor dit veranderen in uitwijkmogelijkheden buiten de vallei.

• Met betrekking tot het onroerend erfgoed is het aangewezen als maatregel op te nemen dat er een afstemming dient te gebeuren met de ecologische vereisten van de aquatische levensgemeenschap en met de waterloopgebonden terrestrische gemeenschappen, zeker inzake peilbeheer en inzake waterstroming.

• In het streefbeeld onder “kwaliteit van het water verder verbeteren”, deel “natuur-ecologie”, wensen we toe te voegen “Voor (niet bevaarbare) waterlopen wordt een natuurlijke stroming nagestreefd en het behoud en herstel van een natuurlijke waterloopstructuur, een natuurlijke overgang naar de vallei en een naar de valleirand. Er is aandacht voor het herstel van de structuurbepalende processen”.

• In het deel over de vismigratieknelpunten wordt verwezen naar de beleidskaart vismigratie (kaart 3-5, pg 36). Dit bevat maar een deel van de waterlopen. Als maatregel is het daarom aangewezen om snel (gelet op het feit dat er minder dan 4 jaar rest om alle vismigratieknelpunten opgelost te krijgen) alle vismigratieknelpunten in kaart te brengen en om vlug een plan van aanpak voor te bereiden.

In de hoop dat bovenstaande bemerkingen op een constructieve manier bijdragen aan de inhoud van het bekkenbeheersplan, groeten wij u met de meeste Hoogachting,

ir. Dries Desloover Afdeling Natuur

Ministerie Van de Vlaamse Gemeenschap Gebr. Van Eyckstraat 2-6

9000 Gent

Tel +32 9/265.46.46 Gsm +32 476/91.48.15

Emial: dries.desloover@lin.vlaanderen.be

Lode De Beck

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25

B-1070 Brussel

Tel. +32 2 558 18 75 Fax. + 32 2 558 18 05 e-mail : <lode.debeck@inbo.be>

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de specificiteit en de complexiteit van de verschillende bevaarbare waterlopen is het niet mogelijk om één drempelwaarde voor te stellen in functie van een

15 3.b: Verbeteren broedsucces vogels Verkenning Hoogwater Vluchtplaatsen (HVP's): op zoek naar de kansen in de Waddenzee inclusief maatregelen voor predatie.. 16 Ontwikkelen van

Jeanette Noordermeer, de huidige voorzitter van het sec- tiebestuur Frans, sprak Trees op 5 september toe en bedankte haar voor haar niet aflatende inspanningen om het Frans de

Scheepvaart gaat moeilijk samen met het realiseren of het herstellen van bepaalde natuurwaarden en meer bepaald voor het instandhouden of herstellen van de natuurlijke structuur

• Ook voor de kanalen zoals het Leopoldskanaal biedt het instellen van een ietwat hoger waterpeil en het streven naar een natuurlijk peilverloop (hoger in winter dan zomer) de

deelbekkenbeheerplannen minder geëigende niveau zijn om problemen van die aard (impact van en op het grotere watersysteemniveau) aan te pakken omdat :1) de afvoer over het

The results of these studies indicated that compound 10f had a reversible mode of binding to both the hMAO-B and hMAO-A isoforms, since enzyme activities were recovered after

Er kan maar één antwoord zijn, dat het eerst door Dooyeweerd gegeven is, en her- haald is door filosofen en theologen die getracht hebben zijn inzichten naar de theologie door