• No results found

Bijlage 2 Categorisering van de verzamelde data uit de interviews ... IV

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 2 Categorisering van de verzamelde data uit de interviews ... IV "

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een stimuleringsstrategie voor venture capital

I

Bijlagen

Bijlage 1 Operationalisatie van effectiviteit in de vragenlijst ... II

Bijlage 2 Categorisering van de verzamelde data uit de interviews ... IV

Bijlage 3 Uitgewerkte interviews ... VIII

Bijlage 4 Groepsinterview... XXXII

Bijlage 5 Enquête...XXXVI

(2)

II

Bijlage 1 Operationalisatie van effectiviteit in de vragenlijst

De operationalisatie van effectiviteit in de vragenlijst bij de interviews wordt gedaan aan de hand van drie elementen van effectiviteit van stimuleringsinstrumenten van Van de Graaff en van Noort (2002).

De drie elementen zijn:

1. relatie tussen budget en gebruik; beoordeling van de verhouding tussen de vraag vanuit het MKB en het beschikbare budget voor het uitvoeren van een regeling;

2. aansluiting van de regeling bij de behoefte van het MKB en doelstellingen van het beleid;

3. toegankelijkheid van de procedures van de regelingen voor het MKB

De elementen zijn geoperationaliseerd door een aantal vragen per element op te nemen in de vragenlijst bij de interviews. Per element geven de antwoorden op deze vragen een beeld van een deel van de effectiviteit van de onderzochte stimuleringsregeling. De effectiviteitswaarderingen van de drie elementen samen geven een beeld van de geconstateerde effectiviteit van de onderzochte regeling.

Element 1 wordt in kaart gebracht door de volgende vragen in de vragenlijst:

- Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

- Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

- Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

- Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

Element 2 wordt in kaart gebracht door de volgende vragen in de vragenlijst:

- Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

- In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

- In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

- Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Element 3 wordt in kaart gebracht door de volgende vragen in de vragenlijst:

- Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

- In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

- Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

- Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De vragen per element zijn in een zodanige volgorde opgenomen in de vragenlijst dat

er een logisch verloop in de interviews ontstond. De volgorde is vastgesteld door eerst

een testinterview af te nemen. De eerste vraag in de vragenlijst verwijst niet naar één

van de elementen van Van De Graaff en Van Noort en luidt als volgt: “kunt u kort

uitleggen wat de regeling inhoudt?” Deze vraag is opgenomen omdat het de

geïnterviewde de gelegenheid geeft om de kernpunten van de onderzochte regeling

voor hem of haar vast te stellen. Uit het antwoord op deze vraag kwam een aantal

(3)

III keren relevante informatie naar boven. Deze informatie is meegenomen in het onderzoek.

De vragen in de vragenlijst geven tezamen een beeld van de effectiviteit van één bepaalde regeling. De vragen zijn daarom voor elke regeling opnieuw gesteld.

Vragenlijst bij de gehouden interviews:

1. Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

2. Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

3. In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

4. In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

5. Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

6. Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

7. Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

8. Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

9. Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

10. Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

11. In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

12. Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

13. Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

(4)

IV

Bijlage 2 Categorisering van de verzamelde data uit de interviews

Programma Samenwerking Oost Europa (PSO) Effectiviteits-

element

Nr. van de vraag uit de vragenlijst

Antwoordentendens Effectiviteits- waardering

Alternatieve antwoordentendens

Verklaring belangrijkste alternatieve antwoordentendens

5: Budget Het budget is 43 miljoen euro n.v.t. n.v.t. n.v.t.

6: Kwalificatie budget

Het budget is voldoende. Het budget mag verhoogd worden gezien de grootte van het gebied waarop de regeling betrekking heeft.

+ Het budget is goed, maar

de regeling zou ook met minder geld uitgevoerd kunnen worden.

Desbetreffende informant wil dat budget efficiënter wordt aangewend en bovendien meer voor bedrijven die strategisch investeren

7: Budget besteed Het budget wordt voor 100% besteed + + Het budget wordt voor 80% tot 90% besteed

Soms wordt budget niet flexibel verspreid over de regio’s 8: Vraagelasticiteit De vraag is inelastisch ten opzichte van

budget

+ - De vraag is elastisch ten opzichte van budget

Vraag gaat omhoog indien budget omhoog gaat, doordat er meer projecten gedaan worden Relatie tussen

budget en gebruik

Totaal beeld: + 2: Doel en doelgroep Samenwerking opstarten en Nederland

positioneren in opkomende markten.

Gericht op MKB

+ - n.v.t. n.v.t.

3: Aansluiting bij vraag van doelgroep

Deze aansluiting is goed, doordat er door bedrijven wordt gereageerd op een gepubliceerde tender

+ Deze aansluiting is niet goed

Het is niet realistisch dat bedrijven hun idee opsturen.

4: Aansluiting bij financieringsbehoefte

Deze aansluiting is goed. Senter geeft voldoende subsidie

+ De financiering sluit niet helemaal goed aan

Regeling moet zich meer richten op strategische investeerders 9: Gebruik door

andere groepen

Consultants en grote bedrijven maken gebruik van de regeling

- Belangenorganisaties en

buitenlandse bedrijven

Deze organisaties maken ook gebruik van de regeling Aansluiting bij

de behoefte van het MKB en doelstellingen van het beleid

Totaal beeld: + - 10: Stimulans door

andere groepen

Consultants stimuleren de doelgroep. + Belangenorganisaties stimuleren de doelgroep

Ook deze groep stimuleert bedrijven

11: Bekendheid Redelijk tot goed, maar de hoeveelheid reclame mag verhoogd worden.

+ De bekendheid van de

regeling is slecht

Er wordt niet genoeg reclame gemaakt

12: Administratieve lasten

De administratieve lasten waren hoog, maar worden minder door nieuwe opzet

+ - De administratieve

lasten zijn heel hoog

De consultants geloven niet dat de situatie beter wordt

13: Aanvraag procedure

De aanvraagprocedure is goed.

Bedrijven moeten met een goed voorstel kunnen komen.

+ De aanvraagprocedure

kan worden verbeterd

De medewerkers van Senter vonden de Engelse taal te lastig voor bedrijven

Toegankelijkheid voor het MKB

Totaal beeld +

(5)

V Programma Economische Samenwerking Projecten (PESP)

Effectiviteits- element

Nr. van de vraag uit de vragenlijst

Antwoordentendens Effectiviteits- waardering

Alternatieve antwoordentendens

Verklaring belangrijkste alternatieve antwoordentendens

5: Budget Budget ligt rond 11 miljoen euro n.v.t. n.v.t. n.v.t.

6: Kwalificatie budget Het budget wordt gekwalificeerd als ‘voldoende’

+ Het budget mag

verminderd worden

Te veel geld gaat naar consultants. Bedrijven zijn bereid zelf te betalen

7: Budget besteed Wordt vrijwel helemaal besteed + n.v.t. n.v.t.

8: Vraagelasticiteit De vraag is inelastisch ten opzichte van het budget

+ - De vraag zou toenemen

indien budget toeneemt

Regeling is fraudegevoelig. Dat trekt kwaadwillende gebruikers Relatie tussen

budget en gebruik

Totaal beeld: +/+ - 2: Doel en doelgroep Het doel is het bevorderen van

export en Nederlands bedrijfsleven promoten. MKB is doelgroep.

+ n.v.t. n.v.t.

3: Aansluiting bij vraag vanuit de doelgroep

De regeling sluit goed aan bij de vraag vanuit de doelgroep

+ n.v.t. n.v.t.

4: Aansluiting bij financieringsbehoefte

De regeling sluit redelijk goed aan bij de financieringsbehoefte

+ - De regeling sluit wel aan, maar is onnodig en fraudegevoelig

Bedrijven trekken zelf geld uit voor studies en zien de regeling als extra.

9: Gebruik door andere groepen

Consultants maken tevens gebruik van de regeling

- Consultants maken geen

gebruik van de regeling

De consultants gaven aan dat ze deze regeling niet gebruiken Aansluiting bij

de behoefte van het MKB en doelstellingen van het beleid

Totaal beeld: + - 10: Stimulans door andere

groepen

Consultants stimuleren de doelgroep wel, maar pikken ook een graantje mee.

+ - Bedrijven in agrarische sector stimuleren de doelgroep

In deze sector doen bedrijven vaak samen een studie 11: Bekendheid De bekendheid van de regeling is

niet goed genoeg

+ - De bekendheid van de

regeling is niet goed

Er is een klein selectief groepje bedrijven wat op de hoogte is 12: Administratieve lasten De lasten zijn te hoog, maar passen

bij het soort regeling

+ - n.v.t. n.v.t.

13: Aanvraag procedure De aanvraagprocedure is redelijk tot normaal

+/ + - De aanvraagprocedure is moeilijk

Bedrijven kunnen de aanvraag vaak niet alleen doen

Toegankelijkheid voor het MKB

Totaal beeld: + -

(6)

VI Investeringsfaciliteit Opkomende Markten (IFOM)

Effectiviteits- element

Nr. van de vraag uit de vragenlijst

Antwoordentendens Effectiviteits- waardering

Alternatieve antwoordentendens

Verklaring belangrijkste alternatieve antwoordentendens 5: Budget Er is geen strikt budget n.v.t. 60 miljoen euro Een gok van een informant 6: Kwalificatie budget Er is genoeg budget beschikbaar + + / + Er is niet voldoende

budget beschikbaar

Verdient meer budget, omdat het ondernemers wezenlijk helpt 7: Budget besteed Aangezien er geen strikt budget is

kan hier niets over worden gezegd

+ - Het budget wordt niet ten volle gebruikt

Er is te weinig promotie voor de regeling

8: Vraagelasticiteit De vraag is inelastisch ten opzichte van het budget

+ - n.v.t. n.v.t.

Relatie tussen budget en gebruik

Totaal beeld: + 2: Doel en doelgroep Doel: stimuleren van activiteiten

van het MKB in opkomende markten. Doelgroep: MKB

+ n.v.t. n.v.t.

3: Aansluiting bij vraag vanuit de doelgroep

Sluit zeer goed aan bij de vraag vanuit de doelgroep

+ + Sluit goed aan bij de vraag

Bedrijven moeten wel eerst het voortraject hebben afgelegd 4: Aansluiting bij

financieringsbehoefte

Sluit goed tot zeer goed aan bij de financieringsbehoefte

+ + / + Sluit niet goed aan bij de financieringsbehoefte

Er wordt te weinig gebruik gemaakt van de regeling 9: Gebruik door andere

groepen

Er is geen mogelijkheid dat andere groepen de regeling gebruiken

+ + Banken kunnen wellicht

deze regeling gebruiken

Kunnen de regeling laten meewegen in het

financieringsplaatje voor bedrijf Aansluiting bij

de behoefte van het MKB en doelstellingen van het beleid

Totaal beeld: + + 10: Stimulans door andere

groepen

Financiële intermediairs en consultants kunnen wijzen op de regeling

+ + / + Er is geen groep die de doelgroep kan stimuleren

Sommige informanten vonden het niet reëel dat bedrijven op de regeling gewezen worden.

11: Bekendheid Bedrijven zijn slecht bekend met de regeling, omdat er niet genoeg reclame wordt gemaakt

- n.v.t. n.v.t.

12: Administratieve lasten De administratieve lasten zijn normaal voor bedrijven

+ +/ + n.v.t. n.v.t.

13: Aanvraag procedure De aanvraagprocedure is goed, maar kan worden verbeterd

+ - De aanvraagprocedure

zit niet goed in elkaar

De mensen bij FMO hebben niet genoeg inzicht in de situatie Toegankelijkheid

voor het MKB

Totaal beeld: +

(7)

VII Technische Assistentie Opkomende Markten (TAOM)

Effectiviteits- element

Nr. van de vraag uit de vragenlijst

Antwoordentendens Effectiviteits- waardering

Alternatieve antwoordentendens

Verklaring belangrijkste alternatieve antwoordentendens

5: Budget Het budget is 6 miljoen euro n.v.t. n.v.t. n.v.t.

6: Kwalificatie budget Het budget is voldoende + n.v.t. n.v.t.

7: Budget besteed Het budget wordt vrijwel helemaal besteed.

+ n.v.t. n.v.t.

8: Vraagelasticiteit De vraag is inelastisch ten opzichte van het budget

+ - De vraag zou toenemen,

indien budget toeneemt

Regeling is fraudegevoelig. Dat trekt kwaadwillende gebruikers Relatie tussen

budget en gebruik

Totaal beeld: +

2: Doel en doelgroep Variatie aan antwoorden - n.v.t. n.v.t.

3: Aansluiting bij vraag vanuit de doelgroep

De regeling sluit redelijk goed aan bij de vraag

+ - De regeling sluit heel slecht aan bij de vraag

Eén van de informanten was van mening dat bedrijven in deze fase geen behoefte aan bemoeienis en administratieve lasten hebben

4: Aansluiting bij financieringsbehoefte

De regeling sluit niet goed aan bij de financieringsbehoefte van de doelgroep, omdat bedrijven de regeling als ‘extraatje’ beschouwen

- n.v.t. n.v.t.

9: Gebruik door andere groepen

Consultants en opleidings- en trainingsinstituten maken tevens gebruik van de regeling

- - Er zijn geen andere

groepen, die gebruik maken van de regeling

Eén van de consultants rekende consultants en opleidings- en trainingsinstituten niet tot

‘andere groepen’

Aansluiting bij de behoefte van het MKB en doelstellingen van het beleid

Totaal beeld: - - / - 10: Stimulans door andere

groepen

Consultants en opleidings- en trainingsinstituten stimuleren de doelgroep gebruik te maken van de regeling

+ - Er zijn geen andere

groepen, die doelgroep kunnen stimuleren

Eén van de consultants rekende consultants en opleidings- en trainingsinstituten niet tot

‘andere groepen’

11: Bekendheid De regeling is slecht bekend bij de doelgroep

- De regeling is redelijk

bekend bij de doelgroep

De consultants vonden dat de regeling redelijk bekend was 12: Administratieve lasten De administratieve lasten zijn heel

hoog, omdat er veel bureaucratie is

- De administratieve

lasten zijn normaal

Eén van de consultants vond de administratieve lasten passen bij de regeling

13: Aanvraag procedure De aanvraagprocedure is niet duidelijk genoeg

- / + - De aanvraagprocedure is niet te ingewikkeld

De informant vond de procedure in algemene zin ‘normaal’

Toegankelijkheid voor het MKB

Totaal beeld: - /+ -

(8)

VIII

Bijlage 3 Uitgewerkte interviews

Interview met één van de medewerkers van Senter PSO

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

De PSO regeling is gericht op Nederlandse ondernemingen die samen willen werken met bedrijven in opkomende markten. De regeling kent twee gedeeltes: programmatisch PSO en Business to Business PSO. Economische kennisoverdracht staat centraal bij beide gedeeltes.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

De primaire doelgroep is het Nederlandse MKB. De doelstelling is het positioneren van het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten. Formeel is de doelstelling het tot stand brengen van samenwerking tussen Nederlandse bedrijven en bedrijven in opkomende markten.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

De vraag zal nooit helemaal aansluiten bij wat wij aanbieden, want elke is ondernemer verschillend. Het beleid is op een algemene groep gericht. Wij willen Nederlandse bedrijven helpen met het creëren van duurzame strategische belangen. Wij willen duurzame relaties bevorderen. Hierdoor kunnen Nederlandse ondernemers bijvoorbeeld goedkoper te gaan produceren in opkomende markten en daardoor hun strategische posities behouden. Wij willen wel dat de ondernemers een bepaald risico lopen en niet de marktwerking te veel verstoren. Ondernemers krijgen pas betaald als ze milestones behaald hebben. Op deze manier houden wij ook consultants en dergelijke buiten de regeling. Soms lukt het een ondernemer niet om iets goeds neer te zetten. Hij wordt dan ook nog gestraft met een boete, omdat hij geen resultaten boekt. In een dergelijk geval sluit de regeling niet goed aan bij de behoefte.

Om misbruik te voorkomen moeten we dergelijke boetes wel verstrekken. In slechte periodes zouden bedrijven eigenlijk extra ondersteund moeten worden in plaats van een boete. In die periode sluit de regeling dus niet goed aan. De regeling sluit in de nieuwe vorm beter aan bij de behoefte, omdat de regeling minder bureaucratisch is geworden. De regeling trekt nu alleen bedrijven aan die echt iets willen bereiken in opkomende markten.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

Ik denk dat de financieringsbehoefte voor een groot gedeelte wordt vervuld. Dit komt omdat Senter tot een miljoen financiert als gift. Dat is een gift aan de begunstigde in de opkomende markt, maar in 90 procent van de gevallen gaat een Nederlands bedrijf hier een joint venture mee aan. Het Nederlandse bedrijf heeft er dus ook voordeel van. Het soort projecten van het PSO worden niet gemakkelijk gefinancierd in opkomende markten. Financieren vanuit Nederland heeft ook zijn nadelen voor de activiteiten van het bedrijf in Nederland. De financiering die wij bieden is dus meestal zeer welkom.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Business to Business PSO heeft een budget van 32 miljoen euro en Programmatisch PSO heeft een budget van 11 miljoen euro.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Het is moeilijk te zeggen of het budget voldoende is. Het ligt ook aan het economische tij in Nederland. Wij merken dit jaar dat er veel minder aanvragen voor het PSO zijn dan vorig jaar.

Bedrijven zijn voorzichtiger en richten zich daarom meer op binnenlandse activiteiten.

Voorgaande jaren hadden bedrijven meer behoefte aan expansie. Er kan nu niet zomaar de conclusie getrokken worden dat het budget van het PSO verminderd moet worden. Net zo min kun je de conclusie trekken dat je het budget moet vergroten als het economische tij mee zit in Nederland. Wij moeten een middenweg vinden. Indien er veel bedrijven willen investeren in opkomende markten, dan moeten bedrijven die het zelf kunnen financieren dat ook zelf doen.

Wij willen bedrijven ondersteunen die het anders niet zou lukken. In deze slechte

(9)

IX economische periode moeten wij bedrijven misschien extra stimuleren en daarom het budget op peil houden. Ik vind dus dat het budget nu goed is.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Dat verschilt per jaar, maar over het algemeen wordt er zeker 90% van het budget gecommitteerd.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

Ik denk dat er niet veel zou gebeuren met de vraag indien het budget zou veranderen. De ontwikkeling van de vraag vanuit het bedrijfsleven ligt aan de economische conjunctuur.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Consultants zijn een dergelijke groep, omdat ze vaak geen strategisch belang hebben in de opkomende markten. Grote bedrijven nemen soms ook deel aan de PSO regeling, mits ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bij programmatisch PSO hebben we eigenlijk een iets andere doelgroep, waar de consultants bij horen. Consultants zijn vaak betrokken bij projecten vanuit programmatisch PSO.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

De regeling is bij veel bedrijven enigszins onbekend. Consultants maken bedrijven soms attent op deze regeling.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Ik denk dat bedrijven te weinig op de hoogte zijn van deze regeling. Ik weet echter niet hoe wij de promotie beter kunnen aanpakken. Wij promoten de regeling nu door middel van bijvoorbeeld de kamers van koophandel. Het MKB is een geïsoleerde club bedrijven, die niet snel ergens naar toe gaan om informatie in te winnen. Het MKB is moeilijk te bereiken.

Misschien moeten wij de regeling meer promoten door te adverteren in MKB vakbladen.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

Bij de ‘oude’ PSO regeling waren de administratieve lasten hoog. Er was veel bureaucratie rondom de regeling. Het PSO in zijn huidige nieuwe vorm lijkt administratief minder belastend. Wij hebben hier echter nog geen duidelijk en helder beeld van, omdat de regeling pas net is gestart.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

Ik vind regeling zelf vrij toegankelijk voor bedrijven, maar sommige bedrijven zijn het hier niet mee eens. Indien bedrijven echt wat willen in opkomende markten, dan moeten ze energie steken in een goed plan. Consultants kunnen helpen bij het uitwerken van het plan van een bedrijf. Bedrijven weten vaak wel wat ze willen, maar kunnen dit niet altijd goed opschrijven. Wij hebben intern discussies over de taal waarin de aanvragen moeten worden gedaan. Onze tender is in het Engels en het businessplan van de ondernemer moet ook in het Engels geschreven zijn. Het is niet altijd duidelijk wat het nut hiervan is. De Engelse taal schrikt het MKB in ieder geval af, zeker omdat het taalgebruik zeer formeel is. De tender zou in normaal Nederlands geschreven moeten worden, zodat het MKB hier direct mee aan de slag wil en kan. De doelgroep is het Nederlandse MKB en niet het buitenlandse.

PESP

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

Het is een regeling die een haalbaarheidsstudie betaald, waarbij op het eind zicht moet zijn op een behoorlijke hoeveelheid export van een Nederlands bedrijf.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

Het doel is het bevorderen van de Nederlandse export in opkomende markten. De doelgroep is het Nederlandse MKB.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

Ik denk dat het aansluit bij de vraag. Indien een bedrijf interesse heeft voor activiteiten in een bepaald gebied, dan wil dat bedrijf ook een haalbaarheidsstudie doen. Deze studie kost veel geld. De PESP regeling vergoedt deze kosten en sluit dus goed aan op de vraag.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

De studie wordt voor 2/3 gefinancierd door SENTER, dat is een behoorlijke tegemoetkoming.

(10)

X Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Het budget is 11 miljoen euro.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Ik vind het budget voldoende.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Het budget wordt voor 90 procent verbruikt.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

Op deze vraag is hetzelfde antwoord van toepassing als bij deze vraag over de PSO regeling.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Consultants spelen ook hier een rol. Het zou kunnen dat consultants misbruik maken van de regeling om zichzelf aan het werk te houden.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Consultants stimuleren bedrijven om gebruik te maken van het PESP.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Net als bij het PSO, is het MKB niet goed genoeg op de hoogte van deze regeling. Op deze regeling zijn ook dezelfde problemen van toepassing.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

De administratieve lasten zijn een stuk minder hoog dan bij het PSO; ze zijn relatief laag.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De aanvraagprocedure is in het Nederlands. Het is een vrij praktische aanvraagprocedure.

IFOM

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

De IFOM verstrekt een achtergestelde lening aan een bedrijf, dat een grootaandeelhouder is in een bedrijf in een opkomende markt. Deze lening behoeft geen onderpand en wordt puur op het businessplan verstrekt tegen een relatief reëel rentepercentage.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

Het doel is het stimuleren van het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten. De doelgroep is het Nederlandse MKB.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

Er is heel veel behoefte vanuit het Nederlandse MKB aan een dergelijke regeling. De vraag sluit heel goed aan bij wat de regeling inhoudt. FMO biedt heel goede financieringen voor bedrijven.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

Deze regeling voorziet absoluut in een behoefte van het bedrijfsleven, omdat dit heel goede financieringen zijn voor bedrijven die dochters hebben in opkomende markten. Er zijn ook weinig substituten voor.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Ik denk niet dat deze regeling aan een budget gebonden is.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Deze vraag is dus niet van toepassing.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Deze vraag is ook niet van toepassing.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

De vraag hangt af van de toegankelijkheid van de financiering en de activiteiten van bedrijven

in opkomende markten en niet van het budget. De ondergrens en bovengrens van deze

financiering ligt goed naar mijn idee, dit hoeft niet te worden aangepast.

(11)

XI Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Die mogelijkheid bestaat niet, omdat bedrijven moeten investeren in opkomende markten.

Heel misschien dat venture capital activiteiten binnen deze regeling passen.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

De zoektocht naar financiering is meestal vanuit het bedrijf zelf. Deze regeling wordt dus niet aangedragen door derden.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Bedrijven zijn slecht op de hoogte van deze regeling. Dit heeft onder meer te maken met de overgang van de regeling van NIB capital naar FMO. Hierdoor heeft de regeling een tijd stil gelegen en is er weinig ruchtbaarheid aan gegeven.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

Die vallen mee. De regeling is qua administratieve lasten niet veel anders dan een lening bij de meeste banken.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De aanvraagprocedure is niet moeilijk. Net als bij andere banken moet een bedrijf haar zaken natuurlijk voor elkaar hebben. Een goed businessplan is belangrijk. De aanvraagprocedure van het PSO is moeilijker.

TAOM

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

De regeling subsidieert kennisoverdracht naar opkomende markten door middel van managementondersteuning en scholing.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

De doelgroep is het Nederlandse MKB en het doel is het positioneren van het Nederlandse MKB in opkomende markten.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

Daar kan ik niet veel over zeggen, omdat ik daar te weinig informatie over heb.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

Dat weet ik niet.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Het budget is ongeveer 6 miljoen euro.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Het budget is naar mijn mening voldoende.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Het budget wordt vrijwel helemaal verbruikt.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

De vraag is minder gevoelig voor budget verandering dan voor een verandering in de procentuele bijdrage. Indien deze bijdrage omhoog gaat dan komen er meer aanvragen.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

NGO’s (scholen en trainingsinstituten) die actief zijn in opkomende markten maken gebruik van deze regeling.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Ik denk dat die scholen en trainingsinstituten deze regeling aandragen bij bedrijven.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Het MKB is slecht op de hoogte van deze regeling.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

Dat weet ik niet.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

Dat weet ik niet.

(12)

XII Interview met één van de medewerkers van Senter

PSO

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

Er zijn twee poten binnen het PSO: programmatisch PSO en Business to Business PSO.

Economische kennisoverdracht staat hierbij centraal.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

De doelstelling is tweeledig. De transitie doelstelling heeft als doel de operatielanden te assisteren bij de transitie van een centraal gerichte economie naar een marktgestuurde economie. De tweede doelstelling, de positioneringsdoelstelling, is gericht op het positioneren van Nederlandse bedrijven in de operatielanden door middel van projecten. Met positioneren wordt bedoeld het duurzaam handeldrijven met bedrijven in de operatielanden, het investeren in die landen of het vestigen aldaar. De aandacht van Senter ligt voornamelijk bij het MKB in Nederland en niet zozeer bij de grote bedrijven. Het MKB is de eigenlijke doelgroep.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

De regeling zou goed moeten aansluiten, omdat de regeling middels een tender wordt uitgevoerd. Op deze tender kunnen bedrijven zich inschrijven. Het belang van het bedrijf wordt verwoord in het voorstel wat de bedrijven zelf insturen. De regeling is daardoor voor een deel vraaggestuurd. Bedrijven geven aan wat ze zouden willen doen in opkomende markten door middel van het inschrijven op de tender. In hoeverre de tenders aansluiten bij de vraag vanuit de gehele MKB sector is moeilijk te zeggen. De bedrijven die nu betrokken geven aan dat de regeling aansluit, vooral door middel van het inschrijven op de tenders.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

Een project wordt vaak uitgevoerd door een aantal verschillende bedrijven. Consortiums van consultants en bedrijven die kapitaalgoederen produceren komen vaak voor. De financiering vanuit het PSO voldoet aan de verwachtingen van een dergelijk consortium. Het is moeilijk te zeggen of de financieringsbehoefte van de hele MKB sector in voldoende mate wordt vervuld, aangezien Senter vaak te maken heeft met voorgeselecteerd deel van de MKB sector. De overheid geeft het groepje bedrijven een contract, maar heeft in eerste instantie niets te maken met eventuele vervolgfinanciering. Er is een verschil tussen de financieringsbehoefte van bedrijven die een strategische uitbreiding voor ogen hebben en de financieringsbehoefte van consultants die opdrachten willen verwerven. Ik betwijfel in hoeverre het PSO voorziet in de financieringsbehoefte van een bedrijf die een strategische uitbreiding voor ogen heeft. Het vervolg van een PSO project loopt vaak spaak, daaruit kun je de conclusie trekken dat het PSO tekort schiet bij de strategische financieringbehoefte. Het nieuwe PSO is meer resultaat gericht door middel van de milestones. Er wordt meer aandacht besteed aan strategie en aan spin-off. Het resultaat is echter over een tijd pas zichtbaar.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Het budget is 43 miljoen euro in totaal. 32 miljoen euro voor Business to Business PSO en 11 miljoen voor Programmatisch PSO. Er komt tevens 3 a 4 miljoen euro van het ministerie van VROM, dit wordt ook uitgezet door middel van een tender.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Mijn persoonlijke visie is dat er meer aandacht zou moeten zijn voor strategische uitbreiding

van bedrijven en minder voor het verstrekken van opdrachten aan bijvoorbeeld consultants. In

dat opzicht zou het budget verminderd kunnen worden. Het budget zou meer aangewend

moeten worden voor Nederlandse bedrijven die kapitaalgoederen produceren of eventueel

diensten en die echt duurzame handelsrelaties willen opzetten in opkomende markten. Ik

bedoel hier niet mee dat er minder geld voor kennisoverdracht zou moeten zijn, maar de rol

van de consultants en het verrichten van studies zou verminderd kunnen worden. In het

nieuwe programma hebben de consultants een kleinere rol gekregen. Het verminderen van het

budget heeft niet automatisch tot gevolg dat het programma minder goed uitgevoerd zou

kunnen worden. De omvang van de projectbudgets zouden gereduceerd kunnen worden. De

kapitaalgoederen worden voor 80% door Senter vergoedt aan buitenlandse bedrijven, dit moet

geen 100% worden want dat is marktverstorend.

(13)

XIII Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Voor beide PSO programma’s wordt het budget voor 100% besteed. Heel zelden wordt er iets niet aanbesteed. Het budget is 32 miljoen voor business to business, Senter krijgt vaak meer dan het dubbele van dit bedrag binnen aan projectvoorstellen. De vraag is zo hoog dat alle projecten op een goede manier aanbesteed kunnen worden.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

De vraag zou niet reageren. Door het strakker hanteren van de resultaatverbintenis is het aantal projectvoorstellen afgenomen. Dit heeft niets te maken met het budget.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Ja, dat kan vrij gemakkelijk. Buitenlandse bedrijven die zich hier vestigen door middel van het oprichten van een BV en die kleinschalige economische activiteiten uitvoeren, kunnen in aanmerking komen voor de PSO regeling. Dit is niet de bedoeling, maar het gebeurd.

Onderdelen van grote bedrijven die in enige mate zelfstandig zijn, melden zich soms ook aan.

Soms steunt Senter deze onderdelen wel, omdat het voor grote bedrijven ook een opstap kan zijn om economische activiteiten te ontwikkelen in opkomende markten. Consultants behoren ook eigenlijk ook niet tot de doelgroep en passen dus ook in deze categorie. Consultants zijn geen ondernemingen die handel drijven met, en investeren in, opkomende markten. Het is op zich niet verkeerd dat de Nederlandse overheid de consultants ondersteund. Ze zijn belangrijk in onze economie en kunnen het MKB ook ondersteunen, maar ze behoren niet tot de doelgroep. Indien consultants echter de “lead” krijgen in een PSO project, dan vind ik dat de overheid niet goed bezig is. Indien ze het MKB ondersteunen dan is de overheid wel op een verantwoorde manier bezig.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Consultants kunnen een dergelijke groep zijn. Indien consultants de regeling aandragen bij het Nederlandse bedrijfsleven, zodat de bedrijven deze regeling op een strategische manier gebruiken, dan is dit zeer gewenst. Indien ze de regeling aandragen om er zelf beter van te worden, dan is dit niet gewenst. Ik ben bang dat consultants het PSO vaak op de tweede manier gebruiken. In het nieuwe PSO is er een resultaatsverbintenis waarbij spin-off naar Nederland gecreëerd moet worden. Consultants kunnen in deze vorm minder gemakkelijk bedrijven aan elkaar koppelen, zonder dat er een duurzame samenwerking ontstaat.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Men is goed op de hoogte van deze regeling. Bedrijven die niet op de hoogte zijn van het PSO weten, zijn veelal niet geïnteresseerd in opkomende markten. Hierdoor komen ze niet in aanraking met het PSO.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

De administratieve lasten waren heel hoog. Consultants moesten vaak de papierenrompslomp voor de bedrijven verzorgen, omdat zij bekend waren met de eisen van Senter. In de nieuwe opzet zijn de administratieve lasten flink omlaag gegaan.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De aanvraagprocedure was erg ingewikkeld. De consultants hadden tot voorkort vaak het initiatief in de procedure en dat kwam vaak het strategische belang van het project niet ten goede. Senter richt zich nu meer op businessplannen. Dit heeft wel enigszins tot verwarring geleid, maar ik denk dat het op de lange termijn beter is voor de gebruikers. De aanvraagprocedure is dus in theorie makkelijker geworden.

PESP

Kunt u uitleggen wat de regeling inhoudt?

Het PESP is het Programma Economische Samenwerking Projecten van Senter. Het budget is

ongeveer 11 miljoen euro. Het PESP ondersteunt haalbaarheidsstudies van Nederlandse

bedrijven die willen exporteren naar niet-OESO landen. Bedrijven krijgen een financiële

tegemoetkoming voor de studies. Dit is een tegemoetkoming tot twee derde van de kosten. De

haalbaarheidsstudie moet aantonen of er een markt is voor datgene wat het bedrijf wil

exporteren. Het gaat vaak om grote exporttransacties waardoor ook de financiële haalbaarheid

onderzocht wordt, zodat het bedrijf dit aan haar bank kan laten zien.

(14)

XIV Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

Het doel is om Nederlandse bedrijven naar opkomende markten te laten exporteren. De doelgroep is het Nederlandse MKB.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

Het programma is vrij succesvol. De regeling sluit goed aan bij de vraag die er is. De aanbesteding van het PESP is anders dan de aanbesteding van het PSO. Bij het PESP is er namelijk een jaarlijks budget. Indien een aanvraag aan de eisen voldoet dan wordt er geld toegekend totdat het budget op is. Ik weet niet hoe snel dit gebeurd.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers

Bij grote studies over ingewikkelde of specialiseerde zaken is het voor bedrijven belangrijk om extra financiering aan te trekken. In dat geval helpt het PESP een bedrijf een heel eind op weg. Kleinere studies kunnen bedrijven eigenlijk best zelf financieren indien het exportproject groot genoeg is. Er moet dan ook worden opgepast dat de regeling niet te veel de financieringsbehoefte van consultants vervult.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Ongeveer 11 miljoen euro. Maximaal 2/3 van de studiekosten worden vergoed tot een maximum van 140.000 euro. De maximale omvang van het project mag 210.000 euro zijn.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Voor haalbaarheidsstudies is niet zo heel veel geld nodig. Het budget zou dus voldoende moeten zijn. Bedrijven met een strategische intentie zijn vaak bereidt zelf ook te investeren in haalbaarheidsstudies. Veel geld wordt echter opgeslokt door consultants. Ik zou zelf het budget eerder naar beneden bijschroeven dan naar boven.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

De vraag is groter dan het aanbod. Het budget gaat helemaal op. Er is bij dit soort programma’s in het algemeen weinig vrijval van budget.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

Dat weet ik niet.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

De consultants maken veel gebruik van deze regeling net zoals grote bedrijven. Dit komt door dat er in Nederland BV’s worden opgericht om in aanmerking te komen voor subsidie.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Dit wordt door consultants gedaan. Dit gebeurt soms op een manier die niet gewenst is.

Consultants profiteren soms van de regeling, terwijl het eigenlijk niets duurzaams oplevert.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Ik denk dat bedrijven net zo goed op de hoogte zijn van deze regeling als van de PSO regeling. Ze zijn dus vrij goed op de hoogte. Door de fusie van Senter met de EVD zal de informatieverstrekking nog beter worden. Het is daardoor te verwachten dat bedrijven in de toekomst nog beter op de hoogte zullen zijn van dit soort regelingen.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van de regeling?

De administratieve lasten zijn minder hoog dan bij de PSO regeling. Bij de overheid kost alles wel vrij veel tijd. Dat is hier ook zo.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De aanvraagprocedure is niet moeilijk. Bedrijven moeten zelf zorgen dat ze in een regeling

passen. Bedrijven moeten niet moeten niet boos zijn op de overheid indien ze geen contract

krijgen, ze kunnen beter zorgen dat ze de regeling gebruiken waarvoor de regeling bedoeld is .

(15)

XV Interview met een venture capitalist

IFOM

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

Het is een achtergestelde lening, voor bedrijven die in Oost Europa investeren. De regeling wordt uitgevoerd door FMO. De overheid staat garant voor de regeling. De lening wordt alleen verstrekt indien een Nederlandse onderneming voor minimaal 40 procent risicodragend investeert in een onderneming in een opkomende markt. De rente die wordt gerekend is vrij laag. Ongeveer 6 procent. De looptijd van de lening is ongeveer drie tot vijf jaar.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

De doelgroep wordt gevormd door middelgrote Nederlandse ondernemingen, die moeite hebben hun financiering rond te krijgen voor een risicodragende investering in opkomende markten. Het doel is uiteindelijk het promoten van het Nederlandse MKB in opkomende markten.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

De regeling sluit goed aan bij de behoefte van het Nederlandse MKB. Het probleem is dat de mensen die de regeling uitvoeren geen goed idee hebben van het potentieel van het bedrijf in de opkomende markt en wat de risico’s zijn. Dit levert soms een mismatch op bij het evalueren van voorstellen. Om een voorstel goed te kunnen beoordelen moet de uitvoerende instantie zelf locaal aanwezig zijn of minimaal locale partners hebben. Die locale partners zouden venture capital organisaties kunnen zijn. Indien de regeling beter bekend zo zijn, zou de behoefte beter vervuld kunnen worden. Op dit moment voorziet deze regeling echter al een heel stuk in de behoefte.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

Ik denk dat de regeling de financieringsbehoefte van de gebruikers ongeveer voor de helft vervult.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Ik denk dat het rond de 60 miljoen euro ligt. De ondergrens van de kredietverstrekking ligt op 45.000 euro, de bovengrens op 2,3 miljoen euro.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Ik denk dat het budget ruim voldoende is. Het kan efficiënter worden besteed.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Ik denk niet dat het budget op gaat of is. Ik weet dat er nu voorstellen worden aangenomen.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

De vraag zou daar waarschijnlijk niet op reageren.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Die mogelijkheid is er niet of nauwelijks.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Ik denk dat dit wel gebeurd, met name door consultants. Veel intermediairs spelen een rol in het aanbrengen van deze regeling bij bedrijven.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Bedrijven zijn onvoldoende op de hoogte van deze regeling. Er moet wat aan de bekendheid van de regeling gedaan worden.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

Dat kan ik niet inschatten.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

Het is een lastige procedure. De ondernemer moet een heel goed businessplan inleveren.

Daarbij heeft hij vaak de hulp nodig van een consultant. Voor FMO is het moeilijk een

businessplan goed te beoordelen. Venture capital organisaties zouden met hun locale kennis

dit plan kunnen helpen beoordelen.

(16)

XVI TAOM

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

De regeling stelt geld beschikbaar voor managementondersteuning, scholing en het inhuren van experts voor joint ventures in opkomende markten.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

De doelstelling is het succesvol positioneren van Nederlandse bedrijven in opkomende markten. De doelgroep is Nederlandse ondernemers die willen investeren in opkomende markten.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

Een ondernemer zal niet snel bij FMO aankloppen voor deze regeling omdat er veel administratie bij komt kijken. Er zijn consultants die hierop inspelen en die op deze manier een graantje meepikken van deze regeling. Er is bij deze regeling geen resultaatsverbintenis, zoals dat bij veel nieuwe regelingen het geval is. Dit bevordert de praktische relevantie van deze regeling niet. Er is geen inspanningsverbintenis, zodat er misbruik kan worden gemaakt van de TAOM regeling. Bestaande joint ventures kunnen beter op een andere manier gestimuleerd worden. Indien de overheid geld kwijtraakt dan moet het bedrijf ook geld kwijt raken. Het bedrijf moet een zeker risico lopen. Er moeten instrumenten inzet worden waarop een afrekening kan plaatsvinden. In de praktijk betalen bedrijven bijna niets aan kosten voor managementondersteuning en scholing omdat er gefraudeerd word met de kosten. Deze regeling stimuleert mensen ook niet om een joint venture op te starten.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

De gebruikers van de regeling krijgen een tegemoetkoming in de kosten. Het voorziet wel in voldoende mate in de financieringsbehoefte. De tegemoetkoming is eerder te veel dan te weinig. Er wordt veel gefraudeerd met deze regeling. De regeling werkt misbruik in de hand, omdat de afrekening erg arbitrair is. De overheid kan niet goed inschatten wat de werkelijke kosten zijn.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

De tegemoetkoming bestaat uit een vergoeding van een ongeveer vijftig procent van de management kosten en scholing. Het totale budget weet ik niet.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Het budget is voldoende, maar het zou beter anders kunnen worden besteed.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Ik denk dat 70 a 80 procent van het budget besteed wordt.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

Ik denk dat de vraag daar niet of nauwelijks op zal reageren. Daarvoor is de bekendheid te laag.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Dit is een typische regeling waar consultants gebruik van maken. Er wordt door de consultants en misschien ook andere groepen met deze regeling gefraudeerd.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Consultants stimuleren bedrijven in enige mate om gebruik te maken van de regeling. Ik denk echter dat ze dit doen voor hun persoonlijk gewin.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Bedrijven zijn in het algemeen onvoldoende op de hoogte. De informatieverstrekking kan verbeterd worden.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

De administratieve lasten van deze regeling zijn zeer hoog. Dit komt doordat de resultaten moeilijk te meten zijn en er daarom veel papierwerk gevraagd wordt door FMO. Er wordt veel met timesheets gewerkt, dit is belastend voor de bedrijven.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De aanvraagprocedure is vrij lastig. De regeling is vrij bureaucratisch opgezet.

(17)

XVII PESP

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

De PESP regeling betaalt een gedeelte van technische en financiële haalbaarheids studies. De regeling is bedoeld voor bedrijven die iets nieuws willen opzetten in opkomende markten en daarvoor eerst een studie willen verrichten.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

De doelstelling is Nederlandse bedrijven richting opkomende markten in Centraal en Oost Europa te lokken. De doelgroep is het Nederlandse MKB.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

Ik denk dat deze regeling vrij goed aansluit bij de vraag die er in de praktijk is.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

De overheid betaald te veel, namelijk tweederde van de studiekosten. De overheid moet goed monitoren dat er geen misbruik gemaakt wordt van deze regeling.

Er wordt gefraudeerd met timesheets, het aantal gebruikte dagen, de dagvergoeding en kosten voor studies. In de praktijk betaalt de overheid bijna het hele project.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Het budget is ongeveer 10 miljoen euro.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Ik vind dat het budget voldoende is en dat het niet aangepast hoeft te worden.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Het budget gaat vrijwel helemaal op.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

De vraag zou denk ik toenemen indien het budget hoger wordt. Ik denk echter niet dat het extra geld goed wordt gebruikt. Het stimuleert waarschijnlijk het aantal fraudegevallen.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Consultants maken veel gebruik van deze regeling. Ze doen vaak zelf mee in de projecten.

Consultants maken afspraken met bedrijven en de overheid over het aantal dagen dat de studie duurt. In de praktijk werken ze korter waardoor het bedrijf minder hoeft te betalen dan één derde van de kosten.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

De consultants stimuleren bedrijven om activiteiten op te zetten in opkomende markten. Dit is positief voor deze regeling.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Nederlandse bedrijven zijn niet goed op hoogte. Consultants zorgen voor enige bekendheid.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

De administratieve lasten zijn vrij hoog. Dit ligt in het karakter van deze regeling.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De aanvraagprocedure is niet heel ingewikkeld, maar wel ingewikkeld genoeg dat de procedure meestal wordt overgelaten aan consultants.

PSO

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

De regeling is opgericht om samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse bedrijven en bedrijven in opkomende markten te stimuleren. Er worden meestal in Nederland geproduceerde goederen of installaties gesubsidieerd die bestemd zijn voor het bedrijf in de opkomende markt.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

De doelstelling is het opzetten van commerciële samenwerkingsverbanden tussen

Nederlandse bedrijven en bedrijven in opkomende markten. Een bijkomend doel is kennis

(18)

XVIII overdragen vanuit Nederland naar opkomende markten. De doelgroep is het Nederlandse MKB.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

De regeling sluit goed aan bij de vraag die er in de praktijk is. Er zijn veel inschrijvingen op de tenders. Er moeten altijd bedrijven worden afgewezen. Dit geeft een indicatie dat er zeker vraag is naar de projecten die worden uitgeschreven.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

De regeling voorziet bijzonder goed in de financieringsbehoefte van de bedrijven die deelnemen. Misschien dat de regeling te veel voorziet in de financieringsbehoefte. Bedrijven lopen zelf te weinig risico, waardoor het vaak voorkomt dat projecten niet succesvol zijn.

Bedrijven in opkomende markten hoeven zelf niet of nauwelijks te investeren in het project.

Hierdoor ligt er vaak niet genoeg verantwoordelijkheid bij de profiterende bedrijven.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

In totaal is er 45 miljoen euro beschikbaar. Tweederde hiervan is voor business to business PSO en één derde hiervan is voor programmatisch PSO.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

Het is voldoende.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

Het hele budget wordt besteed.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

De vraag zou toenemen indien het budget groter wordt. Er is nu al meer vraag dan aanbod. Ik denk echter niet dat ze het budget moeten uitbreiden. De projecten moeten wel relevant blijven. Deze regeling is niet de meeste effectieve manier om het Nederlandse MKB te laten investeren in opkomende markten. Een gedeelte van de subsidie gaat naar de verkeerde mensen, namelijk consultants.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Nederlandse consultants maken gebruik van deze regeling. Ze maken ook misbruik van de regeling doordat ze samen met een Nederlandse ondernemer een buitenlands bedrijf benaderen. Ze beloven het bedrijf subsidiegeld van de Nederlandse overheid in ruil voor aandelen. Hierdoor profiteren consultants twee keer. Ze krijgen geld als consultant van de overheid en ze krijgen aandelen die ze later kunnen verkopen. De duurzame samenwerking die hier uit voorkomt geeft dit misbruik ook iets positiefs. Dit draagt bij aan het bereiken van de doelstelling van het PSO.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Consultants kunnen het initiatief nemen in deze regeling. Ze krijgen soms samen met het Nederlandse bedrijf aandelen in buitenlandse bedrijven. Dit stimuleert Nederlandse bedrijven om te investeren in opkomende markten.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Ik denk dat bedrijven goed bekend zijn met deze regeling. Consultants spelen hier ook een positieve rol in.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

In het verleden waren de administratieve lasten vrij hoog. In de nieuwe opzet van de regeling zijn de administratieve lasten minder geworden. Dit komt doordat er nu gewerkt wordt met milestones.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

Het is een aanvraagprocedure die bedrijven veel tijd vergt. Toch denk ik dat dit nodig is om

goede projecten te realiseren.

(19)

XIX Interview met één van de consultants

IFOM

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

Het IFOM biedt bedrijven de mogelijk om hun eigen vermogen te versterken door middel van een achtergestelde lening van de Nederlandse overheid.

Wat is volgens u de doelstelling en de doelgroep van de regeling?

Het doel is om het Nederlandse MKB te laten investeren in opkomende markten. De echte doelgroep is het Nederlandse MKB. De doelgroep die FMO moet formuleren vanwege de OESO richtlijnen is de bedrijven in opkomende markten die financiering nodig hebben.

In welke mate sluit de regeling aan bij de vraag van de in het beleid geformuleerde doelgroep?

IFOM is een van de weinige instrumenten waar Nederlandse bedrijven, die willen investeren in opkomende markten, echt behoefte aan hebben. De regeling heeft een lagere drempel gekregen zodat kleine bedrijven nu ook van de regeling kunnen profiteren. De ondergrens en de bovengrens zijn namelijk verlaagd. De mensen die de regeling uitvoeren zijn zeer ervaren, maar soms te kritisch. Hierdoor krijgen sommige bedrijven ten onrechte geen lening.

In welke mate voorziet deze regeling in een tegemoetkoming in de financieringsbehoefte van de gebruikers?

De financieringsbehoefte van het Nederlandse MKB is groter dan de IFOM regeling kan vervullen. De IFOM regeling vervult echter wel een groot deel van de behoefte.

Weet u hoe groot het beschikbare budget van deze regeling is, of kunt u er inschatting van maken?

Ik weet niet hoe groot het budget precies is.

Is naar uw mening het thans beschikbare budget voor deze regeling voldoende, of is er een andere kwalificatie van toepassing?

De behoefte vanuit het Nederlandse MKB is groter dan IFOM kan vervullen. Ik vind dat een regeling als IFOM meer budget verdient, omdat het een zeer grote behoefte vervult en wezenlijk bijdraagt om het Nederlandse MKB in opkomende markten te laten investeren.

Welk percentage van het budget wordt naar uw inschatting besteed?

De regeling heeft de potentie om het gehele budget om te zetten in achtergestelde leningen, mits de regeling goed gepromoot wordt.

Indien het budget zou worden aangepast, hoe zou de vraag vanuit het bedrijfsleven daar dan op reageren?

De behoefte aan deze regeling is groot. De promotie van de regeling zou de vraag kunnen doen aanwakkeren. Dit is nu belangrijker dan het budget vergroten.

Bestaat er een mogelijkheid dat andere groepen dan de doelgroep gebruik maken van de deze regeling? Zo ja, welke groepen zijn dat?

Deze regeling biedt weinig mogelijkheden voor andere groepen dan de doelgroep.

Denkt u dat de regeling door derden wordt gebruikt om het de doelgroep te stimuleren gebruik te maken van deze regeling? Zo ja, hoe gebeurt dat?

Ik denk niet dat dit veel gebeurd. Als consultant kan ik zeggen dat wij bedrijven niet benaderen met deze regeling in het achterhoofd.

In hoeverre denkt u dat het Nederlandse MKB op de hoogte is van deze regeling?

Nederlandse bedrijven zijn niet goed op de hoogte van deze regeling. FMO moet hier veel promotie voor gaan maken.

Hoe schat u de administratieve lasten in voor de gebruikers van deze regeling?

Indien een bedrijf de financiering heeft ontvangen, dan werkt het krediet net als bij elke andere bank. De administratieve lasten zijn niet hoog.

Hoe schat u de aanvraagprocedure in voor deze regeling?

De aanvraag is lastig, omdat de aanvraag gedaan moet worden voor het bedrijf in de opkomende markt.

TAOM

Kunt u kort uitleggen wat de regeling inhoudt?

De TAOM regeling biedt managementondersteuning en scholing aan bedrijven in opkomende

markten die een joint venture zijn aangegaan met een Nederlands bedrijf. Het Nederlandse

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

11.14  Er is geen luchtdebietregeling aanwezig: Advies: de mogelijkheden voor een vraag-gestuurde traploze regeling laten onderzoeken en deze zo mogelijk aanbrengen.. 11.15 

Simulated engine failure during approach asymmetric approach and procedal go-around asymmetric approach and procedural full stop landing Simulated forced landing (SE aircraft

Een vergunning als bedoeld in lid 3.4.1 wordt uitsluitend verleend indien door de in dat lid genoemde werken en werkzaamheden de natuurwaarde en/of landschappelijke waarden van

Daarnaast wordt voorgesteld het budget voor bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen ad € 20.500 toe te voegen aan de LDT. Een aantal gemeenten heeft deze norm

Bij verwerving van onroerende zaken en beëindiging van een aantal rechten door de gemeente ter voorkoming van een gerechtelijke onteigening is het normaliter redelijk de

Voor het kwartaal waarin deze regeling in werking treedt, geldt dat het bedrag aan middelen dat openbare lichamen op grond van artikel 7, eerste lid, buiten ’s Rijks schatkist

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief

De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Blaricum, Gooise Meren Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren, ieder voor zoveel het zijn