• No results found

Vraag nr. 18 van 10 oktober 1996 van de heer MANDUS VERLINDEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 18 van 10 oktober 1996 van de heer MANDUS VERLINDEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 18

van 10 oktober 1996

van de heer MANDUS VERLINDEN

Asbestconcentraties in verkeerstunnels – Onder-zoeksresultaten

In Frankrijk veroorzaakte de publicatie op 2 juli jongstleden van het asbestrapport van het Inserm (Institut pour la Recherche Medicale) heel wat b e r o e r i n g. Het leidde tot het totaalverbod door de Franse regering van de productie, de invoer en het gebruik van asbesthoudende producten vanaf 1 januari 1997.

De berichten over de gevaren van asbest voor de volksgezondheid zijn niet nieuw. Reeds in 1977 wees een EG-rapport op het verband tussen asbest en asbestose (asbestlong) en mesothelioom (long-of buikvlieskanker). Nederland zou trouwens door het asbestbesluit de productie en het gebruik van asbest in 1978 al verbieden. In ons land botsten kri-tische rapporten en parlementaire tussenkomsten vrijwel steeds op sussende verklaringen vanwege de overheid. Men verschool zich achter de verschil-len tussen "blauw" en "wit" asbest, asbest in water-leidingen kon niet worden ingeademd, het materi-aal moest maar met "aangepast" gereedschap wor-den bewerkt, enzovoort.

Geruchten over hoge concentraties van asbestdeel-tjes in verkeerstunnels leidden in 1990 tot een onderzoek in de Brusselse tunnels, waarbij zou zijn aangetoond dat de tunnellucht in de hoofdstad zeer zwaar verontreinigd is.

In Het Nieuwsblad van 21 augustus 1990 liet de toenmalige gemeenschapsminister van Vo l k s g e-zondheid Hugo Weckx weten dat hij het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (IHE) opdracht had gegeven de luchtkwaliteit te meten in een aan-tal Antwerpse verkeerstunnels (Wa a s l a n d t u n n e l , Ke n n e d y t u n n e l , Craeybeckxtunnel en Bevrijdings-tunnel).

In zijn vraag nummer 8 van 10 januari 1991 vroeg de heer Guido Janzegers naar de resultaten van dit o n d e r z o e k . De minister antwoordde dat er proble-men waren met de financiering van het onderzoek, maar dat het onderzoek toch zou doorgaan en dat hij uiterlijk op 15 februari 1991 in het bezit zou zijn

van de resultaten (Bulletin van Vragen en A n t w o o r

-den nr. 8 van 18 februari 1991, blz. 369 – red.).

In zijn vraag nummer 19 van 27 maart 1991 vroeg de heer Guido Janzegers andermaal naar de resul-taten van dit onderzoek. De minister antwoordde nu dat er problemen waren met het ijken van de apparatuur voor het onderzoek, maar dat het onderzoek toch zou doorgaan en dat hij uiterlijk in de loop van de maand juni in het bezit zou zijn van de resultaten (Bulletin van Vragen en A n t w o o rd e n

nr. 12 van 29 april 1991, blz. 587-588 – red.).

Werd dit onderzoek ooit nog uitgevoerd ? Zo ja, dan kreeg ik graag een gedetailleerd overzicht van de onderzochte polluenten en stoffen, samen met de gevonden waarden en een overzicht van de con-crete maatregelen die werden genomen om de diverse vormen van verontreiniging tegen te gaan. Indien het onderzoek ondertussen niet is gebeurd , wat zijn hiervoor de precieze redenen ? Is het de bedoeling dit onderzoek vooralsnog te laten uit-voeren ?

Antwoord

In de periode mei tot juni 1991 voerde het IHE metingen uit in twee Antwerpse tunnels. D i t gebeurde gedurende achtereenvolgens 10 en 7 opeenvolgende dagen in de Craeybeckxtunnel en Ke n n e d y t u n n e l . Met een mobiele meetwagen wer-den SO2, N O, N O2, C O, C O2, Totale Ko o l w a t e r s t o f-fen (TKWS) en zwevende deeltjes gemeten. D a a r-naast werd er een meetpost opgezet om V l u c h t i g e Organische Stoffen (VOS) en zware metalen te meten en namen de onderzoekers een aantal lucht-monsters voor de bepaling van het asbestgehalte. De exacte meetwaarden van alle geïdentificeerde stoffen vallen buiten de opzet van dit antwoord, maar kunnen in rapportvorm bij de administratie op eenvoudige vraag verkregen worden. Ik beperk mij hier dan ook tot een samenvatting.

In de C r a ey b e c k x t u n n e l werden met de mobiele meetwagen de volgende concentraties waargeno-men.

(2)

Polluent Eenheid Spitsuren Daluren Weekend Nacht SO2 µg/m3 200-350 7150-220 100-120 60-70 NO µg/m3 2500-3600 2000-3000 1700-2100 700-900 NO2 µg/m3 350-900 300-400 180-200 80-150 CO ppm 5-17 2-3 2-7 0-2 CO2 ppm 570 700 520-580 470-520 430-450

Zoals te verwachten zijn de concentraties het hoogst tijdens de spitsuren. In de Kennedytunnel tekenden de onderzoekers de volgende waarden op.

Polluent Eenheid Spitsuren Daluren Weekend Nacht

SO2 µg/m3 200-420 120-180 30-110 20-60 NO µg/m3 2500-3500 1500-2000 1000-1500 400-700 NO2 µg/m3 300-600 300 -350 140-300 100-150 CO ppm 8-10 1,5-2 2,5-7 0,2-1,5 CO2 ppm 600-650 450-550 420-480 380-420 SO2 : zwaveldioxide NO : stikstofmonoxide NO2 : stikstofdioxide CO : koolstofmonoxide CO2 : koolstofdioxide

Om de situatie in de Antwerpse en Brusselse tun-nels te vergelijken, hanteerden de onderzoekers de C O2-concentratie als geschikte indicator. D e z e concentratie is immers een maat voor de verhou-ding brandstofverbruik/ventilatie. De A n t w e r p s e tunnels bleken daarbij beter te zijn aangepast aan de heersende verkeerssituatie en/of de exploitatie ervan gebeurde op een meer oordeelkundige manier dan ten tijde van het onderzoek in de Brus-selse tunnels. Ter aanvulling moet wel worden opgemerkt dat, als gevolg van de vastgestelde situ-a t i e, de ventilsitu-atie in de Brusselse tunnels werd situ-asitu-an- aan-g e past.

De CO-concentratie bleek in de Antwerpse tun-nels nagenoeg een factor 10 lager te zijn dan in B r u s s e l , de SO2- en NOxpiek-concentraties zijn van dezelfde grootteorde in alle tunnels en de N Ox-daluurconcentraties zijn in Antwerpen een factor 2 lager.

Voor de Vluchtige Organische Stoffen blijkt dat de hoofdfractie wordt uitgemaakt door aromatische k o o l w a t e r s t o f f e n , met in dalende concentratie t o l u e e n ,b e n z e e n , x y l e e n , e t h y l b e n z e e n , . . . De

tun-nelwaarden liggen gemiddeld een factor 10 hoger dan de algemene omgevingsconcentratie en zijn van dezelfde grootteorde of licht hoger dan de concentraties in een verkeersdrukke stadsstraat. Voor de Po l y cyclische Aromatische Ko o l w a t e r s t o f-fen (PA K ’s) die verbonden zijn aan de deeltjes in de luchtverontreiniging geldt eveneens dat zij in de tunnel concentraties bereiken die een factor 10 hoger zijn dan in de omgevingslucht.

In de luchtstalen van de Kennedytunnel en de Craeybeckxtunnel werden geen risicodragende asbestvezels aangetroffen. De verkeerssituatie in de Kennedytunnel stelde geen probleem wat het asbestgehalte in de omgevingslucht betreft. D e buitenbekleding van de Kennedytunnel en de bekledingsplaten van de Craeybeckxtunnel ver-toonden wel risicodragende asbestvezels. Die kun-nen bij mechanische behandeling in de lucht wor-den verspreid en vooral door werknemers worwor-den ingeademd wanneer zij niet afdoende beschermd z i j n . Concreet werden er wat de Kennedytunnel en de Craeybeckxtunnel betreft maatregelen geno-men om de ventilatie verder te optimaliseren.

(3)

Gezien de situatie in de Brusselse tunnels besliste men daar permanent te ventileren tijdens de spits-u r e n . Men voerde tevens een snelheidsbeperking in van 50 km/u. Doch daar het prijskaartje voor deze permanente ventilatie te hoog was, besliste men om het ventilatiesysteem automatisch op te starten wanneer een bepaalde concentratie CO wordt b e r e i k t . Aangezien de studie uitwees dat het asbestgehalte in de omgevingslucht geen probleem v o r m d e, werden er hiervoor geen verdere maatre-gelen getroffen.

Zonder het belang van de luchtkwaliteit in tunnels te minimaliseren, mag toch nooit worden vergeten dat de belangrijkste bedreiging van het verkeer voor de volksgezondheid het hoge aantal verkeers-ongevallen is. Jaarlijks zijn er immers verschillende honderden doden en gewonden te betreuren als bijzonder zware tol van een steeds toenemende verkeersstroom.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 27 maart 1996 tekende het college van burge- meester en schepenen van Lubbeek beroep aan tegen de beslissing van 7 maart 1996 van de besten- dige deputatie van de

De waterloop De Laak en omgeving in A a r s c h o t zijn dringend aan sanering toe, niet alleen om het water te zuiveren, maar tevens om gezondheidsre- denen en omwille van de sluis

Een open verbinding met de Demer zou volgens sommigen het debiet kun- nen vergroten en aldus een zuiverend effect heb- ben?. Wat is het beleid van de minister in

Door de Regie der Gebouwen werd het bescherm- de gebouw "Ezeldijkmolen", gelegen in de Schaffenstraat in Diest,

Wat vooral opvalt is dat deze organisatie de emble- men gebruikt van de Verenigde Naties en van de Europese Unie, wat bij de lezer het vermoeden zou kunnen doen rijzen dat

Bestaat er terzake reeds een eenvormige regle- mentering waarbij duidelijk wordt bepaald wat kan (bijvoorbeeld barbecue, k a m p v u u r, bepaalde fol- kloreactiviteiten

Worden er in Vlaanderen nog bouwvergunnin- gen afgeleverd voor de bouw van handelszaken, al dan niet gecombineerd met een woning, aan de stadsranden?. Hoeveel dergelijke

3. a) Sinds 1 januari 1995 moet elke werkgever conform het ARAB een inventaris hebben opgemaakt van de plaatsen in zijn bedrijf waar asbesthoudende materialen aanwezig