• No results found

Goede gesprekken in Ontwikkelingsgericht Onderwijs door de MODEL2TALK interventie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Goede gesprekken in Ontwikkelingsgericht Onderwijs door de MODEL2TALK interventie"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Goede gesprekken in Ontwikkelingsgericht Onderwijs door de MODEL2TALK interventie

Chiel van der Veen, Femke van der Wilt, & Lotte Neering *)

*) Chiel van der Veen is universitair docent onderwijspedagogiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Femke van der Wilt is docent en onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Lotte Neering is leerkracht groep 1/2 op basisschool de Zuiderzee in Amsterdam.

Inleiding

In Ontwikkelingsgericht Onderwijs nemen goede gesprekken een centrale plek in. Dagelijks voeren leerkrachten gesprekken met leerlingen in de grote of kleine kring of geven zij leerlingen de ruimte om met elkaar in gesprek te gaan. Die gesprekken gaan over uiteenlopende onderwerpen en kunnen verschillende vormen aannemen. Wat al die gesprekken in Ontwikkelingsgericht Onderwijs met elkaar gemeen hebben, is dat ze fungeren als de lijm waarmee activiteiten in de klas met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn gesprekken een context waarin de leerling met de leerkracht, de leerlingen met elkaar en de leerling met de bredere wereld wordt verbonden. In dit hoofdstuk laten wie zien hoe goede gesprekken in Ontwikkelingsgericht Onderwijs vorm krijgen en hoe de MODEL2TALK-interventie leerkrachten hierin ondersteunt.

Goede gesprekken in Ontwikkelingsgericht Onderwijs

Al sinds de jaren ‘80 wordt in een groeiend aantal basisscholen werk

gemaakt van Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO; zie bijvoorbeeld van

der Veen & van Oers, 2019). Dit onderwijsconcept is voor een belangrijk

deel gebaseerd op de cultuurhistorische activiteitstheorie, waarvan de

Russische psycholoog en filosoof Lev Vygotskij één van de grondleggers is

(Van Oers, 2012). Om duidelijk te maken welke rol gesprekken spelen in

OGO, maken wij een koppeling met twee belangrijke uitgangspunten van

dit onderwijsconcept: (1) leren vindt plaats in sociale interactie, en (2)

(2)

goed onderwijs streeft naar een balans tussen de interesses van de

leerling en de doelen van de leerkracht. Wat betekent dit voor het voeren van gesprekken in de klas?

Uitgangspunt 1: Leren vindt plaats in sociale interactie

Vygotskij benadrukt in zijn werk het belang van sociale interacties voor het leren en de ontwikkeling van kinderen. In sociale interacties met anderen, zoals bijvoorbeeld ouders, leerkrachten of peers, worden nieuwe culturele tools aangereikt waaronder de taal. Toegepast op klassengesprekken betekent dit dat in OGO alle leerlingen de kans en de ruimte krijgen om deel te nemen en van en met elkaar te leren. Dat betekent niet dat elke leerling ook altijd iets zegt tijdens het gesprek. Ook gericht luisteren is een vorm van actief deelnemen. Om optimaal kansen te bieden om sociale interacties aan te gaan, kan er binnen een groepsgesprek bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van tweetalgesprekken. Door het inzetten van tweetalgesprekken krijgen alle leerlingen de kans hun perspectief in te brengen. Dat verrijkt het gesprek!

In goede gesprekken is niet alleen de leerkracht aan het woord, maar zijn de leerlingen juist ook met elkaar in gesprek. Dergelijke

gesprekken worden in de literatuur aangeduid als dialogische gesprekken (zie bijvoorbeeld O’Connor & Michaels, 2007). In dialogische gesprekken stelt de leerkracht veel open vragen, krijgen leerlingen de ruimte om hun ideeën met elkaar te delen, en worden leerlingen uitgedaagd samen na te denken en op elkaars bijdragen voort te bouwen. Dialogische gesprekken vormen op deze manier een rijke context om het perspectief van de ander te leren kennen. De leerkracht speelt hierin een cruciale rol. Zij/hij

orkestreert het gesprek, daagt kinderen uit kennis te verdiepen, verbindt bijdragen, brengt nieuwe kennis in en tilt het gesprek naar een hoger niveau. Op die manier vormen dialogische gesprekken in

Ontwikkelingsgericht een rijke context waarin veel te leren valt!

(3)

Uitgangspunt 2: Een balans tussen de interesses van de leerling en doelen van de leerkracht

In Ontwikkelingsgericht Onderwijs zijn leerkrachten voortdurend op zoek naar een verbinding tussen enerzijds de doelen die zij met hun leerlingen willen bereiken en anderzijds de motieven, voorkennis en interesses van de leerlingen. Concreet betekent dit dat leerkrachten leerlingen in

gesprekken proberen een stapje verder te brengen in hun denken, door aan te sluiten bij en ruimte te geven aan de kennis, motieven en vragen van leerlingen. Een goede voorbereiding is daarbij noodzakelijk. Wat wordt bijvoorbeeld het onderwerp van het gesprek? Wat weten de leerlingen daar al over? En welke kennis of vaardigheden hebben ze na afloop van het gesprek opgedaan? Een gesprek over ‘drijven en zinken’ is heel wat anders dan een gesprek over ‘emoties’. In het eerste geval wil je dat leerlingen begrippen als ‘gewicht’ en ‘materiaal’ op de juiste manier

gebruiken; in het tweede geval is er meer ruimte voor de eigen ervaringen van leerlingen.

In Ontwikkelingsgericht Onderwijs worden goede gesprekken ook altijd verdiept door de stap te maken naar een zogeheten polyloog. Een polyloog is een gesprek met ‘stemmen’ die niet fysiek aanwezig zijn in de klas (Dobber & van Oers, 2015). Deze ‘stemmen’ kunnen tijdens een gesprek worden ingebracht, bijvoorbeeld door het lezen van of verwijzen naar een boek of het bekijken van een filmpje. Door middels een polyloog nieuwe informatie en perspectieven in te brengen, wordt het gesprek verdiept en wordt de verbinding gezocht met de bredere wereld. Ideeën of vragen van de leerlingen kunnen zo bijvoorbeeld worden getoetst aan standpunten van experts die via informatiebronnen worden ingebracht in het gesprek. In Ontwikkelingsgericht Onderwijs worden gesprekken dus ook altijd verdiept door de verbinding te zoeken met de wereld buiten het klaslokaal.

MODEL2TALK: Leerkrachten ondersteunen in het voeren van

goede gesprekken

(4)

Hoewel gesprekken in OGO een centrale plek innemen, is het voeren van goede gesprekken geen sinecure. Hoe zorg je er als leerkracht voor dat alle leerlingen kunnen deelnemen aan een gesprek? Dat leerlingen naar elkaar luisteren en op elkaar voortbouwen? Ze niet alleen reageren op jou als leerkracht, maar ook op elkaar? En dat er samen wordt nagedacht? Om leerkrachten hierbij te ondersteunen hebben verschillende onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam, samen met een groot aantal

leerkrachten en nascholers, de MODEL2TALK-interventie ontwikkeld.

MODEL2TALK is een professionaliseringsprogramma bestaande uit (a) een workshop waarin leerkrachten informatie krijgen over dialogische gesprekken, video’s van gesprekken bekijken en

analyseren en oefenen met het voeren van dialogische gesprekken;

(b) een aantal begeleidingsmomenten in de klas, waarbij een

nascholer een video-opname maakt van een gesprek en fragmenten uit deze opname met de leerkracht(en) bespreekt;

(c) een leerkrachthandleiding met informatie over dialogische gesprekken en uitgewerkte materialen voor het oefenen van dialogische gesprekken;

(d) formulieren waarmee leerkrachten gesprekken kunnen voorbereiden en evalueren;

(e) een aantal gesprekstechnieken die leerkrachten kunnen inzetten bij het voeren van dialogische gesprekken en het opbouwen van een dialogische gesprekscultuur (zie Tabel 1; van der Veen & Van der Wilt, 2020).

In de afgelopen jaren zijn er twee grootschalige studies gedaan naar

de effectiviteit van de MODEL2TALK-interventie in kleuterklassen (Van der

Veen et al., 2017; Van der Wilt et al., ingediend). In beide studies werden

deelnemende leerkrachten en hun leerlingen willekeurig ingedeeld in een

controle- en interventiegroep. Alle leerkrachten voerden zes tot acht

gesprekken over een overkoepelend thema; in de eerste studie over het

thema ‘Wat voor dier is dat?’ en in de tweede studie over het thema ‘Dit is

mijn huis’. De leerkrachten in de interventiegroep volgden voorafgaand

(5)

aan de gesprekken een workshop. Tijdens de workshop werd er ingegaan op theorie rond dialogische gespreksvoering en werd er geoefend met het inzetten van de dialogische gesprekstechnieken. Naast het volgen van een workshop reflecteerden de leerkrachten in de interventiegroep op elk gesprek. Een aantal keer werden zij hierin begeleid door een nascholer, die samen met hen een video-opname van het gesprek terugkeek. Tijdens de reflecties stonden de volgende vragen centraal: Wat ging er goed en wat wil je de volgende keer anders doen? Lukt het om de

gesprekstechnieken in te zetten? Wat was daarvan het effect op de leerlingen en het gesprek? Aan welke gesprekstechnieken zou je de volgende keer nog meer aandacht willen besteden?

De resultaten van deze studies hebben laten zien dat de

MODEL2TALK-interventie een positief effect heeft op de taalontwikkeling van leerlingen uit groep 1 en 2: hun bijdragen aan het gesprek worden langer en complexer, ze reageren vaker op elkaar, en hun niveau van mondelinge communicatie gaat significant sterker vooruit. Daarnaast laat ons onderzoek zien dat MODEL2TALK leerkrachten ondersteunt in het voeren van dialogische gesprekken. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

Daarvoor nemen een kijkje in de klas van leerkracht Lotte Neering, een van de auteurs van dit artikel.

Tabel 1. De 10 gesprekstools uit de MODEL2TALK interventie

Gesprekstool Voorbeeld(en)

1 Daag leerlingen uit hun ideeën en gedachten te delen en hun eerdere bijdragen uit te breiden of te verhelderen

“Kun je daar nog iets meer over vertellen?”, “Kun je daar een voorbeeld van geven?”

2 Geef leerlingen tijd om na te denken en hun gedachten te structureren

Laat stiltes vallen na een vraag, laat leerlingen kort in tweetallen praten, laat leerlingen – in reactie op een vraag – eerst iets tekenen of schrijven

3 Herformuleer uitingen van leerlingen in rijkere en grammaticaal correcte taal (i.e., revoicing) en/of vraag om verduidelijking

“Dus jij zegt dat….?”, “Dus jij zegt…

begrijp ik je dan goed?”

4 Herformuleer uitingen van leerlingen om de aandacht van de groep op een bepaalde bijdrage te vestigen

“Cato zegt…. Wat denken jullie?”

(6)

5 Herformuleer uitingen van leerlingen om zo de bijdragen van leerlingen te positioneren

“Dus Bas, jij zegt…. Hoe zit het nu precies?”, “Dus volgens mij heeft Paul een ander idee dan Mo.

Daantje, hoe denk jij daarover?”

6 Daag leerlingen uit echt naar elkaar te luisteren en elkaars ideeën serieus te nemen

“Wie kan herhalen wat Lotte net zei?”

7 Daag leerlingen uit om te redeneren en hun ideeën te verdiepen

“Waarom denk je dat?”, “Gaat het altijd op die manier?”, “Wat als…?”

8 Daag kinderen uit om samen na te denken en voort te bouwen op elkaars bijdragen

“Ben je het eens met wat Myrthe net zei? Waarom?”, “Kun je nog iets toevoegen aan het idee van Sil?”

9 Maak samen afspraken over de gespreksregels

Stel samen met de kinderen gespreksregels op, zoals ‘we laten elkaar uitpraten’, ‘wanneer we iets beweren, dan geven we argumenten’, evalueer gesprekken met de kinderen

1 0

Daag kinderen uit te reflecteren op hun uitingen en het verloop van het gesprek

“Ik begrijp niet precies wat je bedoelt”, “Snapt Siema nu ook wat jij bedoelt?”

Een kijkje in de klas van Lotte

Lotte is leerkracht van groep 1/2 op basisschool de Zuiderzee in

Amsterdam, een school voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs. In de klas van Lotte nemen gesprekken een centrale plek in. Ze maakt hierbij al een aantal jaar gebruik van de principes van MODEL2TALK. Lotte vertelt:

“Als leerkracht leer ik door gesprekken wat de interesse van kinderen zijn, welke ideeën en kennis ze hebben, maar ook waar de vragen liggen. (…) Eigenlijk krijgt mijn onderwijs vorm door het voeren van gesprekken.”

Om goede gesprekken te voeren investeert Lotte veel tijd in het opbouwen van een dialogische gesprekscultuur, onder meer door samen met de kinderen gespreksregels op te stellen. De MODEL2TALK-interventie heeft haar hierin ondersteund:

“Door de video’s van gesprekken terug te kijken zag ik dat kinderen soms lijken af te dwalen, maar dan achteraf toch veel hadden opgepikt. Daar maak ik me nu dus

(7)

minder druk over. Ik bespreek wel vaak met de kinderen wat er belangrijk is om een goed gesprek te voeren. Dat het niet handig is wanneer je door elkaar heen praat, dat we goed naar elkaar luisteren. Ik benoem dat zelf in gesprekken ook heel expliciet: ‘Paul, kon jij Cato nu verstaan? Nee, ik eigenlijk ook niet, hoe komt dat?’. Ik wissel af met gesprekken in de kleine en grote kring, zodat alle kinderen succeservaringen kunnen opdoen.”

Investeren in het opbouwen van een dialogische gesprekscultuur levert veel op. Leerlingen leren beter met elkaar praten, luisteren gerichter naar elkaar en proberen elkaar echt te begrijpen. Aan het begin van het

schooljaar stond in de klas van leerkracht Lotte het thema ‘Ik ben ik en dit zijn wij’ centraal. De kinderen praten met elkaar over emoties, hoe je met elkaar omgaat en wat je doet als de ander boos is. Fatima, een meisje dat het lastig vindt om over haar emoties te praten, vertelt de andere

kinderen wat er gebeurt als zij boos is.

Fatima: “Ik loop altijd weg als ik boos ben”

Daantje: “Maar als je wegloopt weet ik niet wat er met je is.”

Leerkracht Lotte: “Oh, Fatima, hoor je wat Daantje zegt? Ze wil graag weten wat je voelt als je wegloopt. Klopt dat, Daantje?”

Daantje: “Ja, dat is zo, want dan is ze boos, maar loopt ze weg. Maar dan weet ik niet waarom.”

Leerkracht Lotte: “Wat denk jij daarvan, Fatima?”

Fatima: “Maar ik moet rustig worden.”

Leerkracht Lotte: “Daantje, snap jij wat Fatima bedoelt?”

Daantje: “Misschien dat ze eerst even alleen boos moet zijn?”

Leerkracht Lotte: [kijkt verwachtingsvol naar Fatima]

Fatima: “Ja! Eerst moet ik even alleen boos zijn, dan ben ik niet meer boos en dan kan ik weer spelen!”

Daantje: “Dan ben ik ook niet meer boos!”

In dit transcript zien we hoe Lotte leerlingen de ruimte geeft om hun

perspectief te delen, bijdragen van leerlingen met elkaar verbindt en

toewerkt naar gedeeld begrip. De leerlingen reageren op elkaar en

proberen elkaar echt te begrijpen. Dit doen de leerlingen niet alleen

tijdens kringgesprekken; het willen begrijpen van elkaar is onderdeel

geworden van de cultuur in de klas van Lotte:

(8)

“Ik hoorde laatst nog een kind tegen een ander kind in de klas zeggen: ‘Ik weet niet wat je bedoelt, maar misschien kun je het in een boek laten zien?’”

Tot slot

In dit hoofdstuk hebben wij laten zien dat goede gesprekken een centrale plek innemen in de praktijk van het Ontwikkelingsgericht Onderwijs. De MODEL2TALK-interventie ondersteunt leerkrachten om die gesprekken op een dialogische manier te voeren. De praktijk van leerkracht Lotte laat zien dat dit waardevolle gesprekken oplevert waarin kinderen hun ideeën delen, kennis verdiepen en elkaar echt proberen te begrijpen. Die ervaring gun je alle kinderen!

Referenties

Dobber, M., & van Oers, B. (2015). The role of the teacher in promoting dialogue and polylogue during inquiry activities in primary education.

Mind, Culture, and Activity, 22(4), 326- 341.

O’Connor, C., & Michaels, S. (2007). When is dialogue ‘dialogic’? Human Development, 50(5), 275-285.

Van Oers, B. (Ed.)(2012). Developmental Education for young children:

Concept, Practice, and Implementation. Dordrecht, the Netherlands:

Springer.

Van der Veen, C., de Mey, L., van Kruistum, C., & van Oers, B. (2017). The effect of productive classroom talk and metacommunication on young children’s oral communicative competence and subject matter

knowledge: An intervention study in early childhood education.

Learning and instruction, 48, 14-22.

Van der Veen, C., & van Oers, B. (2019). De Cultuurhistorische

Onderwijspedagogiek als narratief: een reflectie op 50 jaar theorie- gestuurde praktijkvernieuwing in het onderwijs. Pedagogiek, 39(3), 291-309.

Van der Veen, C., & van der Wilt, F. (2020). Dialogische gesprekken in de

klas? Dat is de investering meer dan waard! Zone, Tijdschrift voor

spelend en onderzoekend leren, 19(3).

(9)

Van der Wilt, F., Bouwer, R., & van der Veen, C. (ingediend). Dialogic

classroom talk in early childhood education: The effect on language ability

and social competence.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit het kwalitatieve onderzoek, bestaande uit interviews met gedetineerden (n=21) blijkt dat de ervaren waarde van de gesprekken groot is, met name in contrast tot andere

12 De leerkracht heeft tijdens de les duidelijke routines op het gebied van klassenmanagement, zodat de kinderen goed zelfstandig kunnen werken aan de opdrachten..

8 De leerkracht bewaakt de tijd goed en zorgt ervoor dat er nu ongeveer 15 minuten van de les verstreken zijn..    

De leerling neemt soms beurten wanneer deze aan meerdere gesprekspartners worden toegewezen en doet dat zelden op eigen initiatief.. De leerling neemt regelmatig beurten op

De expertleerlingen lijken onvoldoende kennis te hebben overgedragen aan de overige leerlingen. Deze conclusie is gebaseerd op het gegeven dat maar 32,8% van de overige leerlingen

Hiermee wordt ingezet op meer spreiding van de sociale huurwo- ningvoorraad over de gemeente en meer markt-/middensegmenthuur- woningen voor woningzoekenden die niet

Daar- naast waren ze verantwoordelijk voor het toezicht op en de zielzorg voor de leerlingen van de Latijnse school, die gehuis- vest waren in het Arme *Fraterhuis.. Na Herps

Uit de Thinking Routines van Ron Ritchhart zijn het vooral de zogenaamde Fairness Routines en de Truth Routines die ingezet kunnen worden om leerlingen te ondersteunen