• No results found

Hoe -zal in de naaste toekomst ons land worden bestuurd ~

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe -zal in de naaste toekomst ons land worden bestuurd ~ "

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJBEID EN

DEMOCRATIE

Zatorcl•o 2 Dec. 1950 Mo. 137

Nationaal Kabinet en Derde Macht

pag. 7

WEEKBLAD VA"' DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Hoe -zal in de naaste toekomst ons land worden bestuurd ~

ook temidden van de internationale span~

ningen van het ogenblik blijft de vraag:

,.Hoe zal in de naaste toekomst ons kleine land worden bestuurd?" wel van zodanige betekenis dat bezinning daarop gerechtvaar~

digd mag heten. We zouden het ook anders kunnen zeggen: naarmate de internationale situatie verwarder wordt dringt de nood·

zaak, in eigen land zo goed mogelijk orde op de zaken te stellen. De Tweede Kamer heeft daarom in onze ogen geen onnut werk ge~

daan, door bij de begrotingsdebatten aan ...

dacht te wijden aan het karakter van het huf ...

dige en de samenstelling van een volgend Kabinet. Slechts zou de vraag geopperd kun•

nen worden, of de heer Romme de proporties, waarop wij hierboven wezen, niet enigszins uit het oog verloor, toen 'hij zo nadrukkelijk bleef aandringen op vervanging van een . ,.neutrale" minister door een onverdacht

christelijk~ historische ...

De oorspronkelijke basis van het zittende Kabinet was een bredere dan die van zijn voorganger. Wij herinneren er aan, dat ook Mr. Oud bij de algemene beschouwingen o.m. heeft gezegd, dat de sympathie van onze Tweede Kamerfractie voor het Kabinet, wat de politieke samenstelling betreft, niet is ge~

stegen. Dat over de basis van het Kabinet in het Parlement dan ook in critische zin werd gesproken, is dus volkomen begrijpelijk.

Merkwaardig is echter dat het betrekkelijke vertrouwen, dat het zittende Kabinet bij de diverse Kamerfracties geniet, door de parte- feuillewisseling aan Defensie, juist wat de naastbetrokken fractie, die der C.H. U. be- treft, geen schade is toegebracht. Juist dit maakte het optreden van Prof. Romme te onbegrijpelijker. Zijn critiek maakte de indruk vooral beheerst te zijn door het verlangen een zo groot mogelijk aantal partijen recht- streeks mede~verantwoordelijk te kunnen stellen voor heel het Regeringsbeleid. Het artikel ,.Het Kabinet", dat hij nadien in De Volkskrant aan deze kwestie heeft gewijd, was stellig niet meer overtuigend dan hetgeen hij in de Kamer te berde bracht!

Van oneindig groter belang dan deze aan ...

gelegenheid was die, door Mr. Oud aan de orde gesteld: de vorming van de z.g.

derde macht. Het optreden van het Kabinet"' Drees was onder de omstandigheden van '48 het maximaal~bé'reikbare maar zeker niet het uit een oogpunt van landsbelang meest gewenste. Hetgeen zich sindsdien op het wereldtoneel heeft afgespeeld heeft ongetwij•

feld in brede kringen het verlangen naar een waarlijk nationaal Kabinet versterkt. Zal daarvan in '52 sprake kunnen zijn, dan zal er - tenzij zich calamiteiten voordoen die er als vanzelf toe dwingen - meer nodig zijn dan onderhandelingen tussen de twee grote

..

partijen en de drie kleinere die overigens voor samenwerking in aanmerking komen.

Z oals wij reeds eerder in dit blad betoogd hebben, achten wij 's lands toestand ernstig genoeg om voor de vorming van een volgend Kabinet een radicaal andere proce~

dure te volgen dan de tot dusver gebruike~

lijke. Ook al vrezen wij, dat ook op dit punt de wet der traagheid zulk een radicale ver~

anclering belemmert, wij willen er nog gaarne een pleidooi voor houden. Immers wij achten de huidige toestand, waarbij het Kabinet her~

haaldelijk en zelfs in belangrijke aangelegen~

. heden (laatstelijk de belastingpolitiek) blijkt niet a priori te kunnen rekenen op de par~

tijen waarop het heet te steunen, verre van bevredigend .

Echter: ook wanneer men niet zo ver wil gaan als wij noodzakelijk achten, nl.

tot alzijdige principiële bezinning op hetgeen 's lands toestand vereist lang voor de eig~n~

lijke kabinetsformatie in '52 aan de orde komt, moet het zowel in 's lands belang als in dat van de drie kleinere partijen - A.R., C.H. en V.V.D. - wenselijk genoemd wor~

den dat althans deze tot een uitwisseling van gedachten komen, waardoor zij tezamen bij eventuele onderhandelingen over een toe~

komstige regering sterker stdan dan het geval is zolang zij geheel aan zichzelf overgelaten zijn.

nat Mr. Oud bij zijn pleidooi voor een derde macht iets anders voor de geest zweeft dan een fusie van de daarvoor in aan~

merking komende partijen, behoeft geen he ...

toog. Geen zinnig staatsman zal zulk een fusie mogelijk of zelfs maar wenselijk ach ...

ten, waar reeds tussen de beide protestants~

christelijke partijèn principiële tegenstellin}len bestaan, die fusie dezer twee verijdelen. De staatkundig vrijzinnigen vormen daarnaast een groepering, wier zelfstandig voortbe~

staan politieke noodzaak moet heten.

De heer Oud heeft dit in de Kamer te allen overvloede nog eens duidelijk uit~

eengezet. doch daarnaast terecht en met klem van redenen de idee ener derde macht bepleit. Dat zij nie~ voetstoots zou worden aanvaard, was te verwachten: ook ideeën hebben hun groeitiid nodig. Dat zij bij de beide andere partijen ernstiger overweging zal vinden dan onnervlakkiq af te leiden valt uit he1geen de A.R. en C.H. woordvoerders in hun antwoord aan Mr. Oud hieromtrent lieten doorschemeren, maq na deze bearo~

tinqsdebatten met ~tni}le hoop worden ver~

wacht. En daarmede kunnen wij voorlopig tevreden zijn.

G. A. DE RIDDER.

Dit nummer van Vrijheid en Democratie telt vier bladzijden meer dan gewoonlijk.

Het leven In onze Part\) richt zich \'OI be~.

Iangsteinng op allerlel vraagstukken in het land en in de wereld. Om deze aan de orde te stellen dient ons blad, dat op de acht gewone bladzijden van iedere week niet alles bevatten kan wat onzP bPlang- stelling vraagt. Maar ons blad wil gelijkt~

tred houden met alles wat ons bezig houdt en daarom komt het deze maand met enkele grotere nummers uit. Daarom zal het ook volgend jaar bijzondere ondl'l'- werpen aan de ordè st.ellen. Er zijn bij de redactie allerlei plannen voor onze vol- gende jaargang in de maak. Wij hopen ons weekblad steeds levendiger en belangwek~

kender te maken. WiJ znllen enkele prijs~

vragen uitschrijven en enquêtes houden.

Wij hopen met ons weekblad een goed 1951 te beleven. Dat wij daartoe staat moeten kunnen maken op een zich steeds uitbrei- dend lezerstal behoeft geen betoog.

--·.--./

Gemeensuhapszîn

W e hebben al meer dan eens betoogd dat de aanhang van de socialistische en eveneens de communistische partijen slechts voor een zeer klein gedeelte uit idealisten bestaat en dat het overgrote deel deze par~

tijen slechts zo lang zal blijven steunen als zij er materieel voordeel van verwachten.

Een treffend staaltje is dezer dagen weer geleverd door de Engelse mijnwerkers. De mijnen zijn genationaliseerd en in de N atio~

nale Mijnraad hebben zowel regerings-verte- genwoordigers als vertegenwoordigers van de mijnwerkers zitting.

De exploitatie van de mijnen levert verlièE op, hetwelk in het voorbijgaan gezegd, na- tuurlijk door de belastingbetalers moet wor- den bijgepast.

Nu blijkt bovendien dat er te weinig steen~

kool gedolven wordt, hetgeen de Engelse regering doet zeggen dat de toestand zorg~

wekkend is en daarom worden er maatrege ...

len beraamd om hieraan een einde te maken.

Men zou onder de gegeven omstandigheden mogen verwachten dat de mijnwerkers, die toch socialistisch heten te zijn, hiertoe hun medewerking zullen verlenen.

Niets daarvan. Langer werken of ook des Zaterdags werken hebben zij afgewezen en tegen het te werk stellen van buitenlandse

arbeiders zullen zij zich verzetten.

Gemeenschapszin, geen grein, slechts hun directe materiële voordeel bepaalt hun hou- ding .

(2)

2 DECEJIBE& l N t - PAG. la

*trflinJiil9iJflli§l·flit8en

HET LANDBO~WBELEID PASSEERDE DE REVUE

Melkprijs voor de boeren vormde strui.kelblok in de ~weede Kamer

Bij de behandeling van de Landbouwbegroting voor het jaar 1949 hoeft minister Mansholt destijels de beleidslijn uitgestippeld, welke hij zic:h voorstelde in de toekomst te gaon volgen. In het kort kwam dit hier op neer, dat voor een oantol •oger~aamde bosispt'Oducten een pl'ijs zou wordett gogMoncleerd, ··welke op zodanig niveau sou liggen, dat daaruit, in het algemeen,~ ;., het sociaal en economisch verantwoorde en goed geleide bed.-ijf eea redelijk bestaan voor de boer zou kunnen resulteren en waarbij het zoveel mogelij.k oan het inzic:ht van cle boer zou worclen OY8t'gekrten, hoe hij zijn bedrijf wilde voeren.

dustriële doeleinden ten dele naar de lichtere gronden kan worden ver- schoven.

De heer Den Hartog kon de zorg van de minister ooien over bet feit, dat de opperv~te graslalld toeneemt en die van bouwland dienovereen- komstig daalt. De reden van deze on- gewenste ontwikkeling is echter ge- legen in het moeilijke vraagstuk van de · personeelsvoorziening. Daarom schakelt men ten dele over op de minder arbeidsintensieve veehouderij.

Afgezien van het bezwoar, clat het niet eenvoudig is, een juiste en afdoende omsc:hrijving te geven van wat onder het sociaal en eco- nomisch verantwoorde, goed geleide bedrijf moet worden verstaan en daargelaten de moeilijkheid om een juiste omsc:hrijving te vin- den voor het begrip "redelijk bestaan", kon onze agrarische woord- voerder in de Tweede ~amer, de heer Den Hortog, zich bij de behan- deling van Minister Mansholts begroting voor 195 J in gl'ote trekken toc:h wel met dit beleid verenigen.

A fwijking van de eertijds door de minister uitgestippelde beleid$~

lijn achtte de heer Den Hartog vooral aanwezig bij de afgekondigde rege~

ling voor de inlevering van gerst voor de oogst 1951, en de prijsvaststelling

"oor tarwe. Het is onmogelijk, het zeer uitvoerige betoog van onze woordvoerder op dit punt hier ~p de voet te volgen. Wel willen wij niet onvermeld laten, dat hier de oorzaak werd gevormd door het mislukken van de aanvankelijke opzet . om door middel van het hanteren van de "im- portkraan" prijsregelend en derhalve ook teeltregelend op te treden. Onze woordvoerder maakte de minister hiervan geen verwijt, maar hij achtte het toch goed, er in dit verband nog eens de aandacbt op te vestigen, hoe moeilijk het vaak is, op zichzelf scho- ne ·planmm in de praktijk tot uitvoe~

ring te brengen, omdat zij dikwijls cloor onvoorûene gebeurtenissen, die niemand in de hand heeft, ,worden dÓorkruist.

·T. ot z.ijn spijt moest de heer :Oen

· Hartog echter wel sterke twij·

fel· uitspreken, of de minister zicli w'ei voldoende aan het tweede hoo1d- ptJnt van dat l-eleid - dus het laten van de verantwoordelijkheid voor de b~drijfsvoering àah de boer - houdt.

:Ooor het nemen van verschillende maatregelen gaat de minister name- Iijk sterke dn.tk, ja zelfs dwang uit- oefenen in een bepaalde richting, zo de verantwoordelijkheid verleggend van de boer naar de overheid. is, zo vroeg de heer Den Hartog, de minis- ter zelf ook niet van oordeel, dat di~

teikens veranderen van systeem wei;

nig aanbevelenswaardig is te achten?

liet gevolg hiervan is immers, dat de boeren telkens weer staan voor de vraag, welke kant zij nu weer uit zullen moeten gaan en dit kan aan een. goede bedrijfsvoering weinig be- vorderlijk zijn. Ook in het bedrijf is een zekere continuïteit in het beleid gewenst.

Jn zijn Memorie van Antwoord had de minister uiteengezet, hoe door middel van manipulaties met de pro- ductenprijzen omschakeling van de teelt van het ene product naar het andere kan worden verkregen, en hij betoogde, dat om de teelt van een bepaald product, waaraan behoefte bestaat, te stimuleren, een aantrek- kelijke prijsstelling noodzakelijk is, terwijl anderzijds een minder winst- gevende prijs een geschikt middel kan zijn om de teelt van een minder ge- wenst product· in te perken. Dit is, zo gaf onze woordvoerder toe, een op zichzelf logische redenering. Maar

MINiSTER MANSHOLT aantrekkelijke prijsstelling toch, zo meende hij, kan het aange- geven systeem slechts in beperkte · mate worden toegepast, indien men althans wil V<\Sthouden aan de grond- gedachte, dat de boer op het $0ciaal cri economisch verantwoorde en goed géleide bedrijf een redelijk bestaan mdèt kunnen vinden.

Elr zijn, zo betoogde hij terecht, tal van bedrijven, waar verschuivingen en uitwijkmogelijkheden kort en goed n i e t bestaan. Het dringen van deze

bedrijven in een bepaalde richting door middel van prijszettingen zou eenvoudig betekenen, dat zij om hals worden gebracht en hij kon niet aan- nemen, dat de miniliter dit doel voor ogen 1.0u hebben,

* $

Maar ook in bedrijven, die zich

· wat betreft bodemgesteldheid e.d. we 1 lenen voor de teelt van on- derscheidene producten, onderschatte men de bezwaren, verbonden aan het telkens weer overschakelen, niet: Be- drijfsoutillage en personeelsbezetting, 't gespeqialiseerd zijn in een bepaalde richting (bijv. teelt van pootaardap··

pelen) zijn factoren, die in deze een rol spelen en die maar niet luchthar- tig terzijde kunnen worden gescho- ven. Men zij voorzichtig met teveel getheoretiseer op dit gebied!

In dit verband bestreed de heer Den Hartog de mening van de minister, dat de teelt van suikerbieten voor in-

In plaats van de thans door de mi·

nister toegepaste middelen verzocht de heer Den Hartog het advies van de georganiseerde landbouw, dat daarvan afweek, alsnog te volgen. Bij de bespreking van de regeling voor consumptieaardappelen gaf hij de waarschuwing, dat de praktijk toch niet hierop zou mogen uitlopen, dat

0 ~ezeburger

was laatst op een verga- dering van een vereniging, die niet veeL meer beoogt dan de gezelligheid tussen haar leden te bev01'deren.

Een onschuldige, pretentie~

loze, in het aangezicht der

' 0

' 0

~ t

' 9

wereldweeën totaal onbe- langwekkende veremgmg. Een beetje intellectueel, een

l~e artistiek en overigens van geen enkel belang. Een

ve~.mtgmg zonder ander doel dan de bevordering van de genoegeZi,jkheid. Niets sociaals. Niets politieks. Zelfs niets sportiefs. Alleen maar samen zitten achter een glas en babbelen. Om eerZijk te zijn: Wanneer die vereniging niet bestond zou er absoluut niets in de wereld veranderen. De mensen zouden de gezelligheid elders zoeken en daarrnee basta.

Zo niet de heer Stalin. ,

Nu kan ik nauwel~jks aannemen dat de heer StaZin geen groter zorgen heeft dan dit verenigingetje in een stad in Nederland. Ik mag zelfs wel aannemen, dat er wel eens een dag, of zelfs een week, voorbij gaat dat de heer StaZin niet aan deze vereniging dènkt. Ik ben zelfs sterk geneigd te geloven, dat de heer StaZin niet eens weet dat deze ver- eniging bestáát, dat hij nooit van ham· gehóórd heeft, zelfs.

Doch niettemin.

Doch niettemin was er in die vergadering een fronde tegen het zittende bestuur. En die fronde bestond. geheel en al uit dames en heren die op Moskou het oog gericht houden. Laat ik maar zeggen: Communisten, crypto-com- munisten of lieden die er wel wat in zien. ·

Doch niettemin wilden die dames en heren het bestuur van dat gezelligheidsverenigingetje naar huis sturen en een nieuw bestuur uit hun mid'den achter de groene tafel zetten.·

Ik heb die avond in dat zaaltje temidden van lieden, die alleen maar wat babbelen willen, die alleen maar wat ge- zelligheid nastreven, eens te meer ervaren, dat dé heren- van-de-overzij geen vereniging te onbelangrijk;"'{1een groep-

;e of clubje te onnozel vinden om er de sleutelposities te bezetten.

Die avond heeft de heer· Sta1fn geen siieces gehad.

Doch niettemin. . . . · ·

Doch nieitemin was het een nógal onbehageli,ike ervaring

oon · · · · ·

DEZE BURGER.

'

wel de consument en de handelaar worden "veilig gesteld", maar dat de teler maar zou moeten afwachten, hoe het met hem afloopt.

• * *

Z eer ernstig ongerust maakte on- ze V.V.:O.-woordvoerder zich over de vermindering van de post, waaruit het Bureau Oogstvoorziening wordt bekostigd, met f ll;S millioen.

Deze minister heeft, aldus de heer Den Hartog, zover ik het kan beoor•

delen, een goed georganiseerd Depar- tement, maar als er één afdeling is, waarop hij trots kan zijn, dan is het, toch wel juist het Bureau Oogstvoor- zieningen. Omstandig lichtte spr. toe, dat de bijzondere hulp bij oogstvoor·

ziening n i e t kan worden gemist. En nu zou men kunnen zeggen: die f 111.!

milHoen is dan toch in ieder geval f'!en bezuiniging. Daar moet dan echoo ter tegenover worden gesteld, dat, ZO•

als de heer Den Hartog opmerkte, op de begroting van het ministerie voor Wederopbouw de post voor de utt•

werking van D.U.W.-werken daaren~

tegen met niet minder dan f 11% mil- Hoen is verhoogd. Dit nu, in onder- ling verband gezien, achtte· onze woordvoerder onjuist. Een arbeider, die in oogstcolonne-vetband wordt;

tewerk gesteld, kost nog geen 60%

van een D.U.W.-arbeider en het werk dat Oogstvoorziening verricht is daartegenover van aanzienlijk hoger productieve waarde.

Is het, zo vroeg spr., wel beschouwd niet ·al te: zot,<dàt :o.u.w.-arbeidets bezig zijn bunkers onder het zand te spitten of sportvelden en recreatie•

terreinen aan te leggen, terwijl ·op hetzelfde moment de landbouw in zak en as zit met zijn intensief teeltplan en de boer nauwelijks weet hoe hij zijn gewassen verzorgd en geoogst krijgt?

:) • ·*

T hans overgaande tot de veehou- oorij, was de heer Den Hartog tevens gekomen tot zijn ernstigste bezwaar tegen de Regeringspolitiek

geen verlaagde melk

op een zeer actueel punt: de melk·

prijs voor de boeren.

Wat was gebeurd? Tegen het ad- vies van de Stichting van de Land- bouw in, diEi, op grond van kos. :·ijs- berekeningen van het Landbouw Economisch Instituut (het L.E.I.J, de inleveringsprijs voor de boer van :melk met een vetgehalte van 3 ~2 % op 18 cent wilde handhaven, ha.d de minister (naar deze later mededeel·

de na overleg in het Kabinet) beslo- ten, die prijs voor 1950-51 met een halve cent terug te brengen tot 17%

cent de liter.

Hierover toonde ·de heer Den Har- trig <en niet· alleen hij, :maar ook de woordvoerders van de· A.R., C.H.,

:K.v.P. en Staatk. Geref.) ~eh zeel·

(Vervolg op pag. 5;

(3)

[ VAN WEEK TOT

WEEK

I

IN MEMORIAM

D eze week bereikte ons dè droeve tijding, dat een van de meest vooraanstaande figuren Uit de strijd om het vrouwenkies-

recht in ons land, mevrouw M. Boissevain- Pijnappel te Blaricum in de ouderdom van tachtig jaar is overleden. Wij herdenken haar op deze plaats als een zeer begaafd ert intelligent strijdster. die haar gehèlè leven in dienst heeft gesteld van de verbetering der maatschappelijke rechten harer sexe- genoten. Van haar leven en strijden kan niet alleen worden gezegd. dat het zeer wel be- steed is geweest, doch tevens, dat het met een groot succes werd bekroond, een succes, waarvan zij het genoegen heeft !llogen sma- ken het zclf te beleven. Zij is het geweest, die in eeh belangrijke maté de bouwstoffen heeft aangedragen, die de basis vormetl 'van het streven, dat ten doel heeft de maatschap- pelijke positie der vrouw in ons land een vorm van zelfstandigheid te geven. Ais zo- danig is de Nederlandse vrouw haat zeer veel dank verschuldigd. Moge de jonge gè- neratie haar werk voortzetten in de trant waartoe tij de beginstoot heelt gegeven. Ook in politiek opzicht heeft mevrouw Baisse- vain-Pijnappel als lid van de Provincialè Staten van Noord-Holland een belangrijke rol gespeeld en is het haar gegeven geweest ook op dit bijzondere werk haar stempel te zetten. Opdat Zij ruste ü1 vtede.

Afscheid

Mr. A. A. Land, enige jaren secretaris onzer partij, belast met organisatorische en propa- gandistische kwesties, verlaat zijn functie per 1 December. Hij heeft eèn betre'kking Mrtvaatd in het particuliere bedrijfsleven.

De scheidende functionaris heeft zièh in dè ·tijd, waarin hij onze partij diende, vele vrienden ge~

maakt en dezen zuilen hem node missen. Het was steeds een genoegen de partijzaken met de heer Land te bespreken. Hij is een man, die door zijn persoonlijkheid vertrouwert weet te wekken en de mensen aan :z:ieli weet te binden, een eigenschap die ·voor een partij-secretaris van niet te onder- schatten betekenis is.

Wij zullen de heer Land missen, maar ander- zijds verheugen wij ons ·zeer in het feit dat àe heer Land thans in het bedrijfsleven een functie heeft, waarin hij bevrediging kan vinden.

Onze beste wensen vergezellen hem!

Mr. Fockema Andreae

Dezer dagen is mr. W. H. Fockema Anclreae heengegaan als staatssecretaris van Oorlog.

De heer Fockema Andreae had van het begin af het voornemen gehad mustreeks deze tijd weder naar het particuliere bedrijfsleven terug te gaan, zodat dit aftreden geeri verwondering behoeft te

wekken.

Wij willen echter niet nalaten aan dit vertrek enige woorden te wijden. Mr. Fockema Aildreae 1B één onzer geestverwanten en wij weten, dat hij met grote bekwaamheid en plichtsbetrachting zijn taak heeft vervuld. Zeer veel factoren zijn et geweest, die zijn taak sterk hebben verzwaard, maar op bekwame wijze heeft hij aan de vele moeilijkheden het hoofd weten te bieden. De heer Fock:ema Andreae heeft op het Departement van Oorlog geen gemakkelijke tijd gehad, maar zijn arbeid is ·door velen zeer gewaardeerd.

Wij eerbiedigen z:ljn wens om naar het particu- liere bedrijfsleven terug te keren. :Maar wij ho- pen, dat hij nu op andere wijze voor onze begin- selen zal opkc»nen. In de jaren van de bezetting heeft de heer Fockema Andreae zich met een kleine gtOÇ mede beraden op de na-oorlogse politieke constellatie en de toepassing onzer be- ginselen in de geheel gewijzigde omstandigheden.

De meesten van deze groep hebben na de oorlog een actlef deel genomen in de partijvorming in het politiek-vrijzinnige gebied en hebben h<:~n

krachten gegeven aan onze partij.

De eerste na-oorlpgse jaren lieten de heer Foc- kema Andteàe niet toe zich ten volle aan onze partij te geven. Nu hJj echter in de practische po- litiek is geweest, is onze wens, dat hij in de toe•

komst gelegenbeid zal vinden zijn energie ook aan onze partij te schenken. Er ligt voor ons nog veel terrein, dat bewerkt moet worden en daarbij kUn;, nen wij mensen als mr. Fockema Andreae niet missen.

Jl rije keuze

Zeer onlangs heeft de heer Twijnstra, voorzit- ter van het Verbond van Nederlandscha Werkgevers in het dagblad De Telegraaf zijn stand- punt bekend gemaakt ten aanzien van de bekende rede die prot Tinbergen enige tijd geleden te Arn-

hem heeft gehouden. Wij willen op de rede van ptof. Tinbergen en het aniwoord hierop van de heer Twijnstra niet nader ingaan. Wel echter willen wij even stilstaan bij een opmerking van de voorzit·

tet van hei Verbond van Nederlandsche Werkge- vers inzake het vraagstuk der productie van z.g.

"utility-goederen" (eenvorrrtige goederen dèi:

schaarste-economie zouden Wij dèze wiflert iioê·

n'lenl. :Oe heer Twijnstra verklaarde in dit v'er- band, dat de Nederlandse industrie in principe stellig bereid is, zoals in Engeland met min of meer succes gebeurt, utility-goederen te produce- ren. Maar, aldus de heer Twijnstra, dan moet voor deze utility-goederen ook eett markt aanwezig zijn, m.a.w. moet er bij het puhliek te weinig koopkraeht bestaan voor meer luxe goederen. Zolang, aldus de heer Twijnstra, het publiek echter nog zijn neus optrekt, voor utility-goederen, zolang is het zinloos van de industrie te verlangen, dat deh

goederen aan de markt worden gebracht. De heer Tvv·ijnstra raakt hiermede de kern van de zaak. !let schijnt dat sommigen de ·utility-goe- deren aan het publiek willen opdringen. E1n dat is uitermate gevaarlijk. Immers, het afglijden naar een systeem van gedwongen productie van utility-goederèn -- een typisch product van de schaarste-economie - betekent, het zetten van de eerste stap in het voorportaal van een socia- listische productiewijze. De socialisten zien de eenvormigheid der productie onder 'n schaarste- economie als 'n ideaal van planmatigheid en eco- nomisch gemeenschapsbeheer. Laten wij dàarom zeer voorzichtig zijn. Het produceren van eeüheids- goederen betekent, dat men de consument voor een voldongen feit stelt en hem belet een vrije keuze te doen. Dit is in strijd met de individuele vrijheid. De reactie van het p'tibliek, die voor der"

gelijke goederen de neus optrekt, gelijk de heer Twijnstra zegt, achten· wij dan ook volkomen juist en gezond. Wij ontkennen hiermede niet, dat zich een situatie zou kunnen voordoen waarin een der- gelijke productie in feite noodzakelijk zou moeten welrden geacht. Wij willen slechts wijzén .óp het grote gevaar dat eraan is ttèrbdnden, o:lndài men voerwaarden sèhepi, die iftderdaad zijn bedoeld.

als te zijn van tijdelijke aard, doch die door een regering, die het systeem der gebonden economie àdoreert, màkkelijk kunnen worden bestendigd en

wet in die :tin, dat het uiterst moeilijk zal zijn de abtl(Jr!riàle verhoudingen weer. in normale te, wij- zigen.

lnconseq uent

H oezeet· de socialistiscl1e leer, waarvàn de theoretisehe grondslag toeh alt\id een in- lernatit:maal karakter heeft g·j'ldragen, aan het verwateren raakt, blijkt opnieuw uit de houding van de Britse socialistische regering. Van een éénwording van Europa wil zij niet weten, even- min als van het instellen van ééri Europees leger onder één minister. Dit ,is bij een juiste inter- pretatie van het socialistische dogma wel zeer onbegrijpelijk. Immers, het socialisme heeft nim- mer nagelaten de "socialistische verbroedering"

te prediken; waarbij met nadruk de internatio- nale verbroedering werd bedoeld. , Het ,,prole- tariërs -aller landen, verenigt U" van Marx af- komstig, geldt nog steeds als een propagandisti- sche leuze.

In de practisehe politiek komt van deze leuze echter zeer weinig terecht. De socialistische be- wegingen irl de diverse landen verlaten hoe lan- ger hoe meer de internationale grondslag, waar- op hun theorieën zijn gebaseerd. Hoe langer hoe meer bewandelen zij een opportunistische weg, die voor een groot deel wordt voorgeschreven door zuiver nationale verhoudingen. Dit zou op zichzelf nog niet zo erg zijn, maar anderziJds wor- den uit propagandistische overwegingen de inter- . nationale leerstellingen echter niet losgelaten.

Een en ander heeft in toenemende mate tot ge- volg. dat de socialistische aanhangers niet meer weten, waaraan zij toe zijn. Dit is enerzijds ge- vaarlijk en anderzijds toe te juichen. Gevaarlijk, omdat een revolutionnaire ideologie vrij spel kan krijgen; toe te juichen, omdat zij, die er naar streven de synthese te leggen tussen kapitaal en arbeid, een gunstiger voedingsbodem vinden.

Daarom zal het noodzakelijk zijn, dat wij ons meer dan ooit inspannen om de socialistische aanhangers te overtuigen, dat een ware voorul1io gang van de maatschappij lig,t in de overbrugging van de kloof, die er nog steeds tussen werkge•

ver en werknemer bestaat,

Mens en spel (I)

D e Twèede Kamer heeft dezer dagen een wets- ontwerp aangenomen, dat beoogt de moge- lijkheid te openen, dat de Nederlandse Staatslote•

rij in plaats van drie loterijen per jaar, er vier kan doen houden en wel met vier serles van 21.000 loten elk. Het behoeft wel geen uitvoerig betoog, dat bij de behandelin41 van dit wetsontwerp ver-

schillende gevoeligheden op de voorgrond traden.

Wij willen hierop niet nader ingaan. Het is echter onze mening, dat de Tweede Kamer in deze een verstandig bësluit heeft genomen. Verstandig, ;Ü- lereerst in psychologisch opzicht. Hoe men ook over dit alles moge denken, vast staat dat de (wèllicht kinderlijke) neiging van de mens, zich te verlustigen in het kansspel, uitermate groot is.

De grote vraag naar Staatsloten is hiervan wel een onomstotelijk bewijs. Het getuigt van een juist in- Zicht, deze menselijke eigenschap in goede banen tè leiden en vooral te houden. Daarbij komt nog een andere belangrijke factor van psychologische aard n.l. dat de mens eerder geneigd is een deel van Zijn verdiende geld aan de Staat over te dra- gen via het loterijbriefje, dan via het belasting- biljet. Mens en spel zijn nu eenmaal ten nauwste met elkaar verbonden en het zou van weinig wijs bè~èid getuigen, deze waal'heid te miskenll€n. Men kan zonder overdrijving zegg~ •. dat de jongste wètswijziging voorziet in een behoefte, die zich in brede lagen van ons volk manifesteert. Wellicht zal dé nieuwe ontwikkeling er toe leiden, dat ve- len, die er tot dusverre niet in konden slagen een

"briefje" te bemachtigen, in verband met de over- gr(}te ''raag, nu ook eens aan bod komen als het er om gaat een poging te wagen Vrouwe Fortuna te ontmoeten.

Mens . en spel (11)

B ij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot wijziging van de loterij- wet 1905 (uitbreiding der Staatsloterij) is tevens het vraag.stuk aan cie orde .gekomen met betl'ek- king tot de z.g. voetbalpools. Zoals bekend, genie- ten deze voetbalp,oels in het buitenland een grote populariteit en als gevaig daar\ran was het te v&or- zien, dat het enthousiasme daaraan verbonden niet bij onze landsgrenzen stil zou blijven staan. Het gevolg van een en ander was, dat hier te lande deze pools in een vrij belangrijke mate clandestien aan de dag traden. Dat dit een op zich zelf on~un­

stige ontwikkeling was, behoeft wel niet nader te worden uiitèengezet. Verschillende processen waren hiervan het gevolg, hetgeen het risico-element van ,deelneming aanmerkelijk vergrootte, waardoor voor velen de clandestiene voetbalpool des te aan- trekkelijker werden. Blijkens een verklaring van

de minister van Justitie, de heer Struycken, heeft de regering vm:Jr deze orrtw'ikke'ling een open oog, Dit kwam wel duidelijk tot uit.ing in zijn uit- s'pta:àk, dàt hij niet àflÜ~t'ig was van de idee om

doOf clè staat géèonttdleetde voetbalpools toe te stàán. Deze urtspraak ·getuigt van een juist psy-

clWlo~!isè'h iniiëh.t, öräö.at zij hierdoor de deur

(it>ètl latit vot~:t de moge1ijli:hèid, de strijd aan te bittdeit tegen een verbOrgen en niet verantwo&rde iipeelzt.tcht. Gezien de enorme populariteit die het voetbalspet Zièh gedurende de laatste jareli ook in ons land heèft weten te verwerven, is het zeker noodzake1ijk, dat het een uitlaatklep vindt, die aigemeen is !"rkend èn die de mogelijkheid biedt eert rol te spelen, waardoor de gemeenschap niet wordt geschaad. doch waarmede zij is gebaat.

Arbeidsproductiviteit

Het vraagstuk der arbeidsproductiviteit mag zich ook in ons land in een uitermate grote actualiteit verheugen. Indien wij dit probleem van ons eigen partij-politiek standpunt bezien, dan is het et zeker één van een wei zeer dankbare aard. Immers. indien zich ooit de kans voordoet te wijzen op de noodzaak om te sireven naar een synthese tussen kapitaal en arbeid in Nederland, dan is het wel ui.i dit vraagstuk Wil het probleem der toene:nende arbeidsproductiviteit op een vruchtbare wijze tot oplossing worden gebracht, dan dient men wel te bedenken, dat vooral de werkgever, als de werknemer hierbij een belang- rijke rol spelen. Het is een vraagstuk waaraan zeer duidelijk twee facetten zijn te onderkennen en het is bepaald onjuist dit probleem ~lechts van één zijde te benaderen. Deze laatste methode ·wordt nog maar ál te vaak toegepast. Wij zien het vraag- stuk der arbeidsproductiviteit zowel als een zorg voor dè bedrijfsleiding, als voor de krachteil die in dit bedrijf werkzaam zijn. Een bevredigend resultaat zal nimmer kunnen worden bereikt, in- dien werkgever en werknemer zich op een staL·

standpunt stellen. Samenwerking is in deze gebo- · den. Dè liefde kan ook hier niet slechts van één kant komen. Buitendien speelt de fiscus hier ook een zeer belangrijke rol. Indien deze n.l. voort- gaat, het in overwerk verdiende loon voor een groot deel op te eisen, wordt de lust om de arbeids- productiviteit op te voeren zeer beslist geremd.

Het streven van de V.V.D; om de kloof tussen ka- pitaal en arbeid te overbruggen is vooral in dit verband actueler dan ooit. Wij zijn er dan ook van overtuigd, dat alleen langs deze weg een be- hoorlijk resultaat zal kunnen worden· bereikt. De toekomst. zat dit partij-politieke inziicht volkomen in het gelijk stellen.

(4)

VRI.JIIEID EN DEMOCRATIE ! DECEMBER 1950- PAG. 4:

'IIJIIID 11 . DIMOCRATII

,, Uw standpunt

IS

dat van

d.w.z. voor een gewoon mens o u-be- grijpelijk is, dat zij er opnieuw voor zitten. Het is dan ook niet te zeggen, wat die onderhandelaars, - en niet te vergeten hun ambtelijke en bui- ten-ambtelijke raadgevers , nu weer zullen presteren. Maar als wij onderhandelaars hadden, die niet, om Uw uitdrukking over te nemen, lam- lendig en theoretisch waren, en dat dan aankleden met het mooie woord

"realiteit", dan zou Nederland niet anders doen dan te zeggen: "Gij, re- gering van Indonesië, hebt het door Uw houding zelf onmogelijk ge- maakt, verder over de kwestie Nieuw-Guinea ·te praten. Na alles wat er na. de souvereiniteits-over- dracht is gebeurd en nog dagelijks gebeurt, is het noch politiek, noch zakelijk, noch menselijk verantwoord, aan overdracht van Nieuw-Guinea te denken". En als de heren dan met hun dreigementen komen, dan zou- den deze onderhandelaars kunnen antwoorden: .,De gevolgen daarvan komen neer op de Indonesische re•

gering. Die heeft nog· eenmaal de kans te tonen, of zij [, ,,,chikt is mee te spelen in het concert der volke- ren, dan wel of zij een politie-regiem van laag allooi vertegenwoordigt.

Blijkt het laatste het geval, dan kan niemand er iets bij winnen, als wij nu ook nog Nieuw-Guinea bij die boedel inbrengen. Behalve Moskou".

de morele kater''

Weekblad ··an de \'olkspan\J voor Vrijheld en Democratie.

Voorzitter Redactie-comm.:

Drs. H. A. Korthals.

Redactie-secretaris: Mr. E. Elias.

Adres. Spuistraat 274, ingang

~aamsteeg, tel. 36325, A'dam.

Administratie: Postbus 43, A'toort, tel. 5267.

Abonnementsprijs f 1.90 p. kwar- taal. f 7.50 per jaar.

Voor het zenden van abonne- ments- en advertentiegelden:

Postgiro no. 2451 03, ten name van de Penningmeester van de Stichting "Vrijheid en Democra- tie" te Amersfoórt.

Losse nummers IS cent.

Voor advertenties wende men zich tot de administratie.

AFDELINGSSECRETARISSEN:

Vraagt bij onze administratie de tarieven voor extra-exemplaren van ons weekblad, voor df' verbreiding van onze beginselen en voor het werven van nieuwe abonné's.

...

(Ingezonden)

Uw wederwoord, G.M., is ge- drenkt in alsem. Een kwaad te- ken voor Uw zelf-verzekerdheid. Ik zal U in Uw toon niet volgen. Ook zal ik niet ingaan op Uw nadere uit- eenzettingen, wat U bedoeld hebt. De lezer van ons babbeltje moge zelf oordelen, welke touwen er aan Uw zinnen zijn vast te knopen. Ik zou dan ook op Uw "geschrijf" niet ver- der in gaan, ware het niet, dat U nu zelf in welgeteld zes woorden weer- geeft, waar onze zienswijzen uiteen lopen. U schrijft, (en het is een on- verknipte zin): "Die kw e st ie is nu zo m oe i I ij k !". De spatiëring is van mij, het uitroepteken van U.

Hiertegenover heb ik gesteld: "Wie eenmaal afschuift aan een afdreiger, moet blijven bloeden, totdat hij .als een lege citroen wordt weggewor- pen."

* * 'l

U w standpunt is het standpunt van de morele· kater na het on- heil. Want Uw rhetorische vragen:

"hoe denkt gij U het verloop en de uitkomst van de aanstaande onder- handelingen? Minder beschamend dan in het geval Indonesië?" - waarop ik

aanstonds terugkom, - geeft te ken- nen, dat U niet gelooft in "echte" on- derhandelingen inzake Nw.-Guinea.

Dat wil zeggen, dat de hele Nieuw- Guinea paragraat van de R.T.C. over- eenkomst een doorgestoken kaart, een fopspeen, een zoethoudertje te- genover het Nederlandse Volk is ge- weest. Wat ook geen nieuwe ontdek- king is, kennende de heren, met wie wij te maken zouden krijgen in het nieuwe Indonesië.

U kunt deze gang van zaken niet in overeenstemming brengen met Uw beginselen en met de beginselen van onze partij. (Ik ben al een kleine veertig jaar liberaal, waarde partij- genoot!) Maar omdat U niet de moed hebt neen te zeggen, verstrikt U zich in de door mij ontlede zinswen- dingen van Uw stuk van 4 Novem- ber, en reageert Uw ergernis (over U zelf) af op degeen, die U Uw feilen toont.

Nu terugkomend op uw· even aangehaalde vragen. De onder- handelaars, die de Nederlandse be- langen behartigen, hebben het reeds eerder zo lelijk laten liggen, - daar- op doelde toch Uw tweede vraag? - , dat het alleen politiek begrijpelijk,

Herman Meyer.

Enschede, 27 Nov. 1950.

(En nu: debat gesloten. - Red.)

ALLERHANDE

EEN WACHTWOORD

W ij hebben alleen maar behoefte aan een krachtig beleid, dat ons door de moeilijkheden zal kunnen heenvoeren. Er zal dus een doelbewuste politiek gevoerd moeten worden, waarbij duidelijk aan ieder te verstaan moet worden gegeven, dat dit de enige weg is· om ons land voor onheilen te bewaren. Dat betekent ook, dat niet geduld zal kunnen worden, dat onnodig gelden van de staat worden uitgegeven, zodat in alle onderde·

len van de staatshuishouding maar één wachtwoord moet zijn, n.l. soberheid. Als ons volk er van overtuigd is, dat de moei- zaam opgebrachte belastingpenningen op de meest economische wijze worden aangewend, zal het zeker met minder weerzin deze gelden in de schatkist storten.

( Amersfoortsche Courant) VRIJ.

Wij hebben de wind in de zeilen. Wij hebben onze plaats be•

paald en gezien dat deze plaats lang niet ongunstig is.

Thans gaat het er om onze taak, die ons wacht, met enthou- sia-sme te gaan vervullen, opdat wij zelf een steentje. bijdragen om onze toekomst te bepalen.

Want het gaat om onze toekomst, waarvan wij verwachten, dat zij ons niet alleen een redelijk bestaan zal opleveren, doch leven. Vrij in ons handelen en ons denken. Vrij om onze me- ning te uiten. Vrij om onze parlèmentaire vertegenwoordigers te kiezen. Vrij om onze invloed uit te oefenen hoe land, pro- vincie en gemeente worden bestuurd.

(De Driemaster, orgaan van de J.O.V.D.) ONDERWIJS EN KARAKTERVORMING

n a t ons onderwijs vernieuwd moet wor(Ien in die zin, dat er een einde gemaakt dient te worden aan over- laden onderwijsprogramma's en aan een opeenhoping van parate kennis, dat men het onderwijs meer zal moeten af- stèmmen op de pràktijk, zodat het van groter belang wordt geacht, dat een scholier behoorlijk zijn eigen taal leert alvorens zich te verdiepen in . .Tacob van Maerlant c.s. - om een enkel voorbeeld te noemen - dat alles staat wel vast. Maar de karaktervorming laté men hier buiten. Er is nog zelden een kind, dat thuis geen of een slechte op- voeding kreeg, op school veranderd in een welopgevoed mens, tenzij het geheel werd onttrokken aan de ouderlijke invloed. Dit kan bij uitzondering noodzakelijk blijken. Doch normaal gesproken behoort een kind door zijn ouders te worden· opgevoed. En niet door de school.

(De Prinsestad) NIET DE SLl:CITPOST

Vanzelfsprekend zal elke cent, die voor improductieve doeleinden als Defehsie uitgegeven wordt, verant- v·oord moeten worden besteed. Het is onaanvaardbaar, dat kapitalen worden uitgegeven zonder dat een mobilisabele macht in het leven is geroepen, naar de befaamde Nota

inzake ons defensiebeleid moest toegeven. De voor de defen- sie noodzakelijke uitgaven echter dienen niet de sluitpost van de begroting te zijn, maar de eerste post. En dan zal Financiën niet de weg van de minste weerstand moeten volgen door de belasting maar steeds verder op te schroe- ven; men zal het moeten zoeken en kunnen vinden in een zuinig beleid. Op tal van departementen worden traditioneel tal van uitgaven op de begroting gelanceerd die in tijden van voorspoed volledig gemotiveerd zijn, maar in een situa- tie als de onze niet meer gerechtvaardigd zijn. De regering zal moeten doen wat ieder huisvader heeft te doen: de tering zetten naar de nering.

(De Nieuwe Eeuw)

TELEVISIE EN JEUGD

De grote aantrekkingskracht van televisie op de jeugd is een verschijnsel vol problemen. Want hoe zullen kinderen zich ontwikkelen, die de gewoonte hebben ver- loren, hun eigen spelletjes uit te vinden en te spelen; die

't spel zijn gaan beschouwen als iets dat door iemand anders geleverd wordt, klaar voor consumptie; en die niet beter weten of zij beh<?ren toeschouwers in plaats van deelnemers te zijn? Men kan die vragen nog pas stellen; niemand weet op dit ogenblik een afdoend antwoord.

(De Groene Arnsterdammer) KLEUTERTJES EN BLOEMPJES

H eel wat kleutertjes hebben rondgedarteld in Lieftincks bloementuintje en zij hebben er heèl wat bloempjes afge- plukt. Of zij, bij een volgende gelegenheid, zoet naar bed zul- len gaan en zich zullen ·storen aan Paatjes vermanende woor- den: de bloemen te laten staan, moet worden afgewacht. Het is niet waarschijnlijk; dáárvoor vinden de· kleutertjes de bloempjes veel te mooi.

(De Nieuwe Eeuw)

CRITIEK EN OPPOSITIE

Z elfstandige critiek en soms afwijzende houding van leden ener regeringspartij jegens het Kabinet is ten onzent een ongewoon, maar toch normaal verschijnsel. In Engeland wordt zulk een houding van leden der regeringspartij als .,rebellie'' aangevoeld. Het is duidelijk, dat ook als gevolg van deze staats·

rechterlijke verschillen het probleem. van de oppositie bij ons geheel anders ligt dan in Engeland.

(Trouw)

HET HUIS VAN ORANJE

G een enkele dynastie heeft een zo aanzienlijk aantal wa;!rlijk betekenende persoonlijkheden opgeleverd als het Huis van Oranje. Maar drie steken boven allen uit: Prins Willem I, Koning Willem I en de Koning-Stadhouder.

(De Telegraaf)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Ja, dit sou goed gewees het. Mar di Engelse is meeste handelaars. As hulle mar kan geld maak, dan traak dit hulle verder niks. Kijk, hoe het hulle later gemaak! Dis ni alleen dat

Middels dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: ‘Welke metacognitieve kennis hebben leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs over het voorbereiden en

Een gespierde kringspier aan de uier sluit de _________, zodat de melk niet weg kan lopen. Wanneer de koe gemolken wordt, glijdt de melk door de tepels uit

1 Als je gemakkelijk je antwoorden kan inscannen of op een andere manier kan digitaliseren, dan mag je ook al tijdens de paasvakantie je antwoorden per mail bezorgen. Dit zou

Onderscheid naar herkomst is vermoedelijk een nog groter probleem, want laagopgeleiden zijn niet alleen vaker van allochtone komaf, maar discriminatie naar herkomst komt bij

Het was een stille, maar voor mij des te onbehaaglijker klacht, die zij eenvoudig zei, terwijl zij de wimpers op twee tranen toelei, zoodanig dat ineens al de rimpels onder haar

● Het nadeel hiervan is dat als een pensioengerechtigde overlijdt vóórdat de uitgestelde betaling van bedrag ineens heeft plaatsgevonden, deze persoon ten opzichte van de

Wanneer recente en historische gegevens specifiek voor een bepaalde vissoort worden opgevraagd om in de databank te kunnen inbrengen, kunnen andere fiches worden gebruikt waarop ook