• No results found

A grammar of Sunwar : descriptive grammar, paradigms, texts and glossary

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "A grammar of Sunwar : descriptive grammar, paradigms, texts and glossary"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A grammar of Sunwar : descriptive grammar, paradigms, texts and

glossary

Borchers, D.

Citation

Borchers, D. (2007, October 30). A grammar of Sunwar : descriptive grammar, paradigms, texts and glossary. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12393

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12393

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Samenvatting

Dit proefschrift bevat een beschrijving van het Sunwar, een Tibeto-Birmaanse taal die in de oostelijk Nepalese districten van Rāmechāp en Okhaldhū

۠

ngā gesproken wordt. Het Sunwar gebied bevindt zich ongeveer 120 km ten oosten van Kathmandu, in het stroomgebied van de Likhu rivier. Dit gebied strekt zich vanaf het dorp Kũbhu Kãsthālī in Rāmechāp ruwweg 30 kilometer naar het zuiden uit. In dit gebied leven de omstreeks 25.000 sprekers van het Sunwar. Nog zo’n tien Sunwar dorpen bevinden zich ten zuiden van Those, langs de oevers van de Khimtī.

Sunwar behoort tot de Kiranti talen. De Kiranti talen vormen een tak binnen de Tibeto-Birmaanse taalfamilie.

Deze talen worden gesproken in oostelijk Nepal en in enkele aangrenzende gebieden van India. De structuur van Kiranti talen wordt beschouwd als archaïscher dan die van de meeste andere Tibeto-Birmaanse talen. Van de tot nu toe beschreven Kiranti talen lijken het lexicon en de morfologie van het Bahing (van Driem 1991) en van het Wambule en Jero (Opgenort 2004, 2005) het meest op het Sunwar.

Sunwar sprekers zijn meestal van mening dat er geen dialecten van hun taal zouden bestaan, waarschijnlijk om- dat de voorkomende dialectverschillen zo gering zijn dat ze de communicatie tussen sprekers uit verschillende gebieden niet in de weg lijken te staan. De Sunwars noemen zichzelf Koĩc. De etymologie van deze zelfaan- duiding is niet bekend.

Hoofdstuk 1 bevat een kennismaking met de taal en cultuur en met eerder onderzoek op het gebied. Hoofdstuk 2 behandelt de fonologie en laat zien dat het fonemenbestand van het Sunwar sterk lijkt op dat van het Nepa- lees. Het hedendaagse Sunwar heeft geen implosieven, maar op grond van een vergelijking van het gebruik van de medeklinkers [w] en [b] in woord-initiële positie in de dialecten van Kũbhu en Saipu blijkt dat de taal in een vroeger stadium een implosieve *[] kende.

Hoofdstuk 3 verklaart het gebruik van het Devanāgarī schrift en mijn eigen notatie voor het opschrijven van het Sunwar.

Hoofdstuk 4 behandelt de naamwoordelijke vormleer. Aan het einde van het hoofdstuk worden de telwoorden en de inheemse aanduidingen voor de dagen van de week en de maanden van het jaar behandeld. Deze termen worden in de hedendaagse gesproken taal niet langer gebruikt en zijn reeds door Nepalese termen en tel- woorden vervangen.

Hoofdstuk 5 behandelt de persoonsvormen. In een eerder taalstadium vertoonde het werkwoord blijkbaar over- eenkomst met twee actanten maar het moderne Sunwar kent een aangepast systeem met verscheidene achter- voegsels. De moderne vervoeging wordt met het oudere systeem vergeleken en de verschillen worden geanaly- seerd. De niet-finiete werkwoorden worden in hoofdstuk 6 behandeld. Hoofdstuk 7 presenteert voorbeelden van werkwoordsparadigmata die tot verscheidene vervoegingen behoren.

Hoofdstuk 8 bevat een verzameling teksten met interlineaire morfeemglossen en vertalingen. Deze teksten be- schrijven religieuze rituelen en facetten van het dagelijkse leven. Hoofdstuk 9 bevat een woordenlijst met alle woorden die in de voorbeeldzinnen en teksten voorkomen. Het laatste hoofdstuk bevat de bibliografie.

Het veldwerk dat aan dit proefschrift ten grondslag ligt, heb ik tussen 1997 en 2001 gedurende verschillende

(3)

verblijven in Nepal uitgevoerd. Deze taalbeschrijving wordt geïllustreerd door voorbeeldzinnen en vertaalde voorbeeldteksten en wordt aangevuld door een woordenlijst en een bibliografie. De meeste voorbeelden van het geschreven Sunwar zijn afkomstig uit Lokpriya Sunuvārs inleiding tot het Sunwar (Sunuvār 2054 [1997-98]).

Vier zinnen van de papieren taal (t.w. 47, 157, 170 en 243) zijn afkomstig uit een verhaal dat Śobhā Sunuvār voor mij vanuit het Nepalees naar het Sunwar heeft vertaald. Één voorbeeld van geschreven Sunwar (t.w. 251) is afkomstig uit de Sunwar vertaling van het Nieuwe Testament.

van Driem, George. 1991. ‘Bahing and the Proto-Kiranti Verb’, Bulletin of the School of Oriental and African Studies, LIV: 336-356.

Opgenort, Jean Robert. 2004. A Grammar of Wambule: Grammar, Lexicon, Texts and Cultural Survey of a Kiranti Tribe of Eastern Nepal. Leiden: Brill.

Opgenort, Jean Robert. 2005. A Grammar of Jero, with a Historical Comparative Study of the Kiranti Languages. Leiden: Brill.

Sunuvār, Lokpriya. 2054 [1997-98]. saunauvaar BaaYaa baÜlaIcaalaI kÜMA\[cmaÜ laÜ saI (Sunuvār bhāsā bolīcālī. kõiclo lo sī ‘Sunuvār language conversation’). Okhaldhū۠ngā: Sunuvār Bhāsā tathā Sãskrti Upasamiti, Khijī Grāmīn Vikās Sãgha.

The Word of God 1992. The New Testament in Sunuwar. yaavao Aa laÜva, (yāve ā lov ‘God’s word’). Kathmandu: Sam- dan Books and International Bible Society.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

First of all, this grammar describes a dialect different than those published before, cf. The dialect used as a basis for this description is spoken in the Hatuva area, in

Genitive and possessive In Bantawa, the possessive construction is a variation on the genitive construction, where the head noun is marked with a possessive prefix, that agrees

There are four persons in Bantawa, if we count the first person exclusive (1) as different from the first inclusive (i). For the purpose of demonstrating agreement paradigms it

Another, entirely different strategy is to employ the procedure of general nominalisation, identical to genitive formation, to finite verb forms, or rather, full clauses.

The pattern for Bantawa is presented in (417). Transitivity is not merely a matter of valence. Verbs may project two or three grammatical roles into the clause but may nevertheless

a) The perfect can be expressed by periphrastic verb construction of inequal parts, combining a nominalised verb phrase with a yukma-based auxiliary. This construction only serves

As we shall see in the section on conjunctions and clause subordinators, the manner suffix <-lok> also affixes to verbs that are overtly marked for tense and person

`After she was pregnant, whose, Sumnima, did you get to be pregnant like that, and you carry a child, it is said.. `After that, after asking, they asked Paruhang thereafter: this