Vraag nr. 115 van 13 februari 2004
van de heer JORIS VAN HAUTHEM
EU-ministerraad Landbouw – Standpuntbepaling Het landbouwbeleid is sinds de Lambertmontak-koorden grotendeels geregionaliseerd.
De standpuntbepaling op het Europese niveau, meer bepaald in de Europese ministerraad, g e b e u r t echter nog steeds formeel door de Belgische rege-r i n g. Indien de gewesten niet tot een akkoorege-rd k o m e n , dient de Belgische regering zich te onthou-den.
1. Hoeveel keer zijn de gewesten, sinds de regio-nalisering van Landbouw, tot eenzelfde stand-punt gekomen ?
2. Hoeveel keer was dat niet het geval, en over welke aangelegenheden ging het dan precies ?
Antwoord
1. In de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen, wordt gestipu-leerd dat de betrokken gewestregeringen en de federale overheid onderling overleg plegen voor de voorbereiding van de onderhandelingen en de beslissingen, alsmede voor het opvolgen van de activiteiten van de Europese instellingen die betrekking hebben op het landbouwbeleid. Door een wijziging van het samenwerkingsak-koord van 8 maart 1994 met betrekking tot de vertegenwoordiging van België in de minister-raad van de EU wordt voor de ministerminister-raad Landbouw de federale minister bijgestaan door de bevoegde ministers van het Vlaams Gewest en van het Waals Gewest.
Tot op vandaag heeft de toepassing van dit sa-menwerkingsakkoord niet geleid tot een situatie waarin België voor een bepaald landbouwdos-sier geen standpunt heeft kunnen innemen op de Europese Landbouwraad.
2. Over de Belgische interventies in de minister-raad van Landbouw wordt vooraf overleg ge-pleegd tussen de gewesten en met de federale overheid die optreedt als woordvoerder voor België.