^sT
DOCUMENTATIECENTRUM
Nederlandse Politieke Partijen
Oude Boteringestraat 52
9712 GL GRONINGEN
1
. .
,
j .
. Tel. 050 -636830 .
Moderijiisering Borssele
Begin juni werd, mede op basis van een discussie in de Tweede Kataer, het Electriciteitsplan door de vorige minister van EZ goedgekeurd. Eén van de elementen in het E-plan was de levensduurverlenging van de kerncentrale Borssele van 2004 tot 2007, nodig in verband met de uitvoering van een omvangrijk investeringsprogramma ter verdere verhoging van de veiligheid van de centrale. Tijdens de discussie in de Tweede Kamer werd vooral van de zijde van PvdA, D66 en Groen Links bezwaar gemaakt tegen deze levensduurver lenging. Afgesproken werd dat de Tweede Kamer, na het aantreden van een nieuw kabinet, nog in de gelegenheid zou zijn hierover van gedachten te wisselen. Op 9 november vond die discussie in commissieverband plaats. Nieuw feit in die discussie was dat het vorige kabinet nog in augustus de vergunning voor de uitvoering van het moderniseringsprogramma had verleend. Dit betekent dat behalve een formeel goedgekeurd E-plan het energiebedrijf EPZ, na het onherroepe lijk worden van de vergunning (in verband met bezwaarschriften nog niet het geval) met de uitvoering van de modernisering kan beginnen. Alleen al uit een oogpunt van bestuurlijke betrouwbaarheid en consistentie is onze fractie tegen het terugkomen op de modernisering van de centrale, die in hoge mate ook op verzoek van de overheid zelf in voorbereiding is gegeven. Ook is inmiddels een bedrag van ± 160 miljoen aan voorbereidingskosten uitgegeven dan wel gecommitteerd. Voor de fractie spelen daarnaast de volgende overwegingen een belangrijke rol: behoud van nucleaire kennis; de werkgelegenheid in Zeeland (in totaal ± 800 arbeidsplaatsen); diversificatie van brandstoffen; milieu-overwegingen in de vorm van minder C02-uitstoot en een aantal mogelijke schadeclaims uit de sector i.v.m. opgewekte verwachtingen. Bovendien spreken we eigenlijk over vrijwel niets: een periode van drie jaar. Dit terwijl de feitelijke consequentie van het niet goedkeuren van de modernisering zou zijn: sluiting op korte termijn in verband met het rendement van de investering en het niet langer kunnen functioneren van de centrale uit een oogpunt van door de rijksoverheid zelf geformuleerde scherpere veiligheidseisen.
Frits Bolkestein
Antillen
Na de referenda in de Nederlandse Antillen (uitkomst: binnen het Koninkrijk blijven) probe ren de Antillen nu zelf rond de jaarwisseling met een concept te komen over de toekomstige samenwerking binnen het Koninkrijk. Deze samenwerking kwam aan de orde in de behan deling deze week van de begroting van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaans en Arubaanse Zaken.
Onze woordvoerder Jan te Veldhuis stelde voor de ontwikkeling op bestuurlijk gebied af te wachten vanwege de primaire eigen
verantwoordelijkheid van de Antillen om hun mate van zelfstandigheid te regelen en pas na de keuze in de Nederlandse Antillen een koninkrijksoverleg te laten volgen. A r u b a en St. Maarten
De bestuurlijke situatie op Aruba is broos, ter wijl de regering-Eman een ambitieus sociaal plan heeft opgesteld, waarvan het de vraag is of dit haalbaar en/of uitvoerbaar is. Het Proto col Nederland-Aruba moet worden uitgevoerd, vooral omdat het financieel beheer (dat wil zeggen begrotingen en rekeningen) nog sterk verbeterd moet worden. Er is nog geen enkele reden om aan het Protocol te tornen, zoals minister president Eman wel (eenzijdig) wil. De woordvoerder constateerde dat de nieuwe gezaghebber op Sint Maarten goed op gang lijkt te komen, en daarom ondersteuning verdient. Tegelijk merkte hij op dat wat tiental len jaren scheef gegroeid is, niet in één keer kan worden hersteld.
D r u g s - d o o r v o e r h a v e n
De woordvoerder deelde de mening van de Antilliaanse vakbonden dat Aruba een paradijs voor mafiose ontwikkelingen lijkt te zijn gewor
den. Op velerlei gebied zijn verbeteringen nodig:
1. Wetgeving (Wetsontwerp Opsporing onge bruikelijke transacties).
2. Opsporing, politie en openbaar ministerie (materieel en personeel).
3. Internationale samenwerking bij criminaliteit sbestrijding. De woordvoerder pleitte vooral voor de oprichting van een kustwacht volgens het model van de Coastguard van de Verenigde Staten. Deze kustwacht zou dan in goede samenwerkingsverbanden met andere kust- wacht-organisaties in het Caraïbische gebied moeten gaan opereren. De verantwoordelijk heid van de kustwacht zou op koninkrijksniveau moeten liggen en niet op landsniveau, waarbij de medeverantwoordelijkheid van alle betrok ken justitiële autoriteiten gewaarborgd zou moeten zijn.
M i l i e u
In de Antillen staat volgens de woordvoerder de bescherming van het milieu op een (te) laag pitje, omdat voornamelijk gedacht wordt aan belangen van economie en werkgelegenheid. Door dit grote accent vindt verontreiniging van het milieu plaats, terwijl de kans op aantasting van de volksgezondheid vergroot wordt. Deze situatie wordt momenteel versterkt door een aantal wurgcontracten met olieraffinaderijen. De woordvoerder gaf aan dat andere methodes de milieuproblematiek zouden kunnen doen verminderen, zoals dubbel glas-gebruik in plaats van verspillende airco's en het benutten van zonne-energie om het gebruik van zware stook olie te verminderen.
1 4 9
VAN B IN N EN H O F
Defensie
De minister van Defensie heeft in zijn beleidsbrief aangegeven hoe hij de bezuinigingstaakstelling zoals neerge legd in het regeerakkoord denkt te realiseren. Een bezuinigingspakket, dat overigens door de erfenis van het vorige kabinet opgelopen was tot een bedrag van 914 miljoen gulden (1998). Een onmogelijke opgave, temeer daar een verantwoorde uitvoering van de Priori teitennota, het beleidsstuk over taken en middelen van defensie, als randvoor waarde gold. Een voorwaarde overigens die vastligt in het Regeerakkoord en waar dus ook de coalitiepartners aan zijn gebonden.
De V V D is tevreden met de wijze van aanpak. Minister Voorhoeve is de eerste defensieminister die het mes in de Haagse bureaucratie heeft gezet. Voorop heeft gestaan het streven naar een doelmatiger defensieorganisatie, meer samenwerking tussen de krijgs machtdelen en het vergroten van de internationale samenwerking. De gevechtskracht blijft intact. Door de gekozen methode wordt de operationele kwaliteit en kwantiteit niet aangetast. Hij heeft daarmee de juiste prioriteiten gesteld. De uitvoering van de hoofd taken van de krijgsmacht komt hierdoor niet in het geding. De geloof
waardigheid van Nederland blijft over eind staan en wordt in zeker zin ver sterkt, doordat wordt aangegeven dat ondanks een forse budgettaire reductie, aan onze inbreng in internationaal verband niet wordt getornd. P e r s o n e e l
De V V D heeft zorgen omtrent het personeel. Alles moet er aan worden gedaan om te voorkomen dat het perso neel met een uitkering naar huis wordt gestuurd. De V V D wil juist zoveel moge lijk mensen aan het werk hebben. Hier ligt dus een hele zware verantwoorde lijkheid voor het gehele kabinet. Herplaatsing van defensiepersoneel binnen de rijksoverheid moet de eerste prioriteit hebben.
De nieuwe bezuinigingsoperatie, zal zo'n 450 miljoen gulden structureel opleve ren. M eer bezuinigen tast de operatio nele capaciteit van de krijgsmacht aan en is in strijd met een verantwoorde uitvoering van de Prioriteitennota. Het investeringspercentage is de afgelopen jaren al fors gedaald en komt door de
nieuwe bezuinigingen nog meer onder druk te staan. Ook dit punt zal door de VVD-fractie bij de komende
begrotingsbehandeling onder de aandacht van de bewindslieden worden gebracht. Immers wanneer niet tijdig wordt geïnvesteerd loopt de kwaliteit van de krijgsmacht terug. De VVD- fractie is dan ook van mening dat het resterende bezuinigingsbedrag elders gevonden moet worden (beleidsterrein
buitenlandse zaken/ontwikkelings- samenwerking dan wel extra reservering voor internationaal beleid).
I n t e r n a t i o n a l e b i j d r a g e
M et de huidige operationele omvang kan Nederland een bijdrage blijven leve ren aan de handhaving van de inter nationale rechtsorde en humanitaire operaties, die past bij de eigen verant woordelijkheid van ons land. Dit sluit ook aan bij de boodschap van dit kabi net bij monde van premier Kok in de regeringsverklaring: "Nederland blijft zich inspannen voor vrede, veiligheid en welvaart in de wereld. De krijgsmacht speelt in de huidige situatie een cruciale, zij het sterk gewijzigde rol".
Inl.: Theo van den Doel, tel 070-3182891
Verkeer en
W aterstaat
Onze woordvoerder Jan Dirk Blaauw constateerde tijdens de begro tingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat dat onvoldoende middelen gereserveerd zijn om te kunnen voldoen aan de investeringsbehoefte die volgt uit het Structuurschema Verkeer en Vervoer en de daarna ontstane projecten.
"Erkennen we niet dat er zo,n anderhalf a twee miljard meer moet worden besteed aan de infrastructuur om de doelstellingen te halen?", zo merkte de woordvoerder op. De huidige benade ring van de minister staat de woordvoer der aan: prioriteit geven aan het ver vroegd oplossen van knelpunten, zeker waar het gaat om de infrastructuur om de grote vier steden. De woordvoerder is van mening dat er zekerheid moet worden gegeven waar het betreft de financiering van infrastructuur. Naar de mening van de V V D kan financiering alleen stabiel en adequaat gebeuren via een kapitaaldienst.
Velen in Nederland brengen naar voren dat Nederland een van de dichtst bevolkte landen ter wereld is met een zeer hoog autobezit, zij trekken vervol gens de conclusie dat er geen infrastruc tuur meer bij kan, hetgeen natuurlijk altijd over wegen gaat. Het wordt daar om de hoogste tijd dat de problemen van de infrastructuur driedimensionaal worden aangepakt. Het verdient daarom lof dat één van de speerpunten eindelijk het ondergronds bouwen is.
Op andere momenten spreekt de kamer over de Betuwe-route en de TGV-HSL- zuid. Zeer belangrijk is dat het maat schappelijk draagvlak voor dit soort projecten wordt herwonnen.
De woordvoerder pleitte voor verzelf standiging van het openbaar vervoer, het bevorderen van de marktwerking en de aanpassing van de bestuurlijke en
bedrijfsmatige verantwoordelijkheden. Op het terrein van het openbaar vervoer koos de woordvoerder voor duidelijke bestuurlijke verhoudingen, gefundeerd in drie bestuurslagen: Rijk, provincie en gemeente. Voor hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid zijn de pro vincies, oude en nieuwe stijl, de meest voor de hand liggende bestuurslaag. Gekozen wordt voor de grote lijn, van de Commissie-Brokx, voor meer concur rentie en marktwerking in het openbaar vervoer.
Het zijn niet alleen bescheiden aan passingen en uitbreidingen van infrast ructuur die moeten worden uitgevoerd. Het gaat ook om beter gebruik van die infrastructuur, als men files wil voorko men of vermijden. De woordvoerder zag diverse mogelijkheden die bij kunnen dragen tot een betere beheersing van de congestieproblematiek:
1. Toeritdosering, waardoor gestadige doorstroming wordt bevorderd. 2. Doorgaande rijstroken voor intercity- verkeer. Doorstroomvertraging door afstand of opkomend verkeer wordt tegen tegengegaan.
3. Doelgroepstroken, in het bijzonder voor vrachtvervoer. Geen Carpoolstro- ken, maar wel wisselstroken.
4. Beter vervoersmanagement door bedrijven.
5. Carpoolen, met mogelijke fiscale tegemoetkoming, ook via bedrijven. 6. Het parkeer- en locatiebeleid, waarbij natuurlijk de verantwoordelijkheid van de gemeente en de bedrijven niet moet worden weggeschoven.
7. Het Masterplan Fiets moet niet al te stoffig worden.
8. Goed stadsgewestelijk vervoer. 9. Bij accident-management meer gebruik van de vluchtstrook.
10. Telematica moet veel meer gebruikt worden, ook om verkeer bij incidentele files om te leiden. Telesignalering is van groot belang.
11 .Flexibele openingstijden winkels, waardoor onder andere grotere sprei ding kan ontstaan van verkeer. Het belangrijkste van deze opsomming was dat de minister het net zo wil doen als de VVD-fractie: het is en-en-en. E l e c t r o n i c h i g h w a y
Volgens de woordvoerder zijn de moge lijkheden van de elektronisch snelweg veelbelovend. Een digitaal, vrij toegan kelijk, tweeweg-communicatienet zal ongekende mogelijkheden bieden aan een nieuwe bedrijfstak op basis van de grondstof communicatie. Het is van essentieel belang op de kortst mogelijk termijn de verouderde wetgeving te vervangen.
TO T BU IT EN PO ST
Pachtwet
Deze week werd een aanpassing van de Pachtwet in de Tweede Kamer behan deld. Onze woordvoerder Willem Keur kreeg de gelegenheid het VVD-stand- punt in zijn 'maidenspeech' te verdedi gen. In Nederland is al jaren sprake van een gestage terugloop van het pachtare- aal. Voor verpachters wordt het steeds minder aantrekkelijk om op basis van de bestaande Pachtwet land te verpachten. Verpachting kan niet langer concurreren met andere vormen van financiering. En dat is onwenselijk, omdat juist pacht een vitale rol speelt als financie-
ringsinstrument van de landbouw. L i b e r a l i s e r i n g
De woordvoerder benadrukte het belang van liberalisering van de pachtwetgeving met het oog op een meer marktconfor me benadering. Het wetsvoorstel komt daaraan tegemoet via de introductie van twee nieuwe vormen van pacht met betrekking tot los land naast de reguliere pacht: de eenjarige teeltpacht en de bijzondere kortdurende pacht.
Aan de hand van het voorbeeld van de 'reizende bollenkraam' gaf de
woordvoerder precies aap wat het voor deel is van de eenjarige teeltpacht. Partijen, pachter en grondeigenaar, kunnen reagerend op de marktvraag en de marktprijzen zelf de huur en verhuur van het bollenland regelen. Teneinde ook meerjarige cultuurgewassen van de voordelen van de teeltpacht te kunnen laten profiteren, diende de woord voerder samen met de coalitiepartners een amendement in.
Het voordeel van de kortdurende pacht - deze betreft een aaneengesloten periode van 1 tot 12 jaar - is eveneens de vrij heid die pachter en grondeigenaar ver krijgen om te handelen conform de prin cipes van de markt. Een breed gedragen amendement van de woordvoerder bewerkstelligt dat deze pachtvorm ook voor opvolgende eigenaren kan gelden. Het wetsvoorstel beoogt tevens om te komen tot winstafrekening met de voor malige pachter bij doorverkoop van door hem gekochte grond. Dit speelt overi gens alleen bij de reguliere pacht. Van winstafrekening zal sprake zijn indien de voormalige pachter bij eerdere aankoop gebruik heeft gemaakt van zijn voor keursrecht. In feite is dit een soort boetebeding, die de pachter gebiedt eventuele winst bij doorverkoop die binnen 10 jaar plaatsvindt aan zijn voormalige pachter af te dragen. Deze winst kan zijn ontstaan, doordat de voormalige pachter gronden en ge bouwen mag doorverkopen tegen de 'vrije waarde' (marktwaarde), terwijl hij deze krachtens bepalingen van de Pacht wet heeft verkregen tegen de lagere verpachte waarde (uitoefening voor keursrecht). Het hiervoor geldende toetsmoment is het moment van
verkoop aan de pachter. Indien deze bij voortijdige verkoop geconfronteerd wordt met een lagere prijs, kan dit een onrechtvaardigheid opleveren. Om hier aan enigszins tegemoet te komen diende de woordvoerder samen met de coalitie partners een amendement in. Het amen dement leidt ertoe dat in geval van waardevermindering het toetsmoment verlegd wordt naar het moment van doorverkoop door de voormalige pachter.
P a c h t e r s v o o r d e e l en f i s c u s Het pachtersvoordeel leidt ertoe dat er sprake is van inkomen in natura. De fiscus rekent dit voordeel af op het moment dat de voormalige pachter zijn eigendom doorverkoopt. Naar aanlei ding van een voorstel van de woord voerder zegde de minister van Land bouw, Natuurbeheer en Visserij, Jozias van Aartsen (VVD), toe in overleg met minister Cerrit Zalm van Financiën (VVD) te bezien of er een manier is om de periode van 10 jaar de claim van de fiscus op het pachtersvoordeel te beëin digen. Al met al had de wijziging van de Pachtwet een heus Keurmerk.
Inl.: Willem Keur, 070 - 3182895
Tropische
regenwouden
In 1991 besprak de Tweede kamer het regeringsstandpunt tropisch regenwoud. Het doel dat hierin centraal stond, het bevorderen van de instandhouding van het tropisch regenwoud, werd uitge werkt in een negental hoofdlijnen van beleid. Eén van die beleidslijnen, de beperking van de handel in tropisch hardhout, heeft sindsdien zowel van publiek en media als van de regering vrijwel alle aandacht opgeëist. E v a l u a t i e
Op 9 november jl. behandelde de Tweede kamer de evaluatie van het regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud. Margreet Kamp zette tegenover de bewindslieden van LNV, V R O M , OS en EZ namens de VVD de lijn uit 1991 voort. Zij stelde centraal, dat eenzijdige Nederlandse beperking van de handel in tropisch hardhout op dit moment niet de oplossing is, aan gezien de handel zich dan zou verplaat sen naar andere landen, zonder dat de kap van tropisch hout zou verminderen. Zij ziet onder het motto "geen confron tatie maar coöperatie" meer heil in samenwerking met de regenboslanden via voorbeeldprojecten en afspraken over bosbeheer. Importbeperkingen zijn in haar visie het sluitstuk van beleid. Een belangrijk probleem is dat de gelden die de Nederlandse overheid voor bilaterale
W B I W ille m Keur
projecten ter beschikking stelt (minimaal 50 miljoen per jaar vanaf 1991) niet in gezet kunnen worden in de belangrijkste landen zoals Maleisië, Indonesië en Gabon. Het geld ligt namelijk bij het ministerie van Ontwikkelingssamen werking, en de genoemde landen beho ren niet tot de concentratielanden van dit ministerie. Mede op aandringen van de woordvoerder zegde minister Pronk toe hierin verandering te brengen. C o n v e n a n t
Een groot deel van het debat werd wederom gewijd aan de handel in tropisch hardhout. In juni 1993 werd door de regering, de houtsector en natuur- en milieuorganisaties het conve nant tropisch hout gesloten. Hierin stel den de convenantspartijen zich ten doel in 1995 de handel in tropisch hardhout te beperken tot hout uit duurzaam beheerde bossen, en om een keurmerk voor hout uit duurzaam beheerde bossen te ontwikkelen. Internationaal was echter afgesproken dat importbe- perking in het jaar 2000 zou gebeuren. Het convenant werkt internationaal weliswaar als katalysator voor de ontwikkelingen, maar in de bilaterale contacten werkt het remmend, aan gezien de produktielanden zich storen aan de rol van gidsland, die Nederland zich wederom heeft aangemeten. De woordvoerder pleitte er dan. ook voor dat het convenant als katalysator gezien moet worden, maar dat Nederland zich wat handelsbeperkingen betreft moet houden aan de internationale afspraak de import pas in 2000 te beperken. De ontwikkeling van een keurmerk acht de VVD zeer wenselijk, maar de prak tische problemen ten aanzien van fraude-bestendigheid en controleerbaar heid vereisen zeer zorgvuldige afstem ming met omringende landen en produ- centen-landen.
1 4 9
O PIN IE
Brede Herwaardering II en III
De afgelopen week heeft onze fiscale woordvoerder Bibi de Vries op voortva rende wijze de Brede Herwaardering in de Kamer behandeld. De Brede Herwaardering heeft betrekking op de herziening van het fiscale regime voor onderhoudsvoorzieningen (pensioenen) en bepaalde spaarvormen (BH-II) alsmede op kapitaalsverzekeringen en periodieke uitkeringen (BH-III). S p a a r h y p o t h e k e n
Door een amendement, ingediend door de woordvoerder blijven kapitaalsverze keringen (inclusief spaarhypotheken) buiten de heffing van de vermogensbe lasting. Het wetsvoorstel beoogde in feite een grondslagverbreding van de vermogensbelasting door kapitaalverze- keringen onder de vermogensbelasting te brengen. Deze grondslagverbreding is voor de VVD onacceptabel. Temeer omdat de discussie is gestart om te bezien hoe de vermogensbelasting kan worden verlaagd dan wel of de vermo gensbelasting op termijn afgeschaft zou kunnen worden. Het door de woord voerder ingediende amendement is door de staatssecretaris van Financiën overge nomen, hetgeen betekent dat deze belangrijke wijziging thans deel uit maakt van het wetsvoorstel. P e n s i o e n in e i g e n b e h e e r In de Tweede Kamer is lange tijd discussie gevoerd of pensioen in eigen beheer (in een BV) kon worden opge bouwd of, dat pensioenkapitaal slechts kon worden afgestort bij een verzeke ringsmaatschappij.
De VVD heeft gepleit voor een reële keuzemogelijkheid.
In het oorspronkelijke wetsvoorstel werd pensioenopbouw in eigen beheer feite lijk onmogelijk gemaakt. Echter, na veel kritiek uit de Tweede Kamer en uit het bedrijfsleven heeft de staatssecretaris een derde nota van wijziging ingediend. Nu is het mogelijk dat een ondernemer pensioen in zijn eigen holding of werkmaatschappij mag opbouwen zonder dat dit op enigerlei wijze onmogelijk wordt gemaakt. De zgn. 'solide beleggingseis' is vervallen. Hierdoor blijft het mogelijk dat als een pensioen in een holding wordt opge bouwd dat de holding haar werk maatschappij kan blijven financieren. Bovendien is het begrip 'materiële onderneming' vervallen. Een gevolg van dit begrip 'materiële onderneming' was dat pensioen in feite alleen in een zoge naamde 'werkmaatschappij' kon worden opgebouwd met alle risico's van dien. S t a m r e c h t B V
Tot op heden bestond de mogelijkheid om een schadeloosstelling (de bekende 'gouden handdruk') onder te brengen in een eigen stamrecht BV. Het wetsvoor
stel beoogde mede aan dit gebruik een einde te maken. Echter, onder druk van de Tweede Kamer heeft de staats secretaris deze mogelijkheid om een schadeloosstelling in een BV onder te brengen gehandhaafd. Dit betekent dat de keuzemogelijkheden ook hier ge handhaafd blijven. De keuze is drieledig: 1. een gouden handdruk wordt tegen 4 5 % inkomstenbelasting afgerekend. 2. De handdruk wordt ondergebracht bij een BV.
3. De handdruk wordt afgestort bij een verzekeringsmaatschappij.
B u i t e n l a n d l e k
In het wetsvoorstel is een einde gemaakt aan het verplaatsen van pensioen-BV's naar het buitenland (bijvoorbeeld de Nederlandse Antillen) alwaar dit pensioen vervolgens tegen een gunstig tarief werd afgekocht. De VVD heeft ingestemd met dit stukje reparatie wetgeving.
De V V D heeft er bij de staatssecretaris van Financiën respectievelijk van Sociale Zaken op aangedrongen te komen tot een goede afstemming tussen het fiscale begrip pensioen en het begrip zoals dat in de Pensioen- en Spaarfondsenwet is opgenomen. Op dit moment sluit een en ander nog niet goed op elkaar aan. Afkoop van pensioen bij naar het buitenland verplaatste pensioen-BV wordt gesanctioneerd met een heffing van 6 0 % vennootschapsbelasting over de waarde van de pensioenaanspraak. Bovendien worden bestuurders van de pensioen-BV aansprakelijk gesteld als de BV deze claim niet kan betalen.
S u c c e s s i e w e t
Indien de aandelen van een pensioen-BV in handen zijn van de kinderen en de ouders komen voortijdig te overlijden (dus voordat de pensioenpot op is) vindt er successieheffing plaats bij de kinderen over het verschil tussen de waarde van die aandelen op het moment van overlij den en de oorspronkelijke verkrijgings- prijs. Deze wijziging is opgenomen om oneigenlijk gebruik te voorkomen. Echter, deze regeling heeft geen betrek king op de situatie dat er ook onderne mingsactiviteiten in de BV worden ontplooid.
A f k o o p a l i m e n t a t i e
De V V D heeft de staatssecretaris van Financiën gevraagd de maatschappelijke behoefte te onderzoeken of afkoop van alimentatieverplichtingen door middel van een lijfrente weer fiscaal aftrekbaar moet worden. Op dit moment is het zo dat als de ene partner de alimentatiever plichting aan de andere partner in contanten afkoopt deze afkoop fiscaal aftrekbaar is. Gebeurt deze afkoop door middel van een lijfrente (onderhouds- voorziening), dan is dit niet fiscaal
B ib i de Vries
aftrekbaar. De lijfrente uitkeringen bij de ex-partner zijn echter pas belast met inkomstenbelasting, voorzover deze uitkeringen de hoogte van de afkoop som overtreffen (saldo-methode). Al met al is er weinig overgebleven van de Brede Herwaardering en de vraag kan gesteld worden of er na al die jaren wel sprake is geweest van een brede herwaardering. Maar fiscaal Nederland is in ieder geval lekker beziggehouden.
Zeescheepvaart
Door onze woordvoerder Bibi de Vries werd deze week de W e t belasting- en premiefaciliteit voor de zeevaart 1995 behandeld. Dit wetsvoorstel beoogt een verlichting in de loonkosten van de Nederlandse zeescheepvaart, hetgeen opnieuw een signaal is dat de zoge naamde wig (het verschil tussen bruto- loonkosten voor de werkgever en het netto-loon voor de werknemer) in Nederland veel te hoog is.
De vereenvoudiging die in het wetsvoor stel wordt voorgesteld, werd door de VVD van harte ondersteund. Het wets voorstel voorziet daartoe in een fictieve kostenaftrek op het loon van zeevaren den, waarvan het voordeel niet bij de zeevarende terecht komt, maar via een verrekentechniek bij de reder. W erk gevers hoeven nu geen rekening meer te houden met de persoonlijke omstandig heden van de zeevarende, hetgeen bij de huidige regeling een behoorlijke papierwinkel met zich mee bracht. De woordvoerder constateerde dat het in het onderhavige geval gaat om een regeling die de concurrentiepositie van de zeevaart op de wereldmarkt moet verstevigen. De VVD vindt het van groot belang dat de Nederlandse scheepvaart zich kan blijven ontwikkelen en kan concurreren op de wereldmarkt. De woordvoerder steunde daarom het voor stel om de wet per 1 januari 1995 te laten ingaan. In het voorjaar van 1995 zal er overigens een inhoudelijke dis cussie plaatsvinden tussen de minister van V & W en de Vaste Commissie voor V & W over deze problematiek.
