Memo
Van : Roy Koenders Aan : Hans Driessen Datum : 29 oktober 2014
Onderwerp : Kwijtschelding privé belastingschulden kleine zelfstandigen
Registratienummer : CONCEPT
Registratiecode : *CONCEPT*
1. Inleiding
De berekening of iemand kwijtschelding verleend kan worden voor gemeentelijke belastingen is gebaseerd op de "Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990". De Invorderingswet 1990 en de daarvan afgeleide regeling bepaalt wat wel en wat niet meegenomen mag worden in de berekening om tot een uitspraak te komen. Een gemeente dient zich hier aan te houden, omdat er anders rechtsongelijkheid ontstaat. Momenteel wordt er geen kwijtschelding verleend aan ondernemers, enkel aan particulieren.
2. Aanleiding
Het wetsvoorstel tot verruiming van kwijtscheldingsnormen (kamerstukken 32315) goedgekeurd door zowel de Eerste als Tweede kamer. Deze wijziging biedt de mogelijkheid om kleine
zelfstandigen die op bijstandsniveau leven kwijtschelding te verlenen van privé belastingschulden.
Met kleine zelfstandigen wordt bedoeld personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen.
3. Probleemstelling
De invoering van de mogelijkheid kwijtschelding te verlenen aan kleine zelfstandig ondernemers is bedoeld voor zelfstandigen die een inkomen rond het bijstandsniveau hebben. Deze worden nu afgewezen vanwege het enkele feit dat ze een zelfstandig beroep uitoefenen, terwijl kwijtschelding alleen is opengesteld voor particulieren. In het kader van het gelijkheidsbeginsel is het echter niet logisch dat een kleine zelfstandige op bijstandsniveau geen kwijtschelding kan krijgen van zijn of haar privébelastingschulden. Bij het beoordelen van het kwijtscheldingsverzoek van zelfstandigen, is het vaststellen van hun inkomen lastig. Veel zelfstandigen hebben sterk fluctuerende inkomsten, waardoor vaak pas achteraf kan worden vastgesteld wat het jaar (en dus maand) inkomen was.
4. Advies Belastingkantoor Beuningen
Voorgesteld wordt om de kwijtscheldingsmogelijkheid per 1 januari 2015 open te stellen voor alle kleine zelfstandigen. In hoofdlijnen ziet de werkwijze er als volgt uit:
1. Aanvraag van een ondernemer met BBZ uitkering:
Kwijtschelding verlenen. Het inkomen en vermogen van de aanvrager is bij het verlenen van een BBZ uitkering reeds getoetst.
2. Aanvraag van een ondernemer zonder BBZ uitkering:
In eerste instantie alleen een vermogenstoets uitvoeren;
a. Verzoek om kwijtschelding afwijzen bij bezit van een auto met een waarde van meer dan
€ 2.269,- en/of overwaarde woning.
2
ARCHIEF
b. Bij geen bezit van een auto met een waarde van meer dan C 2.269,- en/of overwaarde woning aanvrager met een verzoek om kwijtschelding af te gaan op de inkomensgegevens zoals deze bekend zijn bij de fiscus over het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor kwijtschelding wordt gevraagd. Dit systeem wordt ook bij andere gemeenten naar tevredenheid gehanteerd.
4. Onderzoek
Naar aanleiding van het wetsvoorstel en de probleemstelling is er, om een goed beeld en advies te kunnen met betrekking tot het verlenen van kwijtschelding aan kleine ondernemers, onderzoek verricht naar het kwijtscheldingsbeleid van diverse gemeenten. Tevens is de VNG geraadpleegd.
5. Bevindingen
Uit bovenstaand onderzoek komen de volgende bevindingen naar voren;
1. Groep gemeenten die ondernemers kwijtschelding verlenen voor de privébelastingen;
2. Groep gemeenten die alleen ondernemers met een BBZ uitkering kwijtschelding verlenen;
3. Groep gemeenten die geen kwijtschelding verlenen bij ondernemers.
4. Gemeenten met een combinatie van optie 1 en 2.
Ad. 1 Bevindingen gemeenten die ondernemers kwijtschelding verlenen voor de privé-belastingen:
Bij de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek zal bij deze gemeenten uitgegaan worden van dezelfde berekeningswijze zoals die geldt voor de natuurlijke personen (berekening
betalingscapaciteit en vermogen). Er wordt als volgt met de materie omgegaan: kijken welke ondernemers een verzoek indienen, ieder verzoek leidt tot een 'voorlopige kwijtschelding'.
In dit stadium wordt het verzoek niet in behandeling genomen en niet beoordeeld. Pas wanneer de ondernemer de "definitieve aanslag inkomstenbelasting " overlegt, wordt het
verzoek om kwijtschelding in behandeling genomen. Hoe de berekening van betalingscapaciteit en vermogen precies eruit zal zien is vooralsnog niet bekend.
Er wordt bij de hierboven aangegeven gemeenten niet gewerkt met inkomensverklaringen(IB60) van de belastingdienst, omdat inkomensverklaringen betrekking hebben op het voorgaande belastingjaar. En normaal gesproken wordt bij een verzoek om kwijtschelding uitgegaan van de te verwachten inkomsten en uitgaven over de komende 12 maanden; uitgaande van de
inkomstengegevens en uitgaven op het moment van het verzoek om kwijtschelding.
Nadeel: Uitstel onbepaalde tijd, vertraging invorderingsproces;
Risico dat misbruik wordt gemaakt van de regeling i.v.m. uitstel onbepaalde tijd.
Het definitief vaststellen van een belastingaanslag voor kleine ondernemers duurt al snel 3 jaar
en in uitzonderlijke gevallen 7 jaar. leder jaar komt er een voorlopige aanslag maar daar kleven veel
risico's aan vast. Mochten de gegevens niet kloppen, dan corrigeert de belastingdienst dit met de
definitieve aanslag. Dit betekent concreet dat ondernemers uitstel dienen te krijgen tot de
definitieve aanslag is vastgesteld. Dit stagneert de voortvarende invordering en zorgt ervoor dat
ondernemers een kwijtscheldingsaanvraag als uitstel aanvraag gaan zien.
3
ARCHIEF
Ad. 2 Bevindingen gemeenten die alleen ondernemers met een BBZ uitkering kwijtschelding verlenen:
Diverse gemeenten geven alleen kwijtschelding aan ondernemers met een BBZ uitkering. Overige ondernemers kunnen geen verzoek indienen. Ondernemers met BBZ uitkering krijgen "automatisch"
kwijtschelding. Hierdoor zijn er lage uitvoeringskosten en alle verzoeken kunnen behandeld worden. Er hoeft geen uitstel van betaling te worden verleend.
Volgens de VNG is deze werkwijze in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Alle ondernemers moeten kwijtschelding kunnen aanvragen.
Ad.3 Bevindingen gemeenten die geen kwijtschelding verlenen bij ondernemers:
De belangrijkste redenen waarom deze gemeenten geen kwijtschelding verlenen aan ondernemers zijn:
- Veel onduidelijkheden m.b.t. afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken van ondernemers (externe expertise nodig m.b.t. balansinzichten en accountantsverklaringen);
- Hoge kosten doordat externe expertise noodzakelijk is;
- Alleen ondernemers met BBZ uitkering kwijtschelding verlenen is in strijd met het gelijkheidsbeginsel;
- Gemeente ontvangt geen rijksbijdrage voor kwijtschelding ondernemers;
- Toename kwijtschelding kan een verhoging betekenen van het tarief van de aanslagen gemeentelijke belastingen ( de betalende burger draait ervoor op);
- Reeds aanwezige mogelijkheden waarop de ondernemer beroep op kan doen. Zoals de BBZ (renteloze lening/starterskrediet, vergoeding begeleidingskosten, aanvulling inkomsten tot bijstandsniveau), Belastingdienst en gemeenten (uitstel van betaling en betalingsregelingen).
Ad.4 Gemeenten met een combinatie van optie 1 en optie 2
Een groep gemeente heeft eveneens aangegeven kwijtschelding te verlenen aan ondernemers. In hoofdlijnen zal er als volgt te werk worden gegaan;
1. kijken welke ondernemers een verzoek indienen.
2. Aan ondernemers met een Bijstandsregeling Zelfstandigen (BBZ) uitkering zal kwijtschelding worden verleend.
3. Voor ondernemers die geen BBZ uitkering ontvangen zal een berekening moeten worden gemaakt.
Er wordt echter van uitgegaan dat een berekening niet nodig zal zijn vanwege de strenge kwijtscheldingsnormen. Zo wordt een particulier die in het bezit is van een auto met een waarde van meer dan C 2.269,- afgewezen voor kwijtschelding. Een woning met een overwaarde (WOZ- waarde minus hypotheekschuld) leidt eveneens tot een afwijzing.
Voordeel:
Er wordt rekening gehouden het gelijkheidsbeginsel (alle ondernemers kunnen het aanvragen);
Aanvragen van ondernemers met BBZ uitkering krijgen "automatisch" kwijtschelding, lage
Uitvoeringskosten, gelijke behandeling van ondernemers en particulieren, kleine zelfstandigen die last hebben van de crisis wordt de mogelijkheid geboden belasting vermindering toe te kennen.
4