Openbare zitting van Kamer IV uit de Hoor- en adviescommissie ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan de Paviljoenslaan 1 te Haarlem op
van de behandeling van de bezwaarschriften ingevolge artikel 7:1 van de Awb van Stichting Duinbehoud te Leiden, mede namens Stichting Rust bij de Kust, Vereniging Milieudefensie, Stichting Vrienden van Middenduin en Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland (bezwaarde), van 1 0 september 201 9, ingediend door de heer M. Janssen en Stichting Natuurbelang AWD
(bezwaarde), van 1 3 september 201 9, ingediend door mevrouw A.M. van Eik van Prakken
d’Oliveira, tegen het besluit van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (verweerders) van vrijdag 23 augustus 2019, waarbij op grond van de Wet natuurbescherming onder voorschriften en beperkingen ontheffing is verleend voor
ruimtelijke ingrepen op het Circuitterrein Zandvoort, Burgemeester van Alphenstraat 108te Zandvoort.
Aanwezigen
de leden:
mr. S.G.A de Boer, voorzitter mr. drs. R. van Baaren H.J.I. van Leeuwen
mr. P.S. van Laar, fungerend secretaris
alsmede:
M. Janssen, gemachtigde van Stichting Duinbehoud, Stichting Rust bij de Kust, Vereniging Milieudefensie, Stichting Vrienden van Middenduin en Natuur- en Milieufederatie Noord- Holland.
mr. Van Eik, gemachtigde van Stichting Natuurbelang AWD H. Hobo, gemachtigde van Stichting Natuurbelang AWD
en namens verweerders:
H. Besselink, advocaat
donderdag 28 november 201 9 om 1 0.00 uur INGEKHMEN 2^1 DEC. 2019
VERSLAG
L. Kuiper
K. Vrolijk
Voorts is aanwezig:
J. Tingen, advocaat Circuit Park Zandvoort (CPZ) A. Keyzer, ecoloog Ecocunsultancy
R. van Overdijk, gemachtigde Circuit Park Zandvoort (CPZ)
De voorzitter opent de vergadering en stelt aan de orde de behandeling van bovengenoemd bezwaarschrift.
Zij heet de aanwezigen welkom, stelt de leden van de commissie voor en licht de functie van de Hoor- en adviescommissie toe.
De voorzitter wil van de advocaat van CPZ weten of hij nog altijd van mening is dat de Stichting Natuurbelang AWD geen belanghebbende is.
De advocaat van CPZ geeft aan dat hij nog altijd die mening is toegedaan.
Vervolgens krijgt de gemachtigde van bezwaarde het woord, waarbij de voorzitter verzoekt om specifiek in te gaan op de belanghebbendheid van de Stichting Natuurbelang AWD.
Gemachtigde van AWD deelt mede dat de stichting overleg heeft met politieke partijen en er wordt deelgenomen aan overleggen met de natuurbeheerders. Dit staat echter niet allemaal op de website. Ze leest vervolgens de pleitnota voor (deze is bijgevoegd).
Vervolgens leest de heer lanssen ook de pleitnota voor (deze is bijgevoegd).
Verweerders geven aan dat zij geen pleitnota hebben, maar dat zij een aantal punten willen benadrukken. Verweerders merken op dat het geen ontheffing is voor het circuit en ook geen ontheffing is voor het organiseren van de Formule 1. De ontheffing is nodig in verband met het verstoren van de rugstreeppad en de zandhagedis en het beschadigen van hun leefgebied.
Er zijn geen andere bevredigende oplossingen voor de aanleg van de paden en de toegangsweg.
Er zijn dwingende redenen van groot openbaar belang en de betreffende aantasting is gering.
Sport is een dwingende reden van groot openbaar belang en als je dat afzet tegen de geringe aantasting, die veelal tijdelijk is, is de ontheffing terecht verleend. Sport is al eerder aangemerkt als een dwingende reden van groot openbaar belang.
De voorzitter merkt op dat verweerders geen jurisprudentie noemen waaruit blijkt dat de genoemde redenen gekenmerkt kunnen worden als een dwingende reden van groot openbaar belang.
Verweerders merken op dat het verplaatsen van een hockeyveld is aangemerkt als een dwingende reden van groot openbaar belang. Verweerders geven aan dat het hier niet gaat om een
limitatieve opsomming.
De voorzitter wil weten of sport de enige dwingende reden van groot openbaar belang is, of dat het hier gaat om de combinatie van de genoemde redenen.
Verweerders merken op dat de combinatie van de genoemde redenen voldoende is om als
dwingende reden van groot openbaar belang te worden gekwalificeerd. Sport alleen is echter ook al voldoende.
Verweerders merken op dat veiligheid ook een belangrijk aspect is. Het is belangrijk om het publiek te kunnen concentreren om hun veiligheid te kunnen garanderen.
Vervolgens leest de gemachtigde van CPZ de pleitnota voor (deze is bijgevoegd).
De heer Van Leeuwen geeft aan dat hij twee vragen heeft. Het gaat om verschillende vergunningen die zijn aangevraagd. Hij wil graag een goed beeld krijgen van wat er speelt.
Tevens wil hij weten waarom de ontheffing alleen betrekking heeft op het jaar 2020.
Verweerders merken op dat zij dienen te beslissen op hetgeen is aangevraagd. Voor 2021 dient CPZ een nieuwe aanvraag in te dienen. Deze aanvraag zal dan wel beperkter zijn en waarschijnlijk alleen betrekking hebben op de tribunes.
De heer Van Leeuwen wil weten of er vooroverleg heeft plaatsgevonden over de ingediende aanvraag.
Verweerders merken op dat zij vraag-gestuurd zijn. Er is niet gevraagd om coördinatie of aanhaking bij de omgevingsvergunning. In die zin is er een beperkte ontheffing verleend.
De heer Van Baaren geeft aan dat hij het toetsingskader van de Wet natuurbescherming wil langslopen aan de hand van de jurisprudentie van het Hof (C-674/1 7).
De afwijking van de artikelen 1 2 tot en met 1 4 en artikel 1 5 onder a en b moet restrictief worden uitgelegd en het bestuursorgaan dient te bewijzen dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan.
Hij wil graag weten wat nu de dwingende reden van groot openbaar belang is en hoe deze onderbouwd wordt.
Verweerders geven aan dat zij op bladzijde 6 van het besluit hier uitgebreid bij hebben stilgestaan.
De heer Van Baaren wil weten of het om de combinatie van de factoren gaat, of zijn de genoemde factoren separaat ook een dwingende reden van groot openbaar belang.
Verweerders merken op dat het financiële plaatje voor CPZ geen argument is geweest, er is onderzocht of de genoemde factoren als dwingende reden van groot openbaar belang kunnen worden gekwalificeerd.
De heer Van Leeuwen geeft aan dat in de uitspraak van de voorzieningenrechter staat dat er grote maatschappelijke belangstelling is voor de Formule 1 in Nederland. Hij geeft aan dat waarschijnlijk ook een groot aantal mensen geen belangstelling heeft voor de Formule 1. Hij merkt op dat de wereld wel is veranderd, de snelheid op de snelwegen gaat ook omlaag.
Verweerders merken op dat het vertrekpunt de ontheffing voor de activiteit is. Er dient onderzocht te worden hoe groot de aantasting is. Die is in deze casus zeer gering, er worden geen soorten gedood en het leefgebied blijft grotendeels intact. De vraag is of deze aantasting gerechtvaardigd is. Verweerders geven aan dat dit het geval is, gelet op de genoemde dwingende redenen van groot openbaar belang. Als er sprake zou zijn van het opnieuw aanleggen van een circuit, dan zou de ontheffing waarschijnlijk niet worden verleend. Het gaat nu echter om een bestaand circuit, waar formule 1 races gehouden mogen worden. Sport is een belang, maar er zijn ook andere belangen.
De heer Van Baaren wil weten of minder publiek of geen extra tribunes geen optie is.
Verweerders geven aan dat het circuit gebruikt mag worden en dat het circuit 1 0.000 - 1 00.000 bezoekers mag ontvangen. Ze willen echter voorkomen dat de bezoekers door duinen gaan dwalen.
De heer Van Baaren wil weten of dat een overtreding zou zijn.
Verweerders merken op dat dit als een soort bestaand gebruik gekwalificeerd zou kunnen worden. De Habitatrichtlijn bestond toen namelijk nog niet.
Gemachtigde van AWD merkt op dat de paden en tribunes niet noodzakelijk zijn. De bouw van de tribunes is veel schadelijker dan het dwalen door de duinen.
De heer Van Baaren wil weten of de FIA eisen heeft gesteld, waardoor de extra tribunes noodzakelijk zijn.
Gemachtigde van CPZ geeft aan dat hij dat niet zeker weet. Hij geeft aan dat “crowd management” belangrijk is. Tevens moet het ook financieel haalbaar zijn.
Gemachtigde van AWD merkt op dat de werkzaamheden geen probleem zijn, mits ze niet
plaatsvinden in de rust- en voortplantingsgebieden.
De heer lanssen geeft aan dat in het verleden er geen problemen waren met de grote groepen mensen.
Verweerders laten een foto zien van het publiek in de duinranden.
De gemachtigde van CPZ merkt op dat op 1,3 hectare de verstoring permanent is.
De heer Van Baaren merkt op dat het uitgangspunt de instandhouding is. De staat is niet gunstig.
Hij geeft aan dat er zekerheid moet zijn dat herstel mogelijk is.
Verweerders merken op dat er geen soorten worden gedood. In het duingebied gaat het relatief goed met de soort. Het leefgebied wordt marginaal aangetast en er blijft voldoende gebied over.
Gemachtigde van AWD geeft aan dat er onvoldoende onderzoek is gedaan, vanwege tijdsgebrek.
De heer Van Baaren merkt op dat dit vooral gaat om ecologie.
De ecoloog van CPZ merkt op dat de Kennemerduinen een optimaal leefgebied is. De
zandhagedis komt daar veel voor. Op het CPZ komen wel zandhagedissen voor, maar het gebied is niet optimaal.
In 2009 heeft er een telling plaatsgevonden, er is echter geen recentere telling. Er komen 4,7 stuks per hectare voor. In de Kennemerduinen is dit het dubbele. Hij geeft aan dat er geen effecten zijn te verwachten.
De voorzitter wil weten of het gebied weer geschikt is voor de zandhagedis als de tribunes weer weggehaald worden.
De ecoloog van CPZ geeft aan dat dit gebied niet in het geheel weer geschikt zal zijn.
De heer lanssen geeft aan dat hij ook ecoloog is en dat de effecten in een niet optimaal gebied veel groter zijn.
De heer Hobo merkt op dat zandhagedissen koudbloedig zijn. Hij merkt op dat de aantallen fluctueren. Hij geeft aan dat er geen goede inventarisatie is gemaakt en dat de gevangen aantallen van 32 veel te laag is. Er zijn vooral aannames gedaan.
De heer Vrolijk geeft aan dat hij ook ecoloog is en merkt op dat het gaat om verrijkte grond. Het is geen zuiver zand. Het is dus geen ideaal gebied voor de zandhagedis. Alleen de randzone is geschikt, die aantasting is zeer gering.
De heer lanssen merkt op dat dit niet geldt voor gebied 4 en 6.
De voorzitter wil weten of er onderzoek is gedaan naar de economische effecten.
Gemachtigde van CPZ merkt op dat er op korte en lange termijn economische voordelen zullen zijn. Hij geeft aan dat dit ook onderzocht is.
Gemachtigde van AWD merkt op dat dit rapport niet deugdelijk is. Het voorbeeld van de verplaatsing van de hockeyclub ziet op een andere situatie, dan bij de Formule 1. Het gaat hier vooral om het financiële plaatje.
De heer lanssen geeft aan dat hij geen enkel alternatief heeft gehoord voor de tribunes.
Verweerders merken op dat er 1 00.000 bezoekers komen en dat de tribunes nodig zijn om alles in goed banen te leiden.
Gemachtigde van CPZ merkt op dat de bezoekers nodig zijn in verband met het financiële plaatje,
er is geen alternatief.
Nadat gebleken is, dat geen der aanwezigen behoefte heeft aan het maken van nadere
opmerkingen, beëindigt de voorzitter de vergadering. Zij schetst in het kort het verdere verloop van de procedure en sluit de vergadering.
Haarlem, donderdag 28 november 201 9
(K ■y
mr. P.S. van Laar, fungerend secretaris
mr S^A.de Boer,"
