samenstelling Gerrit Borgers, Enno Endt, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond
bron
Gerrit Borgers, Enno Endt, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond, Herman Gorter (Schrijversprentenboek 12). De Bezige Bij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en
Documentatiecentrum, Den Haag 1966
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/borg006herm01_01/colofon.htm
© 2008 dbnl / erven Gerrit Borgers / erven Enno Endt / erven Jan Hulsker / Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond
i.s.m.
2
[Herman Gorter]
Omziende zie ik, dat ik, trots alle smart, eene rijke ontwikkeling heb doorgemaakt.
De poëzie, die mij leidde, is blijkbaar zelve bij het leven onzer eigen
klassemaatschappij ter school geweest. Den laatsten bloei der groote burgerlijke poëzie heb ik in mij zelf beleefd. Het demokratische naturalisme heb ik in het sensitivisme poëtisch gevoeld. Een oogenblik dreigde mij te vallen in de oude dwaling der bourgeoisie, de metaphysica, hier reactie. Maar gelukkig heeft het opkomende proletariaat en mijn liefde voor het leven mij gered, en ik ben als krachtig
schipbreukeling van het schip der bourgeoisie in het land der arbeiders aangekomen.
7
Handschrift van het gedicht ‘Mijn beeld’ uit 1912, dat de bundel ‘Verzen I’ van 1928 opent.
4
Biografie
1864
26 november: geboren te Wormerveer, Zaanweg 36, als tweede zoon van Simon Gorter, Doopsgezind predikant, en Johanna Catharina Lugt.
15 december: zijn vader vertrekt naar Arcachon in Zuid-Frankrijk, in verband met zijn tuberculose.
1865
februari: zijn moeder gaat met haar twee zoontjes, Douwe (geb. 1862) en Herman, eveneens naar Arcachon.
1866
15 april: het gezin Gorter keert terug naar Wormerveer.
November: geboorte van zijn zusje Nina.
1870
15 maart: verhuizing naar Amsterdam, waar zijn vader hoofdredacteur van het Nieuws van den Dag wordt. Het gezin vestigt zich Oude Teertuinen 11 (thans Prins Hendrikkade 77; het oorspronkelijke pand is afgebroken).
1871
5 juni: zijn vader overlijdt in een hotel te Rhenen, Gelderland.
September: het gezin verhuist naar Prinsengracht 73.
1873
April: het gezin verhuist naar Amstel 165.
1877
Mei: het gezin verhuist naar Prof. Tulpstraat 25 hs.
September: wordt ingeschreven als leerling van het stedelijk (later Barlaeus-) gymnasium aan het Singel, tegenover de Bloemmarkt. Is veelal primus van zijn klas. Leest Multatuli en Milton.
1882
20 maart: oprichting van de cricketclub RUN.
Mei: verhuizing van het gezin naar Amsteldijk 9 hs.
1883
Juni: slaagt voor het eindexamen gymnasium.
Oktober: gaat klassieke talen studeren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Groentijd en lidmaatschap Amsterdams Studentencorps.
Kennismaking met Alphons Diepenbrock.
15 oktober: inauguratie dispuutgezelschap U.N.I.C.A.
Houdt lezingen en levert kritiek op die van anderen.
14 december: lezing over godsdienst der Grieken.
1884
10 maart: lezing over de vestiging der Nederlanders in Indië.
Zomer: kennismaking met Aegidius W. Timmerman.
1885
4 februari: lezing over Woutertje Pieterse.
18 april: vroegste datum boven het handschrift van de Mei.
2 mei: verhuist naar Westeinde 7 (thans afgebroken).
Juli(?): kennismaking met Willem Kloos.
Augustus: logeert op het landgoed Zandbergen bij Amersfoort, waar hij fragmenten van Mei I schrijft.
1888
1 en 3 mei: legt met succes zijn doctoraal examen af.
Augustus: cricketwedstrijden; stelt een Gorter's Eleven samen met o.a.R.N.
Roland Holst, dat tegen een Engels gastelftal speelt.
Zomer: leest Diepenbrock de voltooide fragmenten uit Mei voor.
September: kennismaking met Jac. van Looy, aan wie hij eveneens Mei voorleest.
15 november: voltooit Mei. 22 november: biedt Mei ter lezing aan Willem Kloos aan. 17 december: leest de Mei voor aan Willem Kloos en een halve maand later ook aan Frederik van Eeden.
1889
1 februari: debuteert in De Nieuwe Gids met de eerste zang van Mei.
3 februari: wordt vice-voorzitter van de Ned. Cricket Bond.
20 maart: publikatie van Mei, Een gedicht in boekvorm.
11 april: zijn dissertatie over de Griekse poëzie wordt geweigerd door de professoren Pierson en Naber.
25 mei: ‘heiligverklaring’ door U.N.I.C.A.
Mei: verhuist met zijn broer Douwe naar Amstel 130.
2 oktober: promoveert op de beeldspraak bij Aeschylus.
11 december: aanstelling als leraar klassieke talen aan het stedelijk (thans Johan van Oldenbarnevelt-) gymnasium te Amersfoort, waar hij zich vestigt Korte Bergstraat 22.
1890
17 juli: trouwt met Wies Cnoop Koopmans.
Augustus: rumoer in de pers over zijn sensitieve verzen in De Nieuwe Gids.
1891
Zomer: publikatie van zijn ‘kenteringssonnetten’ in De Nieuwe Gids.
1892
15 maart: overlijden van zijn broer Douwe.
Zomer: heeft Verwey en Diepenbrock te logeren.
20-27 augustus: maakt deel uit van het eerste Nederlandse cricketelftal, dat naar Engeland oversteekt om daar wedstrijden te spelen. Speelt in de volgende jaren herhaaldelijk in het Nederlandse cricketelftal mee.
24 september: wijst tijdens zijn inspanning om zich te bevrijden van het leraarschap het redacteurschap van De Nieuwe Gids voorlopig van de hand.
December: schrijft Spinozistische verzen.
25 december: wijst nogmaals het redacteurschap van De Nieuwe Gids af, na onaanvaardbare voorwaarden; hem door Kloos gesteld.
1893
Eind januari: kennismaking met Henriëtte (Roland Holst-) van der Schalk.
September: persoonlijke kennismaking met Lodewijk van Deyssel, met wie hij reeds in 1890 en 1891 correspondeerde over hun beider werk.
1895
Voorjaar: publiceert zijn vertaling van Spinoza's Ethica.
1896
Zomer: bestudeert Das Kapital van Marx.
1897
18 april: wordt samen met Henriëtte Roland Holst lid van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij.
Draagt gedichten bij aan het socialistisch maandblad De Nieuwe Tijd.
1898
Redacteur van De Nieuwe Tijd, waarin zijn reeks artikelen Kritiek op de litteraire beweging van 1880 in Holland verschijnt. In deze en volgende jaren intensieve propagandistische arbeid (cursussen, debatavonden), vooral in de
verkiezingstijden.
± 1900
Bestudeert Dietzgen, Kautsky en vele andere socialistische theoretici.
1903
Kennismaking en vriendschap met de familie Kautsky. Reis door de Harz, eerste kennismaking met de bergen. Verschijning van de (socialistische) Verzen en van zijn eerste politieke brochure, die later door talrijke andere gevolgd wordt.
1905
Verzamelt zijn lyriek onder de titel De school der poëzie (3 delen).
Eerste vakantie in Zwitserland, waar hij nadien bijna zonder uitzondering zijn vakanties doorbrengt.
1906
Trekt zich n.a.v. de revisionistische programmaherziening, tijdens het S.D.A.P.-congres te Utrecht, terug uit de partijpropaganda.
1907
Is tijdens het partijcongres te Haarlem officieel woordvoerder van de oppositie tegenover Troelstra.
Begint in de eerste jaargang van het links-socialistische weekblad De Tribune met zijn feuilleton Het historisch materialisme, voor arbeiders verklaard.
1909
Februari: sluit zich aan bij David Wijnkoop c.s. na de scheuring in de S.D.A.P.
tijdens het buitengewoon congres in Deventer. 14 maart: wordt op het
stichtingscongres van de Sociaal-Demokratische Partij lid van het partijbestuur.
Vervolgt het geven van lezingen en cursussen en de publikatie van zijn politieke geschriften. 20 maart: treedt toe tot de redactie van De Tribune, waar hij tot 1916 deel van uitmaakt.
1911
Verblijft ten behoeve van zijn literaire werk sinds dit jaar regelmatig voor langere tijd in Bergen N.-H.
Krijgt na de voltooiing van de eerste versie van Pan een langdurige lichamelijke inzinking. Sindsdien steeds perioden van ziekte.
1912
Bezoekt met Wijnkoop het Internationale Socialistische Vredescongres te Bazel.
1913
Opnieuw grote propagandistische activiteit in de arbeiderscentra t.b.v. de S.D.P.
1914
Schrijft n.a.v. de wereldoorlog de brochure Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democratie.
1916
Zwakke gezondheid. Verzamelt zijn dichtwerk in 4 delen. 19 november:
overlijden van zijn vrouw. Schrijft naar aanleiding hiervan In memoriam, bij den dood eener communiste, dat postuum gepubliceerd wordt.
1917
Treedt uit de redactie van De Nieuwe Tijd. Krijgt als patiënt toestemming naar Zwitserland te reizen. In Bern nauw contact met uitgeweken Russische
revolutionairen.
Toenemend verschil van mening met Wijnkoop c.s. over de politieke koers t.o.v. de oorlogvoerende regeringen.
1918
Voorbereiding in Zwitserland van de brochure De wereldrevolutie. Vervreemding van de S.D.P., weldra C.P.H. November: gaat met uitgewezen Russen naar Berlijn. Intensief contact met de Spartakusbund (Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht).
1919
Keert terug naar Holland. Sluit zich aan bij de linksradicale oppositie in de Duitse Communistische Partij, die zich in 1920 afsplitst als Kommunistische Arbeiter-Partei Deutschlands; werkt voortaan geheel op internationaal terrein (brochures in het Duits).
1920
Antwoordt op de aanval in Lenins brochure Der ‘Radikalismus’ die Kinderkrankheit des Kommunismus met de brochure Offener Brief an den Genossen Lenin. 24 en 28 november: woont als medevertegenwoordiger van de K.A.P.D. zittingen bij van het Uitvoerend Comité van de Komintern in Moskou. Felle aanval op de door de Communistische Internationale gevolgde politiek. Voert vele gesprekken met Lenin, maar vindt geen gehoor voor zijn standpunt.
Privé-uitgave van Liedjes van Pan (postuum verschenen als Liedjes I).
1921
Op zijn initiatief wordt in Nederland de Kommunistische Arbeiders Partij opgericht.
Brochure-arbeid voor de K.A.P.D. Verzwakte gezondheid.
1923
Terloopse ontmoeting aan het strand met H. Marsman, door bemiddeling van A. Roland Holst.
20 juni: overlijden van zijn moeder.
15 september: overlijdt op terugreis uit Zwitserland in een hotel te Brussel aan angina pectoris.
6
[Schrijversprentenboek]
8
Ouders van Gorter.
9
Geboortehuis, vijfde van rechts.
10
Met zijn broer Douwe (links) en zusje Nina.
Uit ‘Cricket’ door W. Mulier, 1897.
12
Vader van Gorter.
7
14
Slot van zijn voor het Amsterdams Studentencorps geschreven ‘Autobiografie’.
15 In 1884.
16
Als cricketer, staande, links.
17
Omstreeks de tijd van zijn sollicitatie.
9
18
Titelpagina van zijn dissertatie.
19
Rapport over Gorter als sollicitant naar een leraarsbetrekking te Amersfoort.
20
Begin van het handschrift van de ‘Mei’.
11
21
Brief van Gorter aan Wies Cnoop Koopmans, 1887.
22
Achterzijde van De Nieuwe Gids van februari 1889.
23
Het huisje te Zandbergen bij Amersfoort, waar hij een gedeelte van ‘Mei’ schreef. Foto anno 1964.
Terwijl ik ‘Mei’ schreef, werd ik bekoord door de prozaïsten der Fransche en Hollandsche realistische, naturalistische en impressionistische school. Zij hadden een gloed en een kracht van leven, van onmiddellijkheid, hun pogen om uit ons leven zelf de schoonheid te halen betooverde mij zoo,
24
‘Verzamelde Werken II’, blz. 35.
25
Met zijn verloofde Wies Cnoop Koopmans.
26
Zijn moeder.
27
Brief van Gorter, wschl. aan Wies Cnoop Koopmans, ongedateerd.
28
Balboekje van zijn verloofde.
29
Handschrift van het slot van de ‘Mei’.
30
Briefkaart aan Alphons Diepenbrock, ondertekend met ‘Pans’, bijnaam uit zijn studententijd.
31
Alphons Diepenbrock.
ik had zelf dat onmiddellijke leven zoo lief, ik had zoo'n voorgevoel ook dat er in dat leven een nog veel dieper schoonheid verborgen lag, dat ik besloot te trachten poëzie te maken van de onmiddellijke realiteit - zonder de traditie van vroegere tijden.
14
32
Brief van Gorter, wschl. aan Wies Cnoop Koopmans, ongedateerd.
33
Jac. van Looy in De Nieuwe Gids van 1921.
34
Brief van Van Deyssel aan Kloos van 3 februari 1889.
35
Brief van Van Eeden aan Van Deyssel van 25 december 1888.
36
Dagboek van Van Eeden, 3 februari 1889.
37
Brief van Charles van Deventer aan Willem Witsen van 26 februari 1889.
38
Jac. van Looy, getekend door Willem Witsen.
40
Lodewijk van Deyssel.
15
41
Handschrift van ‘Een samenzijn’, uit de bundel ‘Verzen’ van 1890.
Toen ik dus uitging met het voornemen om met alle traditie van poëzie te breken, en naar niets te luisteren dan naar mijn eigen wereld, vond ik niets dan mij zelf.
42
Het echtpaar Gorter op een huwelijksfeest, midden achter.
43
Met de tennisclub; achterste rij, derde van links.
17
44
Foto, door Willem Witsen gemaakt omstreeks 1890.
De eerste bundel van deze ‘School der Poëzie’, de ‘Sensitieve Verzen’, geven dan ook alleen realiteit van mijn eigen zinnelijk-onmiddellijk gevoel, ontdaan van alle herinnering aan Grieken, Romeinen, en vroegere of latere renaissance.
45
Willem Kloos.
46
Brief van Kloos aan Van Eeden van 31 juli 1890.
47
Frederik van Eeden, litho door Jan Veth.
48
Brief van Gorter aan Kloos van 25 september 1890.
49
De Tijdspiegel, 1891, jrg. I, blz. 115.
50
De Nederlandsche Spectator van 11 oktober 1890.
51
Algemeen Handelsblad, 10 augustus 1890
52
Algemeen Handelsblad, 15 augustus 1890
53
Brief aan Willem Kloos met gedichten voor het augustusnummer 1890 van De Nieuwe Gids.
En toen ik trachtte, in de laatste verzen van dezen bundel en in de eerste rij van den tweeden, den ‘Overgang van Individualisme naar Socialisme’, buiten mij zelf te gaan, en het leven van anderen te geven, kon ik ook niets vinden, dan mijn eigen zinnelijke waarneming, zonder omvattend begrip van wat ik waarnam.
20
54
Albert Verwey.
55
Henriëtte Roland Holst, tekening door R.N. Roland Holst.
56
Van Deyssel (links) in Gorters huis te Bussum.
57
‘Verzamelde Werken II’, blz. 164.
21
59
‘Verzamelde Werken II’, blz. 237.
60
Baruch de Spinoza.
In mijn wanhoop over mijn armoede besloot ik toen nog een geheel anderen weg te beproeven. Ik voelde dat ik waarheid, niet alleen over mij zelf, maar over de wereld, noodig had. Ik wist dat de filosofie eeuwen lang getracht heeft de wereldwaarheid te vinden. Daarom stortte ik mij in de filosofie.
61
Handschrift van een der scheldgedichten van Willem Kloos uit 1893.
62
Begin van een brief aan Diepenbrock van 2 november 1893.
23
63
Foto gemaakt door Willem Witsen, omstreeks 1895
Maar moet ik nog zeggen dat de bevrediging die ik dáár vond een valsche, een halve was? Men leze het tweede deel van den tweeden bundel, en men zal door den klaren pijnlijken schijn heen zien, dat de abstractie mij niet voldeed.
64
Brief van Gorter aan Verwey van 7 maart 1892.
66
Brief van Gorter aan Diepenbrock van 22 mei 1893.
65
Zijn vrouw met een nichtje Cnoop Koopmans, omstreeks 1894.
67
Door Berlage voor Gorter gebouwe huis te Bussum.
25
68
Handschrift van het laatste gedicht in de bundel ‘Verzen I’, 1916. Het enige Spinozistische vers dat in die uitgave gehandhaafd bleef, gaat eraan vooraf.
Dorst naar schoonheid, onbevredigd, is een diepe pijn. Ik wendde mij naar alle kanten in den dag, ik wentelde mij op mijn leger en doorzocht mij zelf, maar ik vond de schoonheid, waartoe ik was uitgegaan, niet
69
Ed. Polak in Vrij Nederland van 13 september 1952.
70
Frank van der Goes, die Gorter tot het socialisme bracht, en Gorter, gefotografeerd door Willem Witsen.
71
Frank van der Goes, die Gorter tot het socialisme bracht, en Gorter, gefotografeerd door Willem Witsen.
72
Transcriptie van 74.
73
Achterzijde van 74: briefhoofd met een redactie, die slechts gedurende het najaar 1899 in deze samenstelling heeft bestaan.
74
Handschrift van een gedicht uit ‘Verzen’, 1903.
Toen, terwijl mijn krachten reeds gevaar liepen te verslappen door overinspanning, liet ik mij naar het socialisme gaan. En dáár, in de boeken van Karl Marx, vond ik wat ik gezocht had: den weg naar de algemeene schoonheid onzer onmiddellijke wereld, onzer maatschappij.
28
75
Karl Marx.
76
‘Verzamelde Werken II’, blz. 385.
77
Omslag van De Nieuwe Tijd.
29
79
Illustratie uit de tweede druk van ‘Een klein heldendicht’ naar een muurschildering van R.N. Roland Holst.
80
Op een propagandatocht van de S.D.A.P. met Troelstra en Wijnkoop.
Het bleek mij dáár, dat de schoonheid wèl bestáat, maar dat (....) ik haar had moeten zoeken niet in het persoonlijk leven, maar in het openbare, en niet onder de
bourgeoisie, maar onder het proletariaat.
81
Karl Kautsky.
82
Wandelend met een van de nichtjes Cnoop Koopmans.
83
Brief van Gorter aan Kautsky van 24 januari 1903.
31
84
Op de Buissche Heide, waar het echtpaar Roland Holst woonde. V.l.n.r.: Gorter, zijn vrouw, R.N.
Roland Holst, Henriëtte Roland Holst en haar moeder.
85
Met R.N. Roland Holst bij een cricketwedstrijd gehouden in Lords of in Oval te Londen, 1903.
86
Een partijcongres van de S.D.A.P.
87
Tijdens het S.D.A.P.-congres te Haarlem in 1907.
88
Het blad, waardoor de scheuring in de S.D.A.P. op het congres te Deventer in 1909 veroorzaakt werd.
89
Vergadering van het partijbestuur der S.D.P. te Rotterdam; v.l.n.r.: Sam de Wolff, W. van Ravesteyn, H. Gorter, D.J. Wijnkoop, L. de Visser, G. Mannoury en J.C. Ceton
33
90
Verslag van het Deventer congres in het Algemeen Handelsblad, 16 februari 1909.
91
Op de tennisbaan.
92
Zijn moeder, omstreeks 1910.
93
Brief van Gorter aan Jenne Clinge Doorenbos van omstreeks 1910.
34
95
Handschrift van een gedicht dat na zijn dood in ‘Verzen I’, 1928, werd gepubliceerd.
96
Zeilend met Jenne Clinge Doorenbos, 1919.
97
In een jachthaven, 1919.
98 In 1915.
99
‘Verzamelde Werken IV’, blz. 82.
100
Handschrift van een gedicht uit de bundel ‘Liedjes aan de geest der muziek der nieuwe menschheid’, deel II, 1930.
101
Met zijn vrouw op de hei bij Bussum.
102
Uit de gedenkschriften van Lodewijk van Deyssel.
103
Gorters antwoord op de brochure, waarin Lenin het radicalisme aanviel.
104
Omstreeks 1920.
105
Kranteartikelen over de ‘kroonjuwelenkwestie’.
106
A. Roland Holst in Het Parool van 12 september 1952.
‘Verzamelde Werken II’, blz. 321.
108
In Zwitserland.
109
Zeilend met Ada Prins, juni 1917.
38
110
Handschrift van een gedicht uit de postuum verschenen ‘Liedjes aan de geest der muziek der nieuwe menschheid’, deel II, 1930.
111
Zijn huis ‘De verbrande pan’, in Bergen N.-H.
120
Begin van een ongepubliceerd gedicht, dat eerst in de ‘Verzamelde Werken VIII’, 1952, gepubliceerd werd.
40
Bibliografie
POËZIE
MEI.EEN GEDICHT
1889
VERZEN
1890
Waarin opgenomen, met enkele wijzigingen, een
DE SCHOOL DER POËZIE
1897
groot deel van Verzen, 1890
Niet gelijk aan Verzen, 1890
VERZEN
1903
Waarin opgenomen, met enkele wijzigingen: Verzen,
DE SCHOOL DER POËZIE I,
II EN III
1905
1890 en Verzen, 1903 en een deel van De school der poëzie, 1897
EEN KLEIN HELDENDICHT
1906
PAN.EEN GEDICHT
1912
Zelfkeur, met wijzigingen en toevoeging van éen
VERZEN I
1916
gedicht, uit Verzen 1890 en De school der poëzie, 1897
Zelfkeur, met wijzigingen, uit Verzen, 1903, De
VERZEN II
school der poëzie, 1905 en Een klein heldendicht Zeer vermeerderde herdruk van Pan, 1912
PAN.EEN GEDICHT
Herdruk van Verzen I en II, 1916
DE SCHOOL DER POËZIE I EN II
1925
Niet gelijk aan Verzen, 1890, 1903 of 1916
IN MEMORIAM.BIJ DEN DOOD EENER COMMUNISTE VERZEN I EN II
1928
LIEDJES AAN DE GEEST DER MUZIEK DER NIEUWE MENSCHHEID I,II EN III
1930
VERZAMELDE WERKEN VIII
1952 PROZA
Dissertatie
DE INTERPRETATIONE AESCHYLI METAPHORARUM
1889
Brochure 5-10APRIL1903
1903
Met F. Domela
Nieuwenhuis, brochure
DEBAT OVER
SOCIAAL-DEMOKRATIE OF ANARCHISME
1904
Met Mr. G.J. Sybrandy, brochure
VERSLAG DEBAT‘HET MINISTERIE KUYPER’ 1905
Brochure
SOCIAAL-DEMOCRATIE EN ANARCHISME
Brochure
DE GRONDSLAGEN DER SOCIAALDEMOKRATIE
1906
Brochure, samen met A.
Pannekoek
MARXISME EN REVISIONISME
Brochure
HET HISTORISCH MATERIALISME
1908
Brochure
KLASSEMORAAL
Brochure
SOCIAAL-DEMOKRATIE EN REVISIONISME
1909
Brochure
HET IMPERIALISME,DE WERELDOORLOG EN DE SOCIAAL-DEMOCRATIE
1914
LEIDDRAAD BIJ HET LEZEN VAN‘PAN’
1917
Brochure
DE WERELDREVOLUTIE
1918
Gewijzigde inhoud van De grondslagen der
sociaaldemokratie, 1906
DE GRONDSLAGEN VAN HET COMMUNISME
1920
Brochure
OFFENER BRIEF AN DEN GENOSSEN LENIN
Brochure
HET OPPORTUNISME IN DE NED.COM.PARTIJ
1921
Brochure
TOELICHTING
ONTWERP-PROGRAM K.A.P.
IN NED.
Brochure
DIE MOSKAUER INTERNATIONALE
Brochure
DIE
KLASSENKAMPF-ORGANISATION DES PROLETARIATS
Brochure
DIE NOTWENDIGKEIT DER WIEDERVEREINIGUNG DER
1923
KOMM.
ARBEITER-PARTEIEN DEUTSCHLANDS
Brochure
DIE KOMM.
ARBEITER-INTERNATIONALE DE GROOTE DICHTERS.
NAGELATEN STUDIËN OVER
1935
DE WERELDLITTERATUUR EN HAAR
MAATSCHAPPELIJKE GRONDSLAGEN
VERZAMELDE WERKEN III
1949
VERZAMELDE WERKEN VII
1952
William Morris. Samen met H. Roland Holst
JOHN BALL EN ANDERE VERTALINGEN
1898
Jos. Dietzgen
HET WEZEN V/D MENSCHELIJKEN HOOFDARBEID
1903
Karl Marx en Friedrich Engels
HET COMMUNISTISCH MANIFEST
1904
Karl Kautsky
ETHIEK EN
MATERIALISTISCHE
GESCHIEDENIS-BESCHOUWING
1907
Karl Kautsky
DE WEG NAAR DE MACHT
1909
Karl Kautsky
DE OORSPRONG VAN HET CHRISTENDOM
1912
N. Lenin
STAAT EN REVOLUTIE
1919
[Karl Schröder en Friedrich Wendel]
DE ALGEMEENE ARBEIDERS-BOND
1921
[Adolf Dettmann]
DE SOWJETREGEERING EN DE DERDE
INTERNATIONALE
1922
BLOEMLEZINGEN
G. Stuiveling
HERMAN GORTERS KENTERINGSSONNETTEN
1945
J.C. Brandt Corstius
GEDICHTEN
1946
Garmt Stuiveling
DE DAG GAAT OPEN ALS EEN GOUDEN ROOS
1956
Garmt Stuiveling
TWINTIG GEDICHTEN IN HANDSCHRIFT
1964
OVER HERMAN GORTER VERSCHEEN AFZONDERLIJK R.A. Hugenholtz
GORTER'S MEI
1904
H. Roland Holst-van der Schalk, A. Roland Holst,
IN MEMORIAM HERMAN GORTER
1928
Dirk Coster, Anthonie Donker
W. van Ravesteyn
HERMAN GORTER,DE DICHTER VAN PAN
R. Kuyper
HERMAN GORTER TER HERDENKING
Henriëtte Roland Holst
HERMAN GORTER
1933
Johannes Christiaan Brandt Corstius, dissertatie
HERMAN GORTER.EEN BIJDRAGE TOT DE KENNIS VAN ZIJN LEVEN EN WERK
1934
Titia Johanna Langeveld-Bakker, dissertatie
HERMAN GORTER'S DICHTERLIJKE
ONTWIKKELING IN MEI,
VERZEN EN EERSTE SONNETTEN
H. Marsman
HERMAN GORTER.
AANTEEKENINGEN BIJ ZIJN POËZIE
1937
W.E.G. Louw
DIE INVLOED VAN GORTER OP LEOPOLD
1942
Achilles Mussche
HERMAN GORTER,DE WEINIG BEKENDE
1946
Rob. Antonissen
HERMAN GORTER EN HENRIËTTE ROLAND HOLST
J.C. Brandt Corstius
DUEL OM HET
DICHTERSCHAP.HERMAN GORTER EN DE SCHOOL VAN ALBERT VERWEY
J. de Kadt
HERMAN GORTER:NEEN EN JA
1947
J.G.W. Gielen
HERMAN GORTER,MEI
1952
Samengesteld door Enno Endt
HERMAN GORTER
DOCUMENTATIE OVER DE JAREN1864TOT EN MET
1897 1964
Tijdschriftaflevering
HERMAN GORTER
1864-1964.KONTRAST NO. 5
Jenne Clinge Doorenbos
WISSELEND GETIJ.
DICHTERLIJKE EN
POLITIEKE ACTIVITEIT IN HERMAN GORTERS LEVEN