• No results found

Herman Gorter · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Herman Gorter · dbnl"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

samenstelling Gerrit Borgers, Enno Endt, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond

bron

Gerrit Borgers, Enno Endt, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond, Herman Gorter (Schrijversprentenboek 12). De Bezige Bij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en

Documentatiecentrum, Den Haag 1966

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/borg006herm01_01/colofon.htm

© 2008 dbnl / erven Gerrit Borgers / erven Enno Endt / erven Jan Hulsker / Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond

i.s.m.

(2)

2

[Herman Gorter]

Omziende zie ik, dat ik, trots alle smart, eene rijke ontwikkeling heb doorgemaakt.

De poëzie, die mij leidde, is blijkbaar zelve bij het leven onzer eigen

klassemaatschappij ter school geweest. Den laatsten bloei der groote burgerlijke poëzie heb ik in mij zelf beleefd. Het demokratische naturalisme heb ik in het sensitivisme poëtisch gevoeld. Een oogenblik dreigde mij te vallen in de oude dwaling der bourgeoisie, de metaphysica, hier reactie. Maar gelukkig heeft het opkomende proletariaat en mijn liefde voor het leven mij gered, en ik ben als krachtig

schipbreukeling van het schip der bourgeoisie in het land der arbeiders aangekomen.

(3)

7

Handschrift van het gedicht ‘Mijn beeld’ uit 1912, dat de bundel ‘Verzen I’ van 1928 opent.

(4)

4

Biografie

1864

26 november: geboren te Wormerveer, Zaanweg 36, als tweede zoon van Simon Gorter, Doopsgezind predikant, en Johanna Catharina Lugt.

15 december: zijn vader vertrekt naar Arcachon in Zuid-Frankrijk, in verband met zijn tuberculose.

1865

februari: zijn moeder gaat met haar twee zoontjes, Douwe (geb. 1862) en Herman, eveneens naar Arcachon.

1866

15 april: het gezin Gorter keert terug naar Wormerveer.

November: geboorte van zijn zusje Nina.

1870

15 maart: verhuizing naar Amsterdam, waar zijn vader hoofdredacteur van het Nieuws van den Dag wordt. Het gezin vestigt zich Oude Teertuinen 11 (thans Prins Hendrikkade 77; het oorspronkelijke pand is afgebroken).

1871

5 juni: zijn vader overlijdt in een hotel te Rhenen, Gelderland.

September: het gezin verhuist naar Prinsengracht 73.

1873

April: het gezin verhuist naar Amstel 165.

1877

Mei: het gezin verhuist naar Prof. Tulpstraat 25 hs.

September: wordt ingeschreven als leerling van het stedelijk (later Barlaeus-) gymnasium aan het Singel, tegenover de Bloemmarkt. Is veelal primus van zijn klas. Leest Multatuli en Milton.

1882

20 maart: oprichting van de cricketclub RUN.

Mei: verhuizing van het gezin naar Amsteldijk 9 hs.

1883

Juni: slaagt voor het eindexamen gymnasium.

Oktober: gaat klassieke talen studeren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Groentijd en lidmaatschap Amsterdams Studentencorps.

Kennismaking met Alphons Diepenbrock.

15 oktober: inauguratie dispuutgezelschap U.N.I.C.A.

Houdt lezingen en levert kritiek op die van anderen.

14 december: lezing over godsdienst der Grieken.

1884

10 maart: lezing over de vestiging der Nederlanders in Indië.

Zomer: kennismaking met Aegidius W. Timmerman.

1885

4 februari: lezing over Woutertje Pieterse.

(5)

18 april: vroegste datum boven het handschrift van de Mei.

2 mei: verhuist naar Westeinde 7 (thans afgebroken).

Juli(?): kennismaking met Willem Kloos.

Augustus: logeert op het landgoed Zandbergen bij Amersfoort, waar hij fragmenten van Mei I schrijft.

1888

1 en 3 mei: legt met succes zijn doctoraal examen af.

Augustus: cricketwedstrijden; stelt een Gorter's Eleven samen met o.a.R.N.

Roland Holst, dat tegen een Engels gastelftal speelt.

Zomer: leest Diepenbrock de voltooide fragmenten uit Mei voor.

September: kennismaking met Jac. van Looy, aan wie hij eveneens Mei voorleest.

15 november: voltooit Mei. 22 november: biedt Mei ter lezing aan Willem Kloos aan. 17 december: leest de Mei voor aan Willem Kloos en een halve maand later ook aan Frederik van Eeden.

1889

1 februari: debuteert in De Nieuwe Gids met de eerste zang van Mei.

3 februari: wordt vice-voorzitter van de Ned. Cricket Bond.

20 maart: publikatie van Mei, Een gedicht in boekvorm.

11 april: zijn dissertatie over de Griekse poëzie wordt geweigerd door de professoren Pierson en Naber.

25 mei: ‘heiligverklaring’ door U.N.I.C.A.

Mei: verhuist met zijn broer Douwe naar Amstel 130.

2 oktober: promoveert op de beeldspraak bij Aeschylus.

11 december: aanstelling als leraar klassieke talen aan het stedelijk (thans Johan van Oldenbarnevelt-) gymnasium te Amersfoort, waar hij zich vestigt Korte Bergstraat 22.

1890

17 juli: trouwt met Wies Cnoop Koopmans.

Augustus: rumoer in de pers over zijn sensitieve verzen in De Nieuwe Gids.

1891

Zomer: publikatie van zijn ‘kenteringssonnetten’ in De Nieuwe Gids.

1892

15 maart: overlijden van zijn broer Douwe.

Zomer: heeft Verwey en Diepenbrock te logeren.

20-27 augustus: maakt deel uit van het eerste Nederlandse cricketelftal, dat naar Engeland oversteekt om daar wedstrijden te spelen. Speelt in de volgende jaren herhaaldelijk in het Nederlandse cricketelftal mee.

24 september: wijst tijdens zijn inspanning om zich te bevrijden van het leraarschap het redacteurschap van De Nieuwe Gids voorlopig van de hand.

December: schrijft Spinozistische verzen.

25 december: wijst nogmaals het redacteurschap van De Nieuwe Gids af, na onaanvaardbare voorwaarden; hem door Kloos gesteld.

(6)

1893

Eind januari: kennismaking met Henriëtte (Roland Holst-) van der Schalk.

(7)

September: persoonlijke kennismaking met Lodewijk van Deyssel, met wie hij reeds in 1890 en 1891 correspondeerde over hun beider werk.

1895

Voorjaar: publiceert zijn vertaling van Spinoza's Ethica.

1896

Zomer: bestudeert Das Kapital van Marx.

1897

18 april: wordt samen met Henriëtte Roland Holst lid van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij.

Draagt gedichten bij aan het socialistisch maandblad De Nieuwe Tijd.

1898

Redacteur van De Nieuwe Tijd, waarin zijn reeks artikelen Kritiek op de litteraire beweging van 1880 in Holland verschijnt. In deze en volgende jaren intensieve propagandistische arbeid (cursussen, debatavonden), vooral in de

verkiezingstijden.

± 1900

Bestudeert Dietzgen, Kautsky en vele andere socialistische theoretici.

1903

Kennismaking en vriendschap met de familie Kautsky. Reis door de Harz, eerste kennismaking met de bergen. Verschijning van de (socialistische) Verzen en van zijn eerste politieke brochure, die later door talrijke andere gevolgd wordt.

1905

Verzamelt zijn lyriek onder de titel De school der poëzie (3 delen).

Eerste vakantie in Zwitserland, waar hij nadien bijna zonder uitzondering zijn vakanties doorbrengt.

1906

Trekt zich n.a.v. de revisionistische programmaherziening, tijdens het S.D.A.P.-congres te Utrecht, terug uit de partijpropaganda.

1907

Is tijdens het partijcongres te Haarlem officieel woordvoerder van de oppositie tegenover Troelstra.

Begint in de eerste jaargang van het links-socialistische weekblad De Tribune met zijn feuilleton Het historisch materialisme, voor arbeiders verklaard.

1909

Februari: sluit zich aan bij David Wijnkoop c.s. na de scheuring in de S.D.A.P.

tijdens het buitengewoon congres in Deventer. 14 maart: wordt op het

stichtingscongres van de Sociaal-Demokratische Partij lid van het partijbestuur.

Vervolgt het geven van lezingen en cursussen en de publikatie van zijn politieke geschriften. 20 maart: treedt toe tot de redactie van De Tribune, waar hij tot 1916 deel van uitmaakt.

1911

Verblijft ten behoeve van zijn literaire werk sinds dit jaar regelmatig voor langere tijd in Bergen N.-H.

(8)

Krijgt na de voltooiing van de eerste versie van Pan een langdurige lichamelijke inzinking. Sindsdien steeds perioden van ziekte.

1912

Bezoekt met Wijnkoop het Internationale Socialistische Vredescongres te Bazel.

1913

Opnieuw grote propagandistische activiteit in de arbeiderscentra t.b.v. de S.D.P.

1914

Schrijft n.a.v. de wereldoorlog de brochure Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democratie.

1916

Zwakke gezondheid. Verzamelt zijn dichtwerk in 4 delen. 19 november:

overlijden van zijn vrouw. Schrijft naar aanleiding hiervan In memoriam, bij den dood eener communiste, dat postuum gepubliceerd wordt.

1917

Treedt uit de redactie van De Nieuwe Tijd. Krijgt als patiënt toestemming naar Zwitserland te reizen. In Bern nauw contact met uitgeweken Russische

revolutionairen.

Toenemend verschil van mening met Wijnkoop c.s. over de politieke koers t.o.v. de oorlogvoerende regeringen.

1918

Voorbereiding in Zwitserland van de brochure De wereldrevolutie. Vervreemding van de S.D.P., weldra C.P.H. November: gaat met uitgewezen Russen naar Berlijn. Intensief contact met de Spartakusbund (Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht).

1919

Keert terug naar Holland. Sluit zich aan bij de linksradicale oppositie in de Duitse Communistische Partij, die zich in 1920 afsplitst als Kommunistische Arbeiter-Partei Deutschlands; werkt voortaan geheel op internationaal terrein (brochures in het Duits).

1920

Antwoordt op de aanval in Lenins brochure Der ‘Radikalismus’ die Kinderkrankheit des Kommunismus met de brochure Offener Brief an den Genossen Lenin. 24 en 28 november: woont als medevertegenwoordiger van de K.A.P.D. zittingen bij van het Uitvoerend Comité van de Komintern in Moskou. Felle aanval op de door de Communistische Internationale gevolgde politiek. Voert vele gesprekken met Lenin, maar vindt geen gehoor voor zijn standpunt.

Privé-uitgave van Liedjes van Pan (postuum verschenen als Liedjes I).

1921

Op zijn initiatief wordt in Nederland de Kommunistische Arbeiders Partij opgericht.

Brochure-arbeid voor de K.A.P.D. Verzwakte gezondheid.

1923

Terloopse ontmoeting aan het strand met H. Marsman, door bemiddeling van A. Roland Holst.

20 juni: overlijden van zijn moeder.

(9)

15 september: overlijdt op terugreis uit Zwitserland in een hotel te Brussel aan angina pectoris.

(10)

6

[Schrijversprentenboek]

8

Ouders van Gorter.

9

Geboortehuis, vijfde van rechts.

10

Met zijn broer Douwe (links) en zusje Nina.

(11)

Uit ‘Cricket’ door W. Mulier, 1897.

12

Vader van Gorter.

(12)

7

14

Slot van zijn voor het Amsterdams Studentencorps geschreven ‘Autobiografie’.

15 In 1884.

16

Als cricketer, staande, links.

(13)

17

Omstreeks de tijd van zijn sollicitatie.

(14)

9

18

Titelpagina van zijn dissertatie.

19

Rapport over Gorter als sollicitant naar een leraarsbetrekking te Amersfoort.

(15)

20

Begin van het handschrift van de ‘Mei’.

(16)

11

21

Brief van Gorter aan Wies Cnoop Koopmans, 1887.

22

Achterzijde van De Nieuwe Gids van februari 1889.

23

Het huisje te Zandbergen bij Amersfoort, waar hij een gedeelte van ‘Mei’ schreef. Foto anno 1964.

Terwijl ik ‘Mei’ schreef, werd ik bekoord door de prozaïsten der Fransche en Hollandsche realistische, naturalistische en impressionistische school. Zij hadden een gloed en een kracht van leven, van onmiddellijkheid, hun pogen om uit ons leven zelf de schoonheid te halen betooverde mij zoo,

(17)

24

‘Verzamelde Werken II’, blz. 35.

25

Met zijn verloofde Wies Cnoop Koopmans.

26

Zijn moeder.

27

Brief van Gorter, wschl. aan Wies Cnoop Koopmans, ongedateerd.

28

Balboekje van zijn verloofde.

(18)
(19)

29

Handschrift van het slot van de ‘Mei’.

30

Briefkaart aan Alphons Diepenbrock, ondertekend met ‘Pans’, bijnaam uit zijn studententijd.

31

Alphons Diepenbrock.

ik had zelf dat onmiddellijke leven zoo lief, ik had zoo'n voorgevoel ook dat er in dat leven een nog veel dieper schoonheid verborgen lag, dat ik besloot te trachten poëzie te maken van de onmiddellijke realiteit - zonder de traditie van vroegere tijden.

(20)

14

32

Brief van Gorter, wschl. aan Wies Cnoop Koopmans, ongedateerd.

33

Jac. van Looy in De Nieuwe Gids van 1921.

34

Brief van Van Deyssel aan Kloos van 3 februari 1889.

35

Brief van Van Eeden aan Van Deyssel van 25 december 1888.

36

Dagboek van Van Eeden, 3 februari 1889.

37

Brief van Charles van Deventer aan Willem Witsen van 26 februari 1889.

38

Jac. van Looy, getekend door Willem Witsen.

(21)

40

Lodewijk van Deyssel.

(22)

15

41

Handschrift van ‘Een samenzijn’, uit de bundel ‘Verzen’ van 1890.

Toen ik dus uitging met het voornemen om met alle traditie van poëzie te breken, en naar niets te luisteren dan naar mijn eigen wereld, vond ik niets dan mij zelf.

(23)

42

Het echtpaar Gorter op een huwelijksfeest, midden achter.

43

Met de tennisclub; achterste rij, derde van links.

(24)

17

44

Foto, door Willem Witsen gemaakt omstreeks 1890.

De eerste bundel van deze ‘School der Poëzie’, de ‘Sensitieve Verzen’, geven dan ook alleen realiteit van mijn eigen zinnelijk-onmiddellijk gevoel, ontdaan van alle herinnering aan Grieken, Romeinen, en vroegere of latere renaissance.

(25)

45

Willem Kloos.

46

Brief van Kloos aan Van Eeden van 31 juli 1890.

47

Frederik van Eeden, litho door Jan Veth.

(26)

48

Brief van Gorter aan Kloos van 25 september 1890.

49

De Tijdspiegel, 1891, jrg. I, blz. 115.

50

De Nederlandsche Spectator van 11 oktober 1890.

51

Algemeen Handelsblad, 10 augustus 1890

52

Algemeen Handelsblad, 15 augustus 1890

(27)

53

Brief aan Willem Kloos met gedichten voor het augustusnummer 1890 van De Nieuwe Gids.

En toen ik trachtte, in de laatste verzen van dezen bundel en in de eerste rij van den tweeden, den ‘Overgang van Individualisme naar Socialisme’, buiten mij zelf te gaan, en het leven van anderen te geven, kon ik ook niets vinden, dan mijn eigen zinnelijke waarneming, zonder omvattend begrip van wat ik waarnam.

(28)

20

54

Albert Verwey.

55

Henriëtte Roland Holst, tekening door R.N. Roland Holst.

56

Van Deyssel (links) in Gorters huis te Bussum.

57

‘Verzamelde Werken II’, blz. 164.

(29)
(30)

21

59

‘Verzamelde Werken II’, blz. 237.

60

Baruch de Spinoza.

In mijn wanhoop over mijn armoede besloot ik toen nog een geheel anderen weg te beproeven. Ik voelde dat ik waarheid, niet alleen over mij zelf, maar over de wereld, noodig had. Ik wist dat de filosofie eeuwen lang getracht heeft de wereldwaarheid te vinden. Daarom stortte ik mij in de filosofie.

(31)

61

Handschrift van een der scheldgedichten van Willem Kloos uit 1893.

62

Begin van een brief aan Diepenbrock van 2 november 1893.

(32)

23

63

Foto gemaakt door Willem Witsen, omstreeks 1895

Maar moet ik nog zeggen dat de bevrediging die ik dáár vond een valsche, een halve was? Men leze het tweede deel van den tweeden bundel, en men zal door den klaren pijnlijken schijn heen zien, dat de abstractie mij niet voldeed.

(33)

64

Brief van Gorter aan Verwey van 7 maart 1892.

66

Brief van Gorter aan Diepenbrock van 22 mei 1893.

65

Zijn vrouw met een nichtje Cnoop Koopmans, omstreeks 1894.

67

Door Berlage voor Gorter gebouwe huis te Bussum.

(34)

25

68

Handschrift van het laatste gedicht in de bundel ‘Verzen I’, 1916. Het enige Spinozistische vers dat in die uitgave gehandhaafd bleef, gaat eraan vooraf.

Dorst naar schoonheid, onbevredigd, is een diepe pijn. Ik wendde mij naar alle kanten in den dag, ik wentelde mij op mijn leger en doorzocht mij zelf, maar ik vond de schoonheid, waartoe ik was uitgegaan, niet

(35)

69

Ed. Polak in Vrij Nederland van 13 september 1952.

70

Frank van der Goes, die Gorter tot het socialisme bracht, en Gorter, gefotografeerd door Willem Witsen.

71

Frank van der Goes, die Gorter tot het socialisme bracht, en Gorter, gefotografeerd door Willem Witsen.

(36)

72

Transcriptie van 74.

73

Achterzijde van 74: briefhoofd met een redactie, die slechts gedurende het najaar 1899 in deze samenstelling heeft bestaan.

(37)

74

Handschrift van een gedicht uit ‘Verzen’, 1903.

Toen, terwijl mijn krachten reeds gevaar liepen te verslappen door overinspanning, liet ik mij naar het socialisme gaan. En dáár, in de boeken van Karl Marx, vond ik wat ik gezocht had: den weg naar de algemeene schoonheid onzer onmiddellijke wereld, onzer maatschappij.

(38)

28

75

Karl Marx.

76

‘Verzamelde Werken II’, blz. 385.

77

Omslag van De Nieuwe Tijd.

(39)
(40)

29

79

Illustratie uit de tweede druk van ‘Een klein heldendicht’ naar een muurschildering van R.N. Roland Holst.

80

Op een propagandatocht van de S.D.A.P. met Troelstra en Wijnkoop.

Het bleek mij dáár, dat de schoonheid wèl bestáat, maar dat (....) ik haar had moeten zoeken niet in het persoonlijk leven, maar in het openbare, en niet onder de

bourgeoisie, maar onder het proletariaat.

(41)

81

Karl Kautsky.

82

Wandelend met een van de nichtjes Cnoop Koopmans.

83

Brief van Gorter aan Kautsky van 24 januari 1903.

(42)

31

84

Op de Buissche Heide, waar het echtpaar Roland Holst woonde. V.l.n.r.: Gorter, zijn vrouw, R.N.

Roland Holst, Henriëtte Roland Holst en haar moeder.

85

Met R.N. Roland Holst bij een cricketwedstrijd gehouden in Lords of in Oval te Londen, 1903.

86

Een partijcongres van de S.D.A.P.

(43)

87

Tijdens het S.D.A.P.-congres te Haarlem in 1907.

88

Het blad, waardoor de scheuring in de S.D.A.P. op het congres te Deventer in 1909 veroorzaakt werd.

89

Vergadering van het partijbestuur der S.D.P. te Rotterdam; v.l.n.r.: Sam de Wolff, W. van Ravesteyn, H. Gorter, D.J. Wijnkoop, L. de Visser, G. Mannoury en J.C. Ceton

(44)

33

90

Verslag van het Deventer congres in het Algemeen Handelsblad, 16 februari 1909.

91

Op de tennisbaan.

92

Zijn moeder, omstreeks 1910.

93

Brief van Gorter aan Jenne Clinge Doorenbos van omstreeks 1910.

(45)
(46)

34

95

Handschrift van een gedicht dat na zijn dood in ‘Verzen I’, 1928, werd gepubliceerd.

96

Zeilend met Jenne Clinge Doorenbos, 1919.

97

In een jachthaven, 1919.

(47)

98 In 1915.

99

‘Verzamelde Werken IV’, blz. 82.

100

(48)

Handschrift van een gedicht uit de bundel ‘Liedjes aan de geest der muziek der nieuwe menschheid’, deel II, 1930.

101

Met zijn vrouw op de hei bij Bussum.

102

Uit de gedenkschriften van Lodewijk van Deyssel.

(49)

103

Gorters antwoord op de brochure, waarin Lenin het radicalisme aanviel.

104

Omstreeks 1920.

105

Kranteartikelen over de ‘kroonjuwelenkwestie’.

(50)

106

A. Roland Holst in Het Parool van 12 september 1952.

(51)

‘Verzamelde Werken II’, blz. 321.

108

In Zwitserland.

109

Zeilend met Ada Prins, juni 1917.

(52)

38

110

Handschrift van een gedicht uit de postuum verschenen ‘Liedjes aan de geest der muziek der nieuwe menschheid’, deel II, 1930.

111

Zijn huis ‘De verbrande pan’, in Bergen N.-H.

(53)

120

Begin van een ongepubliceerd gedicht, dat eerst in de ‘Verzamelde Werken VIII’, 1952, gepubliceerd werd.

(54)

40

Bibliografie

POËZIE

MEI.EEN GEDICHT

1889

VERZEN

1890

Waarin opgenomen, met enkele wijzigingen, een

DE SCHOOL DER POËZIE

1897

groot deel van Verzen, 1890

Niet gelijk aan Verzen, 1890

VERZEN

1903

Waarin opgenomen, met enkele wijzigingen: Verzen,

DE SCHOOL DER POËZIE I,

II EN III

1905

1890 en Verzen, 1903 en een deel van De school der poëzie, 1897

EEN KLEIN HELDENDICHT

1906

PAN.EEN GEDICHT

1912

Zelfkeur, met wijzigingen en toevoeging van éen

VERZEN I

1916

gedicht, uit Verzen 1890 en De school der poëzie, 1897

Zelfkeur, met wijzigingen, uit Verzen, 1903, De

VERZEN II

school der poëzie, 1905 en Een klein heldendicht Zeer vermeerderde herdruk van Pan, 1912

PAN.EEN GEDICHT

Herdruk van Verzen I en II, 1916

DE SCHOOL DER POËZIE I EN II

1925

Niet gelijk aan Verzen, 1890, 1903 of 1916

IN MEMORIAM.BIJ DEN DOOD EENER COMMUNISTE VERZEN I EN II

1928

LIEDJES AAN DE GEEST DER MUZIEK DER NIEUWE MENSCHHEID I,II EN III

1930

(55)

VERZAMELDE WERKEN VIII

1952 PROZA

Dissertatie

DE INTERPRETATIONE AESCHYLI METAPHORARUM

1889

Brochure 5-10APRIL1903

1903

Met F. Domela

Nieuwenhuis, brochure

DEBAT OVER

SOCIAAL-DEMOKRATIE OF ANARCHISME

1904

Met Mr. G.J. Sybrandy, brochure

VERSLAG DEBATHET MINISTERIE KUYPER’ 1905

Brochure

SOCIAAL-DEMOCRATIE EN ANARCHISME

Brochure

DE GRONDSLAGEN DER SOCIAALDEMOKRATIE

1906

Brochure, samen met A.

Pannekoek

MARXISME EN REVISIONISME

Brochure

HET HISTORISCH MATERIALISME

1908

Brochure

KLASSEMORAAL

Brochure

SOCIAAL-DEMOKRATIE EN REVISIONISME

1909

Brochure

HET IMPERIALISME,DE WERELDOORLOG EN DE SOCIAAL-DEMOCRATIE

1914

LEIDDRAAD BIJ HET LEZEN VANPAN

1917

Brochure

DE WERELDREVOLUTIE

1918

Gewijzigde inhoud van De grondslagen der

sociaaldemokratie, 1906

DE GRONDSLAGEN VAN HET COMMUNISME

1920

Brochure

OFFENER BRIEF AN DEN GENOSSEN LENIN

Brochure

HET OPPORTUNISME IN DE NED.COM.PARTIJ

1921

(56)

Brochure

TOELICHTING

ONTWERP-PROGRAM K.A.P.

IN NED.

Brochure

DIE MOSKAUER INTERNATIONALE

Brochure

DIE

KLASSENKAMPF-ORGANISATION DES PROLETARIATS

Brochure

DIE NOTWENDIGKEIT DER WIEDERVEREINIGUNG DER

1923

KOMM.

ARBEITER-PARTEIEN DEUTSCHLANDS

Brochure

DIE KOMM.

ARBEITER-INTERNATIONALE DE GROOTE DICHTERS.

NAGELATEN STUDIËN OVER

1935

DE WERELDLITTERATUUR EN HAAR

MAATSCHAPPELIJKE GRONDSLAGEN

VERZAMELDE WERKEN III

1949

VERZAMELDE WERKEN VII

1952

(57)

William Morris. Samen met H. Roland Holst

JOHN BALL EN ANDERE VERTALINGEN

1898

Jos. Dietzgen

HET WEZEN V/D MENSCHELIJKEN HOOFDARBEID

1903

Karl Marx en Friedrich Engels

HET COMMUNISTISCH MANIFEST

1904

Karl Kautsky

ETHIEK EN

MATERIALISTISCHE

GESCHIEDENIS-BESCHOUWING

1907

Karl Kautsky

DE WEG NAAR DE MACHT

1909

Karl Kautsky

DE OORSPRONG VAN HET CHRISTENDOM

1912

N. Lenin

STAAT EN REVOLUTIE

1919

[Karl Schröder en Friedrich Wendel]

DE ALGEMEENE ARBEIDERS-BOND

1921

[Adolf Dettmann]

DE SOWJETREGEERING EN DE DERDE

INTERNATIONALE

1922

BLOEMLEZINGEN

G. Stuiveling

HERMAN GORTERS KENTERINGSSONNETTEN

1945

J.C. Brandt Corstius

GEDICHTEN

1946

Garmt Stuiveling

DE DAG GAAT OPEN ALS EEN GOUDEN ROOS

1956

Garmt Stuiveling

TWINTIG GEDICHTEN IN HANDSCHRIFT

1964

OVER HERMAN GORTER VERSCHEEN AFZONDERLIJK R.A. Hugenholtz

GORTER'S MEI

1904

H. Roland Holst-van der Schalk, A. Roland Holst,

IN MEMORIAM HERMAN GORTER

1928

Dirk Coster, Anthonie Donker

(58)

W. van Ravesteyn

HERMAN GORTER,DE DICHTER VAN PAN

R. Kuyper

HERMAN GORTER TER HERDENKING

Henriëtte Roland Holst

HERMAN GORTER

1933

Johannes Christiaan Brandt Corstius, dissertatie

HERMAN GORTER.EEN BIJDRAGE TOT DE KENNIS VAN ZIJN LEVEN EN WERK

1934

Titia Johanna Langeveld-Bakker, dissertatie

HERMAN GORTER'S DICHTERLIJKE

ONTWIKKELING IN MEI,

VERZEN EN EERSTE SONNETTEN

H. Marsman

HERMAN GORTER.

AANTEEKENINGEN BIJ ZIJN POËZIE

1937

W.E.G. Louw

DIE INVLOED VAN GORTER OP LEOPOLD

1942

Achilles Mussche

HERMAN GORTER,DE WEINIG BEKENDE

1946

Rob. Antonissen

HERMAN GORTER EN HENRIËTTE ROLAND HOLST

J.C. Brandt Corstius

DUEL OM HET

DICHTERSCHAP.HERMAN GORTER EN DE SCHOOL VAN ALBERT VERWEY

J. de Kadt

HERMAN GORTER:NEEN EN JA

1947

J.G.W. Gielen

HERMAN GORTER,MEI

1952

Samengesteld door Enno Endt

HERMAN GORTER

DOCUMENTATIE OVER DE JAREN1864TOT EN MET

1897 1964

Tijdschriftaflevering

HERMAN GORTER

1864-1964.KONTRAST NO. 5

Jenne Clinge Doorenbos

WISSELEND GETIJ.

DICHTERLIJKE EN

POLITIEKE ACTIVITEIT IN HERMAN GORTERS LEVEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Niet de aandoening alleen, noch ook het oppervlakkig gezicht der wereld, maar de wetten zelve waarnaar deze zich bewegen, als deze kennis door haar gevonden en gevoeld werd, dan

Weerend zijn de witte onstuimigheden van den avond en mijn gezicht is keerend zich naar de wand - en mijn hart is stil leerend als oog te worden in stille vlakheden. Het leeft wreed

Daardoor schijnt de brochure juist, als men uw uitgangspunt aanneemt; maar verwerpt men dit (zooals men moet doen), dan is de geheele brochure onjuist. Daar al uw onjuiste,

Goud in haar eigen afglans staat de maan, En gaat over in haar wijkenden gloed, En de nacht, diep blauw, rijst haar tegemoet, En doet zijn diep blauw in haar overgaan.. En 't

En toen zij opstond, stond ik ook naast haar - Nog fonkelde zij voor mij van heur haar En van haar oogen - lei ze nog haar hoofd Dicht aan het mijne en ik zag gedoofd Worden haar

Wanneer nu een kunstenaar, in de oude maatschappij geboren en opgevoed, door de een of andere oorzaak begint te bespeuren dat hij verzwakt - immers het kan zijn, en het is ook

En één verhief zich met een wit gelaat En eischte alles, en zijn oogen drongen Bij de vergad'ring in: zij konden niet Anders dan alles eischen, want zij waren Niets, niets, niets,

Zooals in het Hoofd van den Kunstenaar, Na langen strijd van bittre donkerheid, Alles klaar wordt, de Maatschappij één Beeld Van Schoonheid in het klaar stralend Heelal, Door het