• No results found

Bijlage-3-Begroting-2019-OOG.pdf PDF, 511 kb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage-3-Begroting-2019-OOG.pdf PDF, 511 kb"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Openbaar Onderwijs Groep Groningen Begroting 2019

Bijgewerkt n.a.v. opmerkingen Financiële Commissie GMR en Auditcommissie

Stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen (Openbaar Onderwijs Groningen) Postbus 744

9700 AS GRONINGEN

Groningen, 7 december 2018

(2)

2 Inhoud

Inhoud ... 2

1 Inleiding ... 3

2. Strategische speerpunten ... 3

3 Begroting 2019 ... 9

3.1 Inleiding begroting 2019 ... 9

3.2 Belangrijke factoren begroting 2019 ... 9

3.3 Winst- en verliesrekening en de begroting voor 2019 ... 13

3.4 Exploitatiebegrotingen scholen ... 14

3.5 Sectorbudgetten ... 15

3.6 Begroting CvB en Ondersteuningsbureau ... 18

3.7 Besteding uitputting reserves ... 20

3.8 Risico’s, kanttekeningen en maatregelen... 20

3.9 Liquiditeitsbegroting 2019... 22

3.10 Treasuryplan 2019 ... 23

Bijlage 1: Speerpunten 2019 zoals opgenomen in de kaderbrief ... 24

Bijlage 2: Begrotingen scholen en groep ... 25

Bijlage 3: Formatiebegroting 2019 BAO/SO/VO-scholen ... 26

Bijlage 4: Investeringsbegroting 2019 ... 28

Bijlage 5: Sectorbudgetten, CvB en Ondersteuningsbureau ... 29

Bijlage 6: Meerjarenbegroting Openbaar Onderwijs Groningen... 35

Bijlage 7: Leerlingaantallen – scholen 2010 – 2022 ... 40

(3)

3 1 Inleiding

Hierbij ontvangt u de begroting 2019 van de stichting Openbaar Onderwijs Groningen. In de begroting hebben we de gestelde ambities, beleidsrichtlijnen en kaders uit de kaderbrief 2019 uitgewerkt. De kaderbrief geeft een vooruitblik op de begroting 2019. Deze begroting is de vervolgstap in de planning- en controlcyclus.

In 2019 gaan we door met onze ambitie om te zorgen voor kwalitatief goed onderwijs voor alle 15.784 (vorig jaar: 15.892) leerlingen op onze scholen. Voor de beleidsterreinen Onderwijs & Kwaliteit, Human Resources, Huisvesting & Facilitair, ICT, Communicatie en Financiën zijn de beleidsuitgangspunten voor 2019 benoemd. Voor deze beleidsterreinen zijn concrete kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) benoemd waarop in 2019 gestuurd wordt.

In 2018 is besloten dat in 2018 en 2019 € 500 duizend uit het eigen vermogen mag worden geput voor de inzet op specifieke doelen. De begroting 2019 mag dus € 500 duizend negatief uitkomen.

In de afgelopen maanden is intensief overleg gevoerd binnen de organisatie om te komen tot een sluitende begroting voor 2019. In lijn met 2018 was het ook voor 2019 niet eenvoudig te komen tot een sluitende geconsolideerde begroting. De stijging van de loonkosten, de onzekere ontwikkeling in de bekostiging en daling van leerlingenaantallen hebben geleid tot een intensief proces waarbij de

deelbegrotingen meerdere malen zijn bijgesteld. Een aantal scholen heeft hierbij een toegestaan tekort op hun begroting. Uiteindelijk kunnen we u een geconsolideerde begroting presenteren met een tekort van € 500 duizend.

Aandachtspunten

• De begroting 2019 heeft een negatief resultaat van € 500 duizend;

• In de begroting is onder andere ruimte gecreëerd voor de uitvoer van het Strategische beleidsplan 2015-2019 en ICT beleid;

• In de begroting is een bedrag van € 489 duizend begroot voor de loonkosten van bovenformatieve medewerkers, deze kosten zijn meegenomen in de schoolbegrotingen;

• In de begroting is een bedrag van € 768 duizend opgenomen voor taakstellingen bij de scholen (€ 298 duizend), sectoren (€ 340 duizend) en het ondersteuningsbureau (€ 130 duizend). Hiervoor zijn plannen opgesteld welke begin 2019 worden uitgewerkt en vervolgens gerealiseerd;

• De cao vo (vanaf 1 juni 2018) loopt tot 1 oktober 2019, de cao po (vanaf 1 januari 2018) tot 1 maart 2019. Voor de periode hierna is nog niets bekend. Het is onduidelijk welke effecten een nieuwe CAO zal hebben en of de bekostiging hier voldoende op wordt aangepast. In de begroting is voor 2019 geen rekening gehouden met nieuwe CAO-maatregelen;

• De begroting is conservatief opgesteld met betrekking tot de verhoging vanuit het referentiekader, in het tweede deel van 2019 wordt deze gepubliceerd, vooralsnog is deze binnen het VO op 1% begroot in verband met de cao-stijging per 1 juni 2019. Binnen het PO is deze op nihil begroot. Het

referentiekader geeft weer wat de procentuele verhoging zal zijn van de Rijksbekostiging in verband met de loonkostenontwikkeling, dit percentage is gebaseerd op landelijke ontwikkelingen;

• In 2017 is een stelselwijziging doorgevoerd met betrekking tot activeren van planmatig onderhoud, waarbij de voorziening is afgewaardeerd naar nihil en alle onttrekkingen van de voorziening van de jaren 2010 (oprichting van de stichting) tot en met 2016 zijn geactiveerd, rekening houdend met reeds vervallen afschrijvingstermijnen. Deze wijziging heeft een positief effect gehad op het eigen vermogen van € 19,3 miljoen, en een (verwacht) positief effect op het resultaat doordat de

afschrijvingslasten in de eerste jaren lager zullen liggen dan de vroegere dotatie aan de voorziening.

Uitgangspunten begroting 2019 Strategisch Beleidsplan 2015-2019

In de kaderbrief 2019 is uitgewerkt welke doelstellingen uit het Strategisch Beleidsplan speerpunt zijn voor 2019.

Voor 2019 zijn de onderstaande beleidsspeerpunten geformuleerd.

1. In 2019 is de ICT op orde

Alle scholen hebben up-to-date ICT, de ICT investeringen zijn op peil conform het vervangingsplan.

2. Het adaptieve kwaliteitssysteem van Openbaar Onderwijs Groningen is stimulerend voor de kwaliteitsontwikkeling van de school en passend bij de kwaliteitscultuur. De basis is op orde, we

(4)

4

stimuleren elkaar in het stellen van ambitieuze doelen en volgen elkaar kritisch. In 2019 is dit systeem geïmplementeerd.

3. Het VMBO is versterkt. De onderwijsconcepten van de scholen zijn verdiept en het

gepersonaliseerd leren is vormgegeven. Het VMBO van Openbaar Onderwijs Groningen heeft een breed aanbod op de standaard profielen en elk profiel is voor de leerling herkenbaar.

4. Versterken van het samenwerken binnen en buiten Openbaar Onderwijs Groningen. Er is een uitgewerkt plan voor de interne en de externe communicatie, waarbij we inzetten op het versterken van het beeldmerk Openbaar Onderwijs Groningen. Binnen de organisatie worden doorlopende leerlijnen PO-VO uitgevoerd op het gebied van digitale geletterdheid, Engels en Cultuureducatie. De samenwerking tussen onderwijs en opvang wordt geïntensiveerd en richt zich op een kwalitatief goed aanbod en op goede doorgaande lijnen, afgestemd met/in de wijk.

5. Er is altijd plek voor leerlingen bij Openbaar Onderwijs Groningen binnen de

onderwijssoorten die wij hebben. De organisatie staat garant voor de tussentijdse instroom/

doorstroom.

6. Openbaar Onderwijs Groningen heeft modern leeftijdsbewust personeelsbeleid waarin thema’s als duurzame inzetbaarheid en innovatieve professionalisering terugkomen.

7. In 2019 hebben alle scholen hun ambitie op het gebied van ouderbetrokkenheid vastgelegd.

Scholen kunnen voorbeelden geven van initiatieven rondom ouderparticipatie.

8. Burgerschap. Binnen Openbaar Onderwijs Groningen heeft iedere school vastgelegd wat het beleid is (met aandacht voor een doorlopende leerlijn) en welke initiatieven ontwikkeld zijn.

Duurzaam financieel evenwicht

Het CvB hecht aan een begroting die duurzaam in evenwicht is. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

1. Het weerstandsvermogen is structureel voldoende om risico’s op te vangen. De risico’s die Openbaar Onderwijs Groningen loopt staan in verhouding tot het weerstandsvermogen;

2. Het genormaliseerde begrote resultaat voor 2019 is minimaal nihil.

3. Het CvB heeft eenmalig voor 2019 een budget van € 500 duizend ter financiering van extra, nog nader te bepalen, uitgaven en zal hiervoor een plan opstellen; de benodigde € 500 duizend zal worden onttrokken aan het Eigen Vermogen, dat wil zeggen dat de begroting 2019 een tekort zal hebben van € 500 duizend. Met de extra investering op de drie domeinen (O&K, Huisvesting en ICT) is de verwachting dat een structureel rendement kan worden behaald op deze domeinen;

4. Zolang het weerstandsvermogen hoger is dan de normwaarde is geen rentabiliteit vereist voor versterking van het weerstandsvermogen (de normwaarde wordt in 2019 opnieuw vastgesteld in samenspraak met de Raad van Toezicht);

5. De budgetten voor de scholen zijn gebaseerd op de leerlingenaantallen op t=0;

6. Een reëel sluitende begroting voor iedere school voor het begrotingsjaar en een reëel sluitend meerjarenperspectief, dat wil zeggen dat de begroting een juiste weergave is van de verwachte baten en lasten. Geconsolideerd is het genormaliseerd resultaat nihil;

7. Deelbegrotingen kunnen uitsluitend met toestemming van het CvB een tekort presenteren, mits compensatie binnen Openbaar Onderwijs Groningen mogelijk is;

8. Het bovenschoolse aandeel in de Prestatiebox 2019 is procentueel gelijk aan het bovenschoolse aandeel 2018 en zal op centraal niveau worden aangewend voor gemeenschappelijke

onderwijskundige doelen.1

9. Binnen het centrale budget voor onderwijs en kwaliteit is ruimte voor de voortzetting van projecten uit 2018 en is budget gereserveerd voor nieuw beleid in 2019;

10. De stijging van de middelen 2019 van de Samenwerkingsverbanden wordt volledig aangewend op schoolniveau, een eventuele daling wordt afgewend op het sectorbudget;

11. Voor groei van het leerlingenaantal PO en VO en voor andere bijzondere situaties bij het vormen van de groepen, wordt centraal een budget gereserveerd van in totaal € 250 duizend om in te zetten voor de extra loonkosten ten gevolge van groei van het aantal (stam-) groepen voor de eerste vijf maanden van het nieuwe schooljaar;

12. Voor krimp van het leerlingenaantal PO en VO, vindt een overheveling plaats naar het centrale budget van € 500 per leerling;

13. In de begroting is ruimte gecreëerd voor de uitvoer van het Strategische beleidsplan 2015-2019, afspraken vanuit het bestuursakkoord en vastgesteld beleid voor de verschillende

beleidsterreinen en organisatieonderdelen;

1 Het bovenschoolse aandeel in de prestatiebox bedraagt voor 2019: PO € 855 duizend, VO € 735 duizend

(5)

5

14. De inkomsten en uitgaven zijn realistisch geraamd, met duidelijk onderscheid tussen incidentele en structurele inkomsten en uitgaven;

15. Incidentele middelen worden niet ingezet voor structurele kosten;

16. Additionele middelen worden uitsluitend op basis van projectvoorstellen toegekend;

17. Projecten worden op basis van een Business Case uitgevoerd;

18. Voor geheel Openbaar Onderwijs Groningen worden meerjarenbegrotingen en investeringsplannen opgesteld;

19. Voor het meerjareninvesteringsplan geldt dat de investeringen en afschrijvingen op termijn met elkaar in balans zijn, de totale investeringsomvang en de totale afschrijvingslast zijn, op basis van huidige inzichten, op termijn beide maximaal € 6,8 miljoen inclusief de afschrijvingslast voor planmatig onderhoud. Toekomstige ontwikkelingen kunnen mogelijk leiden tot een aanpassing van het hier genoemde normbedrag;

20. De huisvestingslasten zijn gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan MJOP zoals is vastgesteld in 2017. Er wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen binnen Openbaar Onderwijs Groningen die van invloed zijn op de huisvesting. De investeringen voor planmatig onderhoud worden geactiveerd;

21. De liquiditeitsratio (kortlopende vorderingen / kortlopende schulden) is ultimo het kalenderjaar minimaal 1;

22. De bijdrage voor het CvB, ondersteuningsbureau en de sectorbudgetten zijn voor 2019 gezamenlijk procentueel gelijk aan de omvang voor 2018;

23. Indien taken worden overgeheveld van de scholen naar centraal zal ook het bijbehorende budget worden overgeheveld en vice versa geldt hetzelfde.

Afwijkingen van de uitgangspunten in de begroting 2019

De normwaarde voor het weerstandsvermogen wordt in 2018 opnieuw vastgesteld in samenspraak met de Raad van Toezicht).

Een aantal PO- en VO-scholen heeft geen sluitende begroting.

In het PO hebben de Boerhaave en de Driebond een toegestaan tekort op de begroting. Deze scholen hebben te maken met specifieke problematiek welke in de komende jaren zal worden opgelost. In het VO heeft alleen de Simon van Hasselt een tekort op de begroting vanwege hogere kosten in verband met benodigde inzet voor de leerlingpopulatie.

De bovenschoolse budgetten zijn in verhouding lager dan niveau 2018.

De extra middelen vanuit de Rijksbijdragen als gevolg van nieuwe beschikkingen in het najaar van 2018 zijn toegevoegd aan de scholen en niet verwerkt in de bovenschoolse afdrachten.

Er vindt geen budgetoverheveling plaats bij krimp.

Bij het opstellen van de begroting is gebleken dat de bovenschools gereserveerde middelen voor groei en frictie voldoende waren om de vraag te dekken. Omdat in het verleden gebleken is dat krimpscholen door allerlei factoren veel moeite hebben de begroting rond te krijgen, is besloten deze scholen niet te korten op hun budget.

De investeringen zijn hoger dan € 6,8 miljoen.

De totale investeringsomvang is voor 2019 € 7,3 miljoen. Dit is hoger dan het genoemde richtbedrag van

€ 6,8 miljoen. Dit komt met name door extra benodigde investeringen in ICT en stijging in de investeringen in Huisvesting als gevolg van de activering van het onderhoud. Op termijn zullen de investeringen zich stabiliseren rond € 7,2 miljoen. Toekomstige ontwikkelingen kunnen mogelijk leiden tot een aanpassing van dit bedrag.

De afschrijvingen liggen voor 2019 lager dan het investeringsniveau op € 6,4 miljoen. Hiervan is ook de verwachting dat dit stabiliseert rond € 7,2 miljoen.

Weerstandsvermogen

Om de (strategische) doelen van Openbaar Onderwijs Groningen te kunnen realiseren is een gezond financieel beleid op zowel de korte als de lange termijn gewenst en noodzakelijk. De commissie Don2

2 “Financieel beleid van onderwijsinstellingen”, Rapport van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen, versie 1.2, d.d. 29 september 2009

(6)

6

schrijft in haar rapport “Financieel Beleid van onderwijsinstellingen” dat de basis van goed financieel beleid ligt in een goede meerjarenbegroting en een gedegen risicoanalyse. In 2019 is de

meerjarenbegroting in lijn met voorgaande jaren opgesteld. In de meerjarenbegroting van Openbaar Onderwijs Groningen is tevens de opbouw van het weerstandsvermogen weergegeven.

Het weerstandsvermogen geeft de verhouding aan tussen het Eigen Vermogen en de totale baten (definitie Commissie Don). Het ministerie geeft aan dat een weerstandsvermogen tussen de 10% (grote besturen) en 40% (kleine besturen) wenselijk is. Openbaar Onderwijs Groningen streeft naar een weerstandsvermogen van 10%. Na de stelselwijziging in 2017 is het weerstandsvermogen van dien omvang, dat verdere sturing op het versterken van het weerstandsvermogen geen speerpunt meer is.

De instandhouding van het weerstandsvermogen is noodzakelijk omdat Openbaar Onderwijs Groningen voor het beleid op de langere termijn moet beschikken over voldoende reserves.

Percentages weerstandsvermogen Openbaar Onderwijs Groningen

Het percentage weerstandsvermogen daalt als gevolg van gelijkblijvend of licht dalend vermogen en stijgende baten.

In het najaar van 2018 zal herijkt beleid worden vastgesteld.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.

Binnen Openbaar Onderwijs Groningen zijn de volgende voorzieningen getroffen:

- voorziening voor reorganisatiekosten;

- voorziening voor wachtgelden;

- voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen;

- voorziening spaarverlof;

- voorziening duurzame inzetbaarheid (voor betaling van door medewerkers opgespaarde verlofuren);

- Voorziening voor langdurig zieken.

Begrotingen scholen

Openbaar Onderwijs Groningen telt in totaal 36 scholen:

14 VO-scholen:

• Werkman VMBO (vmbo bb, kb, gl, tl)

• Montessori Vaklyceum (vmbo bb, kb, tl, tl/havo xl)

• Montessori Lyceum Groningen (tl/havo xl, havo, vwo, atheneum+)

• Harens Lyceum (vmbo bb, kb, tl, havo, vwo, atheneum+)

• Stadslyceum (havo, vwo, lyceum+)

• Kamerlingh Onnes (vmbo tl, havo, vwo)

• Leon van Gelder (vmbo bb, kb, gl, tl, havo, vwo)

• Praedinius Gymnasium (gymnasium)

• Simon van Hasselt (vmbo bb, kb, tl, voorheen lwoo)

• Heyerdahl College (praktijkonderwijs)

• Topsport Talentschool (TTS, Havo, VWO, vmbo kb, bb, gl, tl)

• Internationale schakelklas (ISK)

2016* 2017* 2018** 2019 eigen vermogen 31-12* 28.702 29.250 30.096 29.596 totale baten boekjaar 126.989 129.869 131.900 132.328

weerstandsvermogen 22,60% 22,52% 22,82% 22,37%

* (herrekend) na stelselwijziging

** obv prognose 2018

(7)

7

• Reboundvoorziening

• Traject Thuiszitters Voortgezet Onderwijs (TTVO) 19 BAO-scholen:

• De Pendinghe

• De Petteflet

• De Sterrensteen

• De Feniks

• Karrepad

• Swoaistee

• Siebe Jan Boumaschool

• Oosterhoogebrugschool

• De Beijumkorf

• Borgmanschool

• Boerhaaveschool

• Brederoschool

• Joseph Haydn

• De Ploeg

• De Driebond

• De Starter

• Bekenkampschool (SBO)

• Meander

• Vuurtoren 3 SO-scholen:

• W.A. van Lieflandschool (SO en VSO)

• Mytylschool (SO en VSO, lichamelijk of meervoudig gehandicapt)

• Groninger Buitenschool (SO, langdurig zieken)

In de begroting zijn integraal de begrotingen van alle 36 Openbaar Onderwijs Groningen-scholen opgenomen.

Conform de uitgangspunten in de kaderbrief 2019 is de totale bijdrage van de scholen aan de sectorbudgetten procentueel gelijk aan de totale bijdrage in de begroting 2018 verhoogd met de ICT- afschrijvingslasten die bij de scholen zijn weggevallen als gevolg van het overhevelen van ICT- investeringen naar het sectorbudget.

De managers en business controllers hebben gezamenlijk opgetrokken om hun begrotingen sluitend te krijgen.

Het CvB heeft met de schooldirecties de schoolbegrotingen 2019 afgestemd. Met het vaststellen van de geconsolideerde begroting stelt het CvB ook de schoolbegrotingen en het budget vast.

In hoofdstuk 3 wordt de financiële toelichting op de begroting gegeven.

(8)

8 2. Strategische speerpunten

Binnen Openbaar Onderwijs Groningen erkennen we de volgende portefeuille-overleggen (PfO):

• Onderwijs & Kwaliteit

• ICT

• HR

• Communicatie

• Bedrijfsvoering

De portefeuille-overleggen zijn de eigenaren van de doelstellingen uit de kaderbrief 2019. Zij bewaken de voortgang en zijn verantwoordelijk voor tussentijdse rapportage over de voortgang.

In bijlage 1 zijn per thema de strategische speerpunten voor 2019 weergegeven.

In de voortgangsrapportages van 2019 zal door de portefeuille-overleggen worden gerapporteerd over de voortgang van de beleidsspeerpunten zoals weergegeven in bijlage 1. In aanvulling hierop zullen de portefeuille-overleggen SMART geformuleerde kernspeerpunten benoemen voor 2019 en de voortgang hieromtrent worden gerapporteerd.

(9)

9 3 Begroting 2019

3.1 Inleiding begroting 2019

Het totale begrotingsresultaat voor 2019 is € 500 duizend negatief (zie overzicht bijlage 2). In de begroting is gestreefd naar een doelmatige inzet van middelen, waarbij de onderwijskwaliteit wordt geborgd.

In de begroting is ruimte gemaakt voor de uitvoer van het strategisch beleidsplan 2015-2019 en de speerpunten voor 2019. In de begroting zijn alle bekende ontwikkelingen verwerkt, waaronder de effecten van de cao’s 2018-2019. De begroting is gebaseerd op de meest recent gepubliceerde

Rijksbekostiging (medio oktober 2018). De uitkomsten voor een nieuwe cao 2019 en verder en de daarbij behorende Rijksbekostiging zijn niet verwerkt in de begroting, de verwachting is dat deze verhoging volledig zal worden gecompenseerd. Met de toezeggingen zoals deze nu worden benoemd door de nieuwe regering is geen rekening gehouden in deze begroting.

Het begrotingsresultaat is inclusief de opgenomen prognose van loonkosten bovenformatieven bij de PO- en VO-scholen en ondersteuningsbureau. De loonkosten van de bovenformatie bedragen € 489 duizend en zijn opgenomen in de begroting.

De begroting bevat de schoolbegrotingen, de sectorbegrotingen en de begroting voor het CvB en het Ondersteuningsbureau. Enkele scholen zijn er niet in geslaagd een sluitende begroting te presenteren.

In het PO hebben 2 scholen een toegestaan tekort op de begroting. Deze scholen hebben te maken met specifieke problematiek welke in de komende jaren zal worden opgelost. In het VO heeft een school een tekort op de begroting vanwege hogere kosten in verband met benodigde inzet voor de leerlingpopulatie.

Budgetten scholen

De reguliere schoolbudgetten zijn gebaseerd op de Rijksvergoeding, en worden voor alle scholen berekend op basis van t=0 (teldatum 1-10-2018). Daarmee zijn de budgetten voor 2019 afgestemd op de actuele schoolomvang. We wijken hiermee voor het PO af van de systematiek van het Ministerie van OC&W, waarbij de personele Rijksvergoeding voor de eerste 7 maanden van 2019 (schooljaar 2018-2019) nog o.b.v. t-1 is (basis teldatum 1-10-2017).

Een deel van de bekostiging wordt op sectorniveau ingezet. In de kaderbrief 2019 is besloten dat dit bedrag voor 2019 procentueel gelijk is aan 2018. De sectoren dienen hun begrotingen en plannen hier op aan te passen. Ook de budgetten voor het CvB en het ondersteuningsbureau zijn procentueel gelijk aan niveau 2018.

3.2 Belangrijke factoren begroting 2019

Op het exploitatieresultaat 2019 is een aantal belangrijke factoren van invloed:

Ontwikkelingen loonkosten

1. Alle loonkostenontwikkelingen in 2018 en de stijging van de Rijksbekostiging in 2018 zijn

meegenomen in de begroting 2019. Voor 2019 is de inschatting gemaakt dat de loonkosten in het PO 1,5% hoger zullen liggen dan de Rijksbekostiging.

2. Per 2019 zal de pensioenpremie verder stijgen. De verwachting is dat deze volledig wordt gecompenseerd. Deze pensioenverhoging en compensatie zijn vooralsnog niet meegenomen.

Eventuele loonsverhogingen en de hierbij behorende stijging van de Rijksbekostiging zijn niet meegenomen.

3. Op basis van de uitgangspunten van het entreerecht in de CAO VO hebben de VO scholen een aantal leerkrachten geplaatst in salarisschaal LD. De VO scholen hebben in 2014 afspraken gemaakt met de MR van de school over de concrete invulling van de functiemix.

4. In de CAO’s PO en VO zijn in 2014 afspraken gemaakt over het persoonlijk budget voor duurzame inzetbaarheid. Medewerkers kunnen er voor kiezen deze uren te sparen voor een periode van maximaal 3 (PO) of 4 (VO) jaar. In de huidige CAO is deze periode losgelaten. Binnen het VO

(10)

10

kunnen gespaarde uren worden ingezet voor verlof. Voor deze loonkosten wordt een voorziening gevormd. De komende jaren vindt de opbouw plaats van de voorziening. Op jaarbasis worden deze totale kosten geraamd op € 375 duizend.

5. In de CAO VO 2018-2019 is afgesproken dat de maximale lestaak van 750 klokuren per 1 augustus 2019 met 30 uren (inclusief opslag 50 uren) wordt verminderd ten behoeve van ontwikkeltijd.

Scholen houden hier rekening mee in hun formatieplanningsproces.

Eigen Risico-Dragerschap (ERD)

6. Alle scholen zijn volledig eigenrisicodrager voor het kort- en langdurig ziekteverzuim tot 2 jaar.

De scholen nemen hiervoor een budget op.

Het budget voor ziektevervanging in het PO bedraagt standaard 4,5% van de totale loonkosten.

Voor die scholen waarvoor dit niet toereikend is wordt het budget in lijn met de verwachting verhoogd. Voor die scholen die op basis van historie structureel lage vervangingskosten hebben, mag de ondergrens van 3,5% worden aangehouden. Op centraal niveau is voor het PO een budget opgenomen van € 127.000 ter compensatie voor scholen met een buitengewoon hoog ziekte- percentage.

VO-scholen maken zelf een inschatting van hun vervangingskosten.

Scholen dienen de volledige kosten van ziekteverzuim binnen de begroting op te vangen. De inzet voor vervanging voor alle scholen is begroot op ongeveer 68 fte en € 4,1 miljoen aan loonkosten, exclusief eventuele vervanging door middel van uitzendkrachten en exclusief de vervanging in verband met Zwangerschapsvervanging. De kosten voor Zwangerschapsvervanging zijn begroot op € 750 duizend (13 fte).

Bovenformatie

7. Binnen Openbaar Onderwijs Groningen is sprake van bovenformatie. De omvang en samenstelling van deze groep wisselt in de tijd.

Voor de lasten vanwege bovenformatie is de prognose ad € 489 duizend opgenomen in het begrotingsresultaat 2019.

De bovenformatie is in kaart gebracht en ondergebracht bij een specifieke commissie die als taak heeft de bovenformatie te monitoren en op te lossen. Hier zet zij actief op in.

Overige personeelskosten

8. De overige personeelskosten zijn begroot op € 8,1 miljoen waarvan € 2,8 miljoen voor werk derden en de inhuur van uitzendkrachten. De kosten voor werk derden bestaan met name uit de kosten voor de inhuur in het (V)SO voor zorg en kosten voor vervanging in het VO. De kosten voor scholing zijn begroot op € 1,3 miljoen. De overige personele kosten voor inzet van de middelen prestatiebox en zorg (OPP’s) zijn begroot op € 1,1 miljoen.

Stijging afschrijvingskosten

9. De totale afschrijvingskosten 2019 zijn begroot op € 6,4 miljoen, dit is € 0,4 miljoen lager dan de vastgestelde normwaarde in de begrotingsuitgangspunten. De afschrijvingslast zal de komende jaren stijgen als gevolg van het activeren van nieuwe investeringen in huisvesting en ICT.

Alle investeringen op het gebied van ICT zijn centraal begroot. De schoolbegrotingen bevatten geen ICT-investeringen meer, met uitzondering van de leerlinglaptops in het VMBO in het kader van gepersonaliseerd leren. De ICT investeringen vinden vanaf 2017 centraal plaats. Voor 2019 is de centrale ICT afschrijvingslast begroot op € 1,3 miljoen. De ICT afschrijvingslast op de scholen is begroot op circa € 475 duizend.

wtf bovenformatie begroot

Categorieen VO BAO SO OB Totaal

Directeur 1,00

Leerkracht 0,30

Onderwijs ondersteunend personeel 1,40 1,13 1,60 2,20

Totaal 1,70 2,13 1,60 2,20 7,63 Prognose loonkosten 84.765 143.835 101.012 159.062 488.674

(11)

11

In 2017 is een stelselwijziging doorgevoerd aangaande de activering van planmatig onderhoud.

Alle planmatig onderhoud dat sinds 1 januari 2010 is uitgevoerd, is geactiveerd en de voorziening planmatig onderhoud is komen te vervallen.

Huisvestingskosten

10. Er is een nieuw meerjarenonderhoudsplan (MJOP) opgesteld voor 2018 en verder. De begroting 2019 is hier op gebaseerd. Het totale huisvestingsplan 2019 is begroot op € 4,2 miljoen, waarvan

€ 1,4 miljoen voor klein dagelijks onderhoud en € 2,0 miljoen voor afschrijvingslasten.

Een aantal projecten wordt volledig gefinancierd door de gemeente en deze middelen worden volledig hiervoor ingezet.

Overige lasten

11. De lasten voor ICT in het sectorbudget bedragen € 2,5 miljoen ten opzichte van € 1,8 miljoen in 2018. Hierin zijn voor 2019 kosten begroot voor het verbeteren van de ICT-infrastructuur.

Middelen vanuit het Samenwerkingsverband

12. Vanaf het schooljaar 2016-2017 worden geen nieuwe LWOO indicaties meer verstrekt. Het aantal LWOO-leerlingen op de scholen en de bijbehorende Rijksbekostiging daalt door uitstroom en is in 2018-2019 nog gering.

Scholen kunnen nu een OPP leerrendement (ontwikkelingsperspectief) aanvragen bij het

Samenwerkingsverband. Ook kunnen scholen een OPP “overig” aanvragen bij het SWV (voorheen LGF-aanvragen). Het SWV stelt deze middelen beschikbaar.

Voor de AB-middelen had het Samenwerkingsverband een herbestedingsverplichting tot 1 augustus 2016. Er geldt inspanningsverplichting conform het Tripartiete akkoord om de

medewerkers die worden betaald vanuit deze middelen een werkplek te geven bij een bestuur.

Het samenwerkingsverband betaalt de loonkosten van de medewerkers die wel zijn herplaatst tot 1 augustus 2020. Ultimo Q3 2018 is 1,1 fte nog niet herplaatst, voor deze medewerkers ontvangt Openbaar Onderwijs Groningen geen vergoeding.

De totale baten SWV zijn begroot op € 7,8 miljoen. De baten voor het VO bedragen € 5,2 miljoen, deze baten zijn een op een verwerkt in de begrotingen van de VO-scholen. De baten voor het (V)SO bedragen € 148 duizend. De baten voor het PO bedragen in totaal € 2,4 miljoen.

Het SBO ontvangt hiervan € 593 duizend aan bekostiging voor de instroom >2% van de totale leerlingenpopulatie binnen het SWV PO 20.01. De PO-scholen hebben € 921 duizend opgenomen in hun begroting, het KCOO ontvangt € 671 duizend en € 243 duizend is gereserveerd binnen het sectorbudget O&K voor specifieke projecten op de scholen zoals voor de plusgroepen en de observatiegroepen.

Prestatiebox

13. In de bestuursakkoorden is afgesproken dat de regeling Prestatiebox met name bedoeld is voor opbrengstgericht werken, waarbij planmatig vorderingen van leerlingen worden verbeterd, en hun prestaties (en talentontwikkeling) systematisch worden gevolgd en geanalyseerd. Om gericht te werken aan hoge opbrengsten is goed onderwijs noodzakelijk.

In het bestuursakkoord voor het PO is benoemd dat de middelen kunnen worden aangewend voor ICT ontwikkelingen in het onderwijs.

Een andere belangrijke afspraak uit de bestuursakkoorden is dat de Prestatiebox wordt ingezet voor professionalisering van leerkrachten en schoolleiders, en voor een goed en effectief HR- beleid op de scholen.

Openbaar Onderwijs Groningen wil de komende jaren structureel en zichtbaar inzetten op de onderwijskundige ontwikkeling van onze scholen zoals verwoord in de thema’s in het Strategisch beleidsplan. Het beleid met betrekking tot de inzet van de middelen van de afgelopen drie jaren wordt voortgezet in 2019, denk hierbij aan de inzet ten behoeve van doorgaande leerlijnen PO/VO, hoogbegaafdheid, professionalisering op alle niveau, digitale geletterdheid, budget voor groei- en krimpscholen voor behoud van de kwaliteit van het onderwijs. Er wordt een verdeling gemaakt op schoolniveau en sectorniveau.

(12)

12

Op basis van ontwikkelingen in de sector verwachten we een stijging van de prestatiebox- middelen PO voor 2019 ten opzichte van 2018 van € 70 duizend (€ 191,62 per leerling in 2018- 2019 ten opzichte van € 173,45 per leerling in 2017-2018). Voor het VO is de verwachting dat de prestatieboxmiddelen gelijk blijven op € 295 per leerling.

Voor de extra baten PO zijn op sectorniveau plannen ontwikkeld.

De verhogingen van de prestatiebox van 2017 en 2018 zijn in 2019 eveneens toegekend aan het budget van de sector O&K. Voor 2019 hebben zij een omvang van € 553 duizend voor het PO en € 734 duizend voor het VO. Op sectorniveau zijn plannen gemaakt met betrekking tot de inzet van de middelen.

Voor de verdeling van de prestatieboxmiddelen over de scholen zijn we uitgegaan van hetzelfde bedrag per leerling als in 2018.

De prestatiebox PO (7342 leerlingen * € 191 = € 1,4 miljoen) wordt voor € 202 duizend ingezet op schoolniveau voor ICT ontwikkelingen zoals benoemd in het bestuursakkoord. Een bedrag van

€ 274 duizend wordt op schoolniveau ingezet voor de uitvoer van eigen plannen in kader van schoolplan / Strategisch beleidsplan en cultuur. Beide bedragen zijn op basis van het leerlingenaantal verdeeld over de PO-scholen.

Op sectorniveau is € 1,1 miljoen gereserveerd voor de facilitering van ontwikkelingen zoals beschreven in de kaderbrief. Openbaar Onderwijs Groningen streeft naar een sterk en onderscheidend onderwijsaanbod. Op sectorniveau worden middelen ingezet voor specifieke onderwijskundige doelen, zoals hoogbegaafdheid / excellentie, en het project “de digitale leerlijn”.

De prestatiebox VO (8442 leerlingen * € 295 = € 2,5 miljoen) is grotendeels ingezet op

schoolniveau. Op basis van de leerlingenaantallen is van het budget € 1,8 miljoen verdeeld over de scholen. De scholen hebben een plan gemaakt ten aanzien van de inzet van de

prestatieboxmiddelen (onderwerp en budget). De extra middelen vanuit de verhoging van 2017 ad € 509 duizend worden ingezet voor schooloverstijgende doelen, onder andere voor het project digitale geletterdheid, professionalisering, het plan VMBO en vernieuwingsonderwijs Montessori Lyceum. Een bedrag van € 226 duizend, betreffende de verhoging van 2018 ten opzichte van 2017, zal onder andere worden aangewend ter dekking van het tekort op de deelbegrotingen van de scholen. Een aantal scholen heeft voor 2019 een tekort, bijvoorbeeld omdat extra wordt geïnvesteerd in ontwikkeling. De totale inzet op hoofdlijnen is als volgt:

Prestatiebox PO (x € 1.000) 2019 2018 2017 2016

verwachte inkomsten totaal 1.411 1.195 1.019 750

1.411 1.195 1.019 750

verdeling in begroting: inzet op schoolniveau ICT-ontwikkelingen 202 202 202 202

inzet schoolniveau overig 354 274 274 289

inzet bovenschools 274 274 274 259

verhoging 2017 tov 2016 269 269 269

verhoging 2018 tov 2017 242 176

verhoging 2019 tov 2018 70

1.411 1.195 1.019 750

Prestatiebox VO (x € 1.000) 2019 2018 2017 2016 verwachte inkomsten totaal 2.491 2.449 2.342 1.846 2.491 2.449 2.342 1.846 verdeling in begroting: inzet schoolniveau 1.756 1.748 1.764 1.846 verhoging 2017 tov 2016 509 451 578

verhoging 2018 tov 2017 226 193 2.491

2.392 2.342 1.846

(13)

13

3.3 Winst- en verliesrekening en de begroting voor 2019

In de onderstaande tabel is de winst- en verliesrekening van Openbaar Onderwijs Groningen door de jaren heen en de begroting voor 2019 weergegeven.

Voor zowel 2018 als 2019 is hier rekening gehouden met het onttrekken van € 500 duizend aan het eigen vermogen.

Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen het eigen vermogen en de totale baten. Op basis van het begrote resultaat 2018 en 2019 en de verwachte baten 2019 is het weerstandsvermogen ultimo 2019 begroot op 22,4%.

In het verleden is met de Raad van Toezicht afgesproken dat Openbaar Onderwijs Groningen gaat groeien naar een weerstandsvermogen van 10% ultimo 2021. Ten gevolge van de activering van het planmatig onderhoud, is het begrote weerstandsvermogen ultimo 2018 23%. Er vindt momenteel een herijking plaats ten aanzien van de omvang van het benodigd weerstandsvermogen.

Belangrijke mutaties in de begroting van de winst- en verliesrekening 2019 ten opzichte van de begroting 2018 zijn:

Baten:

• De begrote Rijksbijdragen 2019 zijn fors hoger dan in 2018. Dit komt met name door een stijging van de Rijksbijdragen, met name in het PO. In 2018 is voor zowel PO als VO een nieuwe cao afgesloten en hiervoor zijn middelen beschikbaar gesteld. In 2018 was de totale stijging van de Rijksbijdragen ten opzichte van de begroting circa € 5,5 miljoen.

• De baten vanuit het Samenwerkingsverband zijn begroot onder de Rijksbijdragen conform de indeling zoals door het ministerie is aangeven. De begrote baten zijn € 7,8 miljoen ten opzichte van € 6,8 miljoen begroot in 2018.

Winst- en verlies rekening Openbaar Onderwijs Groningen

baten realisatie 2017 begroot 2018 prognose 2018 begroot 2019

1. Rijksbijdragen OC en W 118.904.000 116.820.000 123.205.000 123.262.000 2. overige overheidsbijdragen 6.554.000 3.682.000 4.020.000 3.414.000

3. college, les, examengelden 0 0 0 0

4. baten werk voor derden 157.000 180.000 150.000 149.000

5. overige baten 4.254.000 4.631.000 4.525.000 5.503.000

6. onttrekking aan de voorziening 0 0 0 0

totaal baten 129.869.000 125.313.000 131.900.000 132.328.000

lasten

1. personele lasten 102.355.000 101.801.000 106.254.000 108.093.000

2. afschrijvingen 5.850.000 6.012.000 5.600.000 6.416.000

3.huisvestingslasten 11.602.000 8.605.000 8.600.000 8.620.000

4. overige lasten 9.514.000 9.562.000 10.600.000 10.467.000

5. taakstelling 0 -270.000 0 -768.000

totaal lasten 129.321.000 125.710.000 131.054.000 132.828.000

saldo baten lasten 548.000 -397.000 846.000 -500.000

Eigen vermogen ultimo 29.250.000 28.853.000 30.096.000 29.596.000

Weerstandsvermogen 22,5% 23,0% 22,8% 22,4%

(14)

14

• In lijn met de begroting 2018 zijn er voor 2019 in de overige overheidsbijdragen twee stelposten opgenomen voor uitkeringen vanuit het UWV (ter compensatie van loonkosten bij

zwangerschapsverlof) ad € 750 duizend en programmamiddelen (subsidies vanuit de Gemeente voor bouw en verbouw van scholen) ad € 1,4 miljoen. De bijbehorende lasten zijn tevens voor hetzelfde bedrag verwerkt.

• De overige overheidsbijdragen vertonen een grillig verloop als gevolg van de programmamiddelen van de gemeente voor huisvesting die niet ieder jaar gelijk zijn (afhankelijk van nieuw- en verbouwprojecten)

• De overige baten stijgen in 2019 ten opzichte van 2018 als gevolg van meer interne

verrekeningen, d.w.z. dat er meer middelen vanuit centrale voorzieningen gaan naar de scholen voor deelname aan bovenschoolse projecten zoals digitale geletterdheid.

Lasten

• De begrote loonkosten voor 2019 zijn € 6,3 miljoen hoger dan in de begroting 2018. De stijging wordt met name veroorzaakt door cao-afspraken binnen zowel PO als VO.

De totale loonkosten voor Openbaar Onderwijs Groningen zijn voor 2019 begroot op € 100,0 miljoen (2018: € 93,9). De gemiddelde fte inzet voor 2018 was 1440 fte, het totaal aantal fte is ten opzichte van 2018 gestegen met 21 fte naar 1461 fte. Dit komt onder andere door inzet van de werkdrukmiddelen.

• De loonkosten per fte (€ 68.443 per fte) zijn in 2019 gestegen ten opzichte van 2018 (€ 65.219 per fte) ten gevolge van met name de CAO verhoging, maar ook periodieken en de toepassing van de functiemix en het Entreerecht in het VO.

• De overige personele lasten zijn voor 2019 € 236 duizend hoger dan in 2018. De stijging heeft betrekking op een hogere begrote inzet van overige personele lasten vanuit het sectorbudget;

• De begrote afschrijvingen stijgen met € 404 duizend ten opzichte van de begroting 2018 ten gevolge van de extra huisvestingsinvesteringen in 2018 en het investeringsplan van 2018 (o.a.

huisvesting en ICT);

• De huisvestinglasten liggen in lijn met de begroting 2018.

• De overige lasten stijgen met € 905 duizend ten opzichte van begroot in 2018, de stijging betreft onder andere stijging van de ICT-lasten voor verbetering van de infrastructuur.

• In de begroting 2019 is een taakstelling opgenomen van € 768 duizend. Een aantal scholen en onderdelen dient nog bezuinigingsmaatregelen te nemen om het begrotingsresultaat te behalen, hiervoor zullen nog concrete plannen worden opgesteld.

Bovenstaande ontwikkelingen zijn verwerkt in de geconsolideerde begroting van Openbaar Onderwijs Groningen. In bijlage 6 is de meerjarenbegroting op hoofdlijnen toegevoegd. Hieronder zullen de deelbegrotingen van de scholen en overige exploitatie- onderdelen van Openbaar Onderwijs Groningen worden toegelicht.

3.4 Exploitatiebegrotingen scholen

Bij het opstellen van de schoolbegrotingen hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:

• De schoolbudgetten zijn gebaseerd op de T = 0 systematiek. Dat betekent dat de budgetten voor 2019 voor alle scholen zijn gebaseerd op de leerlingtelling van 1 oktober 2018. Bij de VO-scholen is dit conform de bekostiging vanuit het ministerie (Rijksbijdrage kalenderjaar 2019 is gebaseerd op leerlingenaantal 1-10-2018). Voor de BAO- en SO-scholen betreft dit een systematiek die afwijkt van de daadwerkelijke bekostiging (deze is per schooljaar, de Rijksbijdrage 2018-2019 is gebaseerd op leerlingenaantal 1-10-2017 en de Rijksbijdrage 2019-2020 is gebaseerd op leerlingenaantal 1-10- 2018). Deze systematiek passen we sinds de begroting 2013 toe. Reden hiervoor is om de budgetten van de scholen beter te laten aansluiten op de actuele schoolomvang en de benodigde middelen;

• Net als het CvB en het ondersteuningsbureau dient iedere school voor 2019 een minimaal sluitende begroting in met een meerjarenperspectief, voor 2 PO scholen en 1 VO-school is dit niet

gerealiseerd;

• In heel specifieke gevallen kunnen bij CvB-besluit separate afspraken worden gemaakt, mits compensatie binnen de totale begroting mogelijk is;

• Er wordt alleen op subsidies en projecten begroot, op basis van beschikkingen of betrouwbare informatie waarmee de verwachte baten worden bevestigd;

• In de personele lasten is onder andere een scholingsbudget opgenomen, hierbij wordt rekening gehouden met de rechten van medewerkers zoals opgenomen in de cao;

(15)

15

• Boventalligheid in de formatie kan pas leiden tot besparingen op schoolniveau, indien de

overplaatsing of afvloeiing van personeelsleden ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Tot die tijd blijven de loonkosten van boventalligheid onderdeel van de schoolbegroting (de loonkosten van boventalligheid zijn in bijlage 2 in de lasten van de scholen opgenomen);

• De begrotingsresultaten van de scholen worden verwerkt in de jaarrekening. Na vaststelling van de schoolbegrotingen worden deze omgezet in een budget. Hiermee wordt ervan uitgegaan dat de begrotingsresultaten worden bereikt. Daarna kan er niet meer vanaf worden geweken, tenzij bij CvB- besluit daartoe gegronde redenen bestaan.

De onderstaande tabel geeft de begrotingsresultaten weer van de schooltypen op totaalniveau. Het beeld ziet er als volgt uit:

In de tabel is aangegeven welk deel van de lasten in de schoolbegrotingen wordt ingezet voor de sectorbudgetten en de budgetten CvB en het ondersteuningsbureau.

Het bedrag voor de bovenschoolse afdrachten is in 2019 gelijk aan 2018 aangevuld met kosten die in 2018 door de scholen werden gedragen en in 2019 zijn overgeheveld naar de bovenschoolse onderdelen.

De toelichting op de inzet van de bovenschoolse afdrachten vindt u in paragraaf 3.5. De resultaten van de schoolbegrotingen worden in bijlage 2 per school weergegeven.

VO-scholen

Het totale resultaat voor de VO-scholen is -/- € 27 duizend negatief. Alleen de Simon van Hasseltschool heeft een structureel tekort op haar begroting als gevolg van de specifieke behoeften van de specifieke leerlingpopulatie op deze school.

Het leerlingenaantal VO op 1 oktober 2018 is 8442, een daling van 39 leerlingen ten opzichte van 1 oktober 2017. De verwachting is dat het leerlingenaantal de komende jaren licht daalt om uiteindelijk weer licht te stijgen.

BAO-scholen

Voor 2019 hebben zeventien BAO-scholen minimaal een sluitende begroting, twee scholen

(Boerhaaveschool en Driebond) hebben een toegestaan tekort. Op deze scholen is sprake van bijzondere situaties die vergen dat er in schooljaar 2018-2019 tijdelijk meer formatie wordt ingezet. Per 1 augustus 2019 is dit niet meer van toepassing en zal de formatie worden teruggebracht naar normale omvang.

Het totale resultaat voor de BAO-scholen is -/- € 103 duizend negatief, het resultaat van het sectorbudget PO is € 359 duizend negatief.

Twee scholen en het KCOO moeten nog enkele maatregelen nemen om het nihil-resultaat te behalen. In totaal betreft dit een bedrag van € 261 duizend.

Het leerlingenaantal BAO op 1 oktober 2018 is 6882 (inclusief 227 leerlingen SBO), een daling van 92 leerlingen ten opzichte van 1 oktober 2017. Voor de nabije toekomst verwachten de scholen in totaal een lichte stijging van het aantal leerlingen.

SO-scholen

Het totale begrotingsresultaat voor de SO-scholen inclusief het resultaat van het sectorbudget SO is nihil.

Het leerlingenaantal (V)SO op 1 oktober 2018 is 460 leerlingen, een stijging van 17 leerlingen ten opzichte van 1 oktober 2017. Het leerlingenaantal is hiermee redelijk stabiel ten opzichte van 2017. De verwachting is dat het leerlingenaantal de komende jaren stabiel blijft danwel licht daalt.

3.5 Sectorbudgetten Algemeen

begroting 2019 Baten Lasten Saldo totaal afdracht % in 2019 % in 2018

Totaal VO-scholen 74.912.000 74.939.000 -27.000 8.752.000 11,7% 11,6%

Totaal BAO-scholen 42.486.000 42.589.000 -103.000 5.264.000 12,4% 12,7%

Totaal SO-scholen 10.229.000 10.229.000 0 1.015.000 9,9% 9,5%

Eindtotaal 127.627.000 127.757.000 -130.000 15.031.000 11,8% 11,8%

(16)

16

De sectorbudgetten, zoals voor Onderwijs en Kwaliteit, huisvesting, personeelsbeleid, ICT en

communicatie, worden op groepsniveau (PO, (V)SO en VO) betaald en grotendeels toegerekend aan de scholen (zie onderstaande tabel). De gemaakte kosten binnen de sectorbudgetten zijn volledig ten behoeve van de inzet op de scholen. In bijlage 5 zijn de budgetten gespecificeerd opgenomen voor het basis, speciaal en voortgezet onderwijs.

De kosten voor de inzet van de zorg vanuit het KCOO (Kenniscentrum Openbaar Onderwijs), specifieke zorgvraag in het PO en de inzet van een deel van de middelen van de Prestatiebox worden rechtstreeks gedekt uit Rijksmiddelen en middelen van het SWV en worden niet doorbelast aan de scholen.

Sectorbudgetten

In de schoolbegrotingen zijn de afdrachten voor de sectorbudgetten voor 2019 voor € 15,0 miljoen opgenomen. In de onderstaande tabel zijn deze lasten op hoofdthema’s weergegeven in vergelijk met de begroting van 2018.

Sectorbudget en budget CvB en ondersteuningsbureau (aandeel VO)

Begroting 2018 Begroting 2019 Mutatie 2019 Sectorbudget VO tlv de VO Scholen

PERSONEELS BELEID 685.000 588.000 -97.000

HUISVESTING 2.294.000 2.137.000 -157.000

ICT 1.039.000 1.242.000 203.000

ONDERWIJS EN KWALITEIT 255.000 260.000 5.000

-

- - Totaal Sectorbudget VO 4.273.000 4.227.000 -46.000 Budget Ondersteuningsbureau (deel VO) * begroting 2018 begroting 2019 mutatie 2019

Ondersteuningsbureau 3.485.000 3.841.000 356.000

-

- -

Totaal 3.485.000 3.841.000 356.000

Budget CvB en ondersteuning (deel VO) * begroting 2018 begroting 2019 mutatie 2019

CvB en bestuursondersteuning 541.000 585.000 44.000

communicatie - 59.000 59.000

overig- representatiekosten - 39.000 39.000

Totaal 541.000 683.000 142.000

-

Eindtotaal 8.299.000 8.751.000 452.000

(17)

17

Sectorbudget en budget CvB en ondersteuningsbureau (aandeel BAO)

Sectorbudget en budget CvB en ondersteuningsbureau (aandeel SO)

Begroting 2018 Begroting 2019 Mutatie 2019 Sectorbudget BAO tlv de BAO Scholen

PERSONEELS BELEID 857.000 908.000 51.000

ICT 625.000 551.000 -74.000

HUISVESTING 1.334.000 1.314.000 -21.000

ONDERWIJS EN KWALITEIT 199.000 206.000 7.000

-

- - Totaal Sectorbudget BAO 3.015.000 2.979.000 -37.000 Budget Ondersteuningsbureau (deel BAO) * begroting 2018 begroting 2019 mutatie 2019

Ondersteuningsbureau 1.621.000 1.827.000 206.000

TMO - - -

Totaal 1.621.000 1.827.000 206.000

Budget CvB en ondersteuning (deel BAO) * begroting 2018 begroting 2019 mutatie 2019

CvB en bestuursondersteuning 379.000 409.000 31.000

communicatie - 30.000 30.000

overig- representatiekosten - 20.000 20.000

Totaal 379.000 459.000 81.000

-

Eindtotaal 5.015.000 5.265.000 250.000

Begroting 2018 Begroting 2019 Mutatie 2019 Sectorbudget SO tlv de SO Scholen

PERSONEELS BELEID 103.000 121.000 18.000

ICT 141.000 187.000 46.000

HUISVESTING 320.000 290.000 -30.000

ONDERWIJS EN KWALITEIT - - - -

- - Totaal Sectorbudget SO 564.000 598.000 34.000 Budget Ondersteuningsbureau (deel SO) * begroting 2018 begroting 2019 mutatie 2019

Ondersteuningsbureau 210.000 268.000 58.000

-

- - Totaal 210.000 268.000 58.000 Budget CvB en ondersteuning (deel SO) * begroting 2018 begroting 2019 mutatie 2019

CvB en bestuursondersteuning 122.000 132.000 10.000

communicatie - 10.000 10.000

overig- representatiekosten - 7.000 7.000 Totaal 122.000 149.000 27.000 - Eindtotaal 896.000 1.015.000 119.000

(18)

18 3.6 Begroting CvB en Ondersteuningsbureau

In deze paragraaf wordt de begroting van het CvB inclusief bestuurlijke ondersteuning en de begroting van het ondersteuningsbureau toegelicht.

CvB/bestuurlijke ondersteuning:

Toelichting begroting CvB/bestuurlijke ondersteuning:

Baten:

• Conform uitgangspunten in de kaderbrief is het budget van het CvB/bestuurlijke ondersteuning relatief gelijk gebleven aan de begroting 2018.

Lasten:

• Voor het CvB is de bestuurders-CAO van toepassing;

• In de begroting zijn de loonkosten voor twee leden CvB opgenomen;

• De honoraria voor de Raad van Toezicht stijgen ten gevolge van herijking eind 2017, de stijging van 2018 was in 2018 niet begroot waardoor de stijging in 2019 groter lijkt;

• De begrote huisvestingslasten 2019 zijn in lijn met de begroting 2018. De kosten betreffen o.a.

werkplekken, ICT-ondersteuning/beheer, afschrijvingen op inventaris en energie. Mogelijkheden voor medegebruik worden onderzocht, waardoor extra baten gegenereerd kunnen worden (administraties nieuwe samenwerkingsverbanden);

• Bij contributies zijn de kosten van lidmaatschappen VO- en PO-raad en VTOI begroot;

• Het werkbudget bedraagt € 100 duizend in lijn met 2018. Dit werkbudget kan het CvB inzetten voor beleidsmaatregelen die zich lopende het kalenderjaar kunnen aandienen en dusdanig urgent zijn dat direct geacteerd dient te worden. Gezien de omvang van het bedrag is de speelruimte beperkt;

Bedragen in € begroting 2018 begroting 2019 mutatie 2019

Inkomsten:

Afdrachten vanuit de scholen 1.206.000 1.291.000 85.000

Overige inkomsten 70.000 70.000 0

Totaal inkomsten 1.276.000 1.361.000 85.000

Uitgaven:

Loonkosten CvB 308.000 333.000 25.000

Raad van Toezicht 45.000 82.000 37.000

loonkosten bestuursondersteuning 371.000 330.000 -41.000

vacatiegelden GMR 20.000 25.000 5.000

personele vergoedingen o.a. dienstreizen/ werkkosten 15.000 18.000 3.000

Huisvestingslasten/werkplekken 74.000 78.000 4.000

Afschrijvingslasten 12.000 12.000 0

werkbudget / externe ondersteuning 100.000 100.000 0

juridische ondersteuning 30.000 30.000 0

contributies/abonnementen 97.000 102.000 5.000

vorming en opleiding 7.000 5.000 -2.000

overig-advertentie-vergaderkstn-representatie 33.000 22.000 -11.000

deelname scholen aan overlegstructuren 0 60.000 60.000

communicatie 99.000 99.000 0

representatie 65.000 65.000 0

Totaal uitgaven 1.276.000 1.361.000 85.000

Saldo inkomsten en uitgaven 0 0 0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Resultaat: Eind 2019 hebben alle scholen in het schoolplan aangegeven op welke wijze leerkrachten ervoor zorgen dat kinderen zich bewust worden van hun talenten.. We laten

De processen komen overeen met de (bij Auditing belegde) ‘Startnotitie jaarrekening controle 2019’, deze bevat het totaal aan processen die voor accountant van

Op grond van het bestaande en het geactualiseerde beleid kunnen de gemeentelijke middelen voor erfgoed onder meer worden ingezet voor instandhouding en herstel van onrendabele

Omdat het om belangrijke gemeentelijke archeologische waarden gaat, en informatie die niet verloren mag gaan (dan hadden we het ook niet hoeven opgraven), hebben we in de

We verwachten dat ook voor deelnemers in deze pilot ondersteuning nodig is om de praktijkverklaringen te kunnen behalen.. Binnen de pilot Praktijkleren hebben we overigens

Evenals in het scholingsplan 2018 willen we ook in 2019 door middel van extra scholing de kansen op werk van mensen met een lage opleiding bevorderen zodat zij beter in staat zijn

De voornaamste taak voor de uitvoerder is het werven, plaatsen en begeleiden van vrijwilligers. Het werven van vrijwilligers gebeurt door het plaatsen van vacatures en het

Hij is ook verantwoordelijk voor de uitvoering van verbijzonderde interne controles door team Auditing.. Daarnaast is het Middellange termijn