1
Plan ‘Extra Inzet Scholing Participatie 2020’
---
Met dit plan zetten wij extra in op scholing en ontwikkeling van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Laagopgeleiden beschikken over minder kennis en
vaardigheden dan hoger geschoolden. Vaak hebben zij ook een geringere taalbeheersing en minder ontwikkelde beroepsvaardigheden. Ook kampen ze meer dan gemiddeld met andere problemen die het lastig maken een baan te vinden of te behouden. Cognitieve beperkingen springen hierbij het meest in het oog.
De huidige maatschappij vraagt meer dan ooit om de beheersing van taal, lezen en schrijven en digitale vaardigheden. Vooral door digitalisering van de maatschappij, ligt uitsluiting op de loer voor mensen die laagopgeleid zijn.
Om de kansen op werk van de groep laagopgeleiden te bevorderen, investeren we meer in scholingstrajecten voor laagopgeleiden zodat zij beter in staat zijn een baan te vinden en te behouden.
Het scholingsplan voor personen aan de onderkant van de arbeidsmarkt omvat programma’s en trajecten gericht op onder meer het versterken van taalvaardigheden, digitale
vaardigheden en werknemersvaardigheden.
1. de volgende trajecten waren ook opgenomen in het scholingsplan voor 2019. Deze trajecten willen wij continueren in 2020 :
▪ School op Maat;
▪ Programma’s voor laaggeletterdheid;
▪ Taalhuizen;
▪ Werven vrijwilligers Taalhuizen.
2
1. School op Maat
In 2018 hebben we bij School op Maat de Boris leerlijn geïntroduceerd. Hierbij worden werknemers op een Afspraakbaan cognitief ondersteund bij het behalen van een praktijkverklaring voor werkprocessen die onderdeel uitmaken van hun baan. Zij krijgen bijvoorbeeld les in Nederlands, rekenen, Engels, wat maar nodig is om de praktijkverklaring op hun werkplek te kunnen behalen. De lessen zijn specifiek afgestemd op de individuele deelnemer.
In 2019 zijn we begonnen met de pilot Praktijkleren. Hierin wordt de Pilot Boris omgebogen naar Praktijkleren, dat op termijn landelijk als derde leerweg wordt ingevoerd. Hierbij krijgen zowel werkenden en niet- werkenden, die nog geen startkwalificatie hebben, de mogelijkheid om praktijkverklaringen te behalen op hun werkplek. (De gemeente Groningen heeft in deze pilot specifiek aandacht voor statushouders). We verwachten dat ook voor deelnemers in deze vervolgpilot ondersteuning nodig is om de praktijkverklaringen te kunnen behalen. We werken samen met mbo-opleidingen om cognitieve ondersteuning te bieden waardoor een deelnemer mogelijk kan instromen in een volledige mbo-opleiding. We hebben School op Maat nodig om ondersteuning te geven aan de specifieke doelgroep met een verstandelijke beperking die op een afspraakbaan zit. School op Maat geeft individueel les passend bij het niveau van de deelnemer en heeft veel ervaring met de doelgroep. Een mbo-opleiding en locatie is vaak te
overweldigend voor deze deelnemers waardoor ze sneller afhaken.
In de pilot Praktijkleren gaan we uitzoeken hoe we deelnemers Praktijkleren zo goed mogelijk kunnen ondersteunen met individuele programma’s.
50.000
2. Programma’s voor laaggeletterdheid
De ketenaanpak heeft een positieve invloed op de samenwerking tussen de keten partners. Er wordt steeds meer toegewerkt richting de uitstroom naar arbeid, betaald en onbetaald. Vandaar dat wij de huidige vorm wederom willen
ondersteunen. We vinden het belangrijk dat de ketenpartners op het gebied van laaggeletterdheid samenwerken. Daarom willen we dit in 2020 wederom faciliteren. We denken dat deze samenwerking een positieve bijdrage levert aan uitstroom naar arbeid, betaald en onbetaald. Verschillende instellingen in de stad (Alfacollege, Noorderpoort en Jasmijn) werken samen met Stichting Lezen en Schrijven om voor verschillende groepen laaggeletterden een goed aanbod te hebben.
60.000
2. Taalhuizen
In de stad Groningen Wonen 17.500 laaggeletterden. Zij hebben moeite met lezen en schrijven. Deze doelgroep is erg afhankelijk van hulp van derden om alle informatie van instellingen en organisaties te kunnen begrijpen.
Het huidige kabinet streeft ernaar alle overheidsdiensten digitaal aan te bieden.
Onderzoek wijst uit dat veel laaggeletterden ook beperkte digitale vaardigheden hebben. Hierdoor kunnen zij moeilijk meekomen met de digitalisering van overheidsdiensten. Hun beperkte basisvaardigheden vormen een belemmering om hier optimaal gebruik van te maken. Daarom zijn op verschillende plekken in de stad Taalhuizen ingericht.
Het afgelopen jaar is het aantal deelnemers van de Taalhuizen fors gegroeid.
Omdat het Taalhuis in de wijk voor bewoners laagdrempelig is. Voor veel
bewoners is de stap naar een ROC te groot. Het Taalhuis is 'de spin in het web', en
200.000
3
heeft expertise en knowhow om volwassenen naar het juiste leertraject te
verwijzen (naar een ROC, Taalhuis, of elders). Door laagdrempelig lesaanbod in de wijk aan te bieden, maken bewoners gemakkelijker de stap naar onderwijs. In de wijk werken we nauw samen met diverse partners die contact hebben met de doelgroep, zoals het WIJ –team. Zij hebben een doorverwijzende functie naar het Taalhuis.
Laaggeletterdheid is vaak een onderliggende oorzaak bij andere problemen (schulden, werkloosheid, gezondheidsproblemen) Om de aansluiting van educatie bij het sociaal domein te realiseren is vooral tijd en bewustwording nodig en moet er een focus komen op langere termijndoelen in plaats van korte termijn
successen. Taalhuizen blijken hierin effectief te zijn.
3. Werven vrijwilligers Taalhuizen
De Taalhuizen in Groningen worden bemand door getrainde vrijwilligers. De voornaamste taak voor de uitvoerder is het werven, plaatsen en begeleiden van vrijwilligers. Het werven van vrijwilligers gebeurt door het plaatsen van vacatures en het gebruik van posters en folders etc. Na de intake, verslaglegging en de registratie van de vrijwilligers wordt de vrijwilliger geplaatst in een wijk. Dit gebeurt op basis van de wensen van de vrijwilliger en de behoefte van de
Taalhuizen. Daarnaast wordt er op regelmatige basis een vrijwilligersbijeenkomst georganiseerd waarin ruimte is voor het uitwisselen van ervaringen en om aandachtspunten te bespreken. Vrijwilligers volgen een verplichte training van 4 dagdelen. De uitvoerder draagt zorg voor de inhoud en de organisatie van de trainingsgroepen. Hierbij gaat het om het werven van vrijwilligers, het plaatsten van de vrijwilligers in de verschillende trainingsgroepen en tenslotte na afronding van de training, het plaatsen van de vrijwilligers in de verschillende wijken.
50.000
Totaal 360.000
Dekking
In de begroting 2020 is een bedrag van 865 duizend euro opgenomen voor de Individuele Studietoeslag. Dit budget is een voorziening in de Participatiewet voor studenten met een beperking. In 2020 verwachten we ongeveer 505 duizend euro nodig te hebben voor deze voorziening. Het resterende bedrag van 360 duizend zetten we in voor de financiering van het bovenstaande scholingsplan.