1 Lees de introtekst in je lesboek.
De spionnen gebruikten in de Koude Oorlog geheimtaal.
Als iemand hun boodschappen vond, wisten ze toch niet wat het betekende.
Alleen als je de sleutel van de geheimtaal had, kon je de boodschap ontcijferen.
En zo bleef de boodschap supergeheim.
Bedenk je eigen geheimtaal.
Zet achter elke letter een geheim teken.
Dit kan een letter, een cijfer of een symbool zijn.
Of weet je nog iets anders?
2 Schrijf een zin in jouw geheimtaal. Geef je zin aan je buur.
Kan hij jouw geheimtaal ontcijferen?
Argus Clou Geschiedenis • groep 7 • Extra opdracht Puzzelroute • © Malmberg ’s-Hertogenbosch
naam: groep:
les 3 – Spionnen!
thema 5 – Hevige strijd en koude oorlog
tijd van wereldoorlogen tijd van televisie en computer
a = b = c = d = e = f = g = h = i =
j = k = l = m = n = o = p = q = r =
s = t = u = v = w = x = y = z =