• No results found

Van Schools tot Scriptie : een colloquium over universitair taalvaardigheidsonderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van Schools tot Scriptie : een colloquium over universitair taalvaardigheidsonderwijs"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van Schools tot Scriptie : een colloquium over universitair taalvaardigheidsonderwijs

Smakman, Dick

Citation

Smakman, D. (2012). Van Schools tot Scriptie : een colloquium over universitair taalvaardigheidsonderwijs. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/22034

Version: Not Applicable (or Unknown)

License:

Downloaded from:

https://hdl.handle.net/1887/22034

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Van Schools tot Scriptie.

Een colloquium over universitair taalvaardigheidsonderwijs

Dick Smakman

1. Het colloquium

Op 8 en 9 juni 2012 organiseerde de Sectie Taalvaardigheid van de Oplei- ding Engelse Taal en Cultuur van de Universiteit Leiden een colloquium over de rol van het universitair taalvaardigheidsonderwijs in Nederland en Vlaanderen. Dit colloquium bracht docenten in het universitair talenon- derwijs samen, als wel belanghebbenden en belangstellenden, om van ge- dachten te wisselen over de rol van dit vakgebied binnen de universiteit.

Het colloquium werd gesteund door het Leiden University Centre for Linguistics (LUCL).

Meer dan tien vreemde talen waren vertegenwoordigd. Ongeveer een derde van de presentatoren heeft zijn of haar lezing omgezet in een artikel, en deze zijn in deze colloquiumbundel te vinden.

2. Thematiek

De bijdragen van de deelnemers richtten zich op de vraag: “Wat zijn de grenzen van het universitair taalvaardigheidsonderwijs?”. Voorbeelden van specifieke vragen die beantwoord werden waren:

- Is taalvaardigheid een ondersteunend vak of een discipline op zich?

- Moet taalvaardigheidsonderwijs in de latere studiejaren grenzen aan, of gelijk zijn aan, taalkunde?

- Is universitair talenonderwijs intrinsiek anders dan niet-universitair talenonderwijs?

- Zijn er typisch universitaire lesmethoden of onderwijstools voor taal- vaardigheid?

- Moet gestimuleerd worden dat taalvaardigheiddocenten onderzoeks- interesses ontwikkelen?

- Dient taalvaardigheidsonderwijs analytisch te zijn of wordt slechts een vaardigheid aangeleerd?

- Hoe staat het met het overleg en de samenwerking met HBO’s, mid- delbare scholen en met bedrijven en instellingen?

Over deze en soortgelijke onderwerpen werd gepresenteerd, en de presen- tatoren namen daarbij al dan niet een specifieke vreemde taal of een be- paalde onderwijsinstelling als uitgangspunt.

3. Doelgroep

Het colloquium richtte zich op de volgende groepen:

4

(3)

- Docenten Taalvaardigheid binnen universitaire opleidingen waar vreemde talen worden gedoceerd

- Onderzoekers op het gebied van taalverwerving en didactiek - Vakdidactici en beleidsmakers op universiteiten

- Studenten, scriptanten en afgestudeerden van opleidingen waar vreemde talen worden gedoceerd

- Docenten en andere medewerkers op universitaire talencentra - Overige geïnteresseerden

Een brede groep deelnemers meldde zich aan, waaronder betrokkenen bij talen die als schoolvak worden aangeboden (Duits, bijvoorbeeld), zoge- naamde ‘nultalen’ - die vanaf de basis worden gedoceerd (zoals het geval is voor het Noors) - en niet-westerse talen (zoals het Chinees). Daarnaast leverden onderzoekers een bijdrage in de vorm van relevant onderzoek, bijvoorbeeld onderzoek naar het meetbare effect van doceermethodes.

Ook een enkele beleidsmaker was aanwezig om een lezing te geven over de achtergronden van het universitair talenonderwijs. Ten slotte waren stu- denten aanwezig en enkele daarvan hebben hun scriptie-onderzoek gepre- senteerd, om te illustreren wat taalvaardigheid als scriptieonderwerp be- helst en wat we van dat soort onderzoek kunnen leren.

4. Achtergrond

Enkele van de bekende vraagstukken die spelen rondom taalvaardigheids- onderwijs lijken de laatste jaren steeds actueler te worden. Een constant thema is de link met de wetenschap. Universitair taalvaardigheidsonderwijs pleegt een analytisch karakter te hebben maar de link met het academische is vaak lastig te leggen omdat de eindtermen vaardigheden zijn. Hierdoor heeft de docent Taalvaardigheid vaak een andere positie dan bijvoorbeeld de docent Literatuur, Taalkunde, Cultuur of Filologie op dezelfde oplei- ding.

Moet de docent Taalvaardigheid zich beperken tot praktische taalvaardig- heid of daarnaast academische vaardigheden doceren als wel kennis ver- spreiden over taalverwerving, didactiek, en bijvoorbeeld cultuur? Het uni- versitair taalvaardigheidsonderwijs sluit vaak aan op de lessen op de mid- delbare school, met de methoden en eindtermen die we van het secundair onderwijs kennen. Een universitaire student is bovengemiddeld intelligent maar is niet noodzakelijkerwijs beter in het verwerven van een vreemde taal dan een niet-universitaire student. Vanuit dat opzicht is er geen reden om aan deze slimme studenten ander onderwijs te bieden dan op de mid- delbare school, als immers het doel gelijk is aan het doel op deze scholen:

praktisch toepasbare kennis van de taal. Aan de andere kant behoort ge- noemde student zich academisch te kunnen uitdrukken in de vreemde taal.

Dat zou weer betekenen dat docenten Taalvaardigheid deze student aca- demische vaardigheden dienen te doceren. Treden docenten Taalvaardig- heid buiten hun eigen vakgebied (en in het gebied van, bijvoorbeeld, de taalkundige) als ze theoretisch onderwijs geven tussen de vaardigheden door?

5

(4)

Een ander thema is het onderscheid met andere disciplines binnen oplei- dingen. De verschillen tussen Taalvaardigheid en de meer theoretische dis- ciplines beïnvloeden de aard van de secties Taalvaardigheid, de uitstraling die ze hebben naar studenten en de positie binnen opleidingen. Zo wordt het vak Taalvaardigheid relatief vaak gegeven door docenten Taalkunde en door studenten in de laatste fase van hun studie. De ene taalvaardigheiddo- cent beperkt zich tot colleges in de eerste twee jaren van de studie en do- ceert vanaf de zijlijn van de opleiding een vaardigheid, terwijl de andere tot in de Masterfase colleges verzorgt en volop meedoet met scriptiebegelei- ding en publiceren.

Een bijzondere positie wordt ingenomen door de talencentra, die onder- wijs op maat verzorgen aan universitair studenten maar ook aan niet-stu- denten, en die vaak zowel samenwerken met bedrijven en instellingen als met opleidingen Taal en Cultuur. In deze samenwerkingsverbanden vinden interessante ontwikkelingen plaats.

De positie van docenten Taalvaardigheid lijkt momenteel in ontwikkeling te zijn. Zo verwachten universiteiten vaak van deze docenten dat ze aan- sluiting vinden bij onderzoek, als onderdeel van een breder universitair be- leid waarin promoties worden gestimuleerd. Deze ontwikkeling roept an- dermaal de vraag op wat de rol van de docent Taalvaardigheid is in een aca- demische omgeving.

5. De toekomst

De interesse in het colloquium was groot en het colloquium werd als zeer zinvol ervaren. De tweede editie wordt daarom in juni 2014 georganiseerd, wederom in het Lipsiusgebouw in Leiden. Hiermee hoopt de organisatie een trend te zetten waarin genoemd type onderwijs meer aandacht krijgt en docenten Taalvaardigheid op universiteiten onderling meer ideeën zul- len uitwisselen.

6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de prestatie-eis voor de centrale examens Frans havo met ingang van 2020 is bijgesteld, kan vanaf 2020 niet meer gesteld worden dat een examenkandidaat met het behalen van

The question remains which variety (or varieties) of English should be taught, especially in an international context. A pragmatic approach may be needed,

So, when used as a communicative task (by adhering to the five guidelines as described by Skehan (1998)) instead of a decontextualized exercise, translation proves to be an

Spaans wordt in Nederland op meer dan vijftig basis- scholen onderwezen en als je Spaans leert, dan sta je voor de uitdaging iets compleet nieuws te leren.. Do- cent Spaans

Omdat deze syllabus alleen betrekking heeft leesvaardigheid, wordt voor meer informatie over de andere vaardigheden verwezen naar de 'Handreiking moderne vreemde talen havo/vwo'...

Omdat deze syllabus alleen betrekking heeft op leesvaardigheid, wordt voor meer informatie over de andere vaardigheden verwezen naar de 'Handreiking moderne vreemde talen

Zoals eerder in deze paragraaf beschreven is de beschrijving van het ERK-niveau van tekst en opgaven in de centrale examens moderne vreemde talen gebaseerd op het

Met behulp van de uitkomsten van de koppelingsonderzoeken 17 heeft het College voor Toetsen en Examens (CvTE) tot en met het examenjaar 2015 per taal en schooltype de