Bronchoscopie
Bronchoscopie
Bij dit onderzoek kijkt de longarts in de luchtwegen (bronchiën). Dit kijken doet hij met behulp van een bronchoscoop. Een bronchoscoop is een dunne buigzame slang die de longarts via de mond of via de neus in de luchtwegen schuift.
Voorbereiding
Voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u zes uur voor aanvang van het onderzoek niets meer mag eten en drinken. Als u diabeet bent, meldt u dit dan. Als u ’s ochtends medicijnen gebruikt, mag u deze blijven gebruiken, tenzij de longarts anders met u heeft afgesproken.
Bij het innemen van tabletten en bij het tandenpoetsen mag u wel een klein slokje water nemen. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, meldt u dit dan vooraf bij de longarts. De longarts bespreekt dan met u of u de bloedverdunnende medicijnen tijdelijk moet stoppen.
Het onderzoek
Verdoven in de keel
Voor het onderzoek verdoven we uw keel door middel van een verdovingsspray. Deze spray
1
veroorzaakt een dik, stijf gevoel in de keel. Ook kunt u het gevoel hebben dat het slikken moeilijker gaat. De spray heeft een bittere smaak. Als u een gebitsprothese draagt, vragen we u die uit te doen.
Het inbrengen van de bronchoscoop
In de bronchoscopiekamer neemt u plaats op een behandeltafel/stoel. U krijgt een apparaatje aan uw vinger waarmee we tijdens het onderzoek het zuurstofgehalte in uw bloed in de gaten houden. Het kan zijn dat u tijdens het onderzoek wat extra zuurstof toegediend krijgt via een zuurstofslangetje in de neus. Hier hoeft u niet van te schrikken, het dient alleen om het onderzoek zo min mogelijk belastend voor u te maken. De longarts brengt nu de bronchoscoop via de neus of de mond naar de luchtwegen. Dit kan even een benauwd gevoel geven. Omdat de luchtwegen echter vier keer zo ruim zijn als de grootste bronchoscoop, kunt u tijdens het onderzoek gewoon doorademen. Sommige delen van de luchtwegen zijn vooraf moeilijk te verdoven. Vaak wordt er dan tijdens het onderzoek via de bronchoscoop bijverdoofd op die plekken. Zo heeft u zo min mogelijk last van hoesten.
Biopt en kweek
De longarts kan via een lampje aan het eind van de bronchoscoop de binnenkant van de luchtwegen en de vertakkingen ervan bekijken. Soms zuigt de longarts tijdens het
onderzoek via de bronchoscoop wat slijm af (kweek) of neemt hij een klein stukje weefsel (biopt) weg voor microscopisch onderzoek. Hier voelt u niets van. Tijdens het onderzoek op de longbehandelkamer vertellen de scopie-assistente en de longarts u steeds wat er gaat gebeuren.
Einde van het onderzoek
Het onderzoek zelf duurt ongeveer 20 tot 30 minuten. Als u bent opgenomen in het ziekenhuis, dan brengen we u direct na het onderzoek terug naar de verpleegafdeling. Als het onderzoek poliklinisch plaatsvindt, gaat u na het onderzoek weer naar huis.
Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat er iemand met u meekomt; u mag namelijk niet zelf autorijden! Het kan zijn dat u een tijdje een geïrriteerd gevoel in uw keel blijft houden en wat moeilijk slikt. Ook kan het voorkomen dat u na het onderzoek nog wat bloederig slijm ophoest. Dit is vervelend, maar u hoeft zich hierover geen zorgen te maken. Als er
uitgebreid is gespoeld in de longen kan dit voor een temperatuursverhoging zorgen. Dit moet echter de volgende dag weg zijn. Tot anderhalf uur na het onderzoek mag u, in verband met de verdoofde keel, niets eten en drinken. Dit omdat u zich zou kunnen verslikken.
Mocht u binnen 48 uur na onderzoek onderstaande klachten krijgen, neem dan contact op met de polikliniek Longgeneeskunde T 088 753 12 10 en buiten kantooruren met de SEH T 088 753 15 60 voor locatie Hilversum en T 088 753 16 60 voor locatie Blaricum.
Klachten
aanhoudende pijnklachten
2
koorts
bloed braken of ophoesten
andere klachten die u niet vertrouwt
Complicaties
Complicaties treden zelden op. Er kan een bloedneus ontstaan wanneer de bronchoscoop via de neus is ingebracht en daar een bloedvaatje heeft geraakt. Bij oudere patiënten kunnen soms benauwdheid of hartritmestoornissen ontstaan. Ook bij longpatiënten die al benauwd zijn ten gevolge van astma of COPD kan een bronchoscopie
benauwdheidsklachten geven. Na een biopsie kan er lokaal een bloeding ontstaan, deze stopt meestal vanzelf. Indien er diepe biopten worden genomen bestaat de kans op een pneumothorax (klaplong). Dit gebeurt zelden en als het gebeurt dan is het goed te behandelen.
Uitslag
De uitslag van de bronchoscopie hoort u van de behandelend arts.
Vragen?
Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u daarmee terecht bij uw behandelend longarts, of telefonisch bij de polikliniek Longgeneeskunde, voor beide locaties T 088 753 12 10.
Namens:
Drs. M.G. de Gier
Dr. J.M.W. van Haarst, longarts
Mw. drs. S.C.A.M. Hiep-van Casteren, longarts Drs. K.R. Liesker, longarts
Drs. P.M.S. Schröder, longarts/intensivist Drs. P.M.B. van Tilburg, longarts
Contact
Longfunctie-afdeling T 088 753 16 30
Longgeneeskunde - Polikliniek T 088 753 12 10
Ma t/m vrij 08:00 – 16:30 uur
Longgeneeskunde - Verpleegafdeling T 088 753 21 38
7 dagen per week van 08:00 – 22:00 uur.
3
4
