Gladheid: tips voor autobestuurders
- Luister naar het weerbericht en bekijk het strooiplan op de gemeentelijke website. U kan beter een stuk omrijden via een gestrooid weggedeelte om veilig uw bestemming te bereiken.
- Als u ’s ochtends moet krabben, is de kans op gladheid reëel. Eerst krabben, dan instappen, starten en rustig wegrijden.
- Vertrek in tweede versnelling. De kans op doorslippen is dan een stuk kleiner. Geef niet te veel gas en laat de koppeling langzaam opkomen.
- Pas uw snelheid aan en houd altijd voldoende afstand tot de voorligger.
Op een natte en/of gladde weg is uw remafstand aanzienlijk langer. Gun uzelf voldoende tijd én ruimte om tijdig tot stilstand te komen. Verder moeten alle handelingen met beleid gebeuren. Heel voorzichtig gas geven. En niet terugschakelen en de koppeling abrupt laten opkomen, want zelfs dan kunt u slippen. In bochten niet te scherp sturen. Zo wordt doorglijden voorkomen.
- Hou altijd rekening met opvriezing van het wegdek, bijvoorbeeld op windluwe plekken. Pas daarom altijd uw snelheid aan als het vriest of dreigt te gaan vriezen, ook als er gestrooid is. Bruggen en wegen kunnen nadat ze gestrooid zijn nog steeds glad zijn, een goede dooiwerking is mede afhankelijk van de verkeersdrukte en de weersomstandigheden.
- Haal nooit (een strooiwagen) in. Dit kan leiden tot levensgevaarlijke situaties.
- Als u toch gaat slippen, ga dan nooit voluit op de rem staan.