• No results found

Debatteren: effectief werken aan alle aspecten van mondelinge taalvaardigheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Debatteren: effectief werken aan alle aspecten van mondelinge taalvaardigheid"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ronde 3

Else van Nieuwkerk

Stichting Nederlands Debat Instituut

Contact: nieuwkerk@debatinstituut.nl

Debatteren: effectief werken aan alle aspecten van mondelinge taalvaardigheid

Het debat is de zuurstof van onze democratie. Het is het middel dat we inzetten om tot gezamenlijke beslissingen te komen: een beslissing die door de meerderheid wordt genomen en door de minderheid wordt geaccepteerd. Het is dan ook van groot belang voor onze democratie dat we in staat zijn om dat debat op een kundige manier met elkaar te voeren. Onze mondelinge taalvaardigheid en kritische denkvaardigheid moe- ten op peil zijn, anders werkt een democratie niet. De school is bij uitstek een plek om deze vaardigheden aan elke nieuwe generatie te leren.

Als Nederlands Debat Instituut zetten we ons daarvoor al twintig jaar in. Dat doen we door de organisatie van vier soorten activiteiten:

• het verzorgen van nascholing aan docenten;

• het geven van debattrainingen in de klas;

• het ontwikkelen van lesmateriaal;

• het organiseren van landelijke debatkampioenschappen.

We werken in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepson- derwijs. Kinderen en jongeren die vraagtekens durven zetten, daar worden we blij van!

In deze tekst beginnen we met de meerwaarde van de debatmethode volgens de weten- schap. Vervolgens leggen we uit hoe een debat in de klas in zijn werk gaat. Tot slot stip- pen we aan waarom veel leerlingen met plezier aan debatteren doen.

De meerwaarde van de methode ‘debat’ wordt gestaafd door de wetenschap. Er is een internationaal meta-onderzoek gedaan naar de resultaten uit 51 studies. Samenvattend heeft debatteren op school een sterke correlatie met betere schoolprestaties, een beter kritisch denkvermogen en betere taal- en communicatievaardigheid (Akerman 2011).

Interessant is bovendien een Nederlands onderzoek, waarin wordt aangestipt dat de mate waarin een jongere openstaat voor andere geluiden niet zozeer afhangt van intel- ligentie, maar wel van de mate van taalvaardigheid. Juist een combinatie van zowel investeren in burgerschapsprogramma’s als in voldoende aandacht voor de ontwikke-

31steHSN-Conferentie

80

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 80

(2)

ling van taal zal daarom vruchten afwerpen, aldus de onderzoeker (Eidhof 2016). Dat is precies wat leren debatteren brengt.

Hoe gaat zo’n debatles in zijn werk? De eerste stap is dat leerlingen een debatstelling krijgen toebedeeld. Die stelling is altijd een actueel dilemma dat speelt in onze maat- schappij. De stelling moeten de jongeren verdedigen (voorstanders) dan wel aanvallen (tegenstanders) door er met elkaar over in debat te gaan. Voorbeelden van stellingen/dilemma’s zijn:

• Is het wel of niet beter om jongens en meisjes in aparte klassen les te geven?

• Is het wel of niet beter om politici te loten in plaats van te verkiezen?

• Moeten we ervoor kiezen om de rijken méér belastingen te laten betalen?

• Enz.

Vervolgens is het belangrijk om als docent een geschikte debatvorm te kiezen. Die vorm kan per onderwijslaag of niveau verschillen. Bij een hoog niveau bestaat elk team bijvoorbeeld uit vier leden die één voor één meerdere minuten achter elkaar mogen spreken (voor-tegen-voor-tegen, enz.), terwijl de andere partij tijdens zo’n betoog ook een gerichte vraag mag stellen. Bij de beginnende niveaus werken we graag met een meer ‘flitsende’ vorm, waarbij we wel beginnen en eindigen met beschermde spreek- tijd van twee aanvoerders (voor-tegen), maar waarbij het middenstuk meer vrij is.

Daarna mogen de vijf leden van elk team opstaan als ze iets willen zeggen en worden de beurten door een gespreksleider zo eerlijk mogelijk verdeeld.

De volgende stap is de voorbereiding op het debat. Beide teams bereiden zich voor.

Dat kan natuurlijk ook als huiswerk vooraf worden opgegeven. De leerlingen gaan bij elkaar zitten om argumenten te verzamelen. We werken daarin met een opgelegd standpunt: niet je eigen mening telt, maar je krijgt een standpunt toebedeeld.

Daardoor verschuiven we het accent in de klas van ‘wat vind jij?’ naar ‘wat zou een reden hiervoor kunnen zijn?’. De wereld blijkt dan niet zo zwart-wit als vooraf werd gedacht.

In de voorbereiding zit een belangrijk leerproces, want om een speech te kunnen geven, moet je informatie kunnen vinden. Die informatie moet je lezen, ontleden, herordenen, samenvatten en duiden. Ook moet je je alvast voorbereiden op de argu- menten die de andere partij waarschijnlijk zal introduceren. Dat betekent dat jonge- ren zich intensief in een vraagstuk moeten verdiepen waar ze van tevoren wellicht nog nooit over hadden nagedacht.

De volgende bouwsteen is het voeren van het debat in de klas. We besteden daarin veel aandacht aan de mores. Zo wordt de deelnemers geleerd om te spreken als ‘team’ in plaats van ‘ik’ en over ‘onze tegenstanders’ in plaats van ‘jullie’. Dat laatste betekent

3. Taalonderwijs 12-18

81

3

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 81

(3)

dat de scholieren spreken via de jury in plaats van rechtstreeks tot elkaar. Ze leren dat dat tevens de manier is waarop in de politiek gedebatteerd wordt, waar dat via de voor- zitter gebeurt. De mores zijn er niet voor niets: ze zorgen ervoor dat het blijft gaan om de standpunten zelf, in plaats van om degene die ze naar voren brengt. In de Nederlandse politiek hebben we mooi kunnen zien wat er gebeurt als je je tóch recht- streeks tot elkaar richt: “doe normaal, nee doe jij normaal, nee jij moet normaal doen”.

Na het voeren van het debat krijgen de leerlingen feedback op hun bijdragen in het debat. Dat kan van een docent zijn, maar ook van klasgenoten die als jurylid zijn aan- gesteld. Leerlingen worden gecoacht op hun argumentatie- en presentatievaardighe- den. Zij voeren dan opnieuw een debat, en opnieuw, en opnieuw. Langzamerhand zien ze verbetering bij zichzelf en bij hun medeleerlingen. Dat motiveert! Ze beginnen ook te herkennen dat sommige waarden vaak terugkomen in debatten. Waarden die soms ook tegenover elkaar komen te staan. Het een kan ten koste gaan van het ander:

‘privacy’, ‘milieu’, ‘economie’, ‘vrijheid’, ‘gelijkheid’, enz. Zo leren ze steeds meer over onze samenleving.

Wat maakt de methode nu zo succesvol? Wat ons betreft, zit dat vooral in de intrin- sieke motivatie van de scholieren zelf. Veel leerlingen vinden debatteren leuk! Dat komt allereerst door het competitie-element. Leerlingen willen het debat gewoon

‘winnen’. Daardoor gaan ze met meer motivatie aan brononderzoek doen. Dat krijgen we veelvuldig van docenten terug. We beseffen ons terdege dat het ‘spelletje’ ook nade- len met zich meebrengt. Daarom prenten we op elk debattoernooi iedereen het vol- gende in: het is beter om een sterk debat te verliezen, dan om een zwak debat te win- nen. Zo is onze puntentelling ook opgebouwd. Je krijgt geen ‘winstpunten’ en je ligt er niet uit als je verliest. Elk team kan in elk debat punten krijgen voor presentatie en argumentatie. Aan het einde van de dag wint het team met de meeste punten.

De tweede oorzaak van de lol is dat leerlingen veelvuldig actief aan het woord zijn, in plaats van de docent. Ze worden bovendien steeds actief aan het werk gezet en in de verschillende stappen binnen de werkvorm worden allerlei leerstijlen aangesproken:

‘doen’, ‘kijken’, ‘luisteren’, ‘bezinnen’, ‘testen’.

Een derde oorzaak is dat de verbeteringen voor henzelf goed zichtbaar zijn. Ze zien bij zichzelf en klasgenoten hoe de presentatie en argumentatie steeds sterker worden en krijgen dat ook bevestigd. Dat motiveert hen om nog beter te worden.

In de workshop op HSN-31 introduceren we hoe je gestructureerde, ontspannen en leuke debatten in de klas kunt voeren, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen bij onderwerpen uit Nieuwsbegrip. Bovendien hebben we aandacht voor de praktische kant: hoe organiseer je een les, hoe beoordeel je leerlingen en hoe hou je de tijd in toom? Tot slot bespreken we welke vervolgstappen je in Nederland en Vlaanderen kunt zetten om te leren doceren in debatteren.

31steHSN-Conferentie

82

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 82

(4)

Mocht de workshop niet passen, kijk dan eens op www.schooldebatteren.nl. Daar is er een mogelijkheid om in te schrijven voor een maandelijkse lestip en kunnen kosteloos voorbeeldvideo’s en lesmaterialen worden gedownload.

Referenties

Akerman, R. & I. Neale (2011). ‘Debating the evidence: an international review of current situation and perceptions’. Vermont: University of Vermont, The English- Speaking Union.

Eidhof, B. (2016). Influencing Youth Citizenship. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Ronde 5

Anneke Wurth, Wilfried Admiraal, Jaap de Jong, Hans Hulshof & Dineke Tigelaar ICLON, Universiteit Leiden

Contact: j.g.r.wurth@iclon.leidenuniv.nl

Ontwerpcriteria voor effectief spreekvaardigheids- onderwijs: de rol van feedback

1. Inleiding

Deze bijdrage gaat over lopend vakdidactisch onderzoek naar de vraag onder welke voorwaarden feedback (zelfevaluatie, docentenfeedback en peerfeedback) bij het schoolvak Nederlands de spreekvaardigheid ondersteunt van leerlingen in de boven- bouw van havo en vwo. Op basis van literatuuronderzoek over spreekvaardigheid en feedback en een verkennend onderzoek naar de lespraktijk worden binnen dit onder- zoek twee cycli van ontwerponderzoek uitgevoerd. In de eerste cyclus wordt een inter- ventie ontworpen die in de lespraktijk wordt uitgeprobeerd en geëvalueerd. In deze HSN-bijdrage wordt de hiervoor samengestelde lijst met ontwerpcriteria gepresen- teerd. Hoe kunnen deze criteria de spreekvaardigheidslessen helpen optimaliseren?

Spreekvaardigheidsonderwijs is in Nederland en Vlaanderen weinig onderzocht. Het belang van spreekvaardigheid binnen het onderwijs is vanaf de jaren 1980 echter behoorlijk toegenomen. Zo werd vanaf de jaren 1990 het onderdeel opgenomen in de eindtermen en ook binnen de referentieniveaus kreeg de vaardigheid met ‘Gesprekken,

3. Taalonderwijs 12-18

83

3

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 83

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit leidt er toe dat het bestuur, mede door de wijze waarop aansprakelijkheid voor een onjuiste verklaring wordt gevestigd, wordt geprikkeld om extra zorgvuldigheid

We provide exact computations for the drift of random walks in dependent random environments, including k-dependent and moving average environments.. We show how the drift can

Door ook mondelinge taalvaardigheid volwaardig deel te laten uitmaken van het curriculum, worden juist de ‘vaardigheden voor het leven’ voor leerlingen goed zichtbaar. Daarbij

Het Christelijk Lyceum Veenendaal is een school voor VMBO, HAVO en VWO die veel aandacht besteedt aan het stimuleren van talent. Er is een nauwe samenwerking tussen de

De factoren zijn: Soort Overtuigingsmaat (gevoel ten opzichte van de tekst, ten opzichte van de persoon die de tekst heeft geschreven en ten opzichte van het geadverteerde

In wat volgt, zal deze dimensie slechts beperkt worden opgenomen, maar het is hier alvast nuttig om te verwijzen naar de uitgebreide literatuur waarin wordt gewezen op de effecten

Dit geldt overigens niet alleen voor de zpp’ers maar voor alle personen die niet in loondienst werkzaam zijn in het onderwijs.. Dus ook voor personeel dat in dienst is van

In de tabel staat de literafstand L (het aantal kilometer dat je per liter benzine kunt rijden) van de auto in de vijfde versnelling bij verschillende snelheden.. In de tabel