• No results found

Deelschema | Grenzen aan ‘eigen kracht’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Deelschema | Grenzen aan ‘eigen kracht’"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deelschema | Grenzen aan ‘eigen kracht’

© Gemeente Voorst

Bezuinigingen in de zorg waren

fors en onontkoombaar Terwijl het aantal

ouderen toeneemt en mensen steeds

ouder worden

Aan eigen kracht zitten grenzen Vrijwilligers en mantelzorgers raken overbelast

We moeten meer voor elkaar en onszelf zorgen

Onze

samenleving redt zich (nog) niet op

eigen kracht Problemen

verergeren en veiligheid van mensen komt in

gevaar

De ouderenzorg en het langer zelfstandig wonen vormen misschien wel een aandachtspunt. De ouderenzorg en in het bijzonder de verpleeghuiszorg staan wel onder druk.

Ook de zorgmijders en het bereiken van mensen zijn soms wel problematisch. Als gevolg van de vergrijzing zal dit verder toenemen.

Lastig om te zeggen, denk doordat er bezuinigd moest worden in de zorg. Wel komt dat denk ik omdat er te lang te veel geld is

uitgegeven, er is te laat ingezien dat het eigenlijk op deze manier niet verder zou kunnen. Dat er daardoor vrij rigoureus is bezuinigd.

Denk dat er te laat is ingegrepen. De pot is leeg, nu hebben we ineens heel veel ouderen en heel weinig mensen die het dan nog moeten verdienen. Denk dat daar te weinig op is ingespeeld.

Tegelijkertijd wordt er heel veel gevraagd van mantelzorgers. Ik vraag me wel af wat er gebeurt als je geen netwerk hebt. Ik denk dat het dan helemaal uit de hand loopt, dan wordt er pas gesignaleerd als het helemaal mis gaat. Dan gaan mensen te lang geen zorg hebben.

Er zijn diensten wegbezuinigd en daardoor zijn mensen veel meer op hun eigen netwerk aangewezen. Een goed eigen netwerk wordt steeds belangrijker.

We hebben het er al een beetje over gehad. Het is voor een deel ook dat we anders denken over hoe we de samenleving inrichten. Daar zijn we natuurlijk allen verantwoordelijk voor. Je kunt nog zeggen, ja we hebben er niet zo bewust voor gekozen. Maar goed, feitelijk is het zo dat we hier de landelijke politiek kiezen met zijn allen. En

uiteindelijk wordt daar het beleid in hoofdlijnen uitgezet. En dat wordt op allerlei niveaus verder uitgevoerd. En natuurlijk is dat niet altijd helemaal passend en dat moet in de finesses nog helemaal

aangepast worden. Maar we hebben het wel zo geregeld met elkaar.

Ik denk ook dat het op zich ook een goed systeem is. En dat betekent dat we van daaruit gezegd hebben, nou ja we geven meer die rol voor het zorgen van elkaar aan die samenleving en zien dat minder als een rol van de overheid. Nou ja, dat is een beetje waar het vandaan komt.

Een tweede belangrijke ontwikkeling is de welvaarts- verzorgingsstaat. We klagen in Nederland over het zorgsysteem. Maar met welke normen vergelijken we Nederland? We hebben in Nederland wat dat betreft een tunnelvisie ontwikkeld. Van de ene kant hebben we op wereldschaal de beste zorg en het beste onderwijs en aan de andere kant blijven we klagen. De politiek is de boosdoener. De wijze waarop de politiek de

zorgstaat heeft ontwikkeld heeft een hoog pampergehalte.

Er is gevraagd door de overheid om elkaar meer te zien, maar we schijnen daar slecht in te slagen. De participatie-samenleving geeft dilemma’s; veel vrijwilligers, gaan we vanuit, maar dat is maar relatief.

Problemen lijken vaak niet op te lossen, gezien de verwachtingen van de transities. Ik ben het eens met het participatie-principe, maar dan moeten we ook de maatschappij anders inrichten. Bijvoorbeeld passend onderwijs; een kind met syndroom van Down, zit nu zuchtend en puffend in het reguliere onderwijs- maar vaak blijkt er geen kennis of ruimte om het erin te passen.

Psychisch verwarde mensen worden geacht om in de maatschappij zichzelf te redden. Dat redden ze niet. Dit geeft veel problemen. De vooringenomen stelling dat de maatschappij zoveel cohesie laat zien dat de problemen zichzelf wel oplossen. Er wordt uitgegaan dat men voor elkaar zorgt als buren, familie waardoor de problemen worden opgelost. Realiteit is dat niet iedereen dat ziet, kan zien, kan doen, wil doen en dat problemen blijven bestaan of grote worden. Ik voorzie een groot probleem rondom mensen met GGZ- Problematiek.

Meest knellend. Ouderen met name worden langer thuis gehouden en daardoor wordt een groter beroep gedaan op de Thuiszorg. Thuiszorg heeft te weinig tijd.

Ik zie dat ook uit eigen ervaring.

En het idee van, de thuiszorg is ook duur. Een deel van de thuiszorg is ook geminimaliseerd, een groot deel is terecht gekomen bij de gemeentes.

Vergrijzing is een ontwikkeling die op ons afkomt.

Demografische ontwikkeling van meer ouderen. We moeten met steeds minder mensen de zorg voor meer mensen op ons nemen. Het systeem zou kunnen gaan kraken en zelfs vastlopen.

Dat is een beweging, we zien in zijn algemeenheid dat mensen vaker thuis blijven. Of thuis moeten blijven. Ze worden ouder en hebben dus voor een langere periode hulp nodig. De vanzelfsprekende opvang vanuit kerk en familie enz. is ook minder vanzelfsprekend geworden. Alhoewel er in de laatste tijd er een kanteling terug plaatsvindt want de maatschappij is individueler geworden. Er is nu steeds meer een tegenbeweging. Het is niet meer vanzelfsprekend dat kennissen, mantelzorg of familie in de buurt zijn. Vrienden zijn steeds meer verderop gaan wonen (ze zijn mobieler geworden) en kunnen daardoor niet de hulp bieden die ze nodig hebben in de thuissituatie. Er zijn een heleboel verschillende ontwikkelingen die maken dat het steeds individueler wordt.

Overal is een loket voor, om passende hulp te vinden. En wat je nu ziet is dat een contrabeweging. De overheid dwingt de burger om daar weer naar terug te gaan. De zorg is dichtbij huis en eigen kracht.

En ik denk te merken dat de samenleving dat nog niet trekt. Dat het individualisme hier de overhand in heeft gekregen. En met

individualisme bedoel ik dus ook, je bemoeit je niet met elkaar. De verharding daarin ook, je spreekt elkaar haast niet maar aan. En ook vanuit de hulpvraag. Het is lastig wat er gevraagd wordt van mensen.

Qua individualisering zie ik veel meer hardheid en veroordeling. En ook het veroordelen naar ons. Het simplistische daarin.

De staat legt het op om voor elkaar te zorgen, maar dat lukt bij veel mensen niet. Door drukte, individualisering, etc. Voor de mensen die het leven niet zo goed aan kunnen, gaat dat niet per se goed. Mensen die relaties hebben, familie en gezin, komen er nog wel goed uit. Voor mensen die dat niet hebben is het

moeilijker. Om dan hun netwerk te versterken, is heel lastig.

Zeker als het vertrouwen bij deze mensen in andere mensen er al niet meer is.

Een ontwikkeling die ik zie is dat de mensen met dementie en met name de mensen in de beginfase met de milde vorm van dementie te weinig en te laat hulp krijgen. En hetzelfde geldt voor de ouder wordende mens die alleen woont. Het is wel verschillend waar in welk dorp men woonachtig is. Het meest knellende is dat de schakel van verzorgingshuizen er tussen uit zijn, zodat mensen langer thuis moeten blijven.

Een probleem dat ik op ons af zie komen is de uitgeklede zorg. Het meest knellende aan dit probleem is dat deze generatie ouderen niet kan omgaan met de uitgeklede zorg. Vroeger groeiden de bomen tot in de hemel en alles werd geregeld. Ouderen gingen vroeger naar het bejaardentehuis, daar werd alles voor ze geregeld, deze zijn veel te vroeg en abrupt gesloten. De omslag in de zorg komt heel hard aan, je moet nu en in de toekomst zelf je netwerk in stand houden.

Ik denk dat de maatschappelijke ontwikkeling waarbij politiek bestuurlijk wordt gevraagd mensen weer meer verantwoordelijkheid te geven en in hun kracht te zetten op zich zelf een goede ontwikkeling is. Maar dat vraagt een enorm goed samenspel tussen het stimuleren van mensen, wat je meestal doet via waarden en normen waarden en het inzetten van professionals. Dat is een groot dilemma voor alle overheden. Wat je kunt constateren is dat er vroeger sterke familie verbanden waren, gezinnen die generaties lang naast elkaar woonden en dat ook aanvaard was dat die zich met elkaar bemoeiden en zo elkaar

beïnvloeden en steun gaven en zo ook voor leraren, kerkelijk leiders en sportverenigingen en andere verbanden zo vast stelden wat zijn onze normen en waarden. Maar we hebben dus ook gezien dat die verbanden ontzettend uit elkaar dreigden te vallen.

Een ontwikkeling waarbij op zich Voorst nog wel wat achter loopt met dorpen waar het allemaal nog wat overzichtelijk is. Maar toch die ontwikkeling en invloed is onmiskenbaar in de wereld gaande.

Als belangrijke ontwikkeling geldt voor mij de kanteling binnen het Sociaal Domein. De verschuiving die daarmee heeft plaatsgevonden naar dat er veel meer van mensen zelf gevraagd wordt. Ouderen moeten langer thuis blijven wonen, zowel de zorg thuis als de zorgvraag gaat veranderen en ook de manier hoe woonzorgcentra hiermee om gaan. Er wordt veel meer gevraagd van mensen, ze worden veel meer betrokken.

Een achterliggende oorzaak is dat we jarenlang het op een bepaalde manier gedaan hebben en dat in stand willen houden. Vooral de oude garde houdt dingen in stand. Niet weten hoe ze het moeten veranderen.

Lastig om dezelfde visie uit te dragen maar vooral er naar te handelen, in de praktijk er naar te werken. De coöperatie wil dat het gebouw van de bewoners wordt, terwijl juist de cultuuromslag moet plaatsvinden.

Belangrijke ontwikkeling is samenredzaamheid, dit vraagt om een andere manier van samenwerken en aansturen. Het systeem in de zorg moet kantelen, we moeten talenten ontwikkelen in plaats van in systemen te denken, denken dat mensen dingen niet kunnen.

Mensen in beweging krijgen, niet meer hospitaliseren en het voor ze doen! Regie over eigen leven, eigen verantwoordelijkheid ontwikkelen, dat moeten we samendoen. Zelfstandig kunnen wonen in een

woonleefgemeenschap. De cultuur moet om! Je ziet dat voor ouderen in de zorg nog steeds de koffie wordt ingeschonken en dat ze nachts in hun wooneenheid gewekt worden om te checken of alles nog goed gaat.

Alsof ze zelf geen koffie kunnen zetten. Het meest knellende is dat we geduld moeten hebben met cultuuromslag, het is voor mensen lastig om eigen regie te nemen, dat is een andere manier van denken.

Voor de cultuuromslag heb je begeleiding nodig (professionals) Het kost tijd. De ander manier van denken om iedereen op 1 lijn te krijgen, gezamenlijke koers, daar gaan we naar toe. Mensen in hun kracht zetten. Integreren is van belang. In de zorg moet dat gebeuren! Alle partijen moeten zich thuis voelen en hun rol pakken.

Niet in beperkingen denken maar in mogelijkheden.

Dat proces en daar zitten we midden in. En een aantal mensen vindt dat allemaal maar niets. Dan hoor ik van professionals die ik train. Ja maar ik kom toch bij u voor een oplossing? En niet dat ik het zelf nu moet gaan doen. Nou mensen moeten daar heel erg aan wennen. Dus het meest knellende is de kanteling en het nog wennen van mensen aan deze nieuwe ontwikkeling. Omdat mensen denken ja ik ga ergens heen, ik krijg een oplossing en dat helpt.

Terwijl mijn ervaring in jaren lang hulpverlening is dat hulpverlening helpt.

Ik vind het schofterig en schandalig dat oude mensen die hun hele leven gewerkt hebben en mee hebben gewerkt en gebouwd aan onze samenleving nu aan het eind van hun leven niet behoorlijk verzorgd worden of hulp kunnen krijgen. Dat ze eenzaam en soms versmeerd in hun huis zitten. De cliënt moet het uitgangspunt zijn en de organisaties moeten samenwerken om de cliënt heen.

In het kader van preventie is een aandachtspunt dat thuis niet alles goed gaat. Er wordt heel veel zelfstandigheid verwacht, terwijl ze heel lang gepamperd zijn. Mensen realiseren zich dat ze langer moeten werken, eerder tevreden moeten zijn, hun auto moeten delen, etc. De vorige generatie, waartoe ik ook behoor, had veel voorzieningen. Nu moeten we meer voor onszelf zorgen. Daarin is nog een hele slag te slaan, nog zeker een jaar of 10 te gaan. De vraag is of we iedereen wel mee kunnen krijgen. We moeten het samen doen, niet pamperen.

Dit is de kern van de fase waarin we nu zitten.

Rondom dementie wordt de zorg complexer. Het meest knellende is de toename van de druk op de thuiszorg, omdat mensen ouder worden, en steeds langer thuis wonen. Mensen die bijvoorbeeld op een wachtlijst staan voor opname in een

woonvoorziening en wonen nu nog thuis.

Ondertussen komt de thuiszorg bij hen. Door toename van gezondheidsproblemen, neemt de druk op de thuiszorg toe, omdat mensen wel een half- tot een jaar op de wachtlijst staan.

Ondertussen kampen we met problematiek rondom werving van nieuw personeel. Dit is schrijnend.

Het gevolg van te weinig of te late opvang is dat mensen grotere problemen gaan krijgen. Zodat je er nog meer hulp in moet zetten terwijl als je aan het begin zou kunnen pakken, en nogmaals dat gebeurt echt, hoor, dus ik vind het lastig om te zeggen, het is er nog niet, het is wel degelijk zo dat hier heel veel gebeurt maar ik denk dat er meer kan, dat het een politieke kwestie is. Toch meer

opvangmogelijkheden en behandelingen zouden goed zijn. Als je bijvoorbeeld kijkt, ik ben nu aan het zoeken voor iemand met autisme, echt juiste autisme opvang daar ben ik echt vreselijk mee aan het zoeken. Dan gaat het om weinig aanbod, niet zichtbaar en afstand. Het is natuurlijk allemaal veel meer regionaal geworden wat de hulp betreft.

Voorheen kon je nog eens over de grenzen heen dat is nu lastig allemaal. Je moet wel oppassen voor eilandjes vorming.

Ik denk dat overbelasting van medewerkers in de zorg erg belangrijk is, want ik hoor toch verhalen dat mensen met heel weinig personeel op de groep staan en dat dat ten koste van de zorg gaat. Als je kijkt naar overbelasting van zorgverleners dan kan dat leiden tot burn-out en agressie die zij

meemaken. Bijvoorbeeld omdat mensen

uitbehandeld zijn, of verstandelijk beperkt zijn. Dan moeten er meer mensen op een groep komen te staan. Voor meer toezicht.

Niet iedereen heeft een netwerk

om op terug te vallen

Gekoppeld aan de bezuinigingen werd het vrijwilligerswerk zwaarder belast. Ik voorzie hier echter een grens: goede zorg kost geld. Hoe zwaar kun je de vrijwilligers belasten.

Veel mensen voelen zich wel verantwoordelijk, maar het idee is dat de bezuinigingen te ver gaan.

Je bent nu aan het zoeken met mensen, wat past dan wel, eventueel doorverwijzen maar dat is soms wel lastig. Het klinkt een beetje cliché maar ik denk dat er een stuk

bezuiniging inzit. Minder begeleidingsuren op mensen. En ik merk het ook wel aan de mensen die al wel begeleid wonen, dat daar ook al een gat invalt. Er is een bezuiniging op het aantal begeleiders dus dan loopt iemand al verdwaald gewoon over straat, is er minder toezicht op.

En ik merk wel dat er heel veel is veranderd in de hulpverlening op basis van bezuinigingen.

Waardoor veel mensen tussen de wal en schip geraken ook al is dat wat de gemeente niet wil. Dat mensen zich niet meer geholpen voelen misschien, dat ze niet weten waar ze terecht kunnen.

Waardoor ze niet meer aankloppen en de

problematiek langer blijft bestaan. En het verergert daardoor.

Het meest problematisch zijn voldoende middelen om de steeds duurder wordende (ouderen) zorg te betalen. Mensen worden steeds ouder en blijven langer vitaal maar totaal gezien komen er steeds meer mensen in de zorg en dat kost veel. We willen ook de kwaliteit van de zorg op orde houden.

Hulpverleners lopen echt te ‘ leuren’ met jongeren om ze ergens weg te kunnen zetten. Of er is een gesloten machtiging afgegeven door de

kinderrechter en dat dan echt direct de eigen veiligheid van een kind in gevaar komt maar dat er geen plek is. En dat vind ik toch wel een zorgelijke ontwikkeling.

Mensen worden niet opgenomen, moeten zichzelf bijna van kant maken om geholpen te worden in de GGZ. Er is veel onmacht bij de patiënt, de directe omgeving, familie en bij de hulpverleners. Nu blijft het in de crisisdienst vaak bij ambulante gesprekken en in ernstige gevallen dagbehandeling. Als iemand eigenlijk opgenomen moet worden, en als de mensen dat ook zelf willen, dan worden zij naar huis gestuurd. Ze krijgen zo geen passende hulp. Er zijn bedden en hulpverleners tekort.

Mensen krijgen te weinig, te laat of

te kortdurende

zorg

Patiënten met een dbc en een Wmo-indicatie: kortdurend. Het wegvallen van langdurige zorg is een probleem voor mensen met een chronische beperking. Er is veel bezuinigd op allerlei taken. Zij (LVB) worden overbelast, overspoeld door het zelf doen van alle

‘gewone’ dingen. Situaties niet kunnen overzien, denk aan schoonmaken, aan boodschappen doen, aan contacten onderhouden, aan een baan/dagbesteding. Voor gezonde mensen is dat allemaal naast elkaar goed te doen, maar voor mensen met een beperking is dat teveel. Ze raken daardoor overprikkeld/overbelast. Voor hen is ambulante woonbegeleiding nodig en/of een netwerk nodig. De ‘gewone’ dingen zijn een enorme klus voor deze groepen.

Ik heb genoeg cliënten hier die bij de

thuisbegeleiding te weinig begeleiding krijgen waardoor ze ook met psychoses gewoon door de supermarkt lopen. Waar je ook zelf met je gezin doorheen loopt, ja daar maak ik me wel eens zorgen over. Er gebeurt hier ook wel eens wat waar ik me niet prettig, of wat zelfs als gevaarlijk wordt gevoeld, maar hier hebben we allemaal mensen in het gebouw die het op kunnen lossen. Maar zo iemand gaat een uur later naar huis en dan gewoon de supermarkt weer in, daar maak ik me wel eens zorgen over. Het is niet veilig nee, en helemaal niet voor de rest van zo’n groep.

Mensen met een chronische beperking (moeilijk lerende, verstandelijke beperking, niet- aangeboren hersenletsel, autisme) hebben altijd een vorm van langdurige zorg nodig. Dat kan niet kortdurend. Maar nu is daar wel het beleid op veranderd. Veel meer kortdurend nu.

Niet alle cliënten zien dit zelf als een probleem. Je hebt zorgmijders, he. De groep die ik noem, zit al dicht tegen die zorgmijders aan. Maar daar heb je natuurlijk een team voor en dat loopt ook al prima hoor. Dus het is ook goed dat zij geïnterviewd worden. Ik denk dat dat ook wel gebeurd. Maar dat is de groep die een beetje buiten de boot dreigt te vallen door de ontwikkelingen die er geweest zijn. Bezuinigingen die er geweest zijn, politieke besluiten, visies die veranderd zijn.

Ik zie dat de overheid zich steeds meer terugtrekt, mensen steeds meer zelf moeten doen op eigen kracht. Wat een goede ontwikkeling is, maar aan de andere kant moeten

mensen nu soms te lang door gaan voor er passende hulp is. Vanuit de specialistische hulp denk ik vaak; was graag ietsje eerder gekomen, om erger te voorkomen.

Tegelijkertijd is dwang om zelf in actie te komen goed, tot op zekere hoogte- sommige mensen hebben een extra zetje vaak eerder nodig.

Ik heb de verwachting dat de problemen nog erger zullen worden; eigen kracht zal niet voor een ieder tot een oplossing leiden. Het probleem van de individualisering van de samenleving in combinatie met bezuinigingen, c.q. de inzet op eigen kracht zie ik als de achterliggende oorzaak. Vanuit de

landelijke overheid is een complexiteit van

bestaande zorgsystemen tot stand gekomen gericht op marktwerking die niet aansluit op de te

signaleren problemen.

Maar er moet ook (steeds meer) aandacht zijn voor ook de groep met een verstandelijke beperking en de ouderen. Het meest problematische aan het communiceren met ouderen en een groep met een beperking is dat communicatie en afstemmen van de verwachtingen soms lastig is. Zorggroepen met verstandelijke beperkingen wonen zoveel mogelijk in de samenleving en komen in de praktijk. Aandacht voor preventie gaat naar beneden.

Hulpverleners hebben hiervoor niet meer de tijd en zijn hierin moeilijk te bereiken voor overleg.

Preventie is een heel breed begrip vind ik. Heel belangrijk vind ik het gebruik maken van het netwerk van cliënten. En als er geen netwerk is dat je dat probeert te ontwikkelen voor een cliënt. Bijvoorbeeld met behulp van een wijksteunpunt, de buurt, etc. Er is veel eenzaamheid merk ik. Cliënten schamen zich vaak omdat ze iets niet snappen of begrijpen en durven niet om hulp te vragen. Mensen met een netwerk vallen minder snel uit. Wij als hulpverleners moeten heel erg de samenwerking zoeken met het netwerk. Eerder was dat niet zo, toen namen wij het helemaal over. De naast familie kennen een cliënt veel beter dan dat wij de cliënt kennen. Die samenwerking is zo belangrijk.

Problematisch is het ook binnen de GGZ met de spoedeisende zorg, de ouderengroep en de psychiatrische groep. Ook hier is gesneden in het geld. Dat heeft de problemen vergroot. Door het tekort aan zorg blijven mensen langer rondlopen en komen eerder terecht bij de spoedeisende hulp en er ontstaat meer overlast. Het gaat hierbij om signalering en preventie. Daar mag verandering in komen.

Wat je dan nogal eens ziet is dat jongeren dan ergens op een wachtlijst komen te staan met een bepaalde problematiek maar zo lang moet wachten totdat er een plek is binnen die instelling en de problematiek verergert zodat die niet eens meer in de doelgroep van de instelling valt waar hij voor is aangemeld. Omdat de problematiek verergert. Door de bezuinigingen zijn er minder plekken bij

instellingen. En hierdoor ontstaan wachtlijsten waardoor alles dichtslibt. En om het te voorkomen zal er geld bij moeten.

Het gevolg is dat de problematiek verergert. Er ontstaan vaker dubbeldiagnose. Mensen met enkelvoudige problematiek redden zichzelf nog lang, maar lopen op een gegeven moment vast. En dan is de kans groot dat ze ontsporen en/of aan de drugs gaan.

Je komt al snel op de psychiatrie, er vallen heel veel mensen tussen wal en schip. Zowel in mijn werk bij de gemeente als in mijn werk hier heb ik dat gemerkt. Dan hebben we cliënten hier die eigenlijk op een crisisplek opgenomen moet worden maar dan is er geen plek omdat de crisisbedden vol zijn.

Mensen toch thuis blijven. Dan krijg je geen fijne situaties thuis waar sprake kan zijn van huiselijk geweld en dergelijke en dan nog kan er niks gedaan worden. Omdat iemand op een wachtlijst staat en we ambulante begeleiding moeten inzetten. Maar een keer in de week langskomen is niet altijd op het goede moment.

Ik kan het knellende hieraan het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Een echtpaar, allebei diagnose zwak begaafd. De meneer is al bekend met psychische problematiek in het verleden, is ook sprake van huiselijk geweld en een psychose. Is daar voor opgenomen. Wij herkenden dat gedrag op een gegeven moment, kwam weer opspelen. Dus weer risico op huiselijk geweld en fysieke agressie naar ons toe ook.

Verbaal is nog wel een mouw aan te passen, maar fysiek niet. Contact opgenomen met OGGZ en hele casus besproken. We moeten gaan toewerken naar een opname en van alles in gang gezet. Op een gegeven moment was er dusdanig sprake van huiselijk geweld dat je de crisisdienst belt en die gaan een toetsing doen. En die pakken dan niet door. In dit geval was de echtgenote al twee keer geslagen, was niet genoeg reden om op te nemen. Bleek later dat alle crisisbedden vol waren. Later werd het alsnog een crisisopname maar toen werd meneer naar het ziekenhuis gestuurd, dat is totaal verkeerd want dan komt een psychiatrisch patiënt op een normale afdeling. Na ontslag kwam hij weer thuis met ambulante begeleiding en we zien het gewoon weer fout gaan.

Dat is een schrijnende situatie. En dat zijn situaties die steeds vaker voorkomen in de thuissituaties. Dat je merkt dat er veel bezuinigd wordt op de psychiatrie. Niet iedereen kan de juiste begeleiding ook bieden. Daar zijn wij ook onvoldoende in opgeleid en dat is ook niet ons werk. Dan zijn er heel weinig dingen waar je op terug kunt vallen. Hier hebben we dan vroeg aan de bel getrokken maar dan escaleert het alsnog. Je weet de wegen te bewandelen, alleen er zijn zoveel hobbels op die wegen dat het traject te lang duurt voordat er uiteindelijk hulp en ondersteuning is. En dan moet het eerst escaleren voordat je er wat mee kan.

Het probleem is de inschatting van de zorg die mensen nodig hebben. Er is door de overheid flink bezuinigd en gekort op budgetten. De overheid trekt zich terug. Daardoor moeten mensen meer zelf doen en ligt er meer verantwoordelijkheid bij de mensen zelf. Maar veel mensen weten de weg niet te vinden als ze hulp nodig hebben. Ze worden in staat geacht het zelf te kunnen maar niet iedereen kan dat en dan ligt er een te grote verantwoordelijkheid bij de mensen zelf. De reactie is dan: laat maar, veel te ingewikkeld en vervallen ze in slachtofferrol. Mensen zijn angstig om hulp te vragen of er speelt trots. Dat werkt fataal.

Als zelfredzaamheid zo belangrijk wordt. Wat is er voor nodig om die groepen die basisvaardigheden te geven. Daar moet wel wat gebeuren. Ik heb zelf niet zo veel met die groepen te maken, maar denk bijvoorbeeld wel aan ouderen als mijn schoonmoeder.

Mensen die hulp vragen heel moeilijk vinden. Nu krijgt zij nog hulp van familie, gezin.

Maar heeft iedereen dan wel een netwerk om zich heen dat kan helpen? Of durven ze het niet te vragen. Zij is van de generatie die niet om hulp durft te vragen. Wat gaat deze richting doen voor die kwetsbare groepen? Aan de ene kant kan ook niet alles in stand gehouden worden, meer eigen verantwoording bij groepen burgers en organisaties te leggen is goed, maar moet wel voor iedereen kunnen.

Daarbij zijn mensen echt wel bereid om wat te doen voor hun kennis of wie dan ook, maar ik denk dat het overbelast gaat worden. Als ik mijn ouder moet verzorgen en ik heb ook nog een buurvrouw, het is niet dat de buurvrouw minder belangrijk is, maar je hebt maar een beperkt aantal uren op een dag. Ook met betrekking tot de kleine kernen, er verdwijnen veel basisfaciliteiten in de kleine kernen, bij voorbeeld geen pinautomaat meer, dan moet je bij wijze van als oudere naar Twello toe om geld te halen. Dat zijn ook wel ontwikkelingen waardoor de zorgvraag nog groter gaat worden.

Ik zie steeds meer vereenzaming onder ouderen door de overheid opgelegde vraag om steeds langer thuis te wonen en voor elkaar te zorgen. Mensen hebben behoefte aan contact, maar kinderen zijn druk en moeten werken. In de praktijk is deze doelstelling van de overheid lastig te realiseren. Er ontstaat daardoor een grote vraag naar vrijwilligers om ouderen te verzorgen, mee op stap te gaan, etc.

Er wordt veel verwacht van familie (kinderen). Echter die wonen vaak ver weg en of zijn druk met werk. De kinderen doen wel de regelzaken. Ze komen ook wel wekelijks maar niet dagelijks. Ik was gisteren bij een oude meneer die was gestopt bij het hertenkampje. Het moest allemaal op zijn manier. Hier zou een lichte begeleiding moeten zijn. Er wordt nu te makkelijk gewezen naar familie en vrijwilligers. Maar waar haal je ze vandaan?

Knelpunt in onze verzorgingsstaat, er is nog heel veel te doen. Met name als je ouder wordt en je hebt ouders die zichzelf niet kunnen redden. Je ziet in de omgeving mensen die hulp nodig hebben, maar het niet kunnen krijgen. Dat is niet iets wat je zomaar bij de buren kan neerleggen. De buren zijn wel belangrijk. Maar echt intensieve zorg voor iemand is heel zwaar.

Bij mantelzorgers denken ze dan aan zorg voor een dementerende moeder ofzo waar ze voor zorgen. Maar niet een depressieve partner of een jongvolwassen kind dat

depressief en suïcidaal is. Ik denk dat dat er wel onder zit, het is toch de cultuur. Dus als je iets wil doorbreken dan zou dat interessant zijn he, om daar wat meer openheid in te creëren. Het zou toch fijn als het er wat meer zou mogen zijn, zonder al die taboes.

Gehandicaptenzorg kent een enorme werkdruk en dat gaat ten koste van kwaliteit. In het geheel is er gebrek aan geld en dus professie. Daardoor ontstaat er veel druk op vrijwilligers en er zijn gewoon te weinig vrijwilligers.

Meer ouderen hebben zorg nodig, vooral mensen met dementie en mantelzorgbelasting.

Ont-zorgen van mantelzorgers. Huisgenoten en kinderen zijn overbelast van familieleden met dementie. Het meest knellende aan dit probleem is dat mantelzorgers alles in de lucht houden willen houden.

Vroeger hadden wij op de weg 2 jongens, 1 mongool en 1 had kinderverlamming gehad, en we hadden ook nog 1 meisje, die was zwakzinnig. Aan een relatief korte weg hadden we 3 probleemkinderen en de hele buurt pakte het op. Truusje kwam bij ons theedrinken, ze kwam zo de huiskamer binnenlopen en dan zei ze, ze kwijlde en van alles en nog wat, en mijn moeder wist dit prima op te vangen. En Bertus, dat mongooltje, die mocht er ook gewoon lopen en daar werd voor gezorgd. Dat is natuurlijk die

nostalgie waar Jan Terlouw het over had. Dat is leuk dat hij dat constateert maar daar moet je wat mee doen.

Wat ik zie gebeuren is dat mensen tegenwoordig allemaal langer thuis moeten blijven, te weinig netwerk om zich heen hebben of hulp hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. De overheid kan best wel bepaalde dingen inzetten maar een netwerk 24 uur per dag kun je nooit sluitend krijgen.

Wat ik op ons zie afkomen, is dat de overheid besloten heeft aan te jagen om de verzorgingshuizen te sluiten. Dus zoveel mogelijk mensen thuis te laten wonen, oudere mensen. En mensen die

gezondheidsproblemen krijgen die worden geacht heel lang thuis te blijven ook als het eindelijk niet meer lukt. Je hebt toch veel mensen die weinig sociale contacten hebben, die geen kinderen hebben in de buurt en daardoor geen mantelzorg. De overheid gaat er heel erg vanuit dat er altijd wel mantelzorg is terwijl dat niet het geval is.

Ouderen moeten veel een beroep doen op eigen netwerk om zaken te regelen, dit is lang niet altijd aanwezig. Daarnaast zijn financiën een groot struikelblok. Dit alles speelt vereenzaming en bijvoorbeeld gezondheidsklachten in de kaart.

Ouderen blijven langer wonen in de woning waarin ze wonen. Er is onvoldoende doorstroom. Mensen worden gedwongen te blijven, er zijn geen bejaardenhuizen meer. Daardoor ontstaat er verstopping. Er wordt door langer in huis te wonen een te groot appél op familie en buren gedaan. Theorie is anders dan de praktijk. Familie en buren hebben geen tijd om hulp te bieden en de mensen die thuis blijven wonen, durven vaak niet te vragen in hun omgeving.

Een andere ontwikkeling die ik zie is dat de belasting van mantelzorgers toegenomen is vergeleken met enkele jaren terug. Toen waren er nog de verzorgingshuizen. Er is nu een zwaardere ZZP indicatie nodig om opgenomen te worden. Vaak zijn er dan nog wachtlijsten waar men op komt te staan. Daar zit echt een spanningsveld tussen. Soms ontstaan tijdens het wachten onveilige situaties, men loopt bijvoorbeeld weg. Het is niet verantwoord dat sommige mensen nog thuis wonen. De somatische patiënten komen ook steeds meer voor. Een oorzaak is dat betrokkenheid van de buurt anders is geworden. Hierdoor is er ook meer druk op de mantelzorgers. Ook wonen

mantelzorgers verder weg en sommige hebben de bereidheid niet om mantelzorg te bieden.

De omgeving die wordt overbelast. Er wordt wel gekeken naar degene die zorg nodig heeft maar de omgeving is zwaar overbelast. En dan bedoel ik partners maar ook bijvoorbeeld kinderen. Mensen in de omgeving kunnen geen beroep meer doen op hun sociale netwerk. Het houdt ergens op. Dus gaan ze de vraag niet meer stellen.

Er wordt een groter beroep gedaan op de mantelzorgers, als je weet dat 36 % van de mantelzorgers overbelast is en hun eigen geld stoppen in de degene die ze verzorgen waardoor ze zelf in de financiële problemen komen. Er ontstaan zo gebieden waar we heel goed in de gaten moeten houden hoe dat zit.

Wat ik verder een zorgelijke ontwikkeling vind is de verminderde capaciteit aan mantelzorgers. De ouderen moeten nu zelf hun netwerk bijhouden en daar hebben ze moeite mee. Ze hebben niet het begrip dat bijvoorbeeld hun eigen familie, kennissen en buren niet altijd klaar kunnen staan in verband met hun eigen werk, gezin en bezigheden. Ze zijn er niet aan gewend dat er tegenwoordig bijna door iedereen gewerkt wordt. Ook vinden de ouderen het heel normaal dat er voor hen van alles wordt

geregeld. Dat ze “moeten” komen om zaken voor hen te regelen.

Er zijn mensen ontslagen, mensen die verdriet hebben.

Dat hakt er wel in. Dat is voor alle partijen een weg geweest. Dus ik probeer ook te begrijpen. Te doorzien en toch ook kennis te delen waar ik maar kan delen.

Als je kijkt naar de groep met mensen met niet aangeboren hersenletsel dan zul je zien dat die alleen maar groter wordt en zal worden in de toekomst. Dat komt omdat in het verleden was het zo, mensen liepen hersenletsel op raakten in coma en de medische wetenschap was niet zo ver dat ze niet daaruit de juiste middelen hadden om mensen daaruit te halen. Dus de voortschrijdende medische wetenschap maakt dat mensen met hersenletsel weer uit een coma kunnen revalideren. Die groep wordt alleen maar groter doordat de medische wetenschap alleen maar verder gaat.

De vraag is of in het sociaal domein ook op de juiste wijze wordt geanticipeerd? En dat gebeurt niet. Dat komt omdat vanuit de medische hoek het vooral gaat of iemand fysiek weer gezond is. Dus iemand overkomt iets of een ongeluk, bijna verdrinking of zo. Komt in het ziekenhuis in coma. Doktoren en alle mensen die er om heen staan werken heel hard aan zijn of haar herstel. Iemand komt weer uit de coma revalideert is fysiek weer in orde. En de dokter zegt u bent beter u kunt gaan.

Maar de schade aan de hersenen die is onomkeerbaar. En die hebben altijd gevolgen in het sociale leven van de betreffende persoon. Op verschillende gebieden. Karakter verandering. Het hoogste percentage echtscheidingen zitten in die gezinnen. Mensen zijn niet meer in staat hun werk te doen. Kunnen hun leven niet meer ordenen. Er ontstaan schulden. Alle soort problemen op levensgebieden.

En als we op een eerdere fase, op het moment dat de betreffende persoon met ontslag gaat uit de revalidatie, als we daar al een goed programma hebben om deze mensen te ondersteunen en te volgen. Kun je in de preventieve kant heel veel voorkomen.

Terwijl het aantal mensen met problemen toeneemt (o.a.

hersenletsel, dementie)

Het meest knellende is dat mensen nu niet goed worden geholpen. Mensen met een grote mond, moeders met borderline of hoog opgeleiden krijgen PGB’s en meer voor elkaar.

Ik zie het als in dezelfde zin als in de toename van het aantal verwarde mensen, de mensen worden wel verwarder. Alsof problematieken toenemen, alsof we niet helemaal weten wat we moeten doen. En het is lastiger om mensen opgenomen te krijgen. Het is lastiger om mensen buiten hun eigen stad aan een huisje te helpen en het is lastiger goede plekken te vinden waar mensen gewoon mogen zijn. Of waar ze zelf niet lastig worden gevallen maar ook zelf niet worden lastig gevallen.

En de crisissen zijn heftiger, meer agressie, meer agressie naar hulpverleners. Ik ga niet zeggen dat dat wekelijks een toename is van 10 procent maar op jaarbasis wel. Het is misschien niet eens een toename in het aantal incidenten maar wel in de heftigheid van de incidenten. De oorzaak zou kunnen zijn dat de problematiek ingewikkelder wordt. Mensen durven misschien wel meer, zijn wat meer losgeslagen, decorumverlies, om allerlei redenen gewoon niet meer doorhebben wat ze allemaal aan het doen zijn. Leuk is het niet.

De achterliggende oorzaken zijn dat lang alles dichtgeregeld was, alles werd overgenomen, dat was normaal. Mensen zijn gewend dat alles geregeld is. Er is nu veel minder tijd voor elkaar. Nu wordt het gezien als bemoeizucht. Nu moet er meer bezinning komen, dat is niet altijd leuk. Men moet meer tevreden zijn met kleine dingen. Maar wie vertelt ons dat? Vroeger was dat de kerk of de pastoor. Waar halen we het nu? Meedoen, gezien worden, zingeving. Bij voorbeeld het meedoen van kinderen met een beperking. Vroeger werden die kinderen weggestopt. Nu is er meer een geïntegreerde aanpak. Een beperking kan leiden tot een aanpassing onderweg. We moeten wel oppassen dat we straks die kinderen niet weer apart zetten.

Dat is eigenlijk best jammer. Dat dat nu speelt. Het blijft toch nog wel een lastige groep om te bereiken binnen de sport. We hebben een werkgroep opgericht, sporten met een beperking Voorst, een aantal jaar geleden terug. Nou, en om mensen meer aan het sporten te krijgen, meer

voorzieningen te bieden. Het blijft toch maar moeilijk om ze te bereiken en om ze naar de sporten toe te krijgen. En dat komt volgens mij ook wel een beetje, omdat deze doelgroep toch heel afhankelijk blijft van wie voor ze zorgt en wie er met hun begaan is. Als je mensen hebt die ergens wonen en begeleiding hebben, is er geen tijd, geen passie om ze ergens heen te brengen. Dan is het vaak wel heel lastig voor deze groep om ergens te komen en ergens aan mee te doen.

Dit leidt tot een onverantwoord

tekort aan geschikte woon- en opvangplekken

voor kwetsbare mensen

Dit leidt tot overbelast en een

tekort aan personeel

Net zoals die decentralisatie van Van Rijn, die heeft gewoon al die verzorgingshuizen en bejaardenhuizen dichtgegooid. En de wijkzuster is weer terug zoals het in de jaren vijftig was, die met de scooter door het dorp reed met het haar op de benen en op de tanden. Die zegt jullie zorgen wel voor jullie moeder, he, hebben jullie dat wel gedaan? Nou zo ging dat vroeger. En toen zijn we het anders gaan organiseren, de verzorging en de verpleging en de kinderen dachten, dat is mooi dan kan ik mooi naar Walibi of naar de Efteling en tegen de andere ouder zeggen, heb je wel huishoudelijke verzorging aangevraagd? O nee, kan ik dat krijgen? Dat is wel handig als de ramen gelapt worden dan hoeft mijn zoon dat niet meer te doen. Het betekent wel dat het systeem steeds duurder wordt.

Maar aan de andere kant klagen ze wel steeds over de hoge belastingen en dat er zoveel af gaat. Ik kan nu eenmaal heel moeilijk in partjes denken (omdat ik het meer zie als een totaal beeld) van dat we eigenlijk nu links af aan het slaan zijn, maar dat zou eigenlijk rechtsaf moeten.

Ik maak me wel zorgen dat de vraaglijst om het aantal verblijfsplaatsen residentiële plekken groeit.

Want: ”Bedden moeten weg- kinderen horen thuis”.

Er gaat iets mis als je voor verblijf moet aanmelden.

Oké, nou ik eh maak me zorgen over de mensen die oud zijn en niet naar een verpleeghuis hoeven te gaan.

Vroeger gingen zij naar een verzorgingshuis. Zodra er een kink in de kabel komt, gaan zij naar een tijdelijke opvang. Weer thuis zijn zij niet meer de oude. Ik heb echt het gevoel dat afschaffen niet goed was. Ik zie steeds meer mensen die beter af zijn in een verzorgingshuis dan thuis. Ik denk ook wel dat sommige mensen zich niet goed verzorgen. Eten, drinken, douchen soms niet. De laag van

verzorgingshuizen is er tussen uit gehaald.

Dus na de crisis van 2008 heeft de overheid besloten om verzorgingshuizen grotendeels af te bouwen.

Terwijl een verzorgingshuis met veel mensen heel prettig is. Ze hebben sociale contacten. Ze hoeven maar op een knopje te drukken en dan komt er iemand als ze zijn gevallen. Ze krijgen voedsel. Ze worden ’s morgens geholpen met wassen en aankleden als het nodig is. En dat lukt niet altijd om mensen in hun huis dat aan te bieden omdat ze toch een groot deel van de dag alleen zijn.

Ik vind dat de oorzaak het overheidsbeleid is, die hebben veel te snel zonder echt goed na te denken bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. En één van de bezuinigingsmaatregelen is het sluiten van

verzorgingshuizen.

Een ontwikkeling die ik zie is dat de mensen met dementie en met name de mensen in de beginfase met de milde vorm van dementie te weinig en te laat hulp krijgen. En hetzelfde geldt voor de ouder wordende mens die alleen woont. Het is wel verschillend waar in welk dorp men woonachtig is. Het meest knellende is dat de schakel van verzorgingshuizen er tussen uit zijn, zodat mensen langer thuis moeten blijven.

De indicatie eisen om in een verzorgingshuis terecht te komen, eigenlijk is verzorgingshuis en verpleeghuis geïntegreerd, die zijn heel hoog. Dus daardoor krijg je meer mensen bij de eerste hulp die gevallen zijn omdat het thuis niet meer goed lukt allemaal. Dat is ook bekend daar zijn er statistieken over, dat er veel meer ongelukken zijn in huizen met ouderen door het sluiten van verzorgingshuizen. Ja, dat vind ik een zonde.

In Twello en de gemeente Voorst zijn te weinig plekken voor demente inwoners. Op een gegeven moment kan de mantelzorger het niet meer aan en kunnen dementerenden naar Martinushof en Casa Bonita. Soms tijdens een crisis, in overleg met de huisarts, kom je in Apeldoorn of Deventer uit omdat er in Twello geen plek is. Mens en Welzijn is goed bezig en peilt behoeften bij cliënten/dorpsbewoners. De gemeente Voorst is best goed bezig, maar ontwikkelen van extra opvangplekken is wel noodzakelijk gezien de vergrijzing.

We hebben binnen onze organisatie, maar we horen het ook om ons heen bij andere thuiszorgorganisaties, erg veel moeite bij het werven van personeel. We moeten binnen de zorg steeds vaker

‘nee’ verkopen. Mensen blijven langer thuis. De zorg wordt zwaarder. Er sluiten verzorgingshuizen. In plaats van, dat

personeel, dat daar vandaan komt naar de thuiszorg doorstroomt, gaat men liever in een ziekenhuis werken. Hoogstwaarschijnlijk, omdat de thuiszorg steeds zwaarder wordt.

Er wordt veel bezuinigd in de jeugdzorg. Ik heb met wanhopige groepsleiders gesproken. Mbo’ers eruit, Hbo’ers erin. Veel goede groepsleiders die weg moesten. Binnen de politiek ligt wel het nodige om te kijken waarom ze dat zo hebben gedaan.

En door twee afdelingen naast elkaar, heb je minder personeel nodig. Je had vroeger een aantal kleine afdelingen. Die kunnen nu financieel niet meer uit. Daar is flink bezuinigd op personeel. Dat hebben wij ook gemerkt, want wij werken nu altijd alleen en werken veel met vrijwilligers.

Ouderen kunnen niet langer in een verzorgingstehuis

terecht

Beschermd wonen heeft veel wachtlijsten, er zijn te weinig plekken en de doorstroom is niet goed, terwijl sommigen beter het huis uit kunnen.

Ik zie een woonprobleem voor ouderen. Er is echt een tekort aan woonplekken voor mensen die nog niet zo zwaar ziek zijn, die bungelen er een beetje tussen. Martinushof is veel te zwaar. Er is een gat voor de mensen die nog niet zoveel hulp nodig hebben. En ook zie ik als groot probleem de eenzaamheid van ouderen. Die zouden graag in een woonvorm willen wonen en die vallen ook tussen wal en schip.

Een ander punt is de woonsituatie voor de groep 18-25 jaar. De gemeente heeft bepaald dat je minimaal 6 jaar ingeschreven moet staan om in aanmerking te komen voor een woning. Dat moet gemakkelijker gemaakt worden. Bijvoorbeeld via een opstapwoning, zoals in Apeldoorn gebeurt. Hier zijn geen opstapwoningen, daardoor is er minder doorstroom (1/3 zou er gebruik van maken). Nu twijfelen er veel, het is een te grote stap naar beschermd wonen. De tussenvorm is belangrijk!

De groep jongeren tussen wal en schip is misschien tijdelijk, maar is nu in ieder geval een groot

probleem. Er zijn geen geschikte woonplekken voor degene die dat nodig heeft. Ik heb een aantal meiden dat thuis niet lekker loopt. Ze hoeven niet in Wlz-plekken, daar zijn ze te goed voor. Maar om ze op een kamer te zetten, dat voelt ook niet helemaal lekker. Daar tussen in. Die plekken zijn er niet, of zijn er te weinig.

Wij lopen aan tegen de problemen met de woonvoorzieningen. Het is ingewikkeld om een passend vervolgtraject te kunnen vormgeven, er zijn geen geschikte woningen. Bijvoorbeeld in Twello hebben we een woonvoorziening. De mensen daarin zijn gesetteld, hebben een sociaal netwerk en dagbesteding of werk. Wanneer zij de

vervolgstap moeten maken naar meer zelfstandig wonen zijn er binnen de gemeente Voorst geen opstapvoorzieningen, zoals Apeldoorn die wel heeft.

Daardoor blijven cliënten onnodig lang in de begeleiding zitten. Je wilt mensen graag laten doorstromen naar zelfstandig wonen, maar er is een gebrek aan aanbod.

Het plaatsen van jongeren is ook lastiger geworden, er zijn steeds minder leefgroepen voor jongeren die niet meer thuis kunnen wonen. Ik zie vooral in de groep van 18 tot 23 veel problemen ontstaan, de samenleving is ingewikkeld. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om formulieren in te vullen, een baantje te houden, huisvesting te krijgen. Dit is lastig voor iemand die 18 is en voor de wet volwassen is maar dit in het echt nog helemaal niet is. Ja, daar zie ik wel veel jongeren op stuk lopen.

Ik vind de bezuinigingen op de zorg een hot item. Wat mij en (het beveiligingsbedrijf) steeds meer zorgen baart is het alleen werken van verpleegsters. Wat ook druk op hen legt en dat merken wij ook wel. En als je ziet dat wij toen wij tien jaar geleden in een

verzorgingshuis kwamen dan had je daar een nachtdienst en een slaapdienst. Nou ja wegens bezuinigingen is de slaapdienst weg bezuinigd en de nachtdienst loopt alleen. En men ervaart dat als onprettig en zeker als men naar de buitengebouwen moet. En in het ongunstige geval valt er een patiënt uit bed en dan worden wij gebeld van stuur even iemand langs want dan helpen we weer iemand in bed. En dat baart mij wel zorgen. En het personeel wordt sterk belast en personeel is moeilijk te vinden. Maar ik denk dat dat te ook te maken heeft dat men zich niet meer prettig voelt. Dus het komt voor dat een beveiliger bezig is met zijn beveiligingstaken en dat hij zijn ronde maakt, dat hij dan opgebeld wordt door een verpleegster met de vraag of hij haar wil helpen die persoon weer in bed te leggen omdat zij alleen is.

Kwetsbare mensen blijven in hun huis of keren vanuit zorg eerder

terug naar huis

Ik zie dat het aantal inwoners groeit. Maar er is ook sprake van een flinke vergrijzing. Dit betekent dat er ook meer kwetsbare ouderen zijn met problemen zoals vereenzaming. Ook meer kwetsbare ouderen die

zelfstandig wonen en steeds meer dementerenden. Er zijn ook steeds meer mensen met een beperking, bijvoorbeeld een psychische stoornis, die langer zelfstandig moeten blijven wonen.

Het is geen keus denk ik, je zult wel moeten. Het gaat gebeuren. Ik wil zelf ook niet straks naar een

verzorgingshuis, als ik al zou worden toegelaten. Toen wij hier kwamen wonen, dan was je 65, ging je naar de Benring. Maar nu, nee. Alhoewel je wel een huisje kunt huren daar, maar als je geen indicatie hebt, krijg je geen zorg. Mensen worden ouder, zitten minder in een instelling, minder in een gezin. Vroeger kwam iemand bij ons op de Lathmer wonen omdat zijn ouders overleden waren maar dan was iemand al midden vijftig. Dat zie je toch niet meer zoveel. Je ziet toch vaker dat de mensen al eerder zelfstandig gaan wonen, al dan niet begeleid.

Mensen moeten zo lang mogelijk zelfredzaam zijn, moeten zo lang mogelijk thuis wonen. In veel gevallen willen mensen dat ook best wel.

Maar het gaat best ver en dat gaat niet altijd vanzelf. Je merkt wel dat het meer vragen oplevert. En mensen soms toch wel in situaties komen waarin er wel ondersteuning en zorg is, maar waar je je echt kunt afvragen of dat voldoende is.

Steeds meer mensen raken in de vergetelheid, raken geïsoleerd. Vooral oudere mensen. Dit komt door het regeringsbesluit en de veranderingen die er zijn met de Wmo en de Participatiewet. Voor geïsoleerdheid heb ik geen oplossing voor handen. Er is een herverdeling geweest van de financiën. Als zorgverleners wel financiën hadden dan zou er meer zorg en tijd zijn voor ouderen. De nieuwe wetgeving heeft hiervoor gezorgd. Voor die tijd was dat niet zo, dat isolement, omdat er meer zorg was. Toen kwamen mensen in aanmerking voor een bejaardentehuis of een aanleunwoning.

Momenteel staat ook op het Holthuis een woning van Zozijn, waar mensen zitten met een geestelijke achterstand. Ook voor mensen met lichamelijke beperkingen, maar vooral mensen met geestelijke beperkingen, zoals Downers en mensen die op een andere manier een achterstand hebben. IJsseldal Wonen heeft ook al laten weten dat dat een nieuwe doelgroep wordt voor huisvesting. Het is wel een lastig iets, want wanneer je zulke mensen in een gewone woonwijk plaatst, zou je problemen kunnen krijgen in die wijk. Dat is een lastig iets. Het huisvesten van deze mensen met een psychiatrisch probleem is een hele andere tak van sport, het is een hele andere manier van zorg bieden. Hierop moeten we als gemeente wel goed toegerust worden.

De belangrijkste ontwikkelingen die ik zie op het gebied van het sociaal domein zijn in het kader dat mensen steeds meer zelfstandig moeten wonen in de breedte en dat geeft ook gevaren. Gevaren voor de mens zelf, gevaar voor de omgeving. Dat vind ik de belangrijkste

ontwikkeling. Gevaar in de zin dat mensen een gevaar zijn voor zich zelf. Vandaag hoor je heel vaak in het nieuws dat iemand die geen plek kon vinden en daardoor een gevaar kan vormen voor zichzelf en voor de omgeving. Naast dat de mensen eenzaam raken gaan ze ook gekke dingen doen. We hebben het laatst gezien in Veenendaal met gas. Ik denk dat daar de belangrijkste risico’s liggen.

Er zijn een paar ontwikkelingen die ik ter plekke zie zoals de toename van vraagstukken die zich openbaren in de gemeenschap en dan bijvoorbeeld mensen worden ouder en kunnen niet doorstromen naar opname, verpleeghuizen, bejaardencentra, verzorgingshuizen enz. Ze blijven dus langer thuis. Proberen overeind te blijven maar moeten daar steeds grotere beroep doen op hun omgeving en wat ik zie is dat die omgeving steeds vaker overbelast wordt. Ze trekken het bijna niet meer. We hebben het dan vooral over de oudere mensen met

problemen en dan heb ik het niet zo zeer over de fysieke problemen.

Maar bijvoorbeeld dementie problemen of waar zij wel of niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.

De veranderingen in de zorg is ook wel een ding. Er zijn natuurlijk veel taken overgegaan naar de gemeente. En daarin zijn ook wel veel dingen veranderd. Er was veel onrust bij mensen en dat merkte je ook, mensen waren zoekende in waar we moeten zijn. Daarin zijn ook dingen veranderd. De vraagstukken rondom huishoudelijke hulp, mensen moeten langer zelfstandig blijven wonen. Al die veranderingen die het teweeg hebben gebracht rond de decentralisatie hangen wel vast aan de maatschappelijke problemen die kunnen ontstaan, denk ik.

En die problemen kunnen dan ontstaan doordat oudere mensen dus langer thuis moeten blijven wonen en ze zitten daar in hun huisje. Ja, dan kan eenzaamheid wel ontstaan.

En dan gingen ze naar een verzorgingstehuis. En dat was dan de volgende, soms laatste fase. Nou, dat was ook best een hele stap natuurlijk, maar nou ja, dat was wel een oplossing. Nou die weg is eigenlijk afgesloten. Er zijn nog wel verpleegtehuizen natuurlijk, maar nou ja, voordat je daar in komt dan ben je echt wel ver heen. Gaat niet makkelijk. Dan moet je echt heel veel mankeren. En die fase daarvoor waar mensen dus ook al veel mankeren, maar nog niet 24 uur zorg nodig hebben. Maar wel heel veel zorg nodig hebben, moeten ze dus thuis wonen. Daar zitten wel allemaal kanten aan. Dat betekent dat er heel veel voorzieningen moeten komen, om dat gaande te houden.

Ik denk het stukje eenzaamheid onder ouderen. Dat je die mist. Ik denk dat dat het meest knellende is. Dat door de veranderende wetgeving er veel gedaan is aan de praktische oplossingen. De steunkousen. Maar dat het stukje sociale, controle, aandacht weg is gevallen.

Ik werk met jeugd, kinderen van 0 tot 18 en wat ik veel zie is dat jongeren van een jaar of 17, 18, 19, 20 zeg maar geen plek hebben om te wonen waardoor ze langer bij hun ouders blijven wonen bijvoorbeeld. En dit gaat niet altijd goed waardoor ik meer problemen zie ontstaan.

Het ‘eigen kracht’ is mooi en ook belangrijk maar het wordt een soort, af en toe verward met het zelf doen. Dat idee. En zeker voor mensen die moeilijker hulp vragen. Als je zelf niet mondig genoeg bent.

Dit vind ik wel een zorgelijke ontwikkeling waar ik aandacht aan wil geven. Het gat wordt steeds groter en het signaleren ervan steeds moeilijker. Het wordt steeds beperkter. Weg weten te vinden. Wordt beperkter ingericht, minder toegang. Of je loopt daar vast. En wat dan? Voorheen anders

georganiseerd. Veel meer ingangen. Zorg was laagdrempelig. Onze doelgroep is een doelgroep die wel zelfstandig woont maar continue in hun leven vastloopt. Even hulp nodig. Voorheen meer plekken waar hulp was. Nu in een wijkteam of maatschappelijk netwerk gecentreerd. Ze moeten echt hierheen.

Steeds meer bezuinigd op maatwerkvoorziening maar daardoor wordt die groep die thuis woont en zelf moet doen steeds groter en juist die groep die het net niet redt maar wel hulp nodig heeft. Dat is een gevaar dat er is. Wat we in Voorst ook signaleren. Is dat er ene grote groep is van ouderen van 40 jaar met een beperking die nog bij ouder wonen. Die groep is groot. Hoe maak je dat zichtbaar?

Hoe krijg je toegang tot hulp. Afhankelijk van andere mensen in hun netwerk om het te signaleren en te melden bij bijvoorbeeld het Maatschappelijk Netwerk.

De grootste ontwikkeling die ik in het algemeen zie is dat de overheid een weg is ingeslagen waarbij er uit gegaan wordt van de eigen kracht van mensen en hun zelfredzaamheid. Bij veel mensen gaat dat goed, zij weten de weg te vinden naar de verschillende voorzieningen die er zijn. Maar ik zie ook dat dit minder goed lukt of lastiger is voor de meer kwetsbare groep mensen in onze samenleving. En bij deze groep mensen vormt het principe ‘uitgaan van de eigen kracht’ toch echt een probleem. En wat betreft de Eigen Kracht: hier moet een goede balans in gevonden worden. Niet wachten op actief burgerschap, want dit is echt niet van alle burgers te verwachten.

Mensen worden aangesproken op hun zelfredzaamheid. Blijf allemaal maar zolang mogelijk thuis want we gaan niet meer naar zo’n zorgsysteem want dat kunnen we niet meer betalen in Nederland.

Zorg dat je je zolang mogelijk redt. En dat vind ik op zich een heel mooi ding, he zo van dat daardoor mensen ook actief blijven dat mensen voorbereid zijn dat ze zichzelf moeten redden. Dat je niet achterover gaat leunen daar blijf je ook jong van als je niet achterover leunt. Maar misschien schiet het af en toe door. Ik zie een aantal mensen in het dorp, als je zo het kerkblaadje bekijkt, en je ziet zo die namen dan gaat dat vaak over de 90 heen. En een aantal van die vrouwen zit in appartementjes in het dorp, daar zijn dan speciaal appartementjes voor gemaakt met een eigen televisietje. Sommigen hebben leren skypen of hebben een eigen facebookaccount. Enerzijds in de zin van het verdwijnen van de hulpstructuur, het noaberschap, dat het vangnet het maatschappelijk vangnet van vrijwilligers dat die duurzaam is daar zet ik een vraagteken bij, dat vind ik een punt van zorg. En het andere is dat de ouder wordende kwetsbare mens te lang worstelt of te lang op probeert te lossen. Ik ben niet echt pessimistisch maar ik denk wel dat als je dan naar Wilp kijkt wordt dat een probleem.

Eén van de achterliggende oorzaken [red: voor een groter onderscheid tussen mensen die wel of niet voor zichzelf kunnen zorgen] is dat we momenteel erg uitgaan van eigen kracht van mensen. Dat is erg belangrijk maar er zitten grenzen aan. We moeten die grenzen goed in het oog houden maar we kunnen hier niet oneindig dingen aan op gaan hangen. De transformatie in het Sociaal Domein is nog maar net bezig en we maken stappen maar we zijn er nog niet. Het is goed om in beeld te hebben dat er grenzen bestaan. Vanuit de samenleving is er wel eens kritiek hoorbaar over het feit dat er

bijvoorbeeld veelal verlangd wordt dat mensen een beroep doen op het eigen netwerk. Dit heeft veel goeds is zich maar ook hier zitten grenzen aan. Dit levert wel eens gesprekken op met burgers.

We hebben het met de gemeente Voorst heel uitdrukkelijke gehad over regie. Wie heeft er nu welke regie. De wet, de WMO, de Jeugdwet, heeft het vooral er over dat de regie bij de cliënt ligt. Eigen kracht en noem maar op. En dat is goed, dat is een mooi streven maar bij 80% van de burgers, van de kwetsbare burgers, lukt dat. En bij 20% niet. Want ze zijn zorg mijdend of er speelt te veel

problematiek. Te zwak netwerk vaak. En de vraag is dan, wie pakt er dan de regie? Als je kijkt naar het hele proces en wat er voor nodig is dan zou je mogen verwachten dat dan de gemeente is als proces regisseur. En daarnaast als hulpverlening ook betrokken is dan is het ook belangrijk. Bij ingewikkelde problematiek zijn er vaak meerdere organisaties bij betrokken.

Ik voorzie een toename van maatschappelijke problemen in relatie tot de inzet van eigen kracht. Wie beheert het algemeen belang en wie voorziet in hulp voor de meest kwetsbaren (LVB-ers). Het

fenomeen baan-hoppers ligt in het verschiet en ook kleine groepen gaan van een en ander de effecten merken. Als voorbeelden: een psychiatrisch patiënt zonder begeleiding en statushouders en

multiproblemgezinnen die in de knel komen. Daar tussendoor lopen de echte probleemgevallen, die het vertrouwen in de maatschappij kwijt zijn geraakt.

Het topje wat de meeste hulp van ons nodig heeft, redt het niet zelf door heel veel omstandigheden.

En hun eigen beperkingen en problematiek en die kan dan getriggerd worden door de omstandigheden. En ineen schakeling van die problemen. En dan red je het niet meer alleen.

De essentie van wat je zou moeten willen bereiken dat je zoveel mogelijk kwetsbare jongeren echt goed zal moeten begeleiden om zelfstandig te kunnen zijn. Decentralisatie gedachte op zich is goed, maar een kwetsbare groep gaat het niet redden. We moeten niet doorschieten in eigen keuzes. Eigen verantwoordelijkheid. Je moet in staat zijn te kunnen kiezen, maar niet pamperen.

Als er goed wordt gestroomlijnd vanuit het revalidatiecentrum dan wordt er vooraf gebeld naar de Wmo van;

er komt weer iemand naar huis en het zou fijn zijn als er dan iemand klaar kan staan en dat er al een kennismaking en overdracht in de revalidatie heeft plaatsgevonden. Dat is het allermooist, of dat gebeurt, is afhankelijk van de maatschappelijk werker in het revalidatiecentrum. Soms hebben mensen het zelf niet nodig, want in zo’n veilige setting dan gaat het wel en dan komen mensen thuis, en dan blijkt het na een paar maanden niet goed te gaan. Stel dat de thuiszorg betrokken is of iemand anders vanuit de Wmo en die belt dan naar ons. Als er geen thuiszorg betrokken is, dan gaan mensen zelf googelen, vragen en komen dan een keer bij ons uit. Of ze worden door de huisarts… maar die zijn ook niet altijd op de hoogte van alle

mogelijkheden.

Ik zit op de GGZ en de ontwikkeling die ik op ons af zie komen is dat er steeds meer tweedelijns zorg uitgeschreven wordt die steeds meer bij de huisarts terug komt. De zorgen die daar liggen worden niet altijd teruggekoppeld aan de huisarts. Wordt dit goed uitgelegd, bijvoorbeeld medicatie gebruik, bijvoorbeeld psychofarmaca moet nu gescreend worden door de huisarts werd eerst voorgeschreven door de psychiater.

Er moet nog veel op poten gezet worden, er moeten signaleringsplannen gemaakt worden, wat nu nog niet het geval is. Waar wordt dit aan opgehangen zodat ook de huisartsenpost er bij kan? Is er een warme overdracht, ja, maar niet in alle gevallen. Terug verwijzing is een uitschrijf brief om het vervolg over te dragen naar de praktijkondersteuner huisartsenzorg. Contact POH-er is 1 x per 3 maanden, als er meer zorg nodig is, moet dit bijvoorbeeld naar de eerstelijns. Probleem wat verwacht wordt is dat mensen tussen wal en schip dreigen te raken. Mensen weten de weg niet en weten niet waar ze bij geen warme overdracht moeten zijn.

Crisisbedden zijn in principe leeg maar die worden wel 24uur per dag betaald door de zorgverzekeraar. Die krijgen daar niets voor terug, want de bedden zijn leeg dus ze ontvangen geen eigen bijdrage van mensen.

Op moment dat ze gevuld worden dan gaat pas de eigen bijdrage tellen. Wat je ziet bij de psychiatrie is heel veel bezuinigd op deze crisisplekken. Maar tegelijkertijd is bezuinigd op de afdelingsplekken, waardoor mensen vanuit de crisisplekken niet kunnen

doorstromen naar de afdeling waardoor de crisisbedden vol blijven liggen. Er zijn op zich wel voldoende crisisplekken maar er zijn te weinig plekken om door te stromen of dat proces wordt vertraagd. De bedoeling is dat na 2 of 3 dagen in een crisisbed wordt bekeken waar iemand naar toe moet doorstromen. Dus iemand met dementie die op een crisisbed ligt voor somatische patiënten omdat de PG plekken vol liggen. Bedje B ligt vol, dus gaat naar bedje A, en als iemand naar bedje A moet kan dat dan niet, dus die gaat naar het ziekenhuis want thuis kan ook niet. Er wordt dan continu verkeerd door verwezen.

We hebben een afkickkliniek van 18minners.

Dat waren 24 bedden, dat waren begin vorig jaar 18 bedden en dat zijn nu nog 3 bedden.

Zo hard gaat dat. Daarmee is de verslaving niet weg. Was het maar waar. Zo snel gaat het niet.

We worden steeds ouder. In Voorst wonen relatief veel ouderen. Ouderen hebben meer ondersteuning nodig, hebben een grotere zorgbehoefte en leggen een groter beslag op de zorg.

Als ik denk aan mijn eigen schoonmoeder, die lang heeft gezorgd voor haar dementerende man, is wat mij toen zo verbaasde, dat we willen dat mensen langer thuis blijven wonen, maar dat er dan aan alle kanten aan ondersteuning gesneden werd. Je kunt niet het een willen en het ander weghalen. Zij had eerst nog ondersteuning doordat hij naar de dementieclub ging, anders had ze het echt niet gered. Er moet een basis blijven om dat langer thuis wonen en de zelfredzaamheid mogelijk te maken. Best veel mensen willen het wel zelf doen of voor een ander zorgen, maar dat gaan ze niet allemaal alleen redden. Mantelzorgers zijn ook een kwetsbare groep die af en toe moeten kunnen ademhalen. Je kunt niet alles op vrijwilligers laten draaien.

En ik heb begrepen dat we nog wel heel lang, enkele decennia door vergrijzen. Je hebt die populatie waarbij dat aan de orde is, die zal ook nog wel flink toenemen. We zullen vaker in die situaties komen, dat je ofwel heel zwaar en veel moet ondersteunen of dat je zegt dit kan echt niet meer, we moeten echt kijken of we niet iets anders moeten regelen.

Dat is wel een mogelijk maatschappelijke probleem.

Vergrijzen: dit kan leiden tot toenemende mentale en fysieke problemen. Hoeft natuurlijk niet altijd zo te zijn; er zijn prachtige voorbeelden van zeventig en tachtig jarigen die nog vrolijk rondstappen.

Een van de grootste problemen voor gemeente Voorst is dat we een vergrijzende gemeente zijn. Dat gaat vrij snel.

Dat gaat consequenties hebben voor de zorg.

Ik zou ook willen bewerkstelligen dat ouders die bij hun kinderen willen wonen of andersom en die voor elkaar zorgen, opa en oma voor de kleinkinderen en t.z.t.

andersom. Dat er bij een bepaalde leeftijd gewoon een zorgwoning gebouwd mag worden. Nu heb je nog een zorgindicatie nodig. Maar als kinderen en de ouders dat willen dan zou je ze de vrijheid moeten geven. En niet al die regels stellen en handhaven. Ik denk dat je als overheid blij mag zijn dat mensen zichzelf redden en niet een beroep doen op allerlei zorg. Dat hoeft geen geld te kosten voor de gemeente.

De begeleiding voor de ouderen schiet er op dit moment bij in. Dat komt door allemaal die

veranderingen, nieuw beleid van de overheden maar ook nieuw beleid van zorgorganisaties. Gemeenten zijn niet in staat om een goede inschatting te maken van wat de ouderen nodig hebben.

En het komt voor dat mensen een paar dagen op de CVA-afdeling in het ziekenhuis hebben gelegen en ze komen thuis en er is geen hulp meer. Dat gebeurt regelmatig. Ook vanuit artsen, mensen worden gewoon losgelaten, terwijl er best behoorlijk wat beschadigd is. Dat is triest hoor.

We hebben de boel niet voor elkaar in de samen… eh, regelgeving. Ik heb een casus gehad die 2 jaar lang speelde, die meneer veroorzaakte overlast, was eigenlijk ook best wel een gevaarlijk iemand, ik begreep ook later dat die ex-tbs’er was. Dat weten wij ook niet van tevoren. Dat bleek dan wel, dus het is ook iemand waar dan wel wat mee is. Verslaafd, kwam hier in contact met verkeerde mensen en kwam in psychoses terecht, veroorzaakte daardoor in de buurt echt overlast. Liep ’s nachts op straat, had op een gegeven moment ook huurachterstand, wilde niet geholpen worden daarmee, en uiteindelijk hebben we hem toch uit moeten zetten, maar wel gezorgd dat hij een Rechterlijke Machtiging kreeg zodat hij drie maanden lang gedwongen is

opgenomen geweest. Maar daarna houdt het op. Hij zwerft nu en hij gaat op bezoek bij iemand anders die ook een verslaving heeft. Die zoeken elkaar op, en nu zit die daar. Maar zelf kunnen ze het oplossen. Het

probleem is niet opgelost met een RM, en ik zou graag willen dat er een soort van vervolgtraject is, laat die man inderdaad ergens wonen en begeleid hem dan en leer hem zelfstandig te wonen. Dat heeft hij nooit geleerd. Ik denk dat we samen binnen een gemeente of regionaal dit wel op kunnen pakken want dan is Voorst misschien een beetje klein en zoveel van dit soort problemen hebben we dan ook niet maar als je het regionaal bijvoorbeeld oppakt met Apeldoorn, Deventer, Zutphen, noem maar op, de Stedendriehoek. Dat je er dan toch wat meer mee bezig bent en alert op bent.

Voor hogere niveaus merk je wel dat de integratie goed is, maar voor lagere niveaus merk je toch dat de contacten van het

personeel uit gaan en niet van de cliënt zelf. Daar zie je toch dat de cliënten meer bewegingsvrijheid hebben in de instelling. Het is voor sommige mensen meer een beperking om buiten de instelling te wonen, zeker nu we het minder personeel moeten doen. Elke stap die je buiten de deur doet, kom je al in aanraking met verkeer en heb je al iemand nodig die ze daar in begeleidt. Op het landgoed gaan voetgangers voor en kunnen ze vaak alleen naar een activiteit, dan zijn ze niet afhankelijk van taxi’s. Het is voor een aantal

groepen beter om beschermd te wonen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nog steeds wonen ruim 800 kinderen in Nederland op een plek waar het voor hen niet stabiel genoeg is.. Zij wachten tot ze groen licht krijgen en terecht kunnen in een fi

Indien er van die cultivar handelsna- men zijn, worden deze zowel in de lijst achter de cultivarnaam vermeld maar ook in de alfabetische lijst zelf, met daarachter de cultivarnaam

Om stappen te zetten in uw gemeente is het van belang om tijdig met de netbeheerder(s) in gesprek te gaan en het beleid zo veel mogelijk te verbinden.. De prestatieafspraken

Moge het zijn uit liefde tot het gebod van de God van hemel en aarde dat wij u willen wijzen op het heilzame dat voor ons allen is gelegen in een Bijbelse invulling van de zondag,

De wethouder heeft deze week (38) nog aan de heer van Kesteren medegedeeld dat de gemeente Greveling wil aankopen en dat hij geen

programma geen aparte actielijn is die specifiek gericht is op ouderen met een verstandelijke beperking, zijn de lopende acties en de kennis die daarmee wordt verzameld in

Concreet betekent dit dat minder zorg beschikbaar is voor mensen en dat meer gevraagd wordt van het eigen netwerk van mensen.. Ook komen mensen minder snel in aanmerking voor

de Flora- en faunawet (zie punt 7.), de openheid van het landschap en het behoud en beleven van de cultuurhistorische waarden, moet worden geconstateerd, dat door genoemde