• No results found

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegelidbesluit nr. 20202021-0381 04-01-2021

COLLEGELIDBESLUIT

Collegelidbesluit houdende de algemene organisatie van de VGC-speelpleinwerking in samenwerking met de Nederlandstalige scholen in Brussel tijdens de paas- en

zomervakantie 2021 Het collegelid,

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 1993 betreffende de internationale betrekkingen van de gemeenschappen en de gewesten;

Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen;

Gelet op de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming;

Gelet op het collegebesluit nr. 20182019-0755 van 18 juli 2019 houdende de bepaling van de bevoegdheden van de leden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het collegebesluit nr. 20192020-0089 van 24 oktober 2019 houdende de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie gewijzigd bij collegebesluit nr. 20202021-0189 van 29 oktober 2020;

Gelet op het collegebesluit nr. 20142015-0401 van 5 maart 2015 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de speelpleinwerking van de Brusselse scholen, gewijzigd bij collegebesluit nr. 20162017-0145 van 27 oktober 2016 en bij collegebesluit nr. 20192020-0209 van 12 december 2019, inzonderheid artikel 2.

Besluit

Artikel 1 - ouderbijdragen

§1 De ouderbijdragen voor de speelpleinwerking zijn de volgende:

- voor het 1ste kind: 25 EUR per week (5 speelpleindagen) of 5 EUR per dag;

- voor het 2de kind: 20 EUR per week (5 speelpleindagen) of 4 EUR per dag;

- voor de volgende kinderen: 15 EUR per week (5 speelpleindagen) of 3 EUR per dag.

Voor elk kind van een gezin met recht op een verhoogde tegemoetkoming: 7 EUR per volle week of 1,40 EUR per dag.

(2)

De betaling gebeurt onmiddellijk bij de inschrijving op het einde van de online-inschrijving of aan een inschrijfbalie (in het administratiehuis van de VGC of op een school).

Bij een telefonische inschrijving gebeurt de betaling binnen de drie werkdagen, ofwel online via een link die door inschrijvingssoftware wordt verstuurd ofwel cashloos in het administratiehuis van de VGC.

Als de inschrijvingen tijdens de voorinschrijvingen worden verwerkt door de VGC, gebeurt de betaling binnen de drie werkdagen na de bevestiging van de inschrijving door de VGC, ofwel online via een link die door inschrijvingssoftware wordt verstuurd ofwel cashloos in het administratiehuis van de VGC.

Indien de betaling niet binnen de termijnen zoals hierboven omschreven ontvangen is, wordt de inschrijving geschrapt.

Inschrijvingen zijn enkel mogelijk per week.

Ingeval een week een officiële feestdag bevat worden volgende ouderbijdragen gehanteerd:

- voor het 1ste kind: 20 EUR per week (4 speelpleindagen) of 5 EUR per dag;

- voor het 2de kind: 16 EUR per week (4 speelpleindagen) of 4 EUR per dag;

- voor de volgende kinderen: 12 EUR per week (4 speelpleindagen) of 3 EUR per dag.

- Voor elk kind van een gezin met recht op een verhoogde tegemoetkoming: 6 EUR per week (4 speelpleindagen) of 1,50 EUR per dag.

§2 Terugbetaling van het deelnamegeld kan, rekening houdende met een administratiekost van 25 % bij annulering tot 1 week voor de te annuleren speelpleinweek, en een administratiekost van 75 % bij annulering ten laatste voor 12 uur op de laatste werkdag voor de aanvang van de te annuleren speelpleinweek.

Op vertoon van een doktersattest kan het deelnamegeld voor het desbetreffende kind en de vermelde dagen terugbetaald worden. De administratie ontvangt dit attest ten laatste twee weken na het verlopen van de betrokken speelpleinweek.

De algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming wordt gemachtigd hiertoe de nodige besluiten te treffen.

§3 De algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming wordt eveneens gemachtigd om volgende terugbetalingen te doen:

- Volledige terugbetaling van het betaalde deelnamegeld van kinderen van wie de inschrijving geweigerd wordt;

- Teugbetaling van het verschil tussen het betaalde deelnamegeld en het deelnamegeld met verhoogde tegemoetkoming, indien na betaling van het inschrijvingsgeld blijkt dat het kind van een verhoogde tegemoetkoming of van een andere erkende vorm van korting kan genieten;

- Terugbetaling pro rata van het betaalde deelnamegeld van kinderen die geschorst zijn tijdens de speelpleinwerking, maar enkel voor de niet-aangevatte weken;

- Terugbetaling van alle vormen van geïnde maar niet-verschuldigde bedragen.

§4 De rechtvaardigingsstukken voor terugbetaling moeten ingediend zijn bij de administratie uiterlijk 1 december 2021, zoniet vervalt het recht op gedeeltelijke of volledige terugbetaling van de ouderbijdragen.

(3)

§5 Beslissingen inzake de terugbetalingen van ouderbijdragen voor de Speelpleinwerking 2021 vermeld in §1, §2 en §3 kunnen genomen worden tot uiterlijk 15 december 2021. Gelden die weliswaar terugbetaald moeten worden, maar waarbij het verschaffen van noodzakelijke informatie achterwege blijft, worden vanaf dan ingehouden.

§6 Het opeisen van niet-geïnde verschuldigde ouderbijdragen wordt gestaakt op 15 februari 2022.

De algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming wordt gemachtigd om de openstaande saldi af te boeken.

Voor kinderen van wie in 2021 de ouderbijdrage niet volledig ontvangen is, zal de eventuele inschrijving in 2022 pas aanvaard worden nadat de volledige ouderbijdrage vooraf is ontvangen.

Artikel 2 – de speelpleinploeg

§1. De speelpleinploeg bestaat uit:

- 2 hoofdanimatoren (vanaf 18 jaar), waarvan minimaal één leerkracht is van de organiserende school, scholengroep of een school gelegen op de campus waar de speelpleinwerking

plaatsvindt. Voor speelpleinen met meer dan 80 kindplaatsen worden 3 hoofdanimatoren aangesteld, vanaf 150 kinderen 4 hoofdanimatoren;

- 1 animator (vanaf 16 jaar) per begonnen schijf van 8 kleuters of lagereschoolkinderen, 1 animator (vanaf 18 jaar) per begonnen schijf van 6 tieners (leerlingen uit het secundair onderwijs);

- Bij de groepsindeling wordt voor iedere groep van zowel de kleuters, lagere school en de tieners minstens 2 animatoren voorzien, waarvan minimaal 1 animator van ten minste 18 jaar en met de vereiste kwalificaties;

- voor inclusiewerking op het speelplein worden extra animatoren voorzien. De

gespecialiseerde begeleiders voor kinderen met bijzondere aandacht van de inclusiewerking zijn bij voorkeur ten minste 18 jaar en hebben aangepaste competenties, ervaring of

opleiding;

- voor de speelpleinen voor tieners worden ervaren begeleiders van ten minste 18 jaar en met aangepaste competenties en opleiding voorzien.

De algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming is gemachtigd om extra animatoren aan een speelpleinwerking toe te wijzen indien er omstandigheden op het speelplein zijn die daartoe aanleiding geven.

§2. (Hoofd)animatoren gaan tijdens de paasvakantie één of twee weken aan de slag op het speelplein. Tijdens de zomervakantie engageren ze zich bij voorkeur voor minstens 2 aaneensluitende weken, voor leerkrachten volstaat een engagement van één week op

voorwaarde dat de continuïteit van de werking is verzekerd door het geheel van de betrokken leerkrachten. (Hoofd)animatoren worden bij voorkeur maximaal 3 aaneensluitende weken tewerkgesteld. Om organisatorische redenen kan de VGC beslissen om af te wijken van deze minimum- en maximumperiodes van aanstelling.

§3. Om in aanmerking te komen voor een tewerkstelling dienen de (hoofd)animatoren ouder dan 18 jaar een uittreksel uit het strafregister – model 2 aan de VGC te bezorgen. Schoolmedewerkers worden hiervan ontheven.

§4. De (hoofd)animatoren worden door de VGC tewerkgesteld met een overeenkomst in het kader van artikel 17 § 1 KB 28/11/1969, een studentenovereenkomst, een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur voor bedienden of een vrijwilligersovereenkomst

§5. Hoofdanimatoren hebben minstens één van de onderstaande profielen:

- leerkracht;

(4)

- laatstejaarsstudent van bacheloropleiding Pedagogie van het Jonge kind;

- diploma geïntegreerde lerarenopleiding (professionele bachelor);

- diploma Pedagogie van het Jonge kind (professionele bachelor);

- diploma ergotherapie en orthopedagogie(k);

- geattesteerd instructeur;

- geattesteerd hoofdanimator;

- brede schoolcoördinator;

- coördinator van een IBO;

- door de VGC goedgekeurde elders verworven competenties kunnen aantonen.

§6. a) Hoofdanimatoren die een studentenovereenkomst of een arbeidsovereenkomst aanvaarden, ontvangen voor één week, inclusief de bijhorende voorbereidingen, bruto 750,12 EUR of 19,74 EUR per uur. Hoofdanimatoren die een beroepsinkomen hebben waarop bedrijfsvoorheffing berekend op een volledig aanslagjaar wordt afgehouden, ontvangen bruto 965,20 EUR of 25,40 EUR per uur.

b) Een hoofdanimator die een vrijwilligersovereenkomst aanvaardt, krijgt ten hoogste een vergoeding die gelijkstaat aan de maximum wettelijk toegelaten dagelijkse vergoeding.

§7. Animatoren hebben minstens één van de onderstaande profielen:

- attest van animator (en cursisten die stage doen in het kader van een cursus animator);

- attest van hoofdanimator;

- attest van instructeur;

- diploma jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO);

- diploma sociale en technische wetenschappen (TSO);

- diploma gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO);

- diploma verzorging (BSO);

- diploma kinderzorg (BSO);

- diploma orthopedagogie (professionele bachelor);

- diploma ergotherapie (professionele bachelor;

- diploma geïntegreerde lerarenopleiding (professionele bachelor)

- diploma bachelor Pedagogie van het Jonge Kind (professionele bachelor) - certificaat begeleider buitenschoolse opvang (CVO);

- certificaat begeleider kinderopvang (CVO);

- volgt de bacheloropleiding Pedagogie van het Jonge Kind;

- volgt de bacheloropleiding orthopedagogie;

- volgt de bacheloropleiding ergotherapie;

- stages in kader van lerarenopleidingen;

- leerkracht;

- eerste- of tweedejaarsstudent geïntegreerde lerarenopleiding (professionele bachelor);

- laatstejaarsstudent van de geïntegreerde lerarenopleiding (professionele bachelor);

- eerste- of tweedejaarsstudent bachelor Pedagogie van het Jonge Kind (professionele bachelor);

- laatstejaarsstudent van de bachelor Pedagogie van het Jonge Kind (professionele bachelor);

- brede schoolcoördinator;

- coördinator van een IBO;

- door de VGC goedgekeurde elders verworven competenties kunnen aantonen.

(5)

§8. a) Animatoren die een studentenovereenkomst of een arbeidsovereenkomst aanvaarden, ontvangen voor één week, inclusief de bijhorende voorbereidingen, bruto de onderstaande vergoeding:

Animatorleeftijd Bruto vergoeding

16 jaar 295,26 EUR per week of 7,77 EUR per uur 17 jaar 321,10 EUR per week of 8,45 EUR per uur 18 jaar 346,18 EUR per week of 9,11 EUR per uur 19 jaar 371,26 EUR per week of 9,77 EUR per uur 20 jaar 396,34 EUR per week of 10,43 EUR per uur 21 jaar en ouder 422,18 EUR per week of 11,11 EUR per uur

Als een animator zich voor meer dan twee aansluitende weken engageert, dan wordt de vergoeding vanaf de derde week naar de 1 jaar hogere leeftijd verhoogd, de hoogste loonschaal wordt opgetrokken tot 11,77 EUR per uur.

De vergoeding voor animatoren tewerkgesteld als inclusieanimator of in de vervangingspool, worden naar de 1 jaar hogere leeftijd verhoogd, de hoogste loonschaal wordt opgetrokken tot 11,77 EUR per uur.

De vergoeding voor animatoren tewerkgesteld als inclusieanimator of in de vervangingspool, worden vanaf de derde week naar de 2 jaar hogere leeftijd verhoogd als deze animatoren zich voor meer dan twee aansluitende weken engageert, de hoogste loonschaal wordt opgetrokken tot 12,43 EUR per uur.

b) Voor animatoren die een beroepsinkomen hebben waarop bedrijfsvoorheffing berekend op een volledig aanslagjaar wordt afgehouden, zal de VGC een percentage van 45% meer voorzien op de brutolonen.

c) Een animator die een vrijwilligersovereenkomst wenst, krijgt ten hoogste een vergoeding die gelijkstaat aan de maximum wettelijk toegelaten dagelijkse vergoeding.

§9. Animatoren en hoofdanimatoren worden aangesteld met weekcontracten van vijf werkdagen.

Wanneer een feestdag op een maandag of een vrijdag valt, wordt de (hoofd)animator aangesteld met een weekcontract van vier dagen, de weekvergoeding wordt dan berekend op basis van vier werkdagen.

Artikel 3 - verzekeringen

Volgende verzekeringen worden afgesloten:

- een verzekering tegen lichamelijke ongevallen voor de (hoofd)animatoren;

- een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de (hoofd)animatoren;

- verzekering start-, voorbereidings- en ontmoetingsdagen.

Artikel 4 - begroting

De nodige middelen voor de uitbetaling van de vergoedingen van de (hoofd)animatoren, de terugbetaling van ouderbijdragen en de verzekeringen zijn voorzien in de begroting 2021 onder de functionele codes 415 en 430.

De inkomsten uit ouderbijdragen kunnen worden geboekt in de begroting 2021 onder de functionele code 415.

(6)

Het collegelid,

X

Elke Van den Brandt

Elke VAN DEN BRANDT

Signed by: Elke Van den Brandt (Authentication)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze wettelijke machtiging vloeit zowel voort uit de bijzondere wet tot hervorming der instellingen zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, die de waterproduktie

De Commissie, enerzijds, handhaaft dit advies over het haar medegedeelde besluit-ontwerp, anderzijds, heeft bij gebrek aan belang niet onderzocht in welke mate het

Hij heeft de Geschillenkamer ook op de hoogte gebracht van de uitwisseling van e-mails tussen zijn DPO en zijn verschillende departementsverantwoordelijken met betrekking tot

In artikel 10, § 2 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens 7 is immers voorzien

De Nederlandsche Bank kan in gevallen waarin toepassing van de artikelen 10A:5, 10A:6 of 10A:7 leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, zo spoedig mogelijk na indiening

Omdat het niet mogelijk is om vooraf zekerheid te bieden, wordt ervoor gekozen om bij het vaststellen van het garantiebedrag voor deze groep uit te gaan van het inkomen dat het

2 Hierdoor speelt bij de termijn waarbinnen aanspraak gemaakt kan worden op het garantiebedrag ook de overweging mee hoe snel een bepaald aandeel Wajongers weer een baan kan

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd door de wet van 8 augustus 1988, de bijzondere wet van 16 januari 1989