Revlimid ® (lenalidomide) in combinatie met dexamethason bij multipel myeloom
Praktische aanwijzingen voor de behandeling
met Revlimid
Indicatie Revlimid in combinatie met dexamethason is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met Multipel Myeloom die eerder minimaal één andere behandeling hebben gehad.
1Contra-indicatie • Zwangere vrouwen
• Vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij wordt voldaan aan alle voorwaarden van het Programma ter voorkoming van zwangerschap
• Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen
Werkwijze Voor de start van elke behandeling:
• RMP (Risico Management Programma) met patiënt bespreken
• Risico Management Formulieren invullen en in zorgdossier bewaren
• Patiënt aanmelden voor de Revlimid Bezorgservice (facultatief)
Dosering
Volledig bloedbeeld voor aanvang van de behandeling
Volledig bloedbeeld, de eerste 8 weken wekelijks
Daarna volledig bloedbeeld maandelijks
Dosisaanpassingen Wanneer
Dexamethason Afhankelijk van de conditie en de ziektestatus van de patiënt
1, bij myopathie, diabetes of bij te verwachten ernstige bijwerkingen, met name infecties
2Revlimid Bij graad 3/4 neutropenie en/of graad 3/4
trombocytopenie
1Bij langer doorbehandelen neemt de kans op neutropenie en trombocytopenie af
5Trombocytopenie
Neutropenie Leukopenie
Veneuze trombo-embolische voorvallen
Start/Duur SPC : Revlimid + dexamethason na één andere behandeling tot aan progressie
1HOVON richtlijn : Vanaf het eerste recidief en eventueel Revlimid monotherapie onderhoud tot aan progressie
2Consensus Paper : Revlimid + dexamethason bij het eerste recidief en
doorbehandelen tot aan progressie
3Bijwerkingen Graad > 3 bijwerkingen, die bij meer dan 10% van de patiënten voorkomen
1Zie voor overige bijwerkingen de SPC
1Dosisaanpassingen • Volledig bloedbeeld monitoren om, indien nodig, tijdig de dosis aan te passen
4• Voor de dosering dexamethason dient rekening gehouden te worden met de conditie en de ziektestatus van de patiënt
1• HOVON richtlijn: low-dose dexamethason (max. 40 mg per week)
2Neutropenie en/of trombocytopenie
• Bij bijwerkingen bij voorkeur dosisreductie i.p.v. staken van de behandeling
3• Dosisaanpassingen bij graad 3/4 neutropenie en/of trombocytopenie
1:
Hervat Revlimid behandeling met dosisniveau 1 Voer wekelijks een volledig bloedbeeld uit
Hervat Revlimid behandeling met dosisniveau 1 Voer wekelijks een volledig bloedbeeld uit
Elke volgende afname van neutrofielen tot < 0,5 x 10
9/l en/oF trombocyten tot < 30 x 10
9/l
Voer een volledig bloedbeeld uit in de uitgangssituatie en start met Revlimid in de aanvangsdosis
Voer wekelijks een volledig bloedbeeld uit
Eerste afname van neutrofielen
tot < 0,5 x 10
9/l Eerste afname van trombocyten tot
< 30 x 10
9/l
Onderbreek Revlimid behandeling Voer wekelijks een volledig bloedbeeld uit
Herstel neutrofielen
> 0,5 x 10
9/l (en dit is de enige toxiciteit)
Herstel neutrofielen
> 0,5 x 10
9/l (en er is sprake van andere
hematologische toxiciteit)
Herstel trombocyten
> 30 x 10
9/l
Hervat Revlimid behandeling met aanvangsdosis
Voer wekelijks een volledig bloedbeeld uit
Onderbreek Revlimid behandeling Voer wekelijks een volledig bloedbeeld uit Herstel van zowel neutrofielen tot > 0,5 x
10
9/l als trombocyten tot > 30 x 10
9/l
Hervat Revlimid behandeling met het eerst lagere dosisniveau eenmaal per dag Doseer niet lager dan 5 mg per dag
Stappen in de dosisaanpassing*
Aanvangsdosis 25 mg
Dosisniveau 1 15 mg
Dosisniveau 2 10 mg
Dosisniveau 3 5 mg
Verminderde nierfunctie
Dosisaanpassingen bij patiënten met een matig of ernstig verminderde nierfunctie
1* De dosis kan na 2 cycli worden verhoogd tot 15 mg 1dd als de patiënt niet reageert op de behandeling en de behandeling goed verdraagt.
** De dosis kan worden verhoogd tot 10 mg 1dd als de patiënt de behandeling goed verdraagt.
Aanvullende maatregelen en/of voorzorgen
Tromboseprofylaxe
1,6• Carbasalaatcalcium 100 mg/dag tot 2 mnd na einde kuur
• Indien additionele risicofactoren voor DVT: LMWH
• Indien trombocytopenie: staak profylaxe
• Voorzichtigheid geboden bij gelijktijdig gebruik erythropoëtische middelen
• Geen tromboseprofylaxe tijdens onderhoudsbehandeling met monotherapie Revlimid
G-CSF bij neutropenie
7• Volgens protocol HOVON 87
Antibiotische en antischimmelprofylaxe
2• Tijdens dexamethason behandeling, volgens lokale regels
Patiënten met de volgende aandoeningen moeten goed in de gaten gehouden worden:
1• Myocardinfarct
• Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen
• Neutropenie en trombocytopenie
• Nierfunctiestoornis
• Gestoorde schildklierfunctie
• Perifere neuropathie
• Tumorlysissyndroom
• Allergische reacties op thalidomide
• Ernstige huidreacties op thalidomide
• Lactose-intolerantie
• Digoxine gebruik
Capsules niet openen of breken, niet op kauwen, niet oplossen.
1Nierfunctie (CLcr) Dosisaanpassing
Matige nierfunctiestoornis (30< CLcr < 50 ml/min) 10 mg 1dd*
Ernstige nierfunctiestoornis
(CLcr < 30 ml/min, zonder noodzaak van dialyse) 15 mg om de dag**
Terminale nieraandoening (End Stage Renal Disease, ESRD) (CLcr < 30 ml/min en dialyse noodzakelijk)
5 mg eenmaal per dag.
Op dagen met dialyse
moet de dosis na de
dialyse worden toegediend
Verkorte Productinformatie Revlimid Revlimid 5 mg, Revlimid 10 mg, Revlimid 15 mg, Revlimid 25 mg, harde capsules. Samenstelling: Elke capsule bevat 5, 10, 15 of 25 mg lenalidomide. Hulpstof: watervrije lactose. Therapeutische indicatie: Revlimid in combinatie met dexamethason is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met multipel myeloom die eerder minimaal één andere behandeling hebben gehad. Contra-indicaties: Zwangere vrouwen. Vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij wordt voldaan aan alle voorwaarden van het programma ter voorkoming van zwangerschap.
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Dosering en wijze van toediening: Revlimid capsules dienen elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip te worden ingenomen. De capsules moeten in hun geheel worden doorgeslikt, bij voorkeur met water. De aanbevolen aanvangsdosis lenalidomide bedraagt eenmaal per dag oraal 25 mg op dag 1-21 van herhaalde cycli van 28 dagen. De aanbevolen dosis dexamethason is eenmaal per dag oraal 40 mg op dag 1-4, 9-12, en 17-20 van elke cyclus van 28 dagen gedurende de eerste 4 behandelcycli en vervolgens eenmaal per dag 40 mg op dag 1-4 van elke cyclus van 28 dagen. Op basis van de klinische bevindingen en de laboratoriumuitslagen wordt de dosering voortgezet of aangepast ( zie rubriek 4.4 van de volledige officiële produktinformatie). Voorschrijvende artsen dienen zorgvuldig te overwegen welke dosis dexamethason dient te worden gebruikt, waarbij rekening wordt gehouden met de conditie en ziektestatus van de patiënt. De behandeling met lenalidomide mag niet worden gestart als het absolute aantal neutrofielen < 1,0x109/l en/of het aantal trombocyten < 75x 109/l of – afhankelijk van de infiltratie van beenmerg door plasmacellen – het aantal trombocyten < 30 x 109/l is. Voor verdere informatie over de aanbevolen dosisaanpassingen tijdens behandeling en opnieuw starten van de behandeling, over de behandeling van oudere patiënten en de toepassing van lenalidomide bij patiënten met verminderde nierfunctie wordt verwezen naar de informatie in rubriek 4.2 van de volledige officiële produktinformatie. Er is geen ervaring bij kinderen en adolescenten. Daarom dient lenalidomide niet te worden toegepast bij kinderen van 0 -17 jaar. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Myocardinfarct:
Myocardinfarct is gerapporteerd bij patiënten die lenalidomide kregen, voornamelijk bij patiënten met bekende risicofactoren. Patiënten met bekende risicofactoren – inclusief eerdere trombose – dienen nauwlettend te worden gevolgd en er moeten stappen worden genomen om te proberen alle beïnvloedbare risicofactoren tot een minimum te beperken. Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen: Bij patiënten met multipel myeloom wordt de combinatie van lenalidomide en dexamethason geassocieerd met een verhoogd risico op veneuze trombo-embolische voorvallen en arteriële trombo-embolische voorvallen. Patiënten met bekende risicofactoren voor trombo-embolie – inclusief eerdere trombose – dienen daarom nauwlettend te worden gevolgd. Profylaxe met antitrombosemiddelen dient te worden aanbevolen, in het bijzonder voor patiënten met bijkomende risicofactoren voor trombose. Voor verdere informatie wanneer de patiënt een trombo-embolisch voorval ondervindt, wordt verwezen naar de informatie in rubriek 4.4 van de volledige officiële produktinformatie. Allergische reacties: Patiënten die eerdere allergische reacties hebben gehad tijdens een behandeling met thalidomide dienen nauwlettend te worden gevolgd. Ernstige huidreacties: Stevens-Johnson-syndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse (TEN) zijn gerapporteerd. De behandeling met lenalidomide moet worden gestopt in geval van exfoliatieve of bulleuze huiduitslag, of wanneer SJS of TEN wordt vermoed en dient niet te worden hervat na het stoppen van de behandeling ten gevolge van deze reacties. In geval van andere vormen van huidreactie dient, afhankelijk van de ernst ervan, onderbreken of stoppen van de behandeling met lenalidomide te worden overwogen. Patiënten met een voorgeschiedenis van ernstige huiduitslag in verband met een behandeling met thalidomide dienen geen lenalidomide te krijgen. Tumorlysissyndroom: Complicaties door het tumorlysissyndroom kunnen optreden. Patiënten met een hoge tumorlast dienen nauwlettend gevolgd te worden en gepaste maatregelen dienen genomen te worden. Waarschuwingen met betrekking tot zwangerschap. Lenalidomide veroorzaakte bij apen misvormingen vergelijkbaar met die welke beschreven zijn voor thalidomide. Als lenalidomide tijdens de zwangerschap wordt gebruikt, wordt een teratogeen effect van lenalidomide verwacht. Alle patiënten moeten voldoen aan de voorwaarden van het Programma ter voorkoming van zwangerschap, tenzij er betrouwbaar bewijs is dat de patiënt niet zwanger kan worden. Borstvoeding. Het is niet bekend of lenalidomide wordt uitgescheiden in de moedermelk bij de mens. Daarom dient het geven van borstvoeding te worden gestopt tijdens de behandeling met lenalidomide. Mannen. Bij mannelijke patiënten is aangetoond dat lenalidomide tijdens de behandeling aanwezig is in het sperma tot 3 dagen na het stoppen van het geneesmiddel. Daarom moeten mannelijke patiënten tijdens de hele behandelingsduur, tijdens onderbreking van de dosering en gedurende 1 week na het einde van de behandeling een condoom gebruiken bij seksueel contact met een zwangere vrouw of een vrouw die zwanger kan worden. Voor verdere informatie over bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik wordt verwezen naar rubriek 4.4 van de volledige officiële productinformatie. Bijwerkingen: De meest frequent waargenomen bijwerkingen die significant vaker voorkwamen in de lenalidomide/dexamethason-groep vergeleken met de placebo/dexamethason groep waren: neutropenie, vermoeidheid, asthenie, constipatie, spierkramp, trombocytopenie, anemie, diarree en huiduitslag. Graad 3/4 bijwerkingen gerapporteerd in klinische onderzoeken bij patiënten met multipel myeloom die werden behandeld met lenalidomide: zeer vaak (> 1/10) voorkomende bijwerkingen waren trombocytopenie, neutropenie, leukopenie, veneuze trombo-embolische voorvallen (voornamelijk diep-veneuze trombose en longembolie) en vaak (≥1/100, <1/10) voorkomende bijwerkingen waren: pneumonie, bacteriële, virale en schimmelinfecties (inclusief opportunistische infecties), febriele neutropenie, anemie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypofosfatemie, depressie, cerebrovasculair accident, duizeligheid, syncope, cataract, myocardinfarct, atriumfibrillatie, congestief hartfalen, tachycardie, ademnood, diarree, constipatie, misselijkheid, afwijkende leverfunctietests, huiduitslag, spierzwakte, botpijn, nierfalen, en vermoeidheid. Voor de volledige informatie over bijwerkingen wordt verwezen naar de informatie in rubriek 4.8 van de volledige officiële productinformatie. Afleverstatus:
Uitsluitend recept. “Let op! Voor Revlimid is een Risk Management Programma van toepassing, inclusief strikte voorwaarden en richtlijnen op het gebied van zwangerschapspreventie.” Vergoedingstatus: Volledig vergoed binnen het GVS. Volledige produktinformatie (SPC tekst goedgekeurd 21 januari 2011) en meer gedetailleerde informatie over het zwangerschapspreventieprogramma is op verzoek verkrijgbaar bij Celgene BV, Postbus 2507, 3500 GM Utrecht. Telefoon: 030-2 844 500 E-mail: info.nl@celgene.com. Datum: maart 2011. 12011006V1final Referenties:
1. SPC Revlimid, januari 2011.
2. Sonneveld P et al., Ned Tijdschr Hematol 2010;7:84-95.
3. Dimopoulos MA et al., Leukemia 2011; Epub ahead of print 4. Palumbo A et al., Blood Reviews 2009;23:87-93.
5. San Miguel JF et al., Clin Lymphoma, Myeloma Leuk 2010; Epub ahead of print.
6. Kruip M et al., Ned Tijdschr Hematol 2010;7:138-146.
7. Zweegman S et al., Ned Tijdschr Hematol 2008;5:335-338.
8. Stadtmauer EA et al., Eur J Hematol 2009;82;426-432.