• No results found

Vele talen, één familie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vele talen, één familie"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Europese Unie 161NA-60-04-377-NL-CISSN1022-8268

Vele talen, één familie

Talen in de Europese Unie

(2)

Deze brochure en andere korte, duidelijke informatie over de EU vindt u op de website europa.eu.int/comm/publications/

Europese Commissie

Directoraat-generaal Pers en communicatie Publicaties

B-1049 Brussel

Manuscript voltooid in juli 2004 Illustratie omslag: ASCii

Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze publicatie.

Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2004 ISBN 92-894-7762-8

© Europese Gemeenschappen, 2004 Overneming toegestaan

Printed in Belgium

GEDRUKT OP CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER

(3)

Vele talen, één familie

Talen in de Europese Unie

(4)

Levende talen 3

De talen van Europa 5

Regionale en minderheidstalen 8

Taal en mobiliteit 10

Het leren van talen bevorderen 11

Een nieuw actieplan 15

Een meertalige Europese Unie 17

De uitdaging aangaan 21

Wilt u meer weten 22

Inhoud

(5)

De taal die we spreken bepaalt voor een groot deel wie we zijn. De Europese Unie eerbiedigt dit recht op identiteit van haar 450 miljoen inwoners. Terwijl de EU zich inzet voor de integratie tussen haar lidstaten, stimuleert zij ook haar onderdanen tot het spreken en schrijven in hun eigen taal. Deze twee streefdoelen vullen elkaar aan en belichamen het devies van de EU een- heid in verscheidenheid.

Bovendien moedigt de Unie haar bur- gers actief aan tot het leren van andere Europese talen, ter bevorde- ring van zowel de professionele en persoonlijke mobiliteit binnen de interne markt, als van de intercul- turele contacten en het onderling begrip. In een alsmaar groeiende en meer heterogene EU is het belangrijk dat haar burgers met elkaar commu- niceren. De Unie stimuleert eveneens het gebruik van regionale of minder- heidstalen die niet behoren tot de offi- ciële EU-talen, maar die door bijna 50 miljoen mensen van de lidstaten worden gesproken en dus deel uitmaken van ons cultureel erfgoed.

De EU werkt als organisatie met 20 officiële talen. Elk land bepaalt bij zijn toetreding tot de Europese Unie welke landsta(a)l(en) het wenst te gebruiken als officiële EU-taal of EU- talen. De volledige lijst van de officiële talen van de Europese Unie wordt dan goedgekeurd door alle EU-regeringen.

In deze lijst is dus minstens één van de landstalen van elk land opgenomen.

Dit betekent dat EU-burgers zich in hun landstaal tot de EU-instellingen kunnen wenden, zoals het geval is wanneer zij zich in hun thuisland tot de nationale autoriteiten wenden.

Levende talen

Ook zijn alle door de EU aangenomen wetgevingsteksten rechtstreeks toe- gankelijk voor iedere burger in zijn of haar landstaal.

Geen enkel ander orgaan op regionaal of wereldvlak gebruikt zoveel officiële talen als de Europese Unie. Geen enkel ander orgaan spendeert zoveel aan het vertalen en het tolken, hoewel de kosten verrassend laag blijven.

Maar er is dan ook geen enkel orgaan of geen enkele groepering die wetge- vingsteksten aanneemt zoals de EU

© ASCii

Enkele van de veelgesproken talen van Europa

(6)

gramma’s voor het onderwijzen en leren van talen, en ten slotte wat er nodig is voor het leiden van een meer- talige Unie.

De zorg die de EU besteedt aan het behoud van haar linguïstische ver- scheidenheid weerlegt de stelling van critici die beweren dat de Unie de ver- dwijning van nationale of regionale kenmerken nastreeft en een „Euro- pese” uniformiteit oplegt.

die rechtstreeks van toepassing zijn op burgers van alle lidstaten.

De uitbreiding van de EU in 2004 waardoor het aantal officiële talen bijna verdubbelde van 11 tot 20, heeft de aandacht als nooit tevoren geves- tigd op de rol van de talen in de EU.

In deze brochure bekijken we achter- eenvolgens de brede waaier van de in de EU gesproken talen, de keuze en de uitdaging tot het leren van een tweede (of derde) taal, de EU-pro-

In den beginne was het woord

De talen van de EU hebben een heel gevarieerde oorsprong. De meeste behoren tot de uitgebreide Indo- Europese groep en hebben hoofdtakken in de Germaanse, Romaanse, Slavische en Keltische taalfamilie.

Het Grieks en de Baltische talen, het Litouws en het Lets, zijn ook Indo-Europees maar behoren niet tot één van de voornaamste takken. Het Hongaars, het Fins en het Ests komen van de Fins-Oegrische taal- groep. Het Maltees leunt aan bij het Arabisch met Italiaanse invloeden.

De meeste „regionale” en „minderheidstalen” in de EU behoren ook tot één van de hierboven vermelde groepen. Een belangrijke uitzondering hierop is het Baskisch, dat aan weerszijden van de Frans-Spaanse grens wordt gesproken en waarvan de oorsprong nog steeds wordt onderzocht. Het begrip „minderheids- taal” omvat niet enkel de minder gebruikte talen zoals de Samische taal van Lapland of het Bretons in Frankrijk, maar ook het gebruik van officiële EU-talen die worden gesproken door een minderheid in een andere lidstaat.

De 20 officiële EU-talen zijn Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds.

Keltische talen worden gesproken in de westelijke grensgebieden van Europa — Ierland, Bretagne in Frankrijk en westelijke delen van het Verenigd Koninkrijk. Dit zijn geen officiële talen van de Europese Unie.

Toch heeft het Ierse Gælisch een bijzondere status: de EU-Verdragen en sommige sleutelteksten worden vertaald naar deze taal, die ook wordt gebruikt door Ierse burgers voor bepaalde contacten met de EU- instellingen.

De EU heeft minder officiële talen dan lidstaten. De reden hiervoor is dat zowel Duitsland als Oostenrijk het Duits gebruiken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland dezelfde taal gebruiken, Griekenland en Cyprus het Grieks delen, en België en Luxemburg talen gemeenschappelijk hebben met hun Franse, Nederlandse en Duitse buren. Met als resultaat: 20 officiële talen voor 25 landen.

(7)

Duits is de meest gesproken moeder- taal in de EU Het Duits is de meest gesproken

moedertaal in de Europese Unie met ongeveer 90 miljoen „native speakers”.

Het Frans, het Engels en het Italiaans zijn elk de moedertaal van ongeveer 60 miljoen EU-burgers.

Desondanks spreekt ongeveer één derde van de EU-burgers Engels als eerste vreemde taal, wat het Engels veruit de meest gebruikte taal van de Europese Unie maakt. De Duitse en de Franse taal worden elk door ongeveer 10 % van de EU-bevolking gesproken als eerste vreemde taal.

Met de jaren wordt het Engels steeds meer beschouwd als een lingua franca in de Europese Unie. De laatste schat- tingen van vóór de EU-uitbreiding in 2004 tonen aan dat, in tegenstelling tot vroeger, meer jongeren ervoor kiezen Engels te leren als hun eerste bijkomende taal. De cijfers komen van een onderzoek dat is gepubliceerd door de Europese Commissie.

66 % van de 15- tot 24-jarigen in de EU-15 zegt Engels te kunnen spreken, in vergelijking met 53 % van de 25- tot 39-jarigen, 38 % van de 40- tot 54-jarigen en slechts 18 % van de 55-plussers.

De talen van Europa

© EC

(8)

De volgende tabel toont de totale percentages EU-burgers die een be- paalde taal spreken als moedertaal of er een gesprek mee kunnen voeren.

Voor 47 % van de ondervraagden is dit het Engels, dat hiermee duidelijk het gemiddelde overschrijdt.

Het is niet verrassend dat relatief kleine landen of landen waarvan de

taal elders weinig bekend is, over de beste taalvaardigheden beschikken.

Vrijwel de hele bevolking van Luxem- burg kent een tweede taal goed genoeg om er een gesprek mee te voeren. Dit geldt ook voor 80 % van de Nederlanders, de Denen en de Zweden. Deze cijfers zijn ook beïn- vloed door de graad van verwant- schap tussen twee naburige talen.

0 10 20 30 40 50

Engels 47 %Duits 32 %Frans 28 % Italiaans

18 %

Spaans 15 % Nederlan

ds 7 % Grieks 3

%

Portugee s 3 % Zweeds 3 %Deens 2

% Fins 1 %

De best beheerste EU-talen in 2001

Bron: Europese Commissie, Speciale Eurobarometer-enquête 54.

Percentages van mensen uit de 15 EU-landen (in 2001) die een bepaalde taal spreken als moedertaal of er een gesprek mee kunnen voeren.

(9)

Hoewel de meeste Europeanen Engels leren, gevolgd door Duits en Frans als eerste vreemde taal, is dit niet nood- zakelijk de meest efficiënte keuze.

Voor EU-burgers die rondreizen op zoek naar werk zou het leren van de taal van een naburig land nuttiger zijn.

Om deze reden moedigt de Europese Commissie, indien mogelijk, het leren van twee vreemde talen aan naast de eigen moedertaal. Uit de Eurobaro- meter-enquête blijkt dat 26 % van de ondervraagden naast hun eigen taal twee Europese talen kennen.

Uit de enquête blijkt echter ook dat meer dan de helft (54 %) van de EU- burgers die slechts één taal kent, geen voordeel dacht te hebben bij het leren van een extra taal.

Andere belangrijke bevindingen van het onderzoek zijn:

• 71 % van de ondervraagden vindt dat iedereen in de EU naast zijn moedertaal nog één andere Euro- pese taal moet spreken;

• 32 % is van mening dat iedereen naast zijn moedertaal nog twee andere talen moet spreken;

• volgens 69 % van de ondervraagden moet iedereen in de EU Engels kun- nen spreken;

• met de EU-uitbreiding vindt 64 % van de deelnemers dat we meer moeten doen om onze eigen talen te beschermen;

• 93 % van de ouders vindt het belangrijk dat hun kinderen andere Europese talen leren;

• tijdens de laatste 20 jaar wordt er op de scholen in de EU op steeds jongere leeftijd taalonderricht geven.

Veruit de meeste taalcursussen starten nu op de leeftijd van 7-10.

• de meeste EU-burgers oefenen hun talenkennis tijdens vakanties in het buitenland (47 %), terwijl 23 % zijn kennis gebruikt voor het kijken van films en 21 % een vreemde taal spreekt op zijn werk, voor recht- streekse of telefonische contacten.

(10)

• Regiogebonden talen die geheel of gedeeltelijk worden gesproken in één of meerdere lidstaten. Tot deze soort behoren talen als het Bretons, het Catalaans, het Fries, het Sardisch, het Welsh, en andere.

• Talen die worden gesproken door een minderheid in de ene lidstaat, maar die behoren tot de officiële talen in een ander EU-land. Onder deze definitie valt bijvoorbeeld het Duits in Zuid-Denemarken, het Frans in Val d’Aosta in Noord-Italië, het Hongaars in Slowakije enzo- voort.

• Niet-territoriale talen zoals van de Roma- of Jodengemeenschappen of het Armeens.

Het respect voor de linguïstische en culturele diversiteit is bepaald in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat in 2000 is aangenomen door de leiders van de EU. Dit is niet enkel van toepassing op de 20 officiële talen van de Unie maar ook op haar vele regionale en minderheidstalen die door bepaalde bevolkingsgroepen worden gesproken.

Naar verluidt zijn er 150 van deze talen en worden ze gebruikt door bijna 50 miljoen mensen, maar het precieze aantal hangt af van hoe je een taal definieert (bijv. als tegen- stelling tot een dialect).

Er zijn drie soorten regionale en min- derheidstalen:

Regionale en minderheidstalen

© DG REGIO/European Commission

EU-landen organiseren taallessen voor immigranten

(11)

Het begrip regionale en minderheids- talen omvat geen dialecten van officiële talen of om het even welke taal die wordt gesproken door geïmmigreerde gemeenschappen van de Europese Unie (zie hieronder).

Om het gebruik van deze talen te bevorderen en te beschermen als deel van het culturele erfgoed van de EU, heeft de Europese Commissie in 1987 het Mercator-netwerk opgezet. Dit net- werk beantwoordt aan de toenemende interesse voor minderheids- en regio- nale talen in Europa en aan de nood- zaak tot samenwerking tussen deze taalgemeenschappen en uitwisseling van ervaringen. Het verzamelt, bewaart, analyseert en verdeelt rele- vante informatie en documenten.

De drie gekozen centra zijn gelegen in Catalonië, Friesland en Wales — één voor één regio’s met levendige regio- nale talen. Elk heeft een verantwoor- delijkheid. Het Catalaanse centrum in Barcelona is verantwoordelijk voor de taalwetgeving, het Friese centrum staat in voor taalonderricht op alle niveaus, terwijl het centrum aan de Universiteit van Wales onderzoek ver- richt naar minderheidstalen en de media.

Niet-inheemse talen

Een brede waaier van talen uit andere delen van de wereld wordt gesproken door gemeenschappen die naar de EU zijn geïmmigreerd. Turks wordt gesproken als eerste taal door ongeveer 2 % van de bevolking in België en het westelijke deel van Duitsland en door 1 % in Nederland. Andere vaak door migranten gebruikte talen zijn het Arabisch uit de Maghreb-landen (voornamelijk in Frankrijk en België), het Urdu, het Bengali en het Hindi, dat wordt gesproken door immigranten uit het Indiase subcontinent in het Verenigd Koninkrijk, terwijl Balkantalen worden gesproken in vele delen van de EU door migranten en vluchtelingen die hun streek hebben verlaten door de recente oorlogen en de heersende onrust.

Doorgaans wordt aan deze „niet-inheemse” talen geen formele status toegekend of worden zij niet erkend in EU-landen en vallen zij niet onder de EU-programma’s voor het onderwijzen van talen. Doordat vele nationale en lokale autoriteiten lessen voor immigranten organiseren om de taal van hun gastland aan te leren, kunnen deze zich integreren in het arbeidsproces, de plaatselijke gemeenschap en het dagdage- lijkse leven van dat land. Als inwoners van een EU-land komen zij ook in aanmerking voor de EU-pro- gramma’s voor sociale en regionale ontwikkeling.

Vele immigrantengemeenschappen wonen nu al meerdere generaties in de EU, zijn tweetalig en kunnen zich zowel in de plaatselijke taal als in de taal van hun gemeenschap uitdrukken.

(12)

Iedere EU-burger heeft het recht in een andere lidstaat dan zijn thuisland te leven en te werken. Met de oprichting van de grootste interne markt ter wereld biedt de EU haar burgers de mogelijkheid zich te verplaatsen naar regio’s met goede werkgelegenheids- vooruitzichten, wat een stap in de

goede richting is om van de EU de meest concurrerende kenniseconomie ter wereld te maken.

Het kennen van meerdere Europese talen vormt de sleutel naar echte mobiliteit binnen de EU. Hierdoor kunt u een maximum voordeel halen uit de werkgelegenheid, studie- en reismogelijkheden in heel Europa. Op het gebied van internationale handel levert het bedrijven een concurrentie- voordeel op.

De plaatselijke taal leren vormt niet enkel de sleutel tot het vinden van een job in een ander land, maar het zorgt ook voor een rechtstreeks contact met de plaatselijke bevolking. Dit zorgt vaak voor een totaal nieuwe kijk op wat het betekent Europees te zijn en op de Europese verwezenlijkingen.

Onze nationale geschiedenis en ons cultureel erfgoed verschillen, maar onze ambities en hoop voor de toe- komst sluiten dicht op mekaar aan.

Door met elkaar te kunnen spreken, beseffen we wat we met elkaar gemeen hebben en krijgen we meer respect voor elkaars culturele verschillen.

Taal en mobiliteit

© Javier Pierini/Getty Images

Kennis van talen bevordert de handel

(13)

De EU geeft een hoge prioriteit aan het helpen van mensen bij het rond- reizen voor werk en plezier, aan het spreken met elkaar over de grenzen heen en aan het versterken van hun gevoel van het behoren tot één enkele gemeenschap.

Daarom financiert de EU een aantal programma’s ter bevordering van het onderwijzen en leren van Europese talen. Deze programma’s hebben min- stens één gemeenschappelijk punt:

het zijn grensoverschrijdende projec- ten waarin partners uit minstens twee, vaak drie, EU-landen zijn betrokken.

De EU-programma’s dienen ter aan- vulling van het nationaal onderwijs- beleid van de lidstaten. Elk deelnemend land is verantwoordelijk voor zijn eigen nationaal onderwijsbeleid, met inbegrip van het onderwijzen van talen. De EU-programma’s vormen een schakel tussen landen en regio’s via gemeenschappelijke projecten die de impact van het onderwijzen en leren van talen vergroten.

Taalleerkrachten kampen overal in Europa met dezelfde problemen en dankzij EU-programma’s leren ze van elkaar en kunnen zij informatie en goede ervaringen uitwisselen.

Goedemorgen EU

Hoe de personen zich in de twintig officiële talen van de EU begroeten

Het leren van talen bevorderen

Deens God morgen Litouws Labas Rytas

Duits Guten Morgen Maltees L-Ghodwa t-tajba

Engels Good morning Nederlands Goedemorgen

Ests Tere hommikust Pools Dzien´ dobry

Fins Hyvää huomenta Portugees Bom dia

Frans Bonjour Sloveens Dobro jutro

Grieks Kalimera Slowaaks Dobré ráno

Hongaars Jó reggelt Spaans Buenos días

Italiaans Buongiorno Tsjechisch Dobre rano

Lets Labrīt Zweeds God morgon

(14)

De programma’s, die sinds de jaren tachtig worden gebruikt, brengen nationale voordelen en middelen van verschillende landen samen die in nor- male omstandigheden gescheiden blijven.

Ook steunt de EU actief het gebruik van regionale en minderheidstalen als een deel van de Europese cultuur.

Samengevat, de Europese Unie zet zich in voor het behoud van haar meertalige karakter.

Socrates ontmoet Leonardo da Vinci

Twee programma’s vormen de basis ter bevordering van het leren en onder- wijzen van talen, namelijk Socrates, als uitgebreid onderwijsprogramma, en Leonardo da Vinci, dat zich richt op beroepsopleidingen. Deze twee pro- gramma’s spenderen ongeveer 30 mil-

joen euro per jaar aan het leren van talen.

Dankzij het Lingua-programma heeft de EU zich sinds 1990 actief ingezet voor de uitbreiding van het leren van talen en de verbetering van onder- wijsmethodes. Lingua is later opge- nomen in het Socrates-programma toen dit in 1995 werd gecreëerd. Haar activiteiten hebben betrekking op elk van de 20 officiële talen.

Lingua steunt verscheidene elemen- ten van het Socrates-programma door middel van grensoverschrijdende pro- jecten en activiteiten, die zowel leer- kracht als student betrekt in:

• het bewustmaken van de meerta- ligheid als rijkdom van de EU,

• het aanmoedigen van mensen om levenslang talen te leren,

© EKA

België heeft verscheidene biersoorten — en meer officiële talen dan eender welk EU-land (Nederlands, Frans

en Duits)

(15)

• het verbeteren van de toegang bin- nen de EU tot middelen voor het leren van een taal,

• het bevorderen van de ontwikkeling en verspreiding van innovatieve technieken en goede ervaringen binnen het vreemdetalenonderwijs,

• het verzekeren dat een voldoende ruime keuze aan instrumenten voor het leren van talen beschikbaar is.

Andere Socrates-activiteiten op het gebied van taal omvatten onder meer Comenius, (genaamd naar Jan Amos Comenius of Komensky, een zeven- tiende-eeuwse onderwijsdeskundige van de huidige Tsjechische Republiek) die zich richt op het school- en kleuter- onderwijs. Een andere is Grundtvig, (genaamd naar N.F.S. Grundtvig, een negentiende-eeuwse Deense pionier van het volwassenenonderwijs) die is gespecialiseerd in het levenslang leren en onderwijzen van volwassenen.

Taalcursussen vallen onder het zeer succesvolle Erasmus-programma, ge- naamd naar de zestiende-eeuwse

humanist, dat in 1987 van start ging.

Hierdoor hebben meer dan één miljoen studenten in het buitenland gestu- deerd als onderdeel van hun universi- taire of postuniversitaire studies. Eras- mus verleent studiebeurzen aan studenten voor een intensieve taal- training vóór hun verblijf in het buiten- land. De taalcursussen kunnen plaats- vinden in één van de 20 officiële EU-talen of in de talen van andere Erasmus-landen. Dit zijn de EU-kandi- daat-lidstaten Bulgarije en Roemenië en Noorwegen en IJsland.

Erasmus maakt nu ook deel uit van Socrates met programma’s voor de periode van 2000 tot 2006.

Het Leonardo da Vinci-programma zorgt voor een EU-beroepsopleidings- programma, maar vormt slechts een aanvulling op de acties van de indivi- duele lidstaten. Het werkt mee aan openbare en particuliere beroepsop- leidingsinstellingen: opleidingscentra, universiteiten, ondernemingen en kamers van koophandel.

© EKA

Het EU-actieprogramma voor onderwijs is naar Socrates genaamd — één van de eerste opvoeders van Europa

(16)

een taal voor beroepsopleidingen, in het bijzonder voor gebruik op het werk.

Bovendien stimuleren de culturele pro- gramma’s van de Europese Unie de taalkundige en culturele verscheiden- heid op verschillende manieren. Het Media-programma van de Europese Commissie financiert de nasynchroni- satie en de ondertiteling van Europese films voor vertoningen in cinema’s en op TV in andere EU-landen. Het pro- gramma Cultuur 2000 opent inter- culturele deuren door het vertalen naar andere EU-talen van het werk van moderne auteurs te steunen.

Het programma eContent tracht de toenemende verspreiding van digitale technologieën te gebruiken voor de verbetering van de meertalige toe- gang tot kwalitatief hoogstaande digitale producties, voornamelijk — maar niet enkel — op televisie. Dank- zij digitale compressietechnieken kan één enkel televisiekanaal een film uit- zenden met een soundtrack in meer- dere talen.

Aangezien kennis van talen een sleu- telvaardigheid is in onze huidige, steeds veeleisender arbeidsmarkt, heeft het Leonardo-programma een belangrijk talenaspect ontwikkeld. Het financiert grensoverschrijdende pro- jecten die gericht zijn op de ontwik- keling van nieuwe methoden en nieuwe steunmaatregelen voor het taalonderwijs en de waardering van de taalkundige behoeften van onder- nemingen. Leonardo financiert zowel opleidingsperioden in het buitenland voor taalleerkrachten als de ontwikke- ling van middelen voor het leren van

Gepakt en gezakt

Elk jaar, op 26 september, organiseert de Raad van Europa met de steun van de Europese Unie een Europese talendag. De slogan voor 2004 is „Pack an extra language in your luggage” (Stop een extra taal in uw bagage). Deze talendag is in 2001 in het leven geroepen en op die dag worden telkens meer evenementen georganiseerd.

De bedoeling van deze Europese talendag is dat iedereen beseft hoe belangrijk het leren van talen is in een Europa met een groeiende onderlinge afhankelijkheid. Dit evenement bewijst dat de taalkundige ver- scheidenheid één van de krachten van Europa is en dat het leren van talen voor verdraagzaamheid en onderling begrip zorgt.

© ASCii

Stickers met reclame voor de Europese Talendag in 2004 worden gepubliceerd

— ter bevordering van het leren van talen en de bewustwording ervan

(17)

Met het oog op de naderende uitbrei- ding van de EU heeft de Commissie in juli 2003 een actieplan uitgebracht voor het bevorderen van het leren van talen en de taalverscheidenheid in een Unie van 25 leden. Met 450 miljoen burgers met een verschillende ethische, culturele en taalkundige achtergrond, is het volgens de Commissie belang- rijker dan ooit dat de zij de nodige vaardigheden verwerven om elkaar te verstaan en met elkaar te communi- ceren.

Het actieplan voor 2004-2006 omschrijft de acties die de EU-landen met de steun van de EU-instellingen moeten ondernemen. Het doel is verder- bouwen op de huidige verwezenlij- kingen, de actie beter coördineren en de beschikbare financiële middelen beter gebruiken.

De boodschap van het actieplan is dat hoewel het leren van één extra taal naast je moedertaal goed is, het leren van een tweede extra taal beter is. Voor het taalonderwijs geldt „jong geleerd, oud gedaan”.

In het actieplan wordt vermeld dat de kennis van talen momenteel ongelijk over landen en sociale groepen is ver- spreid. Het spectrum van vreemde talen dat door de EU-burgers wordt gesproken is beperkt: het volstaat niet één lingua franca te leren. Toen bij de Eurobarometer-enquête werd gevraagd welke twee talen EU-burgers moeten leren naast hun moedertaal, ant-

woordde 75 % van de ondervraagden dat Engels de meest nuttige taal is, gevolgd door Frans met 40 %, Duits met 23 % en Spaans met 18 %.

Moedertaal

plus twee andere talen

De Commissie geeft toe dat het doel van „moedertaal plus twee andere talen” ambitieus, maar niet onbereik- baar is. Het leren van talen is een levenslange activiteit. Taalonderwijs moet zo vroeg mogelijk worden gestart, zelfs vanaf de kleuterschool, en moet worden voortgezet in het basis-, het middelbaar en het hoger onderwijs en zelfs op volwassen leeftijd.

Leerlingen met bijzondere behoeften moeten extra aandacht krijgen.

Hoewel het onderricht op jonge leef- tijd moet beginnen, levert dit enkel vruchten op als de leerkrachten spe- cifiek zijn opgeleid om taalonderwijs aan jonge kinderen te geven. Boven- dien moeten de klassen klein genoeg zijn en moet er voldoende tijd worden besteed aan het taalonderwijs.

Scholen moeten voor een zo groot mogelijke verscheidenheid van talen zorgen. Bovendien moeten ze meer leerkrachten aanwerven en opleiden

— waarbij een nuttige samenwerking tussen grensstreken mogelijk is.

Een nieuw actieplan

(18)

Ook volwassenen moeten meer moge- lijkheden krijgen voor het verwerven en gebruiken van hun taalvaardigheden.

Maatregelen moeten worden getrof- fen om het leren van alle talen — ook regionale en minderheidstalen — te bevorderen, om op meer plaatsen taallessen te organiseren, om meer gebruik te maken van internet voor het onderwijzen en leren van talen en om vaker voor ondertiteling te zorgen op televisie en in bioscopen.

Het actieplan bevordert activiteiten op al deze vlakken. De Europese Com- missie is overtuigd dat de kosten van het aanmoedigen van EU-burgers tot het gebruiken van een tweede of derde taal — volgens de richtlijnen van het actieplan – niet opwegen tegen de gemiste kansen en het nega- tieve effect op de Europese economie door misgelopen activiteiten, die te wijten zijn aan een gebrekkige talen- kennis.

© Bilderbox.com

Opdat iedereen twee vreemde talen leert, moet het taalonderwijs op jonge leeftijd starten

(19)

Een meertalige Europese Unie

Waarom de Europese Unie 20 offi- ciële talen nodig heeft, is duidelijk:

het is een kwestie van democratie, transparantie en recht op informatie.

De EU-wetgeving is van toepassing op heel Europa en dus op al haar burgers.

Nieuwe wetteksten moeten gepubli- ceerd en ter beschikking gesteld worden van de burger. Zoals in iedere demo- cratie heeft iedere burger het funda- mentele recht te weten waarom een bepaalde wet is aangenomen en wat deze van hem of haar verwacht.

Een basisprincipe van de Europese Unie is ook dat al haar burgers en hun verkozen vertegenwoordigers dezelfde toegangsrechten tot de EU hebben en met de instellingen en autoriteiten kunnen communiceren in hun natio- nale taal. Er kan niet met twee maten worden gemeten voor grote en kleine landen of voor landen met algemeen bekende talen en minder bekende talen.

© EKA

Ministers kunnen in hun eigen taal spreken in de Raad van de Europese Unie

(20)

Vrijmaken van middelen

Gezien hun verplichtingen ten opzichte van EU-burgers en EU-rege- ringen, is het niet verwonderlijk dat de EU-instellingen een groot aantal taal- kundigen in dienst heeft. Het is zelfs zo dat één op de drie bij de EU-instel- lingen tewerkgestelde academici ver- taler of tolk is. Vertalers werken met het geschreven woord, tolken met het gesproken woord. Zij moeten naar hun moedertaal werken vanuit minstens twee andere EU-talen.

Voor de uitbreiding van 2004 hebben de belangrijkste instellingen — de Europese Commissie, de Raad van ministers en het Europees Parlement

— jaarlijks meer dan drie miljoen pagina’s vertaald. De jaarlijkse kosten van het vertaal- en tolkwerk bedroeg ongeveer 2 euro per EU-burger, of iets meer dan de prijs van een kop koffie.

Na de overgang van het aantal offi- ciële talen van 11 naar 20, stijgen deze kosten. Toch zullen ze niet ver- dubbelen. De reden hiervoor is dat de EU-instellingen het interne gebruik van talen efficiënter maken, en de uit- breiding voor meer kostenbesparende middelen zorgt. Het openbaar gebruik van de 20 talen is slechts het zichtbare topje van de ijsberg.

Net als een lid van het Europees Parlement van Duitsland, Groot- Brittannië of Frankrijk, kunnen Letse of Griekse leden in hun eigen taal spreken namens hun kiezers. Dat- zelfde geldt voor een regeringsminister op een officiële EU-bijeenkomst of een burger die een klacht indient bij de Europese Ombudsman. De 14 % van de Ierse burgers met het Gaelisch als moedertaal, mogen hun klacht in deze taal uitdrukken indien zij dit wensen.

Haar wetgevingsfunctie en de recht- streekse betrokkenheid van haar burgers verklaart waarom de EU meer talen gebruikt dan multinationale organen zoals de Verenigde Naties en de NATO, die enkel werkzaam zijn op intergouver- nementeel vlak. Hoewel de VN meer dan 190 leden telt, gebruikt ze slechts zes talen. De Raad van Europa en de NATO, die elk meer leden tellen dan de EU, publiceren hun officiële docu- menten enkel in het Engels of het Frans.

Om deze reden hebben de EU-instel- lingen in de loop der jaren gestreefd naar procedures voor het werken met steeds meer officiële talen zonder een echte toren van Babel te bouwen. Zij hebben ook goedkoop, efficiënt en kwalitatief vertaal- en tolkwerk nage- streefd ten behoeve van de burgers en de regeringen.

(21)

In feite gebruikt de Europese Com- missie dagelijks slechts drie werktalen

— Engels, Frans en Duits. Het ontwerp van beleidsdocumenten en wetgeving wordt opgesteld in één of meer van deze talen. Pas in de laatste fase worden de teksten vertaald naar elk van de 20 officiële talen.

Het Europees Parlement, dat vaak documenten moet vertalen naar alle officiële talen, heeft een systeem van zes spiltalen gecreëerd. Deze zes talen zijn het Engels, het Frans, het Duits, het Italiaans, het Pools en het Spaans.

Dus wordt een document, dat in het Slowaaks of het Zweeds wordt inge- diend, niet onmiddellijk vertaald naar de 19 andere talen. Daarentegen wordt het vertaald naar de spiltalen en wordt dan weer vanuit één van deze talen vertaald naar de andere.

Hierdoor moeten vertalers niet recht- streeks werken vanuit het Maltees naar het Deens of van het Ests naar het Portugees, noch met honderden andere combinaties. Moesten de teksten rechtstreeks vanuit alle officiële EU- talen worden vertaald naar alle andere, dan zouden er in totaal 380 bilaterale combinaties zijn.

Tolken

EU-tolken gebruiken een soortgelijk systeem bij het tolken van en naar de 20 officiële talen. De woorden van een Finse spreker worden bijvoorbeeld getolkt naar een beperkt aantal

„relais-talen”. Een Sloveense tolk bij- voorbeeld gebruikt één van deze talen als brontaal, waardoor er niemand nodig is die rechtstreeks vanuit het Fins naar het Sloveens tolkt.

© SCIC-02

Tolken en vertalers zijn onmisbaar voor de dagelijkse activiteiten van de EU

(22)

taal passief kennen om de rest van de vergadering in die taal te volgen.

Dagelijks staat de tolkendienst van de Europese Commissie en de Raad van ministers in voor ongeveer 50 afzon- derlijke bijeenkomsten in Brussel of op andere EU-locaties. Voor zittingen waarbij naar en uit alle EU-talen wordt getolkt, is een team van 60 tolken nodig.

Met de uitbreiding worden meer ver- talers en tolken ingezet die zowel van- uit als naar hun moedertaal kunnen vertalen. Tot nu toe werkten vertalers binnen de EU enkel naar hun moeder- taal. Verder wordt bespaard door par- ticuliere vertaalbureaus vaker in te zetten voor minder belangrijke documenten.

Het gebruik van dit soort taalkundige

„short-cuts” heeft zowel praktische als economische voordelen — op voor- waarde dat de richtsnoeren worden gevolgd. De kwaliteitscontrole van zowel vertaal- als tolkwerk is dus van groot belang.

Ook bij informele werkvergaderingen worden de diensten van de tolken beperkt. In sommige gevallen worden enkel de meest gekende EU-talen gebruikt. In andere gevallen mogen de deelnemers meerdere talen spreken, maar worden deze enkel vertaald naar twee of drie van de veelgebruikte talen. Hiermee wordt beoogd dat sprekers zich vrij uitdrukken in hun eigen taal of een taal waar zij ver- trouwd mee zijn, waarbij wordt veron- dersteld dat zij een belangrijke EU-

Automatische vertalingen

Uit besparingsoverwegingen wordt bij de Europese instellingen al 20 jaar gebruik gemaakt van automatische vertaalsystemen. Hoewel ze verbeterd zijn, kunnen ze geen teksten voor publicatie vertalen. Bovendien zijn ze niet beschikbaar in vele EU-talencombinaties. Ook is er een kwaliteitsverschil tussen de output van de verschillende combinaties en moeten vertalers deze bewerken. Vaak verliest de vertaler minder tijd door de vertaling van nul te beginnen.

Automatische vertaalsystemen genieten meer populariteit bij niet-taalkundigen waarbij het snel achter- halen van de hoofdgedachte van een tekst belangrijker is dan een hoog niveau van duidelijkheid en nauw- keurigheid. Anderen gebruiken het als een bron van relevante terminologie, hoewel hiervoor ook termi- nologische databanken ter beschikking staan.

Kortom, er is nog geen sprake van een vervanging van menselijke vertalers door machines.

(23)

De talen en hun gebruik liggen de Europese Unie nauw aan het hart. De EU streeft naar Europese integratie, maar is ook officieel verantwoordelijk voor het respecteren van de culturele en taalkundige verscheidenheid van haar burgers.

Wat onder andere betekent dat alle burgers op dezelfde manier toegang dienen te krijgen tot de EU-wetgeving en de EU-instellingen in hun lands- taal, zoals zij toegang hebben tot hun eigen nationale wetten en autoritei- ten.

Dit betekent ook dat alle EU-burgers hun eigen taal mogen gebruiken en ontwikkelen als een deel van hun cul- turele identiteit en erfgoed, ongeacht of hun taal een officiële taal van de Europese Unie is of niet.

De Unie gaat zelfs verder dan dat. Zij bevordert het onderwijzen en leren van extra talen opdat de individuele burgers elkaar verstaan, met hun buren kunnen communiceren en hun professionele vaardigheden en mobi- liteit op de interne markt worden ver- beterd. Door de uitbreiding van de EU met 450 miljoen burgers met een sterk verschillende achtergrond en cultuur, zijn dit soort maatregelen toe- genomen.

De uitdaging aangaan

© Helen King/Van Parys Media

De meeste EU-burgers gebruiken hun talen- kennis tijdens vakanties in het buitenland

(24)

Hoewel het Engels de meest gesproken taal van Europa is, wil de Unie belet- ten dat dit na verloop van tijd een beperkende factor wordt voor de taal- kundige verscheidenheid binnen haar grenzen. Daarom wordt met het actie- plan van de Commissie volgend doel

Wilt u meer weten

Bronnen voor nadere informatie vindt u op de website van de EU, europa.eu.int/comm/education/

programmes/socrates/socrates_nl.html, met informatie over zowel programma’s als Socrates (en zijn verscheidene maatregelen), Leonardo da Vinci en Media, als het actieplan voor 2004-2006.

Zie ook „Talen: de troef van Europa” op europa.eu.int/index_nl.htm

Een korte brochure (in het Engels en het Frans) over het tolken bij de EU en de invloed van de uitbreiding, met de titel Giving the new member states a voice in Europe is beschikbaar op europa.eu.int/translation_enlargement/deleg_bw2.pdf

De brochure Translating for a multilingual community van het directoraat-generaal Vertaling, is beschikbaar op europa.eu.int/comm/dgs/translation/bookshelf/brochure_en.pdf

Het magazine Onderwijs en cultuur nummer 22: „Europa maakt de tongen los” is beschikbaar op http://europa.eu.int/comm/dgs/education_culture/mag/22/nl.pdf

nagestreefd: „moedertaal plus twee andere talen”. Volgens een enquête kent 26 % van de Europeanen hun eigen taal en twee andere. De EU gaat de uitdaging aan deze basis op een stevige en effectieve manier zo snel mogelijk uit te bouwen.

(25)

Europese Commissie

Vele talen, één familie

Talen in de Europese Unie Reeks: Europa in beweging

Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen 2004 — 22 blz. — 16,2 x 22,9 cm

ISBN 92-894-7762-8

De EU zet zich in voor de integratie op Europees niveau, maar steunt evenwel de taalkundige en culturele verscheidenheid van haar burgers. Zij beoogt het bevorderen van het onderwijs en het leren van talen, met inbegrip van regio- nale en minderheidstalen. Haar ambitieuze doelstelling, die is vastgelegd in een nieuw actieplan, is ervoor zorgen dat zo veel mogelijk burgers één — of idealiter twee – talen spreken naast hun moedertaal.

De Europese Unie als organisatie werkt nu met 20 officiële talen. Omdat de wetten van een democratie verstaanbaar moeten zijn voor iedereen. Er mag geen sprake zijn van discriminatie, bijvoorbeeld tussen de manier waarop mensen in grote en kleine landen worden behandeld. Alle burgers hebben het recht zich tot de EU-instellingen te richten in hun eigen landstaal — zoals het geval is voor hun verkozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement.

(26)

VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESE COMMISSIE Vertegenwoordiging in België Archimedesstraat 73, B-1000 Brussel Tel. (32-2) 295 38 44

Fax (32-2) 295 01 66

Internet: europa.eu.int/comm/represent/be E-mail: represent-bel@cec.eu.int

Vertegenwoordiging in Nederland Korte Vijverberg 5, 2513 AB Den Haag Nederland

Tel. (31-70) 313.53.00 Fax (31-70) 360 02 66 Internet: www.eu.nl E-mail: burhay@cec.eu.int

BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT Bureau in België

Wiertzstraat 60, B-1047 Brussel Tel. (32-2) 284 20 05 Fax (32-2) 230 75 55

Internet: www.europarl.eu.int/brussels E-mail: epbrussels@europarl.eu.int

Bureau in Nederland

Korte Vijverberg 6, 2513 AB Den Haag Nederland

Tel. (31-70) 362 49 41 Fax (31-70) 364 70 01

Internet: www.europarl.eu.int/denhaag E-mail: EPDenHaag@europarl.eu.int

Via de Europaserver kan op internet informatie in alle officiële talen van de Europese Unie worden geraadpleegd (http://europa.eu.int).

Verspreid over heel Europa zijn honderden plaatselijke EU-informatiecentra gevestigd. Het adres van het dichtstbijzijnde kunt u vinden op de website: europa.eu.int/comm/relays/index_nl.htm

EUROPE DIRECT beantwoordt uw vragen over de Europese Unie. De informatiedienst is te bereiken op het gratis telefoonnummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (voor abonnees van buiten de EU geldt het gewone nummer: (32-2) 299 96 96), of via e-mail op het adres: europa.eu.int/europedirect Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn verkrijgbaar bij:

Er zijn vertegenwoordigingen of bureaus van de Europese Commissie en van het Europees Parlement in alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft delegaties in andere landen van de wereld.

(27)

De Europese Unie

Lidstaten van de Europese Unie Kandidaat-lidstaten

(28)

De EU zet zich in voor de integratie op Europees niveau, maar steunt evenwel de taalkundige en culturele verscheidenheid van haar burgers.

Zij beoogt het bevorderen van het onderwijs en het leren van talen, met inbegrip van regionale en minderheidstalen. Haar ambitieuze doelstelling, die is vastgelegd in een nieuw actieplan, is ervoor zorgen dat zo veel mogelijk burgers één — of idealiter twee – talen spreken naast hun moedertaal.

De Europese Unie als organisatie werkt nu met 20 officiële talen.

Omdat de wetten van een democratie verstaanbaar moeten zijn voor iedereen. Er mag geen sprake zijn van discriminatie, bijvoorbeeld tussen de manier waarop mensen in grote en kleine landen worden behandeld. Alle burgers hebben het recht zich tot de EU-instellingen te richten in hun eigen landstaal – zoals het geval is voor hun verkozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement.

16 1NA-60-04-377-NL-CISSN 1022-8268

NL

ISBN 92-894-7762-8

,!7IJ2I9-ehhgci!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We leren onze leerling spreken in interactie: zo echt mogelijk en doelgericht – spreken, presenteren en gespreksvaar- dig worden.. Gesprekken zijn ook deel van onze didactiek:

46 Levende Talen Magazine 2018|7 47 Levende Talen Magazine 2018 |7 Het sectiebestuur Frans van Levende Talen is op zoek naar nieuwe bestuursleden.. Als lid van het bestuur

Verder geven deskundigen uit Nederland en Vlaanderen in wat kortere bijdragen hun visie op taalbe- leid: Frans Daems, Hilde Hacquebord, Maaike Hajer en Folkert Kuiken.

Leraren worden zowel in taal- als zaakvakken geconfronteerd met een groot scala aan talige diversiteit en voelen zich niet altijd sterk genoeg om daar positief mee om

Er valt veel (meer) te zeggen voor de formulering dat taal geen telbaar substantief zou moeten zijn, maar veeleer

In andere gevallen wordt regionale anesthesie toegepast als aanvulling op algehele narcose met als doel het verminderen van pijn tijdens en na de operatie.. Dit gebeurt bijvoorbeeld

Waarom Elycio Talen 8 Onze maatwerkmethode 10 Taaltrainingen 12 Individuele taaltrainingen 13 Incompany taaltrainingen 16 Taalpakketten 18 Online taaltrainingen 20 Nederlands

De commissie stelt vast dat het tweesporenbeleid van de masterproef duidelijk is uitgelegd en waardeert de speciale regeling bij de masterproef voor zij-instromers, die enkel de