P5_TA(2003)0010
Immigratie- en asielbeleid
Resolutie van het Europees Parlement over immigratie en asielbeleid
Het Europees Parlement,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van Tampere, Laken en Sevilla, – gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,
– gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake de halfjaarlijkse bijwerking van het scorebord van de vorderingen op het gebied van de
totstandbrenging van een ruimte van "vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" in de Europese Unie (tweede halfjaar 2002)" (COM(2002) 738),
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over het immigratie- en asielbeleid, – gezien de voorstellen van de Commissie inzake de omzetting van de besluiten van de
Europese Raad van Tampere en zijn standpunten terzake1,
– gezien het voorstel voor een algemeen plan ter bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel in de Europese Unie2,
– gezien de verklaringen van de Raad en de Commissie over immigratie- en asielbeleid van 18 december 2002,
A. overwegende dat de Raad overeenkomstig het EG-Verdrag binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam maatregelen inzake asiel en immigratie dient vast te stellen,
1 COM(1999) 638 Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake het recht op gezinshereniging.
COM(2002) 225 Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake het recht op gezinshereniging.
COM(2001) 510 Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchtelingen of als personen die anderszins
internationale bescherming behoeven
COM(2001) 127 Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
(COM(2001) 386 Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de voorwaarden inzake toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op arbeid in loondienst en economische activiteiten als zelfstandige (COM(2002) 59 Voorstel voor een verordening van de Raad tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen
(COM(2001) 181 Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten
(COM(2000) 578 Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus.
2PB C 142 van 14.6.2002, blz. 23.
B. overwegende dat de Europese Raad in oktober 1999 te Tampere overeenstemming bereikte over de voornaamste elementen van een gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid van de EU, maar dat het thans, 18 maanden voor het aflopen van deze periode van vijf jaar, essentieel is de vooruitgang hierbij te bespoedigen,
C. overwegende dat de Commissie een positieve benadering heeft gehanteerd die volledig in overeenstemming is met alle aspecten van het programma van Tampere,
D. overwegende dat de door de Raad vastgestelde maatregelen allereerst op de illegale immigratie waren gericht,
E. overwegende dat tijdens het Deense voorzitterschap werkelijke inspaningen zijn gedaan op het gebied van het asielbeleid, maar dat er weinig vooruitgang is geboekt in de Raad, F. overwegende dat er tijdens ditzelfde voorzitterschap evenwel geen vorderingen zijn
gemaakt op het gebied van immigratie,
G. overwegende dat er weinig of geen vooruitgang is bereikt bij de vaststelling van een
gemeenschappelijk EU-immigratiebeleid of bij de verbetering van de omstandigheden voor legale migranten, bijvoorbeeld bij de voorgestelde richtlijnen over gezinshereniging en de rechten van personen die langdurig legaal in een land verblijven; overwegende dat
dergelijke maatregelen mede bijdragen tot het bereiken van de doelstelling van de
bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel, aangezien potentiële migranten niet langer in de verleiding moeten worden gebracht hun toevlucht tot illegale kanalen te nemen,
H. overwegende dat de Europese Raad zich in juni 2002 in Sevilla heeft verplicht de uitvoering van het in Tampere aangenomen programma te bespoedigen, maar dat de voorstellen voor het uitvoeren van de agenda van Tampere, ondanks de verklaringen over de ondersteuning van een gemeenschappelijk immigratiebeleid door de regeringen van de lidstaten, vaak worden doorkruist en dat de Raad voortdurend de vooruitgang hierbij belemmert,
I. overwegende dat de rechten in het Handvest van de grondrecht geëerbiedigd moeten worden en dat ze - afgezien van het hoofdstuk inzake de rechten van de burger - moeten gelden voor alle personen in de EU, waaronder met name het recht asiel aan te vragen, het recht op een doeltreffende bescherming door de wet en de eerbiediging van het beginsel van niet-uitwijzing,
J. overwegende dat de rechten van migranten die langdurig legaal in een land verblijven met het oog op billijkheid en integratie zoveel mogelijk moeten worden aangepast aan die van de EU-burgers,
K. overwegende dat rekening moet worden gehouden met de werkzaamheden van de Raad van Europa inzake immigratie en asiel,
L. overwegende dat rekening moet worden gehouden met de werkzaamheden van werkgroep X "Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" van de Europese Conventie en haar
eindverslag van 2 december 2002,
M. overwegende dat de bepalingen van het Verdrag van Nice, die op 1 februari 2003 in werking treden, voorzien in toepassing van de medebeslissingsprocedure en stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad voor maatregelen in verband met het
vluchtelingen- en asielbeleid, zodra de Raad met eenparigheid van stemmen
communautaire wetgeving tot vaststelling van gemeenschappelijke regels en fundamentele beginselen terzake zal hebben aangenomen,
N. gezien het ontwerpprogramma van het Griekse en het Italiaanse voorzitterschap voor het jaar 2003,
Algemene kwesties
1. verwelkomt de voorstellen van de Commissie met betrekking tot het immigratie- en asielbeleid en bevestigt zijn standpunten terzake; betreurt dat de Raad, ondanks de initiatieven van het Deense voorzitterschap, tot op heden niet in staat is gebleken zich definitief uit te spreken over deze voorstellen;
2. neemt nota van de bemoedigende inspanningen die het Deense voorzitterschap geleverd heeft om op deze twee terreinen, asielbeleid en immigratie, vooruitgang te boeken;
3. dringt aan op een snelle en doeltreffende uitvoering van de conclusies van Sevilla;
4. is verheugd over het voornemen van de Raad en de Commissie statistische gegevens over immigratie en asiel te publiceren;
5. is verheugd over de snelle aanneming door de Raad van een veelomvattend plan ter
bestrijding van illegale immigratie en van een plan inzake het beheer van de buitengrenzen, alsmede over het bereiken van overeenstemming over de verordening tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de
behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (Verordening Dublin II), maar betreurt het dat deze geen deel uitmaakten van een uitgebreid wetgevings- en beleidsprogramma;
Immigratie
6. betreurt het dat tot dusverre geen actief gemeenschappelijk immigratiebeleid is ingesteld en onderstreept met name de noodzaak van een strategische perspectief op de lange termijn inzake de immigratie van arbeidskracht;
7. is verheugd over het voorstel betreffende de verblijfstitel met een korte geldigheidsduur die wordt afgegeven aan de slachtoffers van hulp bij illegale immigratie of mensenhandel die met de bevoegde autoriteiten samenwerken1;
8. betreurt de vertraging die is opgetreden bij de aanneming van de richtlijn over de rechten van personen die langdurig in een land verblijven en de richtlijn inzake het recht op
gezinshereniging die door het Europees Parlement van harte gesteund worden, alsmede van de richtlijn betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen ten behoeve van het verrichten van betaalde arbeid en zelfstandige economische
1 PB C 126 E van 28.5.2002, blz. 393.
activiteiten, en van de richtlijn betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen ten behoeve van studie, beroepsopleiding of
vrijwilligerswerk (COM(2002) 548);
9. verzoekt de EU en de lidstaten integratiemaatregelen te nemen waarmee de eerbiediging van de rechten en vrijheden van immigranten die legaal in een land verblijven, wordt gewaarborgd, met volledige inachtneming van de wet en de verantwoordelijkheid die immigranten hebben in de samenleving van het gastland te integreren;
10. is verheugd over de voorstellen ter verbetering van de visumveiligheid en de samenwerking bij de uitgifte van visa, en over de voorgestelde instelling van een databank voor visa;
11. herhaalt zijn wens dat wordt voorzien in een doeltreffend instrument voor de analyse van migrantenstromen en het verzamelen van informatie inzake immigratie;
12. verzoekt de Raad maatregelen te nemen om de uitwisseling van gegevens overeenkomstig de Europese regels inzake gegevensbescherming tussen de bestanden van Schengen, Europol en Eurodac mogelijk te maken om tot een doeltreffende bestrijding van mensensmokkel te komen;
13. verzoekt de Raad zich te gaan bezighouden met de gevoelige onderwerpen van sociale en wettelijke rechten voor onderdanen van derde landen en de bestrijding van de illegale arbeidsmarkt;
14. wijst erop dat strategieën die erop gericht zijn in de landen van herkomst de armoede te beperken, de levens- en arbeidsomstandigheden te verbeteren, werkgelegenheid te scheppen en de beroepsopleiding te bevorderen, op lange termijn zullen bijdragen tot het normaliseren van de migratiestromen;
Asielbeleid
15. juicht de goedkeuring van Verordening Dublin II toe;
16. uit zijn voldoening over het akkoord dat is bereikt over het voorstel voor een richtlijn inzake minimumnormen voor vluchtelingen, maar betreurt dat deze richtlijn niet is aangenomen, met name vanwege bezwaren van een aantal lidstaten;
17. betreurt de vertraging die bij de Raad is ontstaan bij het aannemen van de
Commissievoorstellen voor een gemeenschappelijk asielbeleid; waarschuwt voor een ontwikkeling waarbij de lidstaten unilaterale maatregelen nemen omdat
gemeenschappelijke regels ontbreken;
18. neemt er nota van dat op 15 januari 2003 het EURODAC-systeem voor de verzameling en vergelijking van vingerafdrukken van asielzoekers in werking wordt gesteld;
19. constateert bijgevolg dat de Raad tendeert naar aanneming van communautaire wetgeving tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake asielbeleid, en dat bijgevolg de medebeslissingsprocedure EP/Raad en het stemmen bij gekwalificeerde meerderheid spoedig van toepassing moeten worden op het gebied van het asielbeleid, zoals aanbevolen door werkgroep X van de Conventie;
Terugkeer en hertoelating
20. beklemtoont opnieuw dat bestrijding van illegale immigratie, netwerken van
mensensmokkelaars en daaraan verbonden criminaliteit een van de prioriteiten van de Europese Unie moet blijven; wijst erop dat een unilaterale actie van de EU in deze context onvoldoende is en dat voor het bereiken van concrete resultaten samenwerking met de landen van herkomst en de transitolanden van essentieel belang is;
21. is ingenomen met het Groenboek en de mededeling van de Commissie over een
communautair terugkeerbeleid voor personen die illegaal in de EU verblijven (COM(2002) 175 respectievelijk COM(2002) 564) omdat hierin blijk wordt gegeven van een globale visie, met name waar het de samenwerking met derde landen betreft, maar onderstreept dat het Europees Parlement over hertoelatingsovereenkomsten moet worden geraadpleegd;
22. wijst erop dat vrijwillige terugkeer de allerhoogste prioriteit moet hebben;
Controle aan de buitengrenzen
23. verzoekt de Commissie en de Raad na te gaan in hoeverre de voor het beheer van de externe grenzen voorgestelde maatregelen zijn uitgevoerd en hoe doeltreffend deze zijn;
24. verzoekt de Raad het idee van de instelling van een door de Gemeenschap gefinancierd Europees grensbewakingskorps in overweging te nemen dat bij noodgevallen en op verzoek van de lidstaten zou kunnen worden ingezet voor een tijdelijke ondersteuning van de nationale autoriteiten op kwetsbare lokaties aan de externe grenzen van de EU;
Institutionele vraagstukken
25. herhaalt zijn wens dat de Raad rekening houdt met de werkzaamheden van werkgroep X
"Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" van de Europese Conventie en met het eindverslag van deze werkgroep van 2 december 2002;
26. betreurt dat er sprake is van een gebrek aan democratische controle op de goedgekeurde maatregelen omdat het Europees Parlement nog steeds louter wordt geraadpleegd, vaak binnen een termijn van drie maanden, en slechts zeer zelden op de hoogte wordt gesteld van belangrijke veranderingen in het onderhandelingsproces binnen de Raad;
27. onderstreept dat rekening moet worden gehouden met het standpunt van het Europees Parlement, en herinnert eraan dat het Parlement zich heeft uitgesproken over het merendeel van de voorstellen die maandenlang op de onderhandelingstafel van de Raad hebben gelegen;
28. dringt er bij de lidstaten op aan onverwijld over te gaan tot opneming in de nationale wetgeving van besluiten die door de Europese Unie zijn genomen, en is van oordeel dat de Commissie en het Europees Hof van Justitie over een veelomvattende en consistente bevoegdheid moeten beschikken om schendingen te vervolgen;
29. constateert dat in het bijzonder voor de maatregelen ter bestrijding van illegale immigratie, verbetering van het grenstoezicht en samenwerking met derde landen adequate financiële
middelen noodzakelijk zullen zijn, zowel binnen de communautaire begroting als binnen de nationale begrotingen van de lidstaten;
-oOo-
30. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de parlementen en regeringen van de lidstaten.