• No results found

DE FONDSENHANDEL EN HET EMISSIE-SYNDICAAT.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE FONDSENHANDEL EN HET EMISSIE-SYNDICAAT."

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE FONDSENHANDEL EN HET EMISSIE-SYNDICAAT.

R. EItRENBERG. Die Fondsspekulation und die Gesetz- gebung. Berlin. 1883.

Dr. W. Lo~z. Die Teehnik des deutsohen Emissions- gesohRfts. Leipzig. 1890.

H. SA~rr~SR. Die Effektenbanken. MJt einem Vm~vort yon Prof. Dr. A. Wagner. Leipzig. 1890.

A. H. WER~mzI~. Her Emmissie-syndieaat. Academisch Proefsohrift. Amsterdam. 1891.

Zoolang er fondsen, effecten, zijn geweest, bestaat ook de fondsenhandel en h e b b e n , naast dezen, de spe- culatie en de agiotage zich baan gebroken.

De oudst bekende fondsen waren de aandeelen van de Bank van Veneti~ en van die van St. George te Genua, welke laatste vooral na 4407 zeer groote beteekenis ver- kreeg en bij welker geschiedenis, zoo het ons niet al te zeer zou afleiden, er wel aanleiding ware war nader stil te staan, wijl m e n bij die bank reeds een inrichting vindt overeenkomende met onze nederlandsche Groot- boeken der Staatsschuld, men er voor bet eerst amortisatie- fondsen in werking ziet treden, en vooral ook omdat her stelsel, d a t - v o l g e n s het p r o g r a m m a der Pereires her eigenaardig karakter had moeten uitmaken van h e t fransche Gredit-Mobilier, reeds door die instelling werd toegepast. ~) Maar bijzonderheden o m t r e n t den handel in de aandeelen dier banken ontbreken. 2)

1) Cf. Histoire de la Banque de Saint-Georges de O~nes par le prlnoe Adam Wiszniewzki. Parijs 1865.

~-) Cf. Ehrenberg bl. 3.

ECON. 189t: 5t

(2)

750

Het zijn daarna in de eerste plants de aandeelen van de Oostindische Compagnie ten onzent, waarvan de ge- schiedenis van den fondsenhandei melding maakt.

Van deze aandeelen weten wij, dat zij aanstonds na de oprichting der compagnie, in 160~2, tot levendigen handel en groote koersfiuctuatien aanleiding gaven. Nog eer eenig fournissement op de aandeelen was geschied, werden ze ann de Amsterdamsche beurs m e t 14 ~t 15 pCt. premie verhandeld. En weldra steeg de koers op t 2 0 , t 3 0 en 140 pCt., maar daalde die ook op de be- richten van den eersten tegenspoed der Compagnie in Indi~, in 1607, tot ongeveer 80 pCt. en eerlang zelfs op 47 ~ 48 pCt. En hierbij valt op te m e r k e n , dat deze daling minder veroorzaakt moet zijn door verkoopen van vreesachtig geworden houders dan door operatien van de tegenstauders der compagnie. ((Men bepaalde zich niet tot het verkoopen van actien die men had, men begon ook actien te verkoopen, die men niet had, en er r i n g een windhandel ann, in aandeelen leverbaar op jaar en dag, die als een storm woedde op de Amsterdamsche beurs.~ i)

Deze windhandel veroorzaakte zelfs eerlang - - in 16t0 - - een Placaet van de Staten-Generaal, waarbij her verkoopen van de aandeelen iu blanco werd verboden op straffe van nietigheid van den verkoop en van zware boeten. 2) Welk placaet intusschen geen groote en althans geen blijvende gevolgen moet hebben gehad, i m m e r s het werd in 1623 gevolgd door een (cNaerder en strickter placaet op 't selve subject.~ 3)

De Staten bedoeldea door deze verbodsbepalingen de Compagnie te beschermen tegen de practijken die, naar

l) De Jonge. De opkoms~ van he~ Nederlandsoh Gezag in Oosg-Indii~. III M. 120--121.

2) Groo~ Plaoaeg-Boek I 555.

s) Idom I 556---60.

(3)

7 5 1

zij schreven, grootelijks strekten om haar in disreputatie te brengen. Naar veler m e e n i n g vond e c h t e r de daling niet haar aanleiding in kunstmatige operatien ter fondsen- m a r k t , doch veeleer in de handelingen der Bewindhebbers, die uitdeelingen deden van tijdelijke winsten zonder rekening te houden met verliezen welke ten laste van her kapitaal kwamen. ,)

Wij k u n n e n de aandeelen der Oostindische Compagnie en hare geschiedenis nu e c h t e r verder laten rusten.

Alleen toch om te h e r i n n e r e n aan de eerste annalen van den fondsenhandel was bet ons te doen.

Naast de aandeelen der Oostindische Compagnie en dra ook van de W e s t i n d i s c h e , gaven evenzeer de Obli- gatien der S t a t e n van Holland en die der overige gewesten en van de S t a t e n - G e n e r a a l al spoedig tot levendigen beurshandel aanleiding.

Volgens L'Espine vond men dan ook reeds in de 17de eeuw aan de A m s t e r d a m s c h e beurs makelaars, die speciaal van den fondsenhandel hun werk maakten. Trouwens reeds in de oudste ((Ordonnantie van de Make]aars~)van de H e e r e n van den Gerechte van A m s t e r d a m -- dd. 27 Januari "1612 - - worden uitdrukkelijk naast k o o p m a n s c h a p , wissel, a s s u r a n t i e , enz. g e n o e m d ((Renten, ActiOn, Cre- diten)) en in de eerste o r d o n n a n t i e op 't loon van de Makelaars - - dd. 1 Januari t613 - - w o r d t dit gesteld op 10 stuivers bij ((Verkoopinge van alle Actien zoo in de Oost-Indise tienjarige Compagnie, als andere com- p a g n i e n , van ieder h o n d e r t guldens, alleenlicken te rel~enen

van het capitael ~).

Bekend zijn de bijzonderheden betreffende den handel in de Hollandsche staats-obligati~n in de jaren 1672 en

1) Cf. van Rees. Geschieden/s der Staa~huishoudkunde in Neder]and. II bl. ~7--28. Men zle ook: Ehrenberg bl. 4 en v. alsmede betreffende de dobberingen in de pr/j~.en der asndeelen en in de dividenden der Compagnie S. en S. Jaarboekje voor 1855.

2) H a n d v e s t e n van A m s t e r d a m bl. 1060 en 1065.

(4)

7 5 2

4673, die Dr. Grossmann aan her licht heeffgebraeht ').

De heftige fluctuation dezer obligation in die dagen en ook de eigenaardige hulpmiddelen, waartoe de Oosten- rijksehe aezant Von Lisola zijn toevlucht nam om de obligation, door zijn Soeverein als subsidie ontvangen, te gelde te maken, zijn daar met levendige ldeuren ge- sehetst. Men verneem~ e r o o k , hoe juist door deze kennismaking met de Hollandsehe staa~ssehuld in Duitseh- land een kredietmiddel bekend win'd, dat daar toen hog geheel nieuw was.

Niet anders clan in Holland, was elders de loop van zaken. Zoo b.v. in Engeland, toen daar, dank zij Willem den derde, de eerste eigenlijke staatssehuld werd aan- gegaan en de Bank ot England werd opgericht. Ook daar ontwikkelde zich toen spoedig levendige handel in deze warn-den alsmede in de aandeelen der Oost-Indische maatschappij, in die der At~qkaansche eompagnie, der Hudson Bay eompagnie en andere van minder belang.

En reeds dadelijk wordt ook van "djdhandel gewag gemaakt ~-).

Een en ander op bet einde der *17de en her begin der

~t8de eeuw, en voordat door Law's o p t r e d e n i n Frankrijk aldaar her spel in de fondsen opeens een zoo groote vlucht n a m , in Engeland weldra gevolgd door de (cSoulh Sea-)) en andere c(Bubbles)), en daarmee dat algemeen beruch'~ gebleven tijdperk van de fondsen speeulatie in het leven t r a d , dat nooit meet zijns gelijken heeit ge- vonden ~ behalve mogelijk in de allerlaatste ]aren in Argentini~ en Brazilid.

Dat het bestaan van fondsen tot geregelden handel daarin aanleiding moest geven, ligt trouwens voor de

1) Dr, J. Grossmann. Dio Amsterdammer Bfrso vor zweiJa~nderg Jahron.

's Hage 1876.

~) Cf. Th. Rngers. The firth nine years of tile Bank of England. Oxford 1887. Of nok E~renborg 2e hoofdsguk.

(5)

753

hand. Het uitgeven van aandeelen van betrekkelijk gering bedrag en die gemakkelijk van den eenen op den anderen houder konden overgaan, had zoowel bij de oprichting van particuliere handelsondernemingen als bij uitgifte van staatsleeningen, geen ander doel dan die fondsen onder veler bereik te brengen en het kapitaal, door die fondsen vertegenwoordigd, als her ware te mobiliseeren.

En dat de handel tot speculatieve transaction leidde niet alleen ~ maar alras en telkens weer zelfs in dobbelhandel ontaardde, ligt eenvoudig in de zucht tot spel en wedding- schap die steeds bestaan heeft en die juist in de fondsen een bij uitnemendheid geschikt object vond.

Over de vraag, of de bijeenbrenging van bet kapitaal van handels- en nijverheids-ondernemingen in aandeelen en obligatien van klein bedrag en de uitgifte van open- bare leeningen in soortgelijke s t u k k e n , en de handel in die fondsen, meer n u t hebben gesticht dan de agiotage nadeel heeit berokkend, is reel geschreven en geredetwist.

En terwijl in verschillende landen de wetgever herhaa|- del[jk getracht heett bet spel te keel' te gaan, zijn ook over het doeltreffende van die wijze van handelen de meeningen steeds zeer verdeeld geweest.

\reel is el' zeker te zeggen voor hetgeen een der aan het hoofd dezes genoemde schrijvers over dtt onderwerp zegt.

Dank zij de fondsenspeculatie ~ schrijft E h r e n b e r g - hebben een aantal nutt!ge o n d e r n e m i n g e n tot stand k u n n e n k o m e n , te beginnen met de Hollandsche-Oost- indische-Compagnie, tot aan de opening van her Suez- kanaal en de doorboring van de St. Gothard-tunnel. En evenzeer levert de geschiedenis der staatsschulden, op iedere bladzijde bewijzen van de nuttigheid van deze speculatit:. Toch heeft alleen reeds het bestaan dezer speculatie hare ernstige schaduwzijden; omdat dit bet voor een teder meest toegankelijke speculatieveld is en tegelijk men daar aan de grootste risico's is blootgesteld, is her gevaar groot dot voortdurend een aantal onkundigen

(6)

7 5 4

zich van dat tweesnijdend zwaard bedienen en niet alleen zich zelven, maar ook aan de gezamenlijke maatschappij daarmede wonden veroorzaken. Dit gevaar is niet te loochenen; maar het Ware gansch onjuist daarom de fondsenspeculatie in her algemeen te veroordeelen. W a n t als men overziet wat in een eenigszins lang tijdperk door deze speculatie gewrocht is, welke diensten zij heeft bewezen, dan moet men ongetwijfeld erkennen, dat het door haar veroorzaakte kwaad verre door haar groote nuttigheid wordt overtroffen. 1)

Het zij zoo. Dit neemt echter niet weg - - trouwens dit was ook de meening van den schrijver wiens woorden wij hebben aangehaald - - dat het een vraagstuk is van het allergrootste belang: wat in de gedaanten waaronder de fondsenhandel zich van tijd tot tijd openbaart, in de scheppingen waartoe hij aanleiding geeft, te prijzen of te laken valt; war aangemoedigd moet worden, wat be- streden, en of in dat geval van wettelijke bepalingen of andere bijzondere maatregelen eenige uitkomst ten goede te wachten zij.

Een beknopte herinnering aan den gang van zaken in onzen tijd zal daarbij niet zonder nut zijn. En in aan- sluiting daaraan wensch ik dan aan de hand van de hierboven 8enoemde schrijvers, bepaaldelijk van Dr. W.

Lotz en H. Sattler, te onderzoeken wat te denken zij van den jongsten vorm, die de zaak der emissie van nieuwe fondsen heeft aangenomen, van den invloed die daardoor op den fondsenhandel is uitgeoeiend en - - w a t wel het allerbelangrijkst is - - van de beteekenis der groote uitbreiding van de fondsenmarkt, die wij daarbij zullen opmerken, ten opzichte der algemeene m a a t - schappelijke belangen.

De twee genoemde schrijvers hebben tot hunne studien aanleiding gevonden in den loop van zaken der aller- laatste jaren in Duitschland en behandelden dan ook

I ) Ehrenberg bl. ~03.

(7)

755

eigenlijk uitsluitend den toestand aldaar. Vooral Sattler is echter hierbij getreden in een uitvoerige verwijzing naar de geschiedenis van her fransche Cr6dit Mobilier.

Ik heb daarom gemeend ook het reeds eenige jaren oudere geschrift van Ehrenberg Jn h e r i n n e r i n g te moeten brengen.

Ook deze schrijver toch wees, reeds in een ~,roeger stadium der fondsenbeweging in Duitschland, op de overeenkomst van deze met hetgeen onder her tweede keizerrijk in Frankrijk werd waargenomen.

En er was te meer aanleiding om dit verbar, d in onze beschouwingen in het oog te h o u d e n , omdat ik mij niet zoo uitsluitend a]s Lotz en Sattler tot Duitschland wensch te b e p e r k e n , maar op de beweging elders en bepaaldelijk aan de Londensche m a r k t eveneens de aandacht wensch te vestigen. En n u is juist in de laatste jaren te Londen het denkbeeld in praktijk gebraeht, dat behoort tot het oorspronkelijke p r o g r a m m a van de stichters van het fransche Credit Mobilier, maar waaraan door henze|ven geen uitvoering is gegeven, terwijl in Duitschland wel de hande|ingen van daL Credit Mobilier werden nagevolgd, maar het bedoelde deel van het p r o g r a m m a e r , behoudeus een enkele uitzondering, evenmin als in Frankrijk zelf uitvoering heeft gevonden.

Ik heb eindelijk ook bet academisch proefschrift van den Heer A. H. W e r t h e i m genoemd.

Men vindt daar, voor het eerst in ons land, het emissie- syndicaat behandeld. Velerlei bijzonderheden daarvan worden er vermeld, die aan de lezers bepaaldelijk van her geschrift van Dr. Lotz ree.ds bekend w a l e n , maar die de heer W e r t h e i m vermoedelijk wel niet van dezen behocfde te vernemen.

Het gezegde proefschrif~ is wijders en voornamelijk een behandeling van het rechtskaral~ter van het emissie-syn- d~caat, van de rechtstoestanden, die uit de vorming van het syndicaat voor de leden daarvan voortvloeien, en van de rechtsquaesti~n, waartoe dit aanleiding kan geven.

(8)

756

In dit deel van de studie van onzen nederlandschen schrijver beweegt hij zich op een terrein, dat door de genoemde duitsche schrijvers niet of ter nauwernood betreden is. Ik voor mij z a l h e m daarop ook niet volgen, al vestig ik gaarne terloops daarop de aandacht van be- langhebbenden ten onzent.

Maar in zijn inleiding en in zijn eerste hoofdstuk heeft de schrijver toch ook het onderwerp aangeroerd in het verband waarin ik he~ thans wensch te behandelen, en ik zal van zelf aanleiding hebben tot besprekir~g van het een en ander, dat daarbij door hem in her midden werd gebracht.

Komen wij dan thans ter zake. Doch eene opmerking moet ik vooraf nog maken. Ik wensch met vrijmoedigheid mijne meeriing over zaken en toestanden en h u n n e beteekenis en gevolgen uit te spreken. Maar direct noch indirect zal daarin opgesloten liggen eenige beoordeeling ten goede of ten kwade van personen.

Bij emissie-zaken is, meer mogelijk dan bij eenige andere handeling op het gebied van handel en nijverheid, naast de geldelijke verantwoordelijkheld van.wie optreedt, hetzij dan als zelfstandig bankier of als directeur eener finan- cie~le instelling, ook diens zedelijke verantwoordelijkheid betrokken. Doch ter beoordeeling van den persoon-in die handelingen is er meer kennis noodig dan van den uiterlijken daad van zijne optreding en van den uitslag van wat door h e m o n d e r n o m e n werd. En de schijn kan in deze zeer bedriegelijk wezen.

[tet geval is denkbaar, dat een bankier zijn naam ge- leend heeft ter uitbrenging van een zaak of een leening, die, war het daaraan .verbonden algemeene n u t betreft van zeer twijfelachtig karakter was, en dat hij zelf zich daarom ook volstrekt niet b e k o m m e r d heef~ en uitsluitend op eigen voordeel bedacht was, terwijl toch de emissie groote voordeelen opleverde voor wie er aan d e e l n a m e n ,

(9)

757

en dientengevolge hem dan ook in ieder opzicht als een succes werd aangerekend.

En evenzeer is het denkbaar, dat een bankier meende zich tot een emissie te kunnen leenen omdat hij daarvan een financi~el succes verwachtte, doch voornamelijk daartoe aangetrokken werd door de meening, dat niet alleen de geldgevers goede dirdcte winsten zouden behalen, maar zij tevens hun kapitaal vruchtdragend zouden maken ten algemeenen nutte; terwijl toch door een ongunstige wending der omstandigheden of door bijzondere voorvallen de zaak te gronde ging of de leeningniet nan haar doel beantwoordde, en dientengevolge de geldgevers aanzienlijke verliezen leden en tevens het algemeen belang niet gebaat werd. En allicht werden dan die verliezen toch voornamelijk aan den bankier geweten, al werd door hem zelf daarin in de eerste plaats gedeeld en al bleef her hem steeds een pijnigende gedachte, anderen en de algemeene belangen, zij het dan ook onwillekeurig, schade berokkend te hebben.

Geen oordeel over personen ligt dus in mijne be- schouwingen opgesloten; a~n geen beoordeeling van hunne beweegredenen wordt gedacht, of ook zelfs ver- ondersteld dat gebrek ann den noodigen ernst en de noodige waakzaamheid voor bijzondere en algemeene belangen te verwijten was waar toch in een of ander opzicht onjuist werd gehandeld.

Gaan wij liever uit van de onderstelling, dat nergens op misplaatst eigenbelang te wijzen zij en steeds de be- doeling aanwezig was, om nevens bijzondere belangen ook bet algemeen belang te dienen. Maar vragen wij ons dan af, oi van de aangewende middelen de bereiking van dat doel ook inderdaad te verwachten was.

De jongste periode van levendigen.fondsenhandel en emissiezaken heel~ haar glanspunt gevonden in de jaren 1888 en t889. Berlijn en Londen hebben in dit tijdperk

(10)

758

aan de spits gestaan der beweging, en war, althans in Duitschland, de meest onderscheidende karaktertrek is geweest van deze, was het aandeel daarin genomen door de banken.

Onmiskenbaar dagteekent echter h u n optreden in deze richting reeds van de vijftiger jaren.

In t852 was te Parijs-de Soci6t6 du Cr6dit Mobilier opgericht. Napoleon, Frankrijk m e t her Keizerrijk wen- schende te verzoenen door een krachtige ontwikkeling der stoffelijke welvaart, zag in de twee groote financieele instellingen, welke onder zijn invloed in bet leven werden geroepen', her Cr6dit Foncier en het Cr6dit Mobilier, twee machtige h e f b o o m e n om zijn doel te bereiken. Het Cr6dit Foncier moest, door kapitaal te verstrekken op ongebouwde en gebouwde eigendommen en aan de Ge- m e e n t e n , den landbouw en de bouwindustrie te hulp komen. Het Cr6dit Mobilier meest handel en nijverheid tot een nieuw leven brengen, door kapitaal te verstrekken waar geen vaste eigendommen den grondslag der krediet- verleening konden uitmaken.

Maar door welke krediet-organisatie werd bedoeld dit doel te bereiken 9.

De s t a t u t e n lieten aan de maatschappij de meest mogelijke vrijheid, om op te treden als emissie-bank en in her algemeen tot het verrichten van alle bankiers- operatien. Doch in de eerste plaats werd gezegd, dat de maatschappij zich in het bezit mocht stellen van openbare fondsen, aandeelen en obligatien van nijverheids- of krediet-instellingen, en inzonderheid van die van maat- schappijen van spoorwegen, kanalen en mijnen en andere werken van openbaar n u t ; alsmede dat zij tegen die fondsen haar eigen obligatien m o c h t uitgeven. Deze obli- gatien zouden uitgegeven mogen worden tot een bedrag van ten hoogste t m n m a a l her eigen maatschapp61ijk kapitaal.

Neemt men in a a n m e r k i n g wat vroeger over krediet-

(11)

759

zaken en wat dies meer is, geschreven was door Emile Pereire, den eigenlijken stichter van het Credit Mobilier, zoo komt het m. i. niet twijfelachtig voor, dat in die wijze van handelen, naar zijne meening, het eigenaardig karakter van de werkzaamheid zijner stichting gelegen had moeten zijn. Maar de twee uitgi~ten van eigen obli- gatmn die beproefd werden, de eerste in 1853, de tweede in 1855, vonden geen bijval. Daarentegen was al dadelijk de maatschappij met groot succes werkzaam geweest in het zelf oprichten van, of het deelnemen aan een aantal maatschappijen van allerlei aard en in her onverwijld uitbrengen van de aandeeten en obligatien dier maat- schappijen bij openbare iuschrijving of bij verkoop aan de beurs; bet gewone bedrijf van den emissiebankier oI der emissiebank. Zij heet~ zich toen eenvoudig hieraan gehouden; aan deze zaken, geholpen door de omstandig- heden, in korten tijd een buitengewonen omvang gevende en dientengevolge, dertien ]aar lang, meestal zeer hooge dividenden aan hare aandeelhouders uitkeerende.

Doch tevens had zij hare zaken ook zoo gedreven, dat toen aan de eerste goede jaren een einde k w a m , het bleek dat haar kapitaal en nog veel meer dan dit, was vast gewerkt in allerlei fondsen, die niet in tijds verkocht hadden k u n n e n worden en waarop nu aanzien- lijk ver|ies was; zoodat dan ook, slechts vijftien jaar na de oprichting, een weinig eervolte iiquidatie het einde was.

Op het voorbeeld en deels met de directe medewerking van het fransche Credit M obilier werden reeds spoedig na hare oprichting, en andermaal eenige iuren later, in verschillende landan onder onderscheidene namen soort- gelijke banken of kredietinstellingen opgericht. Ten onzent, men zal bet zich h e r i n n e r e n , de Algemeene Maatschappij voor Handel en Nijverheid.

Ook in Duitschland was dit bet geval. Daar volgde reeds in "1853 de oprichting van de ~(Bank fflr Handel und Industrie~, meer algemeen bekend als de Darm-

(12)

760

stadter Bank. Te Weenen werd in t855 de r K. gepr.

oesterreichische Kreditanstalt fi;,r Handel u n d Gewerbe~

opger~cht; in 1856 te Leipzich de c(Ailgeme~ne Deutsche Kreditanstalt~ en ongeveer ter zelidertijd in de Thuring- sche landen de ((Mittel-Deutsche Kreditbank>~ te Mei- ningen en in andere plaatsen hog twee dergelijke instel- lingen van minder beteekenis.

De Pruissische regeering weigerde de toenmaals voor naamlooze vennootschappen vereischte concessie te ver- leenen voor effectenbanken. Zij kon echter niet beletten dat, onder anderen vorm, toch soortgelijke instellingen tot stand k w a m e n ; zoo werden dan in t856 opg~richt te Breslau de r Bankvereim> en te Berlijn zelf de ~(Berliner Handels Gesellschaft~ en de ~Diskonto Gesellschaft~, als commanditaire vennootschappen op aandeelen.

Naast de genoemde naamlooze en commanditaire vennoot- schappen, de v o o r n a a m s t e n , traden hog een aantal kleinere in het leven.

Bij allen was de {bndsenhandel en her emissiebedrijf hoofdzaak.

Doch deze eerste periode van bet optreden van banken of kredietinstellingen naast de groote particuliere bankier s , die steeds deze zaken hadden gedaan, was in Duitschland van korten duur.

De crisis van 1857 en haar nasleep maakten aan de beweging een einde. Vele der nieuwe instellingen gingen reeds spoedig te niet, andere en daaronder van de voor- naamste konden h u n bestaan slechts redden door kapitaals- vermindering. Tevens trokken de in het leven gebleven instellingen, vooraan de Darmstadsche bank, zich voor- namelijk t e r u g in bet eigenlijke bank-bedrijf, en her- w o n n e n verscheidene daardoor eerlarg weder een goede positie.

In de eerste zestige*' jaren kwam de cr6dit-mobilier- beweging in Frankrijk, alsmede in Engeland en ill Belgie

(13)

761

tot nieuwen bloei. Ook de duitsche markten ondervonden darn'van eenigszins den invloed, doch niet in ruime mate.

De politieke toestand van Duitschland droeg met de herinneringen tier laatste vijftiger jaren er toe bij de herlevendiging der speculatie daar tegen te houden.

Geen enkele nieuwe kredietinstelling verrees in die jaren in Duitschland.

Geheel anders ging her daarentegen toe na de politieke gebeurtenissen van 4870. Reeds in dat jaar werd te Berlijn de ((Deutsche Bank)) opgericht ; in afwachting van de op handen zijnde nieuwe wetgeving op de naamlooze vennootschappen, verleende de regeering aan dezebank- instelling concessie. En dank zij die weldra gevolgde nieuwe wetgeving en tevens aan de groote ontwikkeling van zaken der eerste zeventiger jaren, volgde eerlang, zoowel in Pruissen zelf als in verder Duitschland, de oprichting van een aantal grootereLof kleinere nieuwe kredietinstellingen en daarnaast van tallooze verschillende nijverheids- en handelsondernemingen in den vorm van naamlooze vennootschappen. Her was de eerste bloei- periode der ((Gri~ndungem~. Maar reeds in ~1873 kwamen de Wiener-krach en de Amerikaansche crisis storend tusschenbeide.

Toch bleef in de nu volgende jaren de maatschappelijke ontwikkeling in bet n[euwe Duitsche rijk belangrijke vorderingen maken, en reverts concentreerde de beweging zich meer .en meer te Berlijn, o.f verkreeg althans deze plaats grooter overwicht. In de eerste tachtiger laren volgde een nieuwe verlevendiging van den speculatie- geest, maar de algemeene depressie maakte daaraan weder spoedig een einde, totdat in de jaren t 8 8 8 - - 8 9 , onder de samenwerking van verschillende oorzaken~zich weder eerie beweging openbaarde, belangrijker en omvang- rijker dan eenige vorige.

Nieuwe bank- of krediet-instellingen van groote be- teekenis werden~ op een enkele uitzondering na,.nu niet

(14)

7 6 2

in her leven geroepen. Trouwensdaarvoor was waarlijk geen plaats open gebleven. Wel werden echter nog weder een zeker aantal kleine krediet-instellingen gesticht en hebben verscheidene der bestaande groote instellingen h u n maat- schappelijk kapitaal door uitgifte van nieuwe aandeelen vermeerderd.

Voorts hebben meer dan ooit in de jaren t 8 8 8 - - 8 9 de b a n k e n , wat betreft h u n n e deelneming ann den fondsen- handel en vooral ann de emissie van nieuwe fondsen, nan beteekenis gewonnen. De groote v l u c h t - schrijit Sattler - - die de zaken in Duitschland op het gebied der nijverheid in de laatste tachtiger jaren g e n o m e n hebben, is in aanzienlijke mate ann de effectenbanken te goede gek0men. En hij voegt er bij: dat al de groote banken uitsluitend of ook slechts voornamelijk effecten- banken zouden zijn, wil ik echter niet beweren; zij zijn ten deele allereerst kredietinstellingen. Maar toch speelt bij allen de effectenhandel een niet onbeteekenende en van tijd tot tijd zelfs een zeer voorname rol. En in het algemeen hebben letterlijk alle duitsche b a n k e n tegen- woordig in h u n n e inrichting iets van het wezen der effectenbank; schier de eenige uitzondering hierop vindt men bij de circulatiebanken ').

Als voor het oogenblik de voornaamste en de toon- aangevende van de bedoelde instellingen n o e m t Sattler:

T e B e r l i j n - - d a a r g e v e s t i g d o f e r h u n h o o f d k a n t o o r

hebbende - - Mill. ~ k .

d e D i s k o n t o g e s e l l s c h a f t . . . . . . m e t g e s t o r t k a p i t a a ! 7 5

d e D e u t s c h e B a n k . . . . . . . ~ , , 7 5

d e B e r l i n e r H a n d e l s - g e s e l l s c h a f t . ~ , ~ 5 0

de N a ~ i o n a l b a n k f i i r D e u t s c h l a n d , ~ ~ 4 5

de I n t e r n a t i o n a l e B a n k . . . . . . , ~ , 4 0

de Darmstadter B a n k . . . . . . , , , 8 0

de Dresdener B a n k . . . . . . . ~ , ~ 6 0 T e H a m b u r g .

de Norddeutsche B a n k . . . , , ~ 6 0 1) ~M, ler bl. 106.

(15)

763

Mill. Mk.

de H a m b u r g e r K o m m e r z - u n d D i s e o n t o b . m e t g e s t o r t k a p i l a a l 30 de H a m b u r g e r V e r e i n s b a n k . . . . . ~ , ~ 12

T e F r a n k f o r t .

de M i t t e l d e u t s c h e K r e d i t b a n k . . . . , , ~ 3 0 de D e u t s c h e V e r e i n s b a n k . . . . . , , , 2 4 de D e u t s c h e E f f e k t e n - u n d W e c h s e l b a n k , , , 12

T e B r e s l a u .

de S c h l e s i s c h e r B a n k v e r e i n . . . . . , , , 18 T e L e i p z i g .

de A l i g e m e i n e D e u t s c h e K r e d i t - A n s t a l t , , , 30 T e K e u l e n .

A. S c h a a f f h a u s e n ' s c h e r B a n k v e r e i n . , , , 36

De grootste levendigheid in zake nieuwe emission heeft geheerscht in de tweede helft van t888 en gedurende het geheele jaar t889. En de bedrijvigheid der emissie- banken bettor zoowel her uitbrengen van buitenlandsche leeningen en het aan de m a r k t brengen van buitenlandsche fondsen, als conversi6n van b i n n e n - en buitenlandsche

|eeningen en, niet het m i n s t , her oprichten van n a a m - looze vennootschappen, die de uitoefening van nijverheids- o n d e r n e m i n g e n t e n doel hadden. W a t de laatste cate- goric der emission betreft, zoo hebben deze zich echter onderscheiden van hetgeen vroeger het geval was, doordat hoofdzakelijk her niet nieuwe zaken waren die in bet leven werden geroepen, maar omzettingen van bestaande particuliere o n d e r n e m i n g e n in maatschappijen, zooge- naamde ((umwandlungs Gesch~fte.)) En hierbij valt nog op te m e r k e n , dat meer ell m e e t deze omzettingen zich ook h e b b e n uitgestrekt tot zaken van betrekkelijk geringe beteekenis. Het middencijier van her kapitaal der maat- schappijen op aandeelen in Duitschland is teruggegaan van 4 millioen m a r k in t 8 7 t op ongeveer 800.000 m a r k in 4887 ').

Van het totaal der nieuwe emissi6n in Duitschland in t888 en t889 geeft het volgende staatje een overzicht. De cijfers

1) Sattfier bl. Sl.

(16)

7 6 4

van t887 zijn ter vergelijking daarbij gevoegd. Van de b u i t e n - landsche fondsen is alleen opgenomen het bedrag dat geacht wordt in Duitschland te zijn o n d e r g e b r a c h t ;).

9 ~

9

g~-f

~ " ~m ~ ~ " ~-~ r~

~ o ~ . ~ ~'~-~

o

-" ~ .

9 ~ ' ~ ' ~ - ~ . . ~ .

~.. ~ . . ~.. ~ .

9 ~ . ~ ~ ~"

9 ~ .

9 ~ . ~ ~ ~"

. . . . . ~ ~ . . . . ~

~ 0

0

~ ~ 0 ~ ~

I I

00

o 0 0 0

0 --~

0

0 ~ 0

~ ~ 0 0 ~ 0 ~

~ .

0

r 0

~ ~ ~ m o

o ~ ~ - ~ ~ ~.~

~ ~ ~ 0 0 0 ~ .

~ ~ ~ ~ ~ 0 ~

1) D e z e o p g a v e n ~ j n o n ' b l e e n d , e a u d e D e u t s o h e O e k o n o m / ~ .

(17)

7 6 5

Het is niet van belang ontbloot hierbij nog aan te teekenen, dat in de jaren t 8 8 3 - - t 8 8 6 bet bij nieuwe emissien r~ee] opgebracht kapitaal slechts had bedragen:

1883 750 Millioen M a r k .

1884 900 r

1885 900 ~

1886 960 ~

In deze emissien waren aandeelen in banken en in nijverheids ondernemingen begrepen als volgt:

B a n k e n . Nijverheidsondern.

bTominaal Kap. Rei~el Kap. Nomiuaal Kap. Re~el Kap.

M i l l i o e n e n m a r k e n .

1883 32 o 35 e 27 s 32 ~

1884 0 0 275 31 o

1885 36 38 518 48 l

1886 164 19 ~ 48 e 520

1887 280 355 698 90 s

e n

1888 519 104 ~ 1 4 2 ' 230 ~

1889 64 ~ 136 s 1 9 4 ' 3355

Het a~io, dat bij de emissie van aandeelen in nijver- heidsondernemingen werd bedongen, bedroeg in doorslag in t887 30 ~ pCt., in 1888 37 ~ pCt. en in t889 4488 pCt.

W a t de beweging in den fondsenhandel ten opzichte der emissien van staatsleeningen en particuliere fondsen in de laatste jaren inzonderheid heeft onderscheiden, is echter niet alleen d a t , bijzonder in Duitschland, die emissien voornamelijk ondernomen zijn door de banken, maar vooral ook dat, ~n in Duitschland ~n elders, daartoe door de emittenten consortiums of syndicaten in het leven wecden geroepen. Er hebben zich combinaties van banken en bankiers gevormd ten einde, zoodra her betreft het verrichten eener emissie, samen te werken.

Deze samenwerking heeft telkens slechts eene bepaalde zaak tot onderwerp. Er worden daartoe geen blijvende associaties aangegaan. Maar veelal bestaat er toch een uit- drukkelijke overeenkomst, soms evenwel ook slechts een

ECON. 1891. 52

(18)

766

minder fi)rmeele verstandhouding, om wanneer er sprake is van eene emissie, deze voor gezamenlijke rekening te doen. Een of enkele der deelhebbers zijn dan belast met het voeren der onderhandelingen met de regeering, welker leening moet worden uitgegeven, of met de par- ticuliere belanghebbenden bij eene nijverheidsonderneming, die in den vorm van een naamlooze vennootschap aan de markt te brengen is. En is de zaak met de geldzoe- kende partij afgedaan, zoo treden op nieuw slechts enkele der deelhebbers in het consortium daarmee voor het publiek, al worden, in her geval d a t e r een openbare inschrijving plaats ],celt, ook meerdere kantoren t o t h e t in ontvangst n e m e n der inschrijvingen aangewezen; maar de plaatsing, hetzij dan op deze wijze of door verkoop aan de beurs, gesehiedt ook weder voor rekening van alle deelhebbers in her consortium. Zijn de te verkoopen tondsen geheel aan her publiek geplaatst, zoo volgt de afi'ekening en ontvangen de participanten in het consor- tium ieder h u n aandeel in de w i n s t , veelal eehter na aftrek van een provisie die de leiders zich voor h u n n e bemoeiingen hebben voorbehouden. W o r d e n de fondsen niet da.delijk bij de eerste aanbieding door de beurs op- g e n o m e n , alsdan volgt ook nog wel eens eene verlenging van bet c o n s o r t i u m , dat altijd voor een bepaalden tijd wordt aangegaan. Eventueel m o e t e n ten slotte de parti- cipanten, ieder voor zijn aandeel, de vast genomen en on- verkocht gebleven stukken in ontvangst nemen.

I n de meeste gevallen is e r o o k nog onderseheid tusschen verschillende der participanten in her consortium. Boven- aan staan de g r o o t e banken of bankiers - - w a n t naast de b a n k e n staan ook veelal particuliere bankiers-firma's - - die ieder voor zich op de zaak hadden k u n n e n reflec- teeren. En waar her betreft operatien van internationalen aard of die althans voor meer dan eerie der europeesche m a r k t e n bestemd zijn, daar vindt m e n in deze categorie der participanten de onderscheidene beurzen, die voor

(19)

767

de zaak in aanmerking k o m e n , vertegenwoordigd. Dan volgt een tweede reeks van participanten, banken en bankiers die in hoofdzank dezelide soorten van zaken doen en rlie m e t de hun bevriende bank of bankier uit de eerste categorie gewoon]ijk samengaan. En" einde]ijk k o m t nog een derde reeks, eigenlijk onder-participanten.

Deze wordt gevormd door de kleinere banken en ban- kiers, die meestentijds geen eigen emissiezaken doen en voornamelijk den commissie-handel in fondsen drijven;

wat ten onzent zijn de groote commissionairs in fondsen.

Zij zijn dikwijls alleen onder-participanten van een der eigenl~jke participanten; maar 't komt ook voor dat deze participatien gezamenlijk behandeld worden door den leider van her consortium of namens h e m , hiertoe dan afgestaan zijnde door her consortium in zijn gehee].

De beweegreden der vorming van de bedoelde consor- tiums is een tweeledige.

Ten eerste bedoelt m e n op die wijze een kapitaalskracht bijeen te krijgen gelijk ook de grootste banken of ban- kiers, alleen s t a a n d , niet bezitten. Daardoor verkrijgt men de m a c h t om zelt~ de aanzienlijkste staatsleeningen vast over te n e m e n , en juist in die vaste .overname bestaat voor den geldnemer de groote aantrekkelijkheid der operatie. Hij zal zich uit den aard der zaak een grooter opoffering moeten getroosten, wanneer de emit- tent niet alleen zijn naam en zijn arbeid geeft om her uit te geven ibnds te plaatsen, maar begint m e t bet voor eigen rekening over te nemen. Doch voor den geld- n e m e r is de operatie dan ook af'geloopen; hij zijnerzijds heeJt zekerheid zijn doel te hebben bereikt.

Ten tweede echter zijn die consortiums en de daarom- t r e n t bestaande overeenkomsten een krachtig middel o m , bij de onderhandelingen met den g e l d n e m e r , de onder- linge concurrentie der e m i t t e n t e n te voorkomen en daarna ook weder tegenover het publiek een zeer wenschelijke 66nheid te vormen.

(20)

768

Een gansch nieuw verschijnsel zijn intusschen deze consortiums of syndicaten niei.. Ook de oudere bankiers-.

huizen, zij die in vroegere jaren schier een feitelijk monopolie van de groote emissien h a d d e n , waren reeds verdeeld in groepen waarvan de leden meer of min vaste eombinatien vormden, goornamelijk eehter waren dit sleehts eombinatien van de bankiers van versehillende plaatsen voor internationah; operatien. Maar toeh had ieder bankier ook ter plaatse zelve bevriende firma's, die bij dergelijke zaken medewerkers waren.

Dan wat ook hiervan zij, ontegenzeg!ijk heeft bet eonsortiale samenwerken van banken en bankiers in de latere jaren een omvang g e n o m e n en een beteekenis verkregen als stellig in die mate vroeger niet bestonden.

Het is een gevolg van de vestiging der banken die zieh het emissiebedrijf ten doel hebben gesteld. En h e t h a n g t samen m e t de uitbreiding van het emissiebedrijf, zieh openbarende, ten eenre, in h e t voor bankiersrekening overnemen der publieke leeningen, ten andre, in hat zich belasten m e t de stiehting en uitbrenging van nijver- heidsondernemingen van allerlei aard.

Nevens Duitsehland is her voornamelijk Frankrijk waar m e n onderseheidena banken of krediet-instellingen een belangrijk deel heert zien verkrijgen in het emissie-

bedrijf.

Hat eerste Cr6dit Mobilier was er een gepriviligeerde instelling, die een tijd lang als naamlooze vennootschap alleen stond in den gekozen werkkring. Maar reeds sedert geruimen tijd is de toestand dienaangaande gewijzigd, gelijk ook de wetgeving welke daartoe aanleiding gal. En de tegenwoordige groote fransche krediet-instellingen, het Comptoir d ' E s e o m p t e , ook zelfs na de transformatie die door den val van her oude Comptoir werd veroorzaakt, het Crgdit Lyonnais, de Socigt6 Ggngra_le, de Banque d ' E s c o m p t e , om er m a a r eenige van de voornaamste te n o e m e n , zijn meer o f rain ravens effecten- en emissie-

(21)

7 6 9

banken i) Zelfs bet Credit Foncier treedt nu en dan ats zoodanig op. En ook hier vindt men bet syndicaatsgewijze optreden dezer verschillende ins{ellingen. u staan veelal naast of achter die banken, een aantal particuliere bankiers. Meest allen dezer toch, zijn nauw met een of andere, sores met verscheidene, van de banken verbonden en hebben ook wel in het bestuur zitting. En terwijl bij de openbare emissien meestentijds alleen de banken naar buiten optreden, zijn die bankiers zelven veelal evenzeer of nog meet bij de zaken g~interesseerd.

In Engeland daarentegen zijn de emissie-zaken hoofd- zakelijk in handen gebleven van de groote particuliere bankiers daar ter plaatse, of laat ons liever zeggen van de ((financfi~l merchanis.)) W a n t de eigenlijke banken en ((private-bankei's)) aldaar zijn onze deposito-banken en kassiers-instellingen, en de amalgam.atie van deposito- en effectenbank, gelijk wij die in Duitschland en Frankrijk vinden, is in Engeland onbekend. Maar wel zijn ook de cousortiums en syndicaten bij emissiezaken in Engeland, althans in den lateren tijd, zeer inheemsch geworden en vooral is dit bet geval met het participatien-stelsel.

u zijn aan de Londensche markt in de laatste jaren een soort financieele instellingen in het leven getreden, die op bet continent van Europa - - gelijk {k hierboven reeds zeide - - niet, of ten minste nict dan bij uitzondering, gevonden worden. Het zijn de zoogenaamde Investment Trust corporations.

Alleen de oude, door Koning Willem I opgerichte, Belgische Soci~t4 G6n4rale, de reeds voor eenige jaren te Frankfort opgerichte ((Eisenbahn Renten-Bank)) e n de in den lateren tijd ie Gen~ve gestichte ccBanque des Fonds d'Etats)) en de Berlijnsehe ((Deutsch-amerikanische Treuhand Gesellschait,)) hebben met deze engelsche T r u s t maatschappijen groote overeenkomst; voorts de ten on-

l) Dc Banque de Paris e~ des Pays-Bas, die de voornaams~e is der fransohe emissie-baaken, is geen eigenlijke kredie~-ins~elling.

(22)

770

zent bestaande ((Vereenigingen van Gemeenschappelijk bezit van Amerikaansche fondsen)).

Naar hun aard en het eigenlijke doel waarmee ze in het leven zijn geroepen, dat althans op den voorgrond werd geplaatst, zijn de bedoelde engelsclie instellingen, gelijk ook de genoemde continentale maatschappijen,de verwezenlijking van bet programmu van de Pereires bij de oprichting van her Crb.dit Mobilier, waarop ik hier- boven gewezen heb. De Trust-maatschappijen zijn houdel's van staatsfondsen en aande,.qen of obligation in particu- liere spoorweg- en andere nijverheids-onderncmingen, en daartegen zijn haar eigen aundeelen en obligatien aan her publiek uitgegeven.

Dit onderscheidt ze echter van de door de Pereires ontworpen maar niet tot uitvoering gebrachte stichting, dat her maatschappijen zijn ieder met een kapitaal van ten hoogste enkele millioenen ponden sterling, meesten- tijds zelfs van niet meet dan eenige honderdduizendeu ponden, en die in den regel zich een speciale categorie van fondsen hebben uitgezocht, terwijl de Pereires be- oogden 6~n algemeen i bnds uit te geven tegen de dool' bet Cr6dit Mobiliel te koopen effecten van de grootste verscheidenheid, ~4n fonds waardoor voor de kapitalisten een soort van algemeene onderlinge verzekerings-maat- schappij tegen de risicos van her particulier fondsenbezit ware gevormd.

Voorts hebben de engelsche Trust-maatschappijen zich ook niet geheel aan haar eigen programma gehouden, velen althans, daar zij in de praktijk op den voorgrond hebben geplaatst her deelnemen bij wijze van participatie aan nieuwe emissi6n, niet om die nieuw uitgegeven wordende fondsen te h o u d e n , maar ore, zoo mogelijk, op die wijze agios te verdienen en daardoor h u n n e inkom- sten te vermeerderen.

In niet geringe mate hebben dan ook deze Trust-maat- schappijen in de allevlaatste jaren aan de Londensche

(23)

7 7 1

markt meegewerkt om ook aldaar aan bet emissie-bedrijf groote levendigheid en omvang te geven. Naast de Barings, Murriettas, Morton Roses, c. s. zijn zij echter een onder- geschikte rol blijven spelen.

Het totaal van de emission aan de Londensche markt, waarbij nieuw kapitaal werd gevraagd, is in de laatste jaren geweest als volgt: ')

1 8 8 7 . 1 8 8 8 . 1 8 8 9 . 1 8 9 0 .

P o n d e n s t e r l i n g .

I ste T r i m e s t e r 2 8 . 5 9 9 . 0 0 0 3 4 . 6 9 1 . 0 0 0 5 6 . 8 4 6 . 0 0 0 3 0 . 2 4 3 . 0 0 0 2 , 3 5 . 5 3 5 . 0 0 0 7 4 . 9 5 5 0 0 0 4 9 . 8 6 6 . 0 0 0 5 9 5 1 0 . 0 0 0 3 , 1 6 . 0 5 9 . 0 0 0 2 2 . 9 5 1 . 0 0 0 34 5 2 6 . 0 0 0 3 9 . 1 0 3 0 0 0 4 , 1 7 . 8 7 3 . 0 0 0 2 7 . 5 7 0 . 0 0 0 4 8 . 1 9 8 . 0 0 0 1 3 . 7 0 9 . 0 0 0 9 8 . 0 6 6 0 0 0 1 6 0 . 1 6 7 . 0 0 0 1 8 9 . 4 3 6 . 0 0 0 1 4 2 . 5 6 5 . 0 0 0

In bet geheel liepen de emission en de daarop opge- w'aagde stortingen in (lie jaren aldaar over de volgende sommen :

EMISSIEN STORTINGEN

in Engeland in Engeland.

alleen on elders

1887 9 6 . 7 7 0 l ~ 439 1888 1 4 0 . 7 5 8 1 9 . 4 9 7 1889 1 7 8 . 9 3 0 2 8 . 1 0 7 1890 1 2 5 . 8 9 8 1 6 . 6 6 7

To$aM alleen en elders Totaal.

D u i z e n d b a l l e n . P u n d e n s ~ e r l i n g .

1 1 1 . 2 0 9 84.161 9.507 9 3 . 6 6 8 1 6 0 . 2 5 5 1 2 5 . 8 6 4 1 1 . 3 8 8 1 3 7 . 2 5 2 2O7.037 1 5 2 . 0 1 2 15 792 1 6 7 . 8 0 4 142.565 120.717 20 290 141.007

Het aantal der engelsche Trust-maatschappijen was op

~1 Januari 13. 44, met een .~,~ezamenlijk kapitaal in prete- rente en gewone aandeelen en obligation (debentures)van 58.t96.505 pd. st. 2)

Het groote voordeel van de tegenwoordige behandeling der emissie-zaken, hetzij dan dat her betrett de plaatsing eener staats- of gemeenteleening of het aan de m a r k t brengen van de aandeelen of de obligation eerier parti- culiere onderneming, is voor den g e l d n e m e r - reeds

l) Overgenomen ui~ Tile Ecouomis~ Commeroial History of 1890.

~) The Invest,,r's M,,n~hly Manual 31 January 1891.

(24)

772

werd er hierboven met een enkel woord op gewezen dat hij bij de afsluiting der zaak, wat zijne belangen betreft, dadelijk zekerheid heeft voor het welslagen der operatie. Eu hierin is voor den eigenlijken geldgever, voor den kapitalist, die op de zaak in wenscht te gaan, in zekere mate ook wel" degelijk een voordeel gelegen.

Geldt het een publieke leening, hij is er niet nan bloot gesteld, dat deze ten deele ongeplaatst blijft en dien- tengevolge bet restant allicht na eenigen tijd tot lageren koers wordt aangeboden. En betreft bet een particulierc onderneming, zoo ontgaat hij het gevaar dat, slechts een deel van bet verlangde kapitaal gevonden zijnde, de zaak mogelijk met onvoldoende middelen wordt aan- gevangen.

De voordeelen van de tusschenkomst van den emitee- renden bankier of bank zijn echter voor den geldnemer niet alleen het gezegde."

W a t aangaat staatsleeningen~ zoo zijn alleen de staten, die een zeer groot krediet genieten en daarbij verzekerd zijn voor de uit te geven leening plaatsing te vinden in het binnenland, bij machte zich rechtstreeks tot het publiek te wenden en zelfstandig een openbare inschrijving open te stellen. Waar daarentegen een leening, om kans van slagen te hebben~ ook op vreemde markten dient aangeboden te worden, daar is de tusschenkomst van bankiers onvermijdelijk. Staten, die financieel op den tweeden of derden rang staan, kunnen bovendien die bankiershulp niet missen, omdat daarin voor het publiek sen zekere waarborg is gelegen dat bekwame financiers zich van de krediet-waardigheid van het land zullen overtuigd hebben; alsmede omdat bet type en de ver- schillende voorwaarden der leening, alsook her geschikte oogenblik van het ann de markt brengen, geregeld moeten worden naar de behoeften en luimen der beurs, waarmee men in bankkringen gewoonlijk beter bekend is dan ann de regeeringsbureaux. Tr0uwens bij dergelijke staten

(25)

773

gaat ook menigmaal aan het uitgeven der leening reeds het aangaan van vlottende schuld vooraf en dit juist bij de emmissiebanken of bankiers, die dau aan deze geld- schieting veelal de voorwaarde verbin, len van een optie op de later te volgen leening.

En eindelijk kan er, zelfs voor de staten die een allereerst krediet genieten en die uitsluitend op de binnen- landsehe m a r k t een beroep te doen h e b b e n , nog een voordeel verbonden zijn aan de bankiers-bemiddeling.

Het zal namelijk zelden te verwachten zijn, dat een nieuwe leening op eens geheel voor vaste geldbelegging genomen wordt; er dient dus gewoonlijk wel een deel tijdelijk bij de handela~rs in fondsen onder gebracht te w o r d e n , en om di~ uitvoerbaar te maken moet dan de inschrijvingskoevs betrekkel[jk laag worden gesteld. Welnu, zeer wel mogelijk zijn de banken of bankiers, mits de leening geheel in hun handen worde gesteld, tot die overname op gunstiger voorwaarden te vinden dan van het groove publiek verwacht k u n n e n worden. Ook weet m e n nooit of er niet speculanten zijn die, om een of andere reden, bij de uitschrijving eener openbare leening trachten zullen de koersen der bestaande staatsfondsen te d r u k k e n ; en ter bestrijding van dergelijke handelingen zijn de bankiers reel beter in staat dan een minister van. financien. Kan deze dan zich die hulp zonder te groote opofferingen verzekeren, zoo is dit voor den staat niet onvoordeelig.

Ten opziehte van c o n v e r s i e n - een categorie van ope- ratien die in de laatste ]aren bij de duitsche emissie- b a n k e n een hoofdonderwerp van bemoeiing heeft uitge- maakt - - geldt over her geheel wat reeds o m t r e n t staats- leeningen is gezegd. En zijn her eonversien van provin- ciale of g e m e e n t e - l e e n i n g e n , zoo is nog op te m e r k e n , dat terwijl voor dergelijke fondsen de nemers in den regel in een beperkten kring gevonden w o r d e n , er geen beter middel is om in wijder kring daarop de aandacht

(26)

774

te vestigeu dan do tusschenkomst van banken ofbankiers.

Verder zal de medewerking van dozen te meer beteeke- nis hebben, naarmate de conversie niet ge~cht kan worden van zelve te zullen slagen en de n a t u u r meer of rain geholpen moet worden.

Eindelijk, wat aangaat het uitbrengen van de aaudeelen of obligation van particuliere o n d e r n e m i n g e n , zoo vinden wij daarbij ook weder de fondsen die op meet dan eerie m a r k t of ook slechts alleen op eerie buitenlandsche m a r l d moeten worden aangeboden. In deze gevallen is de bankiersbemiddeling onvermijdelijk. In verband met de geschiedenis der fondsenmarkten in de laatste i a r e n ,

moeten thans evenwel meer de binnenlandsche nijver- heids-ondcrnemingen de aandacht trekken; de particuliele o n d e r n e m i n g e n , die, hetzlj dan als nieuwe stichting oi als omzetting van een bijzondere onderneming in een naamloozc vennootschap, ann de hours werden gebracht.

Het voordeel der bankiers-tusschenkomst hierbij is twee- ledig. Hot bestaat in de medewerking van deft bankier of de bank bij de financieele organisatie der o n d e r n e m m g in ]~aar nieuwen v o r m , en in de uitbrenging nan de bears door haar bekende personen of instellingen.

I u t u s s c h e n , overweegt men wel wnarin in de besproken gevallen de tusschenkomst van banken o[ bankiers be- staat, dan ligt de gevolgtrekking voor de h a n d , dat het niet noodig ware die tusschenkomst tot stand te br~ngen door overname voor eigen rekening der uit te brengen fondsen. Ook waar hot bankiershuis de zaak slechts in commissie waarneemt, zou het dezelfde diensten k u n n e n bewijzen, en van zelf had de eigenlijke b~langhebbende zich dan slechts mindere opofferingen te getroosten.

Doch bier komen wij nu juist op her h o o f d p u n t - (le schrijvers, die ons door h u n geschril*en hebben ingeleid in de geheimenissen der financieele wereld, wijzen er allen uitdrukkelijk op - - door de overname van de uit te brengen fondsen door her bankiershuis voor eigen

(27)

7 7 5

r e k e n i n g , en alleen daardoor, wordt verkregen dat dit zijn belang geheel en al vereenzelvigt met dat van de maatschappij of van den S t a a t , welker aandeelen en obligation of leening aan het publiek te plaatsen zijn (~).

De vraag, w a a r m e d e wij ons thans hebben bezig te h o u d e n , is de volgende: welke de invloed op den gang van zaken is geweest van het optreden der emissie- b a n k e n en van de door hen in hot leven geroepen con- sortiums of s y n d i c a t e n ? Hierbij is twee~rlei te onder- scheiden, de invloed op de positie d e r b a n k e n zelven en die naar buiten.

Men vindt bij de Duitsche schrijvers, die hot onderwerp hebben behandeld eml vooral bij Sattler, een uitvoerig betoog om aan te t o o n e n , dat hot emissie-bedrijf en m e e r bepaaldelijk hot o v e r n e m e n voor eigen r e k e n i n g van leeningen en andere tbndsen met hot doel om die weder aan het publiek over te plaatsen, niet tot den w e r k k r i n g vail een krediet-instelling behoort.

K r e d i e t b a n k e n - - hierop k o m t in ' t k o r t hot betoog neder - - zijn instellingen die krediet n e m e n en krediet geven, t)e Duitschers hebben in aansluiting aan die onderscheiding do t e r m e n ((Passivgeschiit~e~) en ((Aktiv- gesch/gte)) voor de verschillende w e r k z a a m h e d e n dezer banken. Deze staan tusschen hen die door h u n n e middelen bij m a c h t e zijn krediet te geven en degenen die krediet verlangen. Hunne. t u s s c h e n k o m s t heett ten doel de k r e - dietbeweging te bevordelen. Maar fondsen te koopen om die weder te verkoopen, is niet krediet geven en krediet n e m e n , 't is niet hot zich plaatsen t u s s c h e n k r e d i e t n e m e r en kredietgever. En vooraI is dit niet hot geval waar hot b e t r e i t hot aan- en verkoopen van aandeelen in nijverheids- of handelsondernemingen. W a n n e e r een bank dit doet, wordt zijzelve tijdelijk de o n d e r n e m e r e n b l i j l t

(1) Zie b. v. Lo~z bl. 8. Sat~ler bl. 21 ell voor~l Wer~heim bl. 7 - - 8 .

(28)

776

dit totdat zij haar deel in de zaak weder aan anderen heeit overgedragen.

Dc redeneering mogc wetenschappelijk volkomen juist zijn, ze is tuch -- d u n k t mij -- niet vrij van subtiliteit.

Altlmns waar hot betret~ het koopen en wederum ver- koopen van staats- of andere ubligati~n, kan wel degelijk gesproken worden van een bemiddelend uptreden tusschen kredietnemer en krcdietgever, en tusschcn deze handeling en die tier bank, wanneer zij tijdelijk aandeelen n e e m t in eene nijverheids-onderneming, bestaat toch ook wcl eenige analogie.

Doch aan de kredietinstelling, die aan de gewone tot haren werkkring behuurende operation hot emissiebedrijf verbindt, is m.i. een ernstiger verwijt te maken dan dat van haar wetenschappelijk misdrij{. Hot is namelijk dat zij handelingen verricht, die in strijd zij'n met de be- ginselen waaraan ieder kredietbank, met her oc,g up hare verplichtingen tegenover de kredietgevers, zich met unver- biddelijke gestrengheid moet houden.

Tegenuver bet nemen van krediet up korten t e r m i j n , als duor een kredietbank gcschiedt, mag niet staan het kredietgeven up langen of unbepaalden termijn en hot kredietgeven op vuorwaarden waaraan, uit den aard der zaak, volkomen unzekere en groote risicos verbonden zijn.

Dat een bank uf kredietinstolling een deel, of zelis het geheel, van haar eigen maatschappelijk kapitaal belegt in iondsen van beproefde soliditeit en die een vaste e n aan weinig fluctuatien onderhevige beurswaarde hebben, is - - hierop lette men wel ~ een geheel andere zaak dan war hier besproken wordt, en door de duitsc|m schrijvers wordt daarop ook met nadruk gewezen De engelsche banken, die zou streng zijn op de theorie der beperking van haar werkkring, gaan zelfs zoover van er geen bezwaar in te vinden om in dergelijke waarden meer dan het geheele maatschappelijke kapitaal te beleggen. Meet nog dan door een andere bank is, als b e k e n d , dit stelsel in

(29)

7 7 7

praktijk gebracht door de Bank of England zelve. De mate waarin die beleggingen kunnen geschieden, hangt trouwens nauw samen met plaatselijke ornstandigheden en gc~bruiken. ')

Maar tusschen zoodanige beleggingen en het opnemen van nieuwe fondsen, om die weder met winst te verkoopen, bestaat een hemelsbreed verschil. De kundigste bankier kan te voren nooit zekerheid h e b b e n , dat de door hem voorgenomen emissie in werkelijkbeid slagen zal. Hij is dus blootgeste]d aan bet gevaar met fondsen te blijven zitten, waarvan het niet zijne bedoeling was houder te w o m e n en welker verkoop onder zulke omstandigheden groot verlies zou geven, zoo al niet geheel onuilvoerbaar zou blijken. Of wat ook nog mogelijk is, hij loopt de karts die voor eigen rekening te moeten opnemen, waar hij gemeend had zelf voor de betaling niet te zorgen te hebben; want niet altijd begint de e m i t t e n t met nog v66r de publieke emissie te betalen. Aan dergelijke kansen nu mag de bankier of de financieele instelling zich bloot stellen, die met eigen en vaste middelen opereert; maar niet de bank voor wie kredielnemen een deel is van haar bedrijf, die haar kracht vindt juist ook in het opereeren met kredietmiddelen en die, al zoude zij voor ieder h a t e r onderscheidene operatien slechts een deel harer middelen beschikbaar stellen, toch door hare emissiezaken zich blootstelt aan altijd gevaarlijke besprekingen van hare kredietwaardigheid.

E n er is meer. Althans wat betreft de duitsche emia- siebanken, vindt m e n dat deze ook hare eigenlijke krediet- operatien en dikwijls in niet geringe mate, dienstbaar hebben gemaakt aan her emissiebedrijf.

I m m e r s onder deze operatien behoort het verstrekken van tijdelijke voorschotten op iondser~, het geven van

1) Do lezere van The Economist hebben in dit b l a d l a a t s f ~ e l i j k , w e k e n lang, e e n z e e r belangrijke polemiek kunnen vol~en over he~ verkieselijke van pl~ma- fundsen ~,f discon%os als banking--seom~ies.

(30)

778

geld op heleening of prolonga~ie, of, als in her b u i t e n | a n d de gewone vorm is: het koopen van tbndsen ~ contant en weder-verko~p,n op tijd: het Reportgeschfiit. W e l n u

-- aldus laat b. v. Sattler zich u i t - - r Reportgeschfift is een krediet-operatie en de effectenbanken als report- banken zijn kredietbanke,,. Maar het fteportgesch~ift w o r d t door de effectenbanken niet om de zaak zelve gedreven, bet dient integendeel hoofdzakelijk ter ondersteuning van haar eigen effecten-bedrijf, het is als hulpmiddel dat zij het gebruikon in hare hoedanigheid van handels- iastelling. ( ' )

Op twee~rlei wijze zijn deze operatien van n u t voor de emmissie-banken. Her is een u i t m u n t e n d middel om haar voeling te doen houden m e t de beurs. Maar vooral kan door vrijgevigheid i n het geldverstrekken op fond- sen het op speculatie aunkoopen van deze sterk bevorderd worden.

De duitsche emissiebanken hebben inderdaad groote virtiuositeit t e n toon gespreid in de wijze waarop zij van dit hulpmiddel gebruik hcbben gemaakt. Er is een soort ~van inschrijvers op, of kooper s van nieuw uitge- bracht wordende fondsen, die dikwijls zeer hinderlijk zijn voor de emittenten. Het zijn degenen die, er op rekenende dat de e m i t t e n t wel zorgen zal den koers r u n het nieuwe ibnds aanvankelijk war op te drijven, zich steeds beijveren onder de eerste opnemers te zijn nm bij de eerste rijzing weder te verkoopen. W e l n u , niet voor dezen maar voor zich zelf bedoelt de e m i t t e n t d e n k o e r s op te drijven~ en zijn zoeken is daarom eerste opnemers te vinden, die niet aanstonds weder aan de m a r k t komen.

Ten einde hierin te slagen w o r d t dan een voorkeur ge- geven aan wie zich verbinden he~ ibnds gedurende eeni- gen tijd, b. v. twee o f drie m a a n d e n , te behouden en het zoo lang bi~ den e m i t t e n t zelf in depot te iaten. Ook

I) Sattler bl. 5~.

(31)

7 7 9

deze koopers zijn wel te vinden, maar zij moeten dan voor ilet grootste deel van de koopsom voorschot erlangen.

Hier komt nu her Report-geschfiit of her gewone in beleening nemen der fondsen tusschenbeide.

En ook hog tot een andere operatie ter bevordering van bet op speculatic koopen van fondsen ;Jan de gewone geldschieting, hebben de duitsche emissiebanken haar toevlucht genomen. Om de beleeningen en reports niet te hoog te doen oploopen, verleenen zij ook tegen depot van fbndsen krediet door hunne accepten.

De verhooging der rekeningen van Voorschotten en Accepten bij de duitsche banken in de jaren t888 en t889 levert bet bewijs, hoezeer inderdaad van de genoemde hulpmiddelen werd gebruik gemaakt ter bevordering der emissie-zaken.

Ik laat hier eenige cijfers volgen waaruit het blijken zal(') Per 34 December 4890 telde men in Duitschland in bet geheel 93 kredietbanken.

Bij dezen, alh,n te zamen genomen, hebben in de laatste jaren per Ult. December de rekeningen Credi- teuren en Deposito's de volgende bewegingen vertoond.

Cre~euren. D~osi~os. ~e zamen.

In m~oen~a~en mm'ken.

188~ 697 272 969

1888 815 303 1118

1889 10Zl 371 1392

1890 883 403 1286

In deze cijiers waren begrepen de 48 te Berlijn ge- vestigde banken voor

in 1889 612 131 743

1890 511 138 649

Voorts stonden naast Crediteuren en Deposito's voor de volgende bedragen Accepten:

') Deze oijfers zion on~leend san de Deu~sohe Oekonomis~.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nee, we zijn met een uitvoeringsprogramma bezig en voeren klimaatadaptieve maatregelen in bestaande projecten uit om in 2050 klimaatbestendig te zijn.. Zo maken we

- Draagvlak voor moties en amendementen: Wanneer fracties tijdens de vergadering verrast worden door een motie of amendement, is de kans vaak kleiner dat zij deze zullen steunen,

Voorgesteld wordt om de huidige inhoud van artikel 2.12 van de Jeugdwet, welk artikel kort gezegd bepaalt dat gemeenten in geval van inkoop of subsidiëring van jeugdzorg

Zoals bekend zal voor de lange termijn nog meer nodig zijn (na 2030) om de doelen van het Klimaatakkoord te halen.. Andere technieken kunnen dan ook een bijdrage leveren aan de opwek

Omdat banken en verzekeraars hiervoor reeds dossiers hadden aangeleverd volgens een door de AFM bepaalde methode, zijn voor dit onderzoek 17 dossiers aanvullend beoordeeld conform de

Daarom vragen wij u ook om dit voorafgaand aan het vergaderen goed door te nemen en de richtlijnen zoveel als mogelijk op te volgen!. Dit zorgt ervoor dat de raadsvergadering zo

Dus de vrijdag voorafgaand aan de raad aankondigen over welk ingekomen stuk u wilt spreken; DIT GELDT NIET VOOR DEZE VERGADERING MAAR VOOR DE VOLGENDE RAADSVERGADERING (23 april)..

Het is een uitdaging om in het proces van een visie naar een concreet ontwerp enerzijds vast te houden aan de uitgangspunten en anderzijds recht te doen aan de belangen die op