• No results found

DE NOORDZEEKANAAL- AMSTERDAM -RUNKANAALBOEZEM JAARVERSLAG 1979

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE NOORDZEEKANAAL- AMSTERDAM -RUNKANAALBOEZEM JAARVERSLAG 1979"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RWS A N

[E3]Bili W

L NO

R tJKS WATERSTAAT DIREKTIE NOORD- HOLLAND

AFD. WATERHUISHOUDING DEPENDANCE UMUIDEN

DE NOORDZEEKANAAL-

AMSTERDAM -RUNKANAALBOEZEM JAARVERSLAG 1979

RAPPORT WD'J 80.03

(2)
(3)

INHOUD

1. Samenvatting.

2, Inleiding.

3.

Spul-, maal- en inlaatregeling.

Lf De waterbeweging op de Noordzeekanaal- Amsterdam-Rijnkanaalboezem in

1979.

5.

Doorspoeling Narkerrneer.

2

't

BIJLAGEN

Afwatering op de Noordzeekanaal-Arnsterdam-Rijnkanaalboezem (zomersjtuatie).

Chioridegehalte IJsselmeer ten noorden en ten zuiden van de dijk Enkhuizen-Lelystad vanaf januari

1965

t/m mei

1980.

(4)
(5)

-1-

Samenvatting.

Deze nota bevat het jaarverslag over 1979 van de Noordzeekanaal- Amsterdam-Rijnkanaalboezem en van het doorspoelen van het Marker- meer.

De spui-, maal- en inlaatregeling van IJmuiden. Schellingwoude en Muiden is t.o.v. 1978 niet gewijzigd.

De gemiddelde afvoer te IJmuiden is t.o.v.

1978

toegenomen met 10 m3/s tot 124 m3/s. Het gemiddelde maaldebiet te IJmuiden en het gemiddelde inlaatdebiet te Schellingwoude zijn met + resp.

5

m3/s t.o.v. 1978 toegenomen tot

39

m3/s resp*

43 rn3/s.

Het verbruik van het gemaal IJmuiden was in 1979

5.37

miljoen

kwh.

(in 1978 4,86

miljoen kwh.) De pompkosten van het gemaal te IJmuiden t.b.v. het doorspoelen van het Markermeer

(/ 996.00 9

)

zijn hoger dan in

1978 (f 875.000,=).

Inleiding.

In deze nota wordt een overzicht gegeven van de Noordzeekanaal- Amsterdam-Rijnkanaalboezem over het jaar 1979. Tevens wordt in deze nota het doorspoelen van het Markermeer in 1979 besproken.

In de nota's WDIJ

78.13

en WDIJ

79.05

zijn de resultaten van doorspoeling van het Markermeer over

1977

en 1978 weergegeven.

Op bijlage 1 is een overzicht gegeven van het gebied, dat in de zomersituatie direct of indirect op de boezem van het Noordzee- kanaal-Amsterdam-Rijnkanaal afwatert. In de wintersituatie vindt de afwatering van het Markermeer en IJmeer deels plaats via het IJsselmeer.

Onder normale omstandigheden liggen de stadsboezem van Amsterdam, het gebied van Amstelland en de Vecht gemeen met de boezem van het Noordz e ekanaal-Amst erdam-Ri jnkanaal.

De totale oppervlakte van het gebied dat op de boezem afwatert is ca. 200.000 ha; de totale oppervlakte van de boezem is ca. 4.000 ha.

Spui-, maal- en inlaatregeling.

Ten opzichte van 1978 zijn in de spui- en maalregeling in IJmuiden geen wijzigingen aangebracht.

Het gemiddelde peil van het Noordzeekanaal is ca. NAP -0,O m.

(6)
(7)

-2-

Afhankelijk van een aantal factoren zoals neerslag, wind en het tijdstip t.o.v. laagwater varieert het peil rond deze waarde.

De inlaatregeling te Schellingwoude is identiek aan die in

1979

en aan die gedurende het grootste deel van 1978. Gedu- rende het gehele jaar wordt vanaf het Markermeer zoveel mo- gelijk water op het Noordzeekanaal ingelaten. In de zomer is de hoeveelheid water groter dan in de winter, daar het ver- val te Schellingwoude dan groter is dan 's winters.

Afhankelijk van de prognose betreffende aan- en afvoer van water naar de boezem wordt deze inlaat tijdelijk gestaakt.

Ook de inlaatregeling te Muiden is ten opzichte van 1978 niet gewijzigd. In de zomerperiode (april t/in september) wordt de gehele dag, in de winterperiode alleen 's nachts ingelaten.

Bij een peilverschil groter dan

45

cm wordt niet ingelaten.

k.

De waterbeweging op de Noordzeekanaal-Amsterdam-Rijnkanaal- boezem in

1979.

In tabel 1 is een overzicht gegeven van de gemiddelde maande- lijkse aan- en afvoeren naar en van de Noordzeekanaalboezem, evenals de jaargemiddelden van deze gegevens. Het debiet van het Amsterdam-Rijnkanaal wordt m.b.v. een akoestische debiet- meter bepaald, die geplaatst is bij kin

7.5

van het Amsterdam- Rijnkanaal.

De eerste

3

maanden van 1979 heeft deze debietmeter niet gewerkt.

Voor de overige

9

maanden was de post 'overige' gemiddeld

13

m3

/s.

De post "overige" bevat enerzijds onnauwkeurigheden in de regi- straties en anderzijds de aanvoer van gebieden, waarvan geen hoeveelheden bekend zijn (o.a. Amstelland).

De gemiddelde afvoer te IJmuiden over 1979

was 124

m3/s. Dit is t.o.v.

1978

een toename met 10 m3/s. Het gemiddelde maal- debiet is t.o.v. 1978 met

k m3

/s toegenomen tot

39

rn3/s.

Het gemiddelde inlaatdebiet te Schellingwoude was

43

m3/s

(1978: 38

m3/5).

(8)
(9)

Gemiddelde maandelijkse aan- en afvoerdebieten Noordzeekanaalboezeni in 1979*

afvoer in m3/s aanvoer in m3/s

maand IJmuiden

iJS Rijnland Schellingwoude Zeeburg ARK overige spuien malen totaal

januari 77 31 io8 5 7 45 10 onbekend

-

februari 101+ 23 127 12 17 37 6 onbekend

-

maart 97 45 11+2 14 22 30 10 onbekend

april 109 23 132 9 8 57 11 29 18

mei 125 25 150 11 12 64 10 33 20

juni iii 1+6 157 ik 14 55 9 1+3 22

juli 89 43 132 ii 4 62 11 32 12

augustus 75 48 123 12 5 1+9 11 34 12

september 67 54 121 12 3 49 11 32 ik

oktober 75 21 96 ii

1+

39 11 26 5

november 43 48 91 13 15 15 9 35

1+

december 53 107 ik 22 18 4 43 6

jaargemiddelde 85 39 124 12 11 1+3 9 34" 13*

* Gemiddelde over 9 maanden j.v.m. defekt akoestische debietmeter.

TABEL 1

(10)
(11)

In tabel 2 is een overzicht gegeven van de gemiddelde jaarlijkse waterstanden van het Noordzeekanaal ter plaatse van het Binnen-IJ bij Schellingwoude van 1970 t/m

1979.

Deze gemiddelde waterstan- den worden bepaald door de dagelijkse waterstanden van

12

uur en 24 uur bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal waar- nemingen van het jaar.

TABEL 2

Gemiddelde jaarlijkse waterstanden op het Binnen-IJ van

1970

t/m

1979.

jaar

1970 11971 1972 119731

1974

1975 11976 1977 1978 1979

waterstand in

38 38 36 ko

42 1+2

39 38 38 38 cm

beneden NtP

Het gemiddelde peil over deze 10 jaar is NAP

-0.39

m. Uit deze tabel blijkt dat grote fluctuaties in het gemiddeld peil het af- gelopen decen.iium :iet zijn opgetreden.

5.

Doorspoelingarkermeer.

Doorspoeling vn het Markermeer vindt plaats

om

het zoutgehalte van het water o laag mogelijk te houden, daar dit water, onder andere t.b.v, landbouw, wordt ingelaten op de Schermerboezem.

Zonder doorspoe:len verzilt het Markermeer t.g.v. zout uitslag- water van de Flevopolders.

Het doorspoelen geschiedt door te Schellingwoude en te Muiden zoveel mogelijk water vanaf het Markermeer in te laten. Door de sluizen te Enkhuizen en Lelystad wordt in het zomerhalfjaar (zoet) water van het :rJelmeer op het Markermeer ingelaten. Het inlaten van water te Schellingwoude en Nuiden is het grootst in de zomer, daar dan het verval het meest is.

Het effekt van het doorspoelen (situatie t/m mei 1980)

is

weer- gegeven op bijlage 2. Hieruit blijkt dat het chioridegehalte,

(12)
(13)

-5-

na in de droge zomer van

1976

te zijn gestegen tot

300m/1

met

ce.. 100 mg/1 is teruggebracht tot ca. 200 mg/1 in 1979. In

1979

daalde het chioridegehalte met 30 mg/l.

In tabel

3

staan weergegeven het peil in centimeters beneden NAP

van het Noordzeekanaal en het Markermeer, de gemiddelde maandelijkse ee afvoerdebieten van het Markermeer naar Schermerboezem en via Schelling- woude en Muiden, de gemiddelde maandelijkse maaldebieten te IJmuiden en de gemiddelde maandelijkse maaldebieten te IJmuiden anders dan voor doorspoeling van het Markermeer, evenals de jaargemiddelden van deze cijfers. Onder het maaldebiet te IJmuiden anders dan voor doorspoeling van het Markermeer wordt verstaan het maaldebiet te IJmuiden, verminderd met de afvoerdebieten van het Markermeer via Schellingwoude en Muiden.

Het gemiddelde peil op het Noordzeekanaal en het Markermeer bedroeg resp. NAP

-0,38 m

en NAP

-0,26

m.

Het jaargemiddelde maaldebiet te IJmuiden anders dan voor door- spoeling van ho Markermeer is t.a.v.

1978

gelijk gebleven, n.l.

7

m3/s. Het ve:bruik van het gemaal IJmuiden was in

1979 5,37

miljoen kwh

(978 4,86

miljoen kwh).

De pompkosten van het gemaal bedroegen over

1979 f 1.213.600,--,

hetgeen een ve>hoging van ruim f 100.000,-- is t.a.v.

1978.

De pompkosten tb.v. het doorspoelen van het Markermeer over

1979:

( x f 1.213 600

9--

) f 996.000 9

--9 zijn eveneens hoger dan in

1978 ( f 875.000,--). 39

Het bij Schellingwoude ingelaten water wordt ook gebruikt om de verzilting van het Noordzeekanaal via de sluizen van IJmuiden te bestrijden. Het te Muiden ingelaten water dient eveneens voor doorspoeling van het noordelijk deel van de Vecht.

Naast het bovengenoemde inlaatregiem, dat in het bijzonder het doorspoelen van het Markermeer beoogt, wordt vanuit het Markermeer water ingelaten in de Schermerboezem en worden de grachten van Amsterdam iedere nacht m.b.v. het gemaal Zeeburg doorgespoeld met water van het Markermeer.

(14)
(15)

peil in cm afvoerdebiet Marker- afvoerdebiete3 gemaal

beneden NAP meer in m/s IJmuiden in m /8

maand NZK MM afvoerdebiet Markermeer Schelling- Muiden totaal Schelling- totaal anders dan vooi naar Schermerboezem in m3/s woude woude + Muiden doorspoelen

Markermeer

januari 40 26 0 45 0 45 31

-

februari +0 34 1

37

0

37

23

-

maart 38 29 k 30

4 34 14.5

11

april

40

25

5 57 4 61

23

-

mei 38 20 9 64

5 69 25 -

juni 36 16 12 55

5 60 46 -

juli 37

19

20

62 7 69 43 -

augustus 36 22

17 49 5

54

48 -

september 36 22 16

49 4 53

54 1

oktober 39 35 12

39 1 40 21 -

november 38 34 -2 15 0 15

48 33

december 37 32

-7 18 0 18 53 35

jaargemiddelde

7 43

3 46

39 7

TABEL

3.

Het peil in centimeters beneden NA? van het Noordzeekanaal en het Markermeer, de gemiddelde maandelijkse afvoerdebieten Markermeer naar Schermerboezem en via Schellingwoude en Muiden, de maaldebieten te IJmuiden en de maaldebieten te IJmuiden anders dan voor doorspoeling Markermeer in 1979.

(16)
(17)

---

VERKLARING

i t 25 km

AFWATERING DIREKT

EEEJ

INDINEKT (via jrreer) • GEMAAL

FffluTff1LlliI1

DEELS DIREKT DEELS INDIREKT ( vio ijmeer ) --- STROOMRICHTIN

AFWATERING OP DE NOORDZEEKANÂAL -

AMSTERDAM-RUNKANAALBOEZEM

BULAG E 1

(ZOMERSITUATIE) _____________________

R K S WA TE R STA A T

DIREKTIE NOORD- HOLLAND WD'J 80.03 Al 80.083

AFDE LING WATERHUISHOUDING - DEPENDANCE UMUIDEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toen daa.r nog mar twe of drie van die ou vlugtelinge was wat geil Hollans verstaan :pie, bet die Hollanse regering expres 'n krankbesoeker ver bulle

The aim of the study was to evaluate the general impact of the mining, manufacturing and finance sector investment on economic growth and employment and to determine whether the

It is, however, possible that a shaft could have a high demand reduction potential according to the new benchmarking model, but significant electricity cost savings can

Multiple stepwise linear regression was used to analyse the relationship between weight, as the dependent variable and age, time since injury, level of injury, level of

Very few patients with end-stage kidney disease in South Africa receive renal replacement treatment (RRT), despite the rapidly growing demand, because of resource

These doctors represent two groups, firstly those who have heard that specialist training in emergency medicine is now being offered in South Africa and are applying for

Wanneer concrete plannen aan dë orde zijn kan de project* econoom veelal niet waehten tot goede vraagfUhötiés zijn bepaald, terwijl op subjectieve schatting gebaseerde

Wageningen UR Food & Biobased Research, instituut binnen de rechtspersoon Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek Parallel aan Figuur 7 toont Figuur 9 het aantal treinen –