• No results found

Hoe pas ik mijn klasmanagement aan zodat ik meer tegemoet kom aan de noden van mijn leerlingen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoe pas ik mijn klasmanagement aan zodat ik meer tegemoet kom aan de noden van mijn leerlingen?"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe pas ik mijn klasmanagement aan zodat ik meer tegemoet kom aan de noden van mijn leerlingen?

Situering binnen de competentiematrix:

Competentie 2: Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlingen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsbehoefte van leerlingen. (2.1, 2.2, 2.4)

Eigen niveau:

Gedurende 2,5 jaar werkte ik in een type 3 school als AVS-leerkracht van de kleuterklas.

Er was hier maar één kleuterklas, de school koos ervoor om leerlingen tussen 3 – en 6 jaar samen in één klas te zetten. Hierdoor heb ik heel wat geleerd i.v.m. het

differentiëren op leeftijdsniveau. Een 3-jarige heeft immers andere noden dan een 6- jarige. Zowel voor de interesses als voor de leerinhouden vroeg dit om een ander aanbod en een andere aanpak.

Hierna ben ik aan de slag gegaan op mijn huidige school. Ik ben begonnen als ASV- leerkracht binnen de onderbouw, niveau start 1e leerjaar. In mijn klas zaten leerlingen tussen de 6- en 8 jaar. Zowel leerlingen met het type 1 attest als leerlingen met een type 8 attest. Omdat dit in de toekomst type basisaanbod zou worden had de school ervoor gekozen om de leerlingen binnen de onderbouw al samen te zetten, ter voorbereiding op het nieuwe M-decreet met het nieuwe basisaanbod.

Ik gaf klassikaal dezelfde leerstof maar merkte al snel dat de leerstof voor sommige leerlingen te snel ging, deze leerlingen hadden meer instructie nodig. Aan de andere kant waren er leerlingen waarvoor dat de leerstof te traag ging, deze leerlingen hadden dus meer uitdaging nodig.

Ik heb toen leren lesgeven met een verkorte en verlengde instructie.

Door deze ervaringen situeer ik mij binnen de competentiematrix op integratieniveau competentie 2.

(2)

Verduidelijking:

Ik ben dit jaar opnieuw gestart als ASV-leerkracht binnen de onderbouw type basisaanbod.

In mijn klas zitten 9 jongens tussen de 6- en 8jaar. In september ben ik gestart als start niveau 1e leerjaar. Als snel merkte in dat dit voor mijn leerlingen nog te hoog gegrepen was. In de dossiers werd duidelijk dat een aantal leerlingen hun kleuterschoolloopbaan nog niet volledig hadden doorlopen. Hierdoor waren de lees- en rekenvoorwaarden, die essentieel zijn om te starten met lezen en rekenen, nog niet (voldoende) beheerst. De leerlingen hadden ook nog een hele speelse werkhouding en konden zich moeilijk concentreren. Al snel werd voor mij duidelijk dat dit ik mijn klasmanagement moest aanpassen. Deze leerlingen hadden meer nood aan een speelleerklas.

Mijn acties:

Door observaties merk ik dat de klas niet op maat is van mijn leerlingen.

Huidige klassituatie (september):

- 9 leerlingen tussen de 6- en 8 jaar

- kleuterschoolloopbaan niet uitgelopen waardoor de essentiële lees- en rekenvoorwaarden niet of onvoldoende beheerst zijn.

- 8x 25min. technisch lezen: maar de leesvoorwaarden zijn niet beheerst . - Lang concentreren is moeilijk: lesbokken van 50min.

- Traditionele klaszetting: banken frontaal naar het bord

- Hele speelse werkhouding: maar geen ruimte voor vrij spel en hoekenwerk in de lessenrooster

- Weinig betrokkenheid van de leerlingen, alles is saai. Ze zijn moeilijk te motiveren.

- Groot verschil op leerinhoudniveau tussen de verschillende leerlingen.

- De leerlijnen type 8 zijn te zwaar voor deze klas: er is geen leerlijn speelleerklas

Tijdens de klassenraad heb ik dit probleem aangekaart: “De klas heeft een aanpak op maat nodig maar ik kan deze nu niet geven doordat ik vast zit aan een aantal structurele schoolafspraken.” Helaas bleef ik wat op mijn honger zitten. Start niveau 1e leerjaar was

(3)

onrealistisch voor deze doelgroep. Dit leid alleen maar tot frustratie van mezelf en de leerlingen.

Na veel aan de alarmbel te hebben getrokken kreeg ik dan toch gehoor: “wordt dan maar een speelleerklas”

In tussentijd:

Ondertussen geef ik les in blokken van 25minuten. Hierdoor moeten de leerlingen zich minderlang concentreren. Ik geef les aan het éne groepje terwijl het andere groepje zelfstandig werkt. Helaas is zelfstandig werken voor de leerlingen nog heel moeilijk. Ze hebben me letterlijk voor alles nodig. Ik merk ook dat veel van hen onzeker zijn over hun werk. Zelfstandig leren werken is een item dat ik later zal uitwerken.

Ik ben opzoek gegaan naar een visie over de speelleerklas. Onze school heeft jaren een startklas type 1 gehad maar hier zijn eigenlijk geen duidelijke richtlijnen of een visie voor uitgeschreven. Dit werd nergens op papier teruggevonden. Ik ben te rade gegaan bij collega’s die hier al jaren werken, in de archiefkast bij de directie, maar we hebben niets teruggevonden. De leerkracht die al die tijd de startklas heeft gedaan is al een aantal jaren in ziekteverlof. Aan haar kon ik geen informatie vragen. Ik ben online

opzoek gegaan naar informatie en heb een mailtje gestuurd naar een leerkracht van mijn vorige school, die al langer voor een speelleerklas staat. (mail in bijlage) Ook heb ik een vriendin die in het gewoon lager onderwijs aan een eerste leerjaar lesgeeft,

gecontacteerd.

Door beide leerkrachten werd bevestigd wat ik al wist. Lesblokken van 50 minuten zijn veel te lang voor deze jonge kinderen. Ze raadde me aan om elke ochtend te starten met

‘de kring’. Wat al langer in mijn hoofd speelde: “ik heb een aangepaste lesrooster nodig.”

Opnieuw trok ik naar mijn directie om aan de alarmbel te trekken. Er werd nog voor de herfstvakantie een klassenraad gepland.

(4)

Tijdens de klassenraad ben ikzelf, de klasondersteuners; logopediste, kinesiste, psycholoog (zij volgt de handelingsplannen op), de onderbouwcoördinator en de directie aanwezig.

Opnieuw geef ik aan dat de klas een andere structurele aanpak nodig heeft. Deze klas heeft andere noden dan de andere klassen op onze school. Eindelijk word ik gehoord.

Een speelleerklas worden houdt veel meer in dan simpelweg ‘start 1e leerjaar’ te doorstrepen en erboven ‘speelleerklas’ te schrijven!

Mijn bronnen:

- online

- de opleiding Bachelor in het kleuteronderwijs

- de werkervaringen (3e kleuterklassen – speelleerklassen – 1e leerjaar) - gesprekken met collega’s: Els M. (Logopediste) en Karina (Kinesiste) - klasbezoek aan een speelleerklas in een andere school (De leerexpert

Biekorfstraat)

- tijdschriften en boeken

hebben mij geholpen om een plan van aanpak uit te werken voor deze klasgroep.

Concreet plan van aanpak:

Probleemstelling 1: Hoe kan ik de concentratie verhogen van de leerlingen?

• te werken in blokken van 25 minuten i.p.v. 50 minuten.

• technisch lezen lesbokken van 10 minuten per leesgroep.

Probleemstelling 2: Hoe kan ik de betrokkenheid van mijn leerlingen verhogen?

• Thematisch te werken in de klas. Door de leerinhouden/doelen te gieten in een klasthema zijn de leerlingen veel meer betrokken bij wat ze leren. Het gebeurt meer op een speelse manier. Deze werkvorm wordt ook gebruikt in de

kleuterschool. Ik kies een thema dat aansluit bij de leefwereld van de leerlingen of vertrek vanuit een vraag die de leerlingen zelf stellen.

(5)

Probleemstelling 3: De traditionele klasopstelling past niet bij de speelse werkhouding van de leerlingen. Hoe pas ik dit aan?

• Het verbouwen van de klas. Er staan geen bankjes meer frontaal naar het bord gericht. Aan het bord is een kring gemaakt van kratten. Hierop kunnen de leerlingen zitten en hebben ze zicht op het bord. Met de schoolbanken heb ik

‘hoekjes’ gemaakt. Op deze manier kan ik de leerlingen verschillende opdrachten laten doen. Door een kast als scheidingswand tussen te plaatsen, leiden ze elkaar niet af van hun opdracht. Ik kan ook met een aantal leerlingen in één hoekje werken terwijl de andere leerlingen een opdracht uitvoeren in een andere hoek.

• In de klas hebben we nu:

- de kring/boekenhoek/de grote mat (auto’s, trein, duplo)

- de zwarte kast (open kast waar ze materiaal uit kunnen kiezen zoals:

blokkendoos, steekparels, magneetdoos, hamertjetik, knexx, meccano) - de knutseltafel (plasticine, kleurtjes, stiften, stempels, schrijfkaarten,

letterstempels)

- puzzelhoek/gezelschapsspel

- de groene tafel (ridders, noppen, piratenboot) - de computerhoek

- de winkel

(6)

Probleem 4: een lesrooster op maat van de speelleerklas (bijlage)

• In onderling overleg hebben we een aangepaste lessenrooster gemaakt voor de speelleerklas. Al staat deze nog niet helemaal op punt. In de aangepaste

lesrooster wordt er gewerkt met lesblokken van 25 minuten. Elke ochtend starten we met een vast ochtendritueel: boekentassen uitladen en in de kring gaan zitten. In die kring overlopen we de daglijn en de kalenders. Elke ochtend kunnen ze iets vertellen aan de andere leerlingen. Hierdoor leren ze praten in duidelijke zinnen, stilzitten en luisteren naar elkaar. Via deze weg probeer ik te achterhalen wat hun bezig houdt. Deze informatie neem ik mee in mijn

achterhoofd bij het uitwerken van het nieuwe klasthema.

• Er is plaats voor vrije keuze (vrij spel) en hoekenwerk. Wekelijks voorzien we ook 1 lesuur schrijfdans dat specifiek is voor een 3e kleuterklas maar waar ook deze leerlingen nog nood aan hebben.

• De lessen technisch lezen zijn opgedeeld in leesgroepjes van 10 minuten bij de logo (in de klas) terwijl de andere leerlingen een verwerking maken van de aangeboden leerstof.

Probleem 5: Aangepaste leerlijn speelleerklas binnen het type basisaanbod

De school staat op dit moment voor een grote uitdaging omwille van een beperkte ongunstige visitatie. Hierdoor wordt er vooral de focus gelegd op Wereldoriëntatie. We hebben tot augustus 2016 de tijd om dit tot een goed einde te brengen. Hierdoor is er geen plaats voor andere projecten zoals het schrijven van een aangepaste leerlijn. Alleen is dit een onrealistische zaak, zeker op korte termijn. Toch zou ik mij hier graag op vastpinnen. Voorlopig hebben we de beslissing genomen dat ik de ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs aanbied i.p.v. de leerlijn type 8. Een nieuwe onderzoeksvraag popt spontaan in mijn hoofd: Hoe volg ik mijn leerlingen op zodat ik een duidelijk overzicht heb van de klasgroep? Deze vraag zal ik later verder uitwerken.

Evaluatie/Reflectie:

Ik heb het gevoel dat ik al hard heb moeten vechten om gehoord te worden en om

sommige veranderingen te realiseren. De speelleerklas is een vergeten hoekje op school.

Ik ben de enige klas die werkt op het niveau 3e kleuterklas/1e leerjaar. Alle dingen die

(7)

worden uitgewerkt, worden uitgewerkt voor het groter geheel, maar hier past mijn klas (de speelleerklas) niet altijd goed in. Ik heb ondertussen hemel en aarde moeten

bewegen om te komen waar ik nu sta. Ondertussen zijn we al halfweg het schooljaar en heb ik nog steeds het gevoel dat we er niet zijn. Ik ben al trots op de weg die ik heb afgelegd. Ik merk aan de klaswerking dat de veranderingen die ik heb doorgevoerd zijn vruchten afwerpt. De leerlingen zijn veel meer betrokken in de klas bij alles wat ze doen doordat we per thema werken. In het begin was er totaal geen interesse in de

boekenhoek, nu vechten ze bijna voor dat éne boek. Ik pas namelijk de boekenhoek gedeeltelijk mee aan, aan het thema. Hierdoor gaat ook de wereld naar de andere

boeken open en ontdekken ze dat ze eigenlijk al wel wat boekjes kunnen lezen. Dit geeft dan weer een motivatie op de lessen lezen. De lessen lezen zijn niet meer saai, ze komen nu met plezier lezen en vinden het soms zelfs jammer dat de tijd er al opzit.

De leerlingen zijn ook grote fans van het hoekenwerk. Ik probeer het hoekenwerk zoveel mogelijk te gieten binnen het klasthema. Voor elk leergebied is er dan een werkje/spel.

Tijdens het hoekenwerk moeten ze vooral dingen doen. Via een schema nemen ze hun werk. Ze kunnen nu 2x50 minuten geconcentreerd bezig zijn met hun opdrachten.

De vrije keuze (vrij spel) momenten zijn een verademing in de klas. In kan de leerlingen via hun spel observeren en door met hen samen te spelen veel meer ontdekken. De klassfeer is er ook op vooruit gegaan. Doordat de leerlingen leren samenspelen kunnen ze ook beter samenwerken.

Sinds Januari hebben we een nieuwe directie op school. Binnenkort heb ik met hem een afspraak over de werking van de speelleerklas en wat ik ondertussen al heb uitgewerkt.

Hopelijk kunnen we het project nog een stukje verder zetten.

(8)

Mijn Bewijsmateriaal:

- gesprekken met collega’s - mail collega (bijlage)

- Online artikel: Studulski, F. Thematisch werken (bijlage)

- Online artikel: KPC Groep. Thematisch en creatief spelen en werken (bijlage) - Boonen M, (2011) steek je kleuterklas in een nieuwe jas. Mechelen: Plantyn - Stuyvaert, H. (2008) Leer meer in sfeer. Ambio, Uitgeverij

- http://blo-hds.be/onze-school/speelleerklas/ geraadpleegd op 19 september 2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is dan des te belangrij- ker om alle voor- en nadelen goed op een rijtje te zetten, en samen met uw arts te zoeken naar het onderzoek en/of de behandeling die het beste bij

aangepast als volgt: “De wegen die op de kaart als wandelweg zijn aangeduid, zijn uitsluitend toegankelijk voor voetgangers en voor honden aan de leiband.” In dat geval mag dit,

Wanneer er een nieuwe zone (bv. een combinatie van verschillende zones) wordt toegevoegd, moet de legende opnieuw aangemaakt en ingevoegd

Het is in de eerste plaats belangrijk dat u in uw park een basistoegankelijkheid voorziet zoals een goede informa- tieverlening, een goede bereikbaarheid (openbaar vervoer,

U kunt een beroep doen op deze verzekering als u betrokken bent (geweest) of binnenkort betrokken denkt te worden bij een gebeurtenis die aanleiding is voor een juridisch

Hoewel ik al sinds mijn dertiende liedjes maak, en aanvankelijk dan nog vooral gos- pels of aanbiddingsliederen, heb ik niet echt muziek nodig om te bidden.. Andersom ben ik

Zodra ik voel dat het niet lang meer kan duren, zodra ik voel dat mijn lever niet lang meer zal functioneren, kan ik terecht bij Wim Distelmans in het ziekenhuis van Jette.. Dat is

6:60 BW in plaats van een beroep op gehele of partiële ontbinding kan bijvoorbeeld ingegeven zijn door de wens om niet vast te zitten aan de specifieke rechtsgevolgen van ontbinding