• No results found

Een immediate volledige gebitsprothese voor de overgang van een natuurlijk naar een prothetisch occlusiesysteem

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Een immediate volledige gebitsprothese voor de overgang van een natuurlijk naar een prothetisch occlusiesysteem"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een immediate volledige gebitsprothese voor de overgang van een natuurlijk naar een prothetisch occlusiesysteem

nader belicht 1

Bij het verlies van de dentitie speelt de vervaardiging van een immediate volledige gebitsprothese meestal een belangrijke rol.

De weg van een natuurlijk naar een prothetisch occlusiesysteem onderscheidt zich in een gefaseerde of een niet-gefaseerde behan- deling. Diverse patiëntgebonden factoren, zoals de beschikbare tijd voor de behandeling, een medische indicatie, de mutilatie van het natuurlijke occlusiesysteem en de motivatie tot behan- deling, spelen een rol bij de keuze tussen een gefaseerde of een niet-gefaseerde behandeling. Bij een gefaseerde behandeling is de voorspelbaarheid van een goed resultaat groter dan bij een niet-gefaseerde behandeling. Plaatsing van een immediate vol- ledige gebitsprothese vraagt direct nazorg. Zeker in geval van een niet-gefaseerde behandeling moet veelal binnen 1 jaar een nieuwe volledige gebitsprothese worden vervaardigd.

Krol AAB, Brenkman RM, Kalk W. Een immediate volledige gebitspro- these voor de overgang van een natuurlijk naar een prothetisch occlusiesysteem

Ned Tijdschr Tandheelkd 2011; 118: 537-543 doi: 10.5177/ntvt.2011.11.11158

Inleiding

Een van de meest ingrijpende behandelingen in de mond- zorg is de overgang van de dentate status naar een volledige gebitsprothese ofwel van een natuurlijk naar een prothe- tisch occlusiesysteem (Witter et al, 2011). Veelal wordt tij- dens deze overgang gebruikgemaakt van een immediate volledige gebitsprothese die direct na extractie van de reste- rende gebitselementen wordt geplaatst. Bij de vervaardiging van een immediate volledige gebitsprothese komen de pa- tiënt en de mondzorgverlener voor veel afwegingen te staan.

Dit artikel besteedt aandacht aan de technische aspecten van deze behandeling en vooral aan de indicaties, de contra- indicaties en de afwegingen bij de behandelplanning met als doel een succesvol resultaat.

Indicaties en contra-indicaties

Iedere mondzorgverlener wordt vroeg of laat geconfronteerd met de problematiek van een patiënt wiens dentitie door ca- riës en/of parodontale aandoeningen dermate is aangetast dat extractie van de resterende gebitselementen de enige zinvolle behandeling is. Directe indicaties, zoals odontoge- ne pijn, medische redenen, ernstige foetor ex ore door ont- stekingen, esthetische klachten en slechte kauwfunctie, maar ook indirecte indicaties als verwaarlozing van de den- titie en lage sociaaleconomische status kunnen een derge- lijke ingrijpende behandeling noodzakelijk maken.

Tot de medische redenen behoort de aanwezigheid van odontogene foci. Een odontogeen focus kan in som- mige omstandigheden tot lokale en/of systemische aan-

doeningen leiden (Gortzak et al, 2007). Onderzoek naar odontogene foci wordt uitgevoerd als preventieve maatregel voorafgaande aan diverse invasieve medische behandelin- gen, bijvoorbeeld radiotherapie in het hoofd-halsgebied, een orgaantransplantatie of een chirurgische cardiovascu- laire behandeling. Bij aanwezigheid van meerdere foci in een sterk gemutileerd occlusiesysteem kan vervaardiging van een immediate volledige gebitsprothese de enige reële behandeloptie zijn.

Terughoudendheid of extra goede begeleiding is gebo- den bij patiënten met extreem hoge en niet-realistische ver- wachtingen. Dit geldt eveneens bij patiënten die niet in staat zijn de totale omvang van de behandeling te begrijpen of die weinig coöperatief zijn, zoals patiënten met cognitieve of psychische beperkingen. (Voorlopige) contra-indicaties zijn een slechte algemene gezondheid of een groot risico op complicaties bij het extraheren van gebitselementen, bij- voorbeeld na radiotherapie in het hoofd-halsgebied (Zarb et al, 2004).

Diagnostiek en behandelplanning

Een zorgvuldige anamnese waarin onder andere de klach- ten, de wensen en de verwachtingen van de patiënt uitge- breid aan bod komen, is het primaire onderdeel van de diagnostiek en de behandelplanning (Zarb et al, 2004). Dit alles vergt veel van de communicatieve vaardigheden van een mondzorgverlener en speelt een belangrijke rol bij het al dan niet slagen van een behandeling (Critchlow en Ellis, 2010). De verwachtingen van een patiënt zijn veelal (te) hoog gegrepen en/of beïnvloed door de meningen van men- sen in zijn omgeving. Daarnaast is het voor een patiënt moeilijk voor te stellen hoe het is om met een volledige ge- bitsprothese te moeten functioneren. Bovendien is deze zich niet bewust van de veelal lange periode die nodig is om aan een volledige gebitsprothese te wennen. Vaak leeft de gedachte dat na extractie van de dentitie de ongemakken door gebitsproblemen zijn opgelost en dat verder bezoek aan een tandarts niet meer nodig is. Daarbij wordt voorbij- gegaan aan de beperkingen van een volledige gebitspro- these en aan de problemen die meestal zijn verbonden aan een immediate volledige gebitsprothese, zoals pijn en on- gemak. Zeker in de beginperiode maken deze problemen tandartsbezoek juist wel nodig. Goede voorlichting over deze problemen is dus een vereiste. Ook moet de mogelijk- heid van behoud van enige radices als natuurlijke pijlers voor een overkappingsprothese worden overwogen. De voordelen hiervan zijn dat aanwezigheid van de radices de reductie van alveolair kaakbot drastisch kan beperken en dat de radices een extra retentiemogelijkheid bieden (Kalk et al, 1994). Gelet op de mogelijkheden om met behulp van

(2)

implantaten additionele retentie te verkrijgen, zijn deze voor- delen bij de toepassing van een immediate overkappings- prothese minder opportuun.

Daarna kan de mondzorgverlener de verschillende mo- gelijkheden van behandeling bespreken (Stillwell en Amir, 2008). Alleen op deze wijze kan de patiënt zelf een keuze maken over de behandeling en kan ‘informed consent’

worden verkregen. In dit stadium van diagnostiek en be- handelplanning is het zinvol schriftelijke informatie over de behandeling met de voor- en nadelen mee te geven en de patiënt bij een volgend bezoek tijd en aandacht te ge- ven voor het stellen van vragen hierover (Zarb et al, 2004).

Onderscheid kan worden gemaakt tussen een gefaseerde en een niet-gefaseerde behandeling. Afbeelding 1 geeft een schema van de 2 behandelingen met bijbehorende behan- delopties en procedures.

Niet-gefaseerde behandeling

Onder een niet-gefaseerde behandeling wordt een behande- ling verstaan waarbij alle gebitselementen gelijktijdig worden geëxtraheerd. Voor het tijdstip van plaatsing van de immedi- ate volledige gebitsprothese bestaan 2 behandelopties.

Behandeloptie A

Pas na de extracties en een zekere periode van wondgene- zing wordt een volledige gebitsprothese vervaardigd. Moge-

lijke indicaties voor deze behandeloptie zijn acute situaties, bijvoorbeeld odontogene pijn, een geplande radiotherapie in het hoofd-halsgebied en een ernstig gemutileerd occlusie- systeem waardoor in de dentate situatie een juiste bepaling en vastlegging van de maxillomandibulaire relatie niet goed mogelijk is. Daarnaast is deze behandeloptie geschikt als de patiënt al nagenoeg edentaat is en er geen bezwaar tegen heeft om een bepaalde periode edentaat zonder gebitspro- these te functioneren (Zarb et al, 2004).

Een voordeel van deze behandeloptie is de betere initiële pasvorm van de gebitsprothese na de wondgenezing. Daar komt bij dat een nauwkeurigere afdruk kan worden gemaakt en dat het niet nodig is op het model gebitselementen te raderen. Ook is de maxillomandibulaire relatie vrij eenvou- dig vast te leggen door het ontbreken van storende contac- ten tussen gebitselementen. Van niet te onderschatten belang is de mogelijkheid de gebitsprothese in was te pas- sen en de esthetiek in de mond (door de patiënt) te (laten) beoordelen. Verder worden kosten bespaard en is de behan- deling relatief doelmatig omdat minder aanpassingen nodig zijn en omdat de gebitsprothese relatief lang kan functione- ren. Als nadelen worden het enige tijd ontbreken van kauw- vermogen, van ondersteuning van de weke delen en van een esthetisch verantwoorde mond genoemd en het ontbreken van de gebitsprothese als wondverband na de extracties.

Een minder zwaarwegend nadeel is dat als nog een aantal Overgang natuurlijk

naar prothetisch occlusiesysteem

Niet-gefaseerde behandeling

Behandeloptie B - Extracties - Direct immediate

volledige gebits- prothese

Nieuwe volledige gebitsprothese na

initiële reductie alveolair kaakbot Behandeloptie A

- Extracties - Geen immediate

gebitsprothese

Volledige gebitsprothese na wondgenezing

Gefaseerde behandeling

Behandeloptie A - Extracties in

zijdenlingse delen - Periode van wondgenezing - Immediate volledige

gebitsprothese en extracties

Immediate volledige gebitsprothese kan relatief lang functioneren

Nieuwe volledige gebitsprothese

Behandeloptie B - Temporisering extracties

met (immeditate) partiële gebitsprothese die geleidelijk wordt uitgebreid

Uitbreiding tot imme- diate volledige gebits- prothese die relatief lang

kan functioneren

Nieuwe volledige gebitsprothese Afb. 1. Schematische weergave van de 2 behandelingen met bijbehorende behandelopties.

(3)

occlusale eenheden aanwezig is de maxillomandibulaire re- latie door de extracties verloren gaat. Ten slotte bestaat ten op zichte van een gefaseerde behandeling een iets grotere kans op nabezwaren bij lastig te extraheren gebitselemen- ten of wortelresten.

Behandeloptie B

De behandeling bestaat uit eerst de vervaardiging van een immediate volledige gebitsprothese die vervolgens direct wordt geplaatst na extractie van alle gebitselementen.

Mogelijke indicaties doen zich voor als de extracties in algehele anesthesie moeten worden uitgevoerd. Een voor- deel van deze behandeloptie is dat de extracties snel kunnen plaatsvinden zonder de esthetische bezwaren van het enige tijd moeten functioneren zonder gebitselementen of gebits- prothese. Daarnaast kan de immediate gebitsprothese als wondverband functioneren en dat is vooral prettig als veel extracties moeten plaatsvinden. Het is aannemelijk dat al tijdens de genezingsfase gewenning aan de gebitsprothese plaatsvindt (Zarb et al, 2004).

Nadeel is het onvoorspelbare karakter van de wondge- nezing en de initiële reductie van het alveolaire kaakbot, waardoor vaak al in een vroeg stadium problemen met de pasvorm van de gebitsprothese ontstaan. De immediate gebitsprothese heeft daardoor veelal een geringere initiële stabiliteit en retentie in vergelijking met de gefaseerde be- handeling, die al snel een aanpassing van de pasvorm van de gebitsprothese noodzakelijk kan maken. Daarnaast is soms, ondanks een goede beoordeling vooraf, toch onvoldoende maxillomandibulaire ruimte beschikbaar en dat leidt dan veelal tot een gebitsprothese met een te hoge verticale di- mensie (Farmer, 1983; Zarb et al, 2004). Zelden is het mo- gelijk de immediate gebitsprothese, ook na aanpassingen, langdurig te gebruiken. De noodzakelijke aanpassingen en eventueel de vervanging brengen uiteraard extra kosten met zich mee. Ten slotte bestaat, evenals bij behandeloptie A, ten opzichte van een gefaseerde behandeling een iets gro- tere kans op nabezwaren bij lastig te extraheren gebitsele- menten of wortelresten.

Gefaseerde behandeling

Onder een gefaseerde behandeling wordt een behandeling verstaan waarbij de resterende gebitselementen in meerdere sessies worden geëxtraheerd. Plaatsing van een immediate volledige gebitsprothese geschiedt direct na de extractie van de laatste gebitselementen. Ook voor een gefaseerde behan- deling bestaan 2 behandelopties, namelijk zonder en met gebruikmaking van een tijdelijke partiële kunststof plaat- prothese (De Baat et al, 2011).

Behandeloptie A

Bij de eerste extractiesessie(s) worden de gebitselementen in de zijdelingse delen verwijderd, gevolgd door een periode van wondgenezing. Meestal wordt gestreefd naar (sterk) verkorte tandbogen met behoud van enkele occlusale een- heden in de juiste maxillomandibulaire relatie, bij voorkeur de eerste en/of tweede premolaren. De vervaardiging van

een immediate volledige gebitsprothese wordt gestart na genezing van de extractiewonden.

Een indicatie voor deze behandeloptie bestaat als de ver- ticale dimensie onvoldoende ruimte biedt voor een gebits- prothese, terwijl die ruimte wel beschikbaar zal zijn na de wondgenezing en de initiële reductie van alveolair kaakbot (afb. 2). Ook is deze behandeloptie een goede keuze als wordt verwacht dat de extracties in de zijdelingse delen moeizaam zullen verlopen en als de behandeling geen haast heeft. De behandeloptie leidt meestal tot een acceptabele pasvorm van de gebitsprothese.

Voordelen van deze behandeloptie zijn dat tijdens de wondgenezing na de extracties in de zijdelingse delen nog een acceptabele functie en esthetiek behouden blijven en dat het bij een eenduidig resterend occlusiesysteem moge- lijk is de maxillomandibulaire relatie van de gedeeltelijk in was opgestelde gebitsprothese te controleren. Doordat de initiële pasvorm van de gebitsprothese direct acceptabel is, zijn minder aanpassingen nodig en kan de gebitsprothese relatief lang functioneren.

Afb. 2. a. Situatie waarin onvoldoende beschikbare ruimte is voor plaatsing van een immediate volledige gebitsprothese.

b. Na extractie van de wortelresten en de molaren is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van een immediate volledige gebitsprothese.

b a

(4)

Een nadeel van de gefaseerde behandeling is de langere be- handeling voorafgaand aan de plaatsing van de immediate gebitsprothese en soms vinden patiënten het vervelend dat zij op meerdere momenten extracties moeten ondergaan.

Ook is de procedure niet bij alle maxillomandibulaire rela- ties even eenvoudig toe te passen, vooral niet bij een Angle klasse II-relatie waarbij geen occlusie in het front aanwezig is. Als 1 of meer frontelementen ontbreken of moeten wor- den geëxtraheerd, heeft deze behandeloptie een esthetisch nadeel, terwijl ook het enige tijd ontbreken van de zijdeling- se delen functioneel en esthetisch als storend kan worden ervaren.

Behandeloptie B

De vervaardiging van een tijdelijke partiële kunststof plaat- prothese kan om functionele en esthetische redenen worden ingezet als een pre-edentate patiënt het edentaat zijn nog enige tijd wil uitstellen. Een andere indicatie doet zich voor als in een verkorte tandboog 1 of meer gebitselementen in het front niet langer te behouden zijn. Dan zou een pre- edentate periode met een partiële kunststof plaatprothese ter vervanging van de frontelementen een goede tussenstap kunnen zijn op weg naar een volledige gebitsprothese. Hier- bij verdient het dan wel voorkeur enkele occlusale contacten intact te houden om enige functionaliteit in een acceptabele verticale dimensie te behouden. Tevens moet de tandboog zoveel mogelijk symmetrisch zijn om de reductie van het al- veolaire kaakbot gelijkmatig te laten verlopen zodat geen processus alveolaris ontstaat die aan 1 zijde aanmerkelijk lager is dan aan de andere zijde. Een ongelijkmatige proces- sus alveolaris maakt de vervaardiging van een stabiele im- mediate volledige gebitsprothese namelijk lastiger (afb. 3).

Positief voor deze behandeloptie is dat de tijdelijke par- tiële kunststof plaatprothese relatief eenvoudig kan worden

uitgebreid naar een immediate volledige gebitsprothese met als voordeel dat een groot deel van de processus alveolaris de initiële reductie van alveolair kaakbot achter de rug heeft.

Daarnaast heeft de patiënt al enig tijd kunnen wennen aan het dragen van een gebitsprothese die kleiner is dan de uit- eindelijke gebitsprothese. Een ander positief punt is dat een esthetisch redelijke oplossing wordt geboden om een volle- dige gebitsprothese te kunnen uitstellen.

Overwegingen bij de diverse behandelfasen

Afdrukken

Voor een goede initiële stabiliteit van de te vervaardigen im- mediate gebitsprothese zijn een stabiele processus alveolaris in de zijdelingse delen en een nauwkeurige afdruk gewenst.

Afb. 3. Een ongelijkmatige processus alveolaris, extrusie van gebitselementen en een verdiepte beet door het ontbreken van occlusale afsteuning.

Afb. 4. a. Partiële individuele afdruk van de edentate gebieden.

b. Situatieafdruk over een partiële individuele afdruk.

a

b

(5)

Afhankelijk van het aantal aanwezige gebitselementen, hun locatie in de tandboog en de conditie van de edentate delen van de processus alveolaris wordt besloten alleen een begin- afdruk te maken of een beginafdruk gevolgd door een afdruk met een individuele afdruklepel.

De beginafdrukken kunnen worden gemaakt met een hy- drocolloïd zoals alginaat. Hiervoor zijn diverse soorten con- fectieafdruklepels beschikbaar, die al dan niet zijn aangepast aan een partieel dentate kaak. Een individuele kunststof af- druklepel wordt vervaardigd op de beginmodellen, waarbij de randbegrenzing in de edentate gebieden identiek is aan die voor een volledige gebitsprothese (Kalk et al, 2001).

Soms is het maken van een afdruk voor een immediate gebitsprothese lastig, bijvoorbeeld bij mobiele gebitsele- menten of bij forse ondersnijdingen van de processus alveo- laris in het front. Als de processus alveolaris in de zijdelingse delen stabiel is, kan een partiële individuele afdruklepel voor de edentate gebieden worden toegepast in combinatie met een situatieafdruk van alginaat over de eerst gemaakte partiële individuele afdruk (afb. 4). Deze afdrukmethode kan ook worden toegepast om een bestaande partiële gebitspro- these uit te breiden tot een volledige gebitsprothese. Eerst wordt een relining van de partiële gebitsprothese uitgevoerd en wordt de maxillomandibulaire relatie vastgelegd. Daar- na wordt een situatieafdruk gemaakt. Het hieruit ontstane model met de partiële gebitsprothese in situ biedt de mo- gelijkheid de partiële gebitsprothese uit te breiden tot een volledige immediate gebitsprothese.

Een ondersnijding van de processus alveolaris in het front van meer dan 4 mm ten opzichte van de inzetrichting kan een zogenoemd opgeslepen front in de immediate ge- bitsprothese noodzakelijk maken. Dat betekent dat de ge- bitsprothese in het front geen buccale protheserand heeft en dat de prothese-elementen direct contact maken met de top van de processus alveolaris. Helaas geeft een opgeslepen front wel een mindere retentie ten opzichte van een gebits- prothese met een gebruikelijke buccale protheserand.

Op het uit de afdruk verkregen model worden de te extra- heren gebitselementen geradeerd om vervolgens daarop de immediate volledige gebitsprothese te vervaardigen (Phoe- nix en Fleigel, 2008). De diepte van radering kan het beste gebeuren op geleide van een recente parodontiumstatus.

Bepalen en vastleggen van de maxillomandibulaire relatie Bij de beoordeling van de verticale maxillomandibulaire re- latie, ook wel de beethoogte of verticale dimensie genoemd, wordt uitgegaan van de bestaande occlusie. Deze verticale dimensie kan echter door de in de loop der jaren opgetreden gebitsmutilaties afwijken van de ruimte die nodig is om een immediate gebitsprothese te kunnen vervaardigen.

De horizontale maxillomandibulaire relatie ligt veelal gecompliceerder. Het ligt voor de hand uit te gaan van de bestaande maximale occlusie. Bij de vervaardiging van een volledige gebitsprothese wordt echter uitgegaan van de cen- trale relatie van waaruit gebalanceerde laterale bewegingen mogelijk zijn. In de dentate situatie bestaat veelal een cuspi- daat- of groepsgeleiding en komt de centrale relatie niet al-

tijd overeen met de bestaande maximale occlusie. Bij grote discrepanties tussen de maximale occlusie en de centrale relatie kan de maxillomandibulaire relatie daarom beter in centrale relatie worden vastgelegd (afb. 5).

Bij het vastleggen van de maxillomandibulaire relatie zijn mobiele gebitselementen en storende contacten in het occlusiesysteem complicerende factoren. In enkele gevallen kunnen deze storende contacten voorafgaand aan het ma- ken van een afdruk worden weggeslepen. Als registratieme- thode in de centrale relatie is vaak alleen maar het maken van een wasbeet of het gebruik van registratieplaten met waswallen mogelijk. Eventueel kan de registratie in een iets verhoogde verticale dimensie, al dan niet met een intraorale pijlpuntregistratie worden uitgevoerd (afb. 5b).

Passen in was

Het doel van het passen in was van een voorlopige opstel- ling van de prothese-elementen is enerzijds controle van de maxillomandibulaire relatie en anderzijds een esthetische beoordeling. De betrokkenheid van de patiënt neemt hier- door toe en versterkt de relatie tussen patiënt en mondzorg- verlener en daarmee de kans op een succesvol resultaat.

a

b

Afb. 5. a. Diepe beet en gedeeltelijk omgekeerde frontrelatie met dwangbeet.

b. In centrale relatie zijn de occlusale storingen niet te elimineren, het vastleggen van de centrale relatie kan alleen in verhoogde verticale dimensie.

(6)

Zonodig wordt een zogenoemde gedeelde opstelling toege- past. Hierbij worden de prothese-elementen in de edentate delen opgesteld op een schellakplaat die in de mond kan worden gepast. De opstelling van de prothese-elementen in de geradeerde delen van het model kan uiteraard niet in de mond worden gepast, maar in de articulator kan wel een in- druk worden verkregen van het esthetisch resultaat (afb. 6).

In enkele gevallen is de positie van de gebitselementen zo ongunstig dat het niet zinvol kan worden gecombineerd met een gedeelde opstelling van de overige prothese-elementen (afb. 3). Een volledige opstelling in was samen met de pa- tiënt in de articulator bekijken, kan dan toch zinvol zijn om een indruk te krijgen van het resultaat.

Plaatsen

De meest confronterende en belastende behandelfase is het plaatsen van de immediate gebitsprothese. Voor de patiënt een spannende gebeurtenis, waarnaar veelal met enige vrees wordt uitgekeken.

Bij sterke ondersnijdingen van de processus alveolaris bestaat de kans dat de immediate gebitsprothese met grote kracht op zijn plaats wordt gedrukt en dit kan leiden tot be- schadiging van de mucosa met veel nabezwaren tot gevolg.

Desondanks is het ongewenst de gebitsprothese ter plaatse van de ondersnijdingen voortijdig rigoureus te corrigeren omdat enerzijds de resiliëntie van de mucosa en anderzijds een alternatieve inzetrichting het toch mogelijk kan maken de gebitsprothese te plaatsen.

Direct na plaatsing moet de aandacht vooral gericht zijn op het zo goed mogelijk begeleiden van de beleving en de emoties van de patiënt. Controle van de details van de oc- clusie en de articulatie kan beter worden uitgesteld tot de wondgenezing enigszins is gevorderd. Het direct (laten) be- oordelen van het (esthetische) resultaat is ook niet verstan- dig omdat de lokale anesthesie en de spanning van alle intra- en extraorale weefsels een negatief vertekend beeld geven. Het is wel een belangrijk aspect om de patiënt en zijn eventuele begeleiders te wijzen op dit aanvankelijk verte- kende beeld.

De patiënt wordt met klem geadviseerd de gebitspro- these in de mond te houden tot de eerste afspraak voor na- zorg, bij voorkeur binnen 24 uur. De reden hiervoor is dat de gebitsprothese als drukverband de wonden afdekt. Als de gebitsprothese eerder wordt uitgenomen bestaat bovendien de kans dat deze door de mogelijke zwelling die dan op- treedt niet meer kan worden teruggeplaatst.

Afb. 6. a. Opstelling in was op een gebitsmodel na radering van de gebitselementen.

b. Gedeelde opstelling.

a

b

Binnen 24 uur

- Gebitsprothese en mond met extractiewonden reinigen met een spoel- middel

- Inspectie op beschadigingen van de mucosa

- Controle van en zonodig aanpassing van de occlusie; nauwkeurige aan- passingen kunnen beter worden uitgesteld totdat de wonden zijn gene- zen en de ergste pijn voorbij is.

Na 1 week

- De pasvorm van de gebitsprothese beoordelen - Hechtingen verwijderen

- Protheseranden beoordelen op de juiste lengte - Drukplaatsen ontlasten

- Bepalen van de nazorgfrequentie

Binnen 2 maanden

- Verdere aanpassingen en eventueel een directe relining uitvoeren

Na 3-6 maanden

- Een indirecte relining of rebasing overwegen aan de hand van de reductie van het alveolaire kaakbot en het verdwenen zijn van ondersnijdingen.

Tabel 1. Overzicht van de nazorg gedurende het eerste halfjaar na plaatsing van een immediate volledige gebitsprothese.

(7)

Nazorg

Na het plaatsen van de immediate gebitsprothese begint di- rect de nazorg in de vorm van begeleiding bij de wondgene- zing en de gewenning aan de nieuwe situatie en het uitvoeren van kleine correcties of aanpassingen.

Omdat de reductie van het alveolaire kaakbot per patiënt verschilt en vaak onvoorspelbaar verloopt, kan de noodzaak tot correcties en aanpassingen variëren. De doelstellingen van de nazorg gedurende ongeveer het eerste jaar zijn een goede begeleiding tijdens de genezing van de extractiewon- den, het ontlasten van drukplekken en daarmee het vermin- deren van ongemak, het corrigeren van stoornissen in de occlusie door inslijpen of een naregistratie van de maxillo- mandibulaire relatie en het aanpassen van de pasvorm door een of meer (in)directe reliningen. Tabel 1 geeft een over- zicht van de nazorg gedurende het eerste halfjaar na plaat- sing. Daarna kan regelmatig worden beoordeeld of de immediate volledige gebitsprothese voorlopig kan voldoen of dat beter een nieuwe volledige gebitsprothese kan wor- den vervaardigd. Aspecten als klachten, wensen, esthetiek, pasvorm en occlusie zijn bepalend bij deze beoordeling en besluitvorming. Vaak is vervaardiging van een nieuwe ge- bitsprothese een aantrekkelijke optie omdat de immediate gebitsprothese dan als reserve kan dienen.

Literatuur

* Baat C de, Witter DJ, Creugers NHJ. Partiële kunststof plaatprothesen.

Ned Tijdschr Tandheelkd 2011; 118: 32-37.

* Critchlow SB, Ellis JS. Prognostic indicators for conventional complete denture therapy: a review of the literature. J Dent 2010; 38: 2-9.

* Farmer JB. Surgical template fabrication for immediate dentures. J Prosthet Dent 1983; 49: 579-580.

* Gortzak RATh, Waal I van der, Allard RHB. Odontogeen focusonder- zoek in een selectie van Nederlandse medische centra. Ned Tijdschr Tandheelkd 2007; 114: 287–291.

* Kalk W, Battistuzzi PGFCM, Käyser AF. De overkappingsprothese op natuurlijke pijlerelementen en implantaten. Diagnostiek en behande- ling. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum, 1994.

* Kalk W, Waas MAJ van, Os JH van. De volledige gebitsprothese in woord en beeld. Uitgangspunten voor diagnostiek en behandeling van de edentate patiënt. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001.

* Phoenix RD, Fleigel JD. Cast modification for immediate complete dentures: traditional and contemporary considerations with an intro- duction of spatial modeling. J Prosthet Dent 2008; 100: 399-405.

* Stillwell KD, Amir J. A clinical pathway for complete immediate dentu- re therapy: successful prosthetic management for hopeless dentitions.

Gen Dent 2008; 56: 380-389.

* Witter DJ, Barèl JC, Baat C de, Keltjens HMAM, Creugers NHJ. Behan- deling met een partiële gebitsprothese 2. Oorzaken en gevolgen van een gereduceerd occlusiesysteem. Ned Tijdschr Tandheelkd 2011;

118: 21-28.

* Zarb G, Bolender CL, Eckert SE. Prosthodontic treatment for edentu- lous patients: complete dentures and implant-supported prostheses.

St. Louis: Mosby, 2004.

Summary

An immediate removable complete denture for the transition from a natural to a prosthetic occlusal system

During the process of losing teeth, the fabrication of an immediate removable complete denture usually plays an important role. The path from a natural to a prosthetic occlusal system separates itself into a phased and a non-phased treatment. Various patient-related factors are of importance in the decision- making process for a phased or a non-phased treatment, such as the patient’s time available, the medical indication, the complexity of the natural occlusal system, and the motivation for treatment. A positive result can be more confidently predicted in the case of a phased treatment than a non-phased treatment. Placement of an immediate removable complete denture requires immediate aftercare. Particularly in the case of non-phased treatment, the fa- brication of a new complete removable denture will be required within 1 year.

Bron

A.A.B. Krol, R.M. Brenkman, W. Kalk

Uit de sectie Orale Functieleer, Prothetische Tandheelkunde en Bio- materialen van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM), Universitair Medisch Centrum Groningen

Datum van acceptatie: 22 juli 2011

Adres: A.A.B. Krol, CTM, postbus 196, 9700 AD Groningen a.a.b.krol@ctm.umcg.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Leefbaar Lokaal Belang West Betuwe vindt dat een nieuw college met een kritisch oog moet kijken of de financiële middelen goed worden besteed en terechtkomen bij de mensen die

Er is hoge ambitie onder ondernemingen die nog geen samenwerking met de gemeente hebben (61%) Toenemende aandacht van gemeenten voor sociaal ondernemerschap leidt tot inkoop

De geringe daling van de langdurig werklozen in 2001 wordt mede bepaald door de aanwas van de harde kern zeer langdurig werklozen (met een inactiviteitsduur van minstens vijf jaar)

Het samenwerkingsverband Wij maken Nederland gaf vorig jaar met een schaduwkabinet al een voorzet voor de NOVI, en noemt het één van de drie punten op de horizon: Nederland als

Sedimentdynamica rond de Put van Hansweert: de metingen Inleiding Details proefstortcampagne Put van Hansweert Methode Resultaten Initiële verspreiding tijdens het storten

De handelingen, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, met uitzondering van de handelingen, bedoeld in artikel 4.54b, onderdeel b t/m i, worden verricht volgens een vooraf

In de enquête is aan de scholen waarbij doordecentralisatie van financiële middelen voor nieuwbouw heeft plaatsgevonden (in ons onderzoek 34 PO scholen en 32 VO.. scholen) de

2 U, uw naaste of uw cliënt heeft op de afdeling bijzondere tandheelkunde van Noordwest Ziekenhuisgroep een gebitsprothese gekregen.. In deze folder vindt u instructies voor