• No results found

VERSLAG Wzd-functionaris in de ouderenzorg opleiding najaar 2021 dag 7

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERSLAG Wzd-functionaris in de ouderenzorg opleiding najaar 2021 dag 7"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERSLAG Wzd-functionaris in de ouderenzorg

opleiding najaar 2021 dag 7

Datum : woensdag 8 december 2021

Tijd : 10:00-16:00 uur

Locatie : Videocall vanuit locatie Medilex Zeist Sprekers : de heer N. Benedictus

mevrouw M. de Bruin

Verslaglegging : P.P. (Peggy) van der Bildt

Inleiding.

Binnen de Wzd heeft het CIZ taken met betrekking tot opname en verblijf. Het CIZ onderzoekt bij een aanvraag voor opname en verblijf of er bij de cliënt sprake is van ernstig nadeel/of een aanzienlijk risico hierop als gevolg van een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking. Daarnaast wordt zorgvuldig onderzocht of er alternatieven mogelijk zijn. Als dat niet het geval is, dan geeft het CIZ een besluit tot opname en verblijf, mits de cliënt tijdens een gesprek geen blijk geeft van de nodige bereidheid tot opname en verblijf in een accommodatie, maar zich daartegen ook niet verzet.

Sinds 1 januari 2020 kan er via het CIZ een rechterlijke machtiging (RM) worden aangevraagd en hoeft deze niet meer rechtstreeks via het Openbaar Ministerie te lopen. Als er sprake is van een crisissituatie en een RM niet kan worden afgewacht dan kan een verplichte opname via een zogenaamde inbewaringstelling (IBS) geregeld worden. Deze procedure loopt doorgaans via de crisisdiensten die door GGZ-organisaties worden uitgevoerd. Het CIZ probeert daarbij zo veel mogelijk te helpen en stemt af/werkt samen met andere organisaties in de zorg. Daarbij staan zorgvuldigheid, een correcte toepassing van de regels en een persoonlijke benadering voorop.

Sprekers.

De heer mr. N. (Niek) Benedictus is sinds 2015 adviseur Analyse & Advies bij het CIZ te Driebergen. Na afronding van het gymnasium in Leeuwarden heeft Niek rechten gestudeerd aan de rijksuniversiteit te Groningen, waarna hij vervolgens namens het CIZ deelnam aan het beleidsmatige overleg met het Ministerie van VWS en later als deelprojectleider waar hij getracht heeft het CIZ voor te bereiden op de Wlz en de impact van de Wzd.

Mevrouw drs. M. (Marja) de Bruin is sinds 1996 Specialist Ouderenzorg en beleidsarts/

geneesheer directeur bij Geriant. Na haar opleiding geneeskunde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen volgde zij van 1994 tot 1996 een opleiding aan het Gerion als verpleeghuisarts en van 2014 tot 2015 de opleiding kaderarts SO eerstelijns.

De heer Niek Benedictus en mevrouw Marja de Bruin zijn door Medilex gevraagd deze voorlaatste opleidingsdag van de 8-daagse opleiding Wzd-functionaris in de ouderenzorg te verzorgen, met vandaag aandacht voor het onderwerp:

De rol van het CIZ en Rechterlijke Machtigingen.

(2)

2 Introductie CIZ.

Het CIZ bestaat sinds 2005 en valt vanaf 1 januari 2015 als zelfstandig bestuursorgaan onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. (E.e.a. is bepaald in de Wet langdurige zorg.) Concreet betekent dit dat het CIZ, als onafhankelijke organisatie, beoordeelt of iemand in aanmerking komt voor zorg uit de Wlz. Daartoe stellen zij hun eigen beleidsregels vast, bijvoorbeeld welk afwegingskader zij hanteren tot het komen van een indicatie.

Bij het CIZ was het al mogelijk om een indicatie aan te vragen voor zorg uit de Wlz, maar ook ten aanzien van hulp bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen in een ADL-woning of voor een besluit tot opname en verblijf op grond van de Wzd. Toen op 1 januari 2020 de Wzd is ingegaan heeft het CIZ er een zestal taken bijgekregen t.a.v. de Rechterlijke Machtiging, de voorwaardelijke machtiging, een beslissing rechter na opname voorwaardelijke machtiging en een verlenging van de inbewaarstelling. Deze taken zijn de volgende:

‐ Een artikel 21 toets.

‐ Een verzoek tot RM.

‐ Doorsturen verzoek tot RM naar Wvggz.

‐ Verzoek tot verlening IBS.

‐ Een verzoek tot voorwaardelijke machtiging.

‐ Taken in het kader van de Wet forensische zorg (Wfz).

Hierna wordt uitgebreid ingegaan op voornoemde zes taken.

Taak 1: Artikel 21 toets.

De opnamecriteria voor een artikel 21 toets is “geen bereidheid, geen verzet”. (Een cliënt/

vertegenwoordiger kan aan het CIZ vragen de bereidheid van hem/haar vast te stellen.)

Het aanvragen van een artikel 21 is van toepassing wanneer het gedrag van de cliënt, als gevolg van een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (al dan niet samengaand met een psychische stoornis), leidt tot:

- een ernstig nadeel (daarbij moet duidelijk zijn dat er echt sprake is van een ernstig nadeel);

- een opname, waarbij het verblijf noodzakelijk is om een ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden (doelmatigheid);

- een opname, waarbij het verblijf geschikt is om een ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden (proportionaliteit);

- er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden (subsidiariteit).

- Gelijkgestelde aandoeningen zoals Korsakov, Huntington en NAH. (Deze zijn sinds april 2020 benoemd in een AMvB. (Dit onderwerp is op de eerste dag van deze opleiding al behandeld.) Een aanvraag voor een artikel 21 toets mag ingediend worden door: de partner; de wettelijk vertegenwoordiger (artikel 22 jo artikel 1 Wzd); elke meerderjarige bloedverwant in de rechte lijn of de zijlijn tot en met de tweede graad en elke meerderjarige aanverwant tot en met de tweede graad; de zorgaanbieder die de cliënt zorgt verleent, voorzover het een cliënt betreft die al in een accommodatie verblijft; de Wzd-functionaris, voorzover het een cliënt betreft die al in een accommodatie verblijft dan wel voor wie een zorgplan is vastgesteld waarin onvrijwillige zorg wordt opgenomen. Het opvragen van de status van een artikel 21 is mogelijk bij het CIZ (via Portero). Aan het opvragen daarvan zit overigens wel een maximum per dag. Uiteraard ontvangt elke zorginstelling een afschrift van het besluit en dient zij dit op te nemen in het dossier, dan wel deze mee te sturen bij de eventuele overdracht naar een andere instelling.

Nota Bene: Opname en verblijf bij een artikel 21: alleen in een geregistreerde accommodatie, waarbij de Wzd verplicht dat er voldoende onderliggende stukken ter onderbouwing aanwezig zijn.

De betekenis van locatie en accommodatie.

Organisaties lopen momenteel aan tegen het feit dat sommige accommodaties wel geschikt zijn om cliënten met een artikel 21 op te nemen, maar geen cliënten met een RM. Het CIZ speelt geen rol in de toekenning: uiteindelijk bepaalt de rechter waar een cliënt met een RM geplaatst wordt en houdt zich daarbij aan de regels van het VWS.

(3)

3 Het VWS beschouwt een accommodatie binnen de Wzd of Wvggz als een locatie waar betrokkenen gedwongen opgenomen kunnen worden, of met een opname op grond van artikel 21 van de Wzd (opname en verblijf op grond van een besluit van het CIZ) kunnen verblijven.

Overigens is het mogelijk een kanttekening te plaatsen in het locatieregister waarin aangegeven dat een locatie wel cliënten met een artikel 21 opneemt, maar niet met een RM. Nota Bene: Dit onderwerp is eerder al op de eerste dag van deze opleiding besproken, waarbij in het verslag een hyperlink is opgenomen om te zien welke instellingen geregistreerd zijn als locatie/

accommodatie.

(Verplicht) aanvragen RM.

In lid 3 van artikel 21 is expliciet opgenomen dat: als een cliënt verblijft op basis van bereidheid en de cliënt gaat zich uiteindelijk toch verzetten, dan is de zorgaanbieder verplicht om een RM aan te vragen. Bij bereidheid (vrijwillig) kan de cliënt zelf om het CIZ verzoeken (maar dan wel met een medische verklaring van de behandelaar) en bij twijfel aan de (on)vrijwilligheid kan het CIZ advies vragen aan een extern deskundige (CCE, of andere externe deskundige) om de onvrijwilligheid vast te kunnen stellen. Nota Bene: Uiteindelijk is het aan de rechter of er sprake is van een RM of niet, aangezien de rechter de criteria toetst en op basis daarvan een beoordeling geeft. Dat is zeker een belangrijk punt als je daar als zorgverlener twijfels over hebt. Overigens is een versnelde procedure voor een RM mogelijk, maar geef tevoren dan wel aan dat dit noodzakelijk is anders belandt de aanvraag op de “gewone stapel”.

Taak 2: Verzoek tot Rechterlijke Machtiging (artikel 26 Wzd).

Het CIZ dient een verzoek tot een RM in na aanvraag door dezelfde aanvragers als genoemd in artikel 22 van de Wzd, of zelf: als uitkomst van de artikel-21-toets en bij verzet van cliënt, vertegenwoordiger of één van de ouders. Voorafgaand daaraan toetst het CIZ eerst of een artikel 21 of bereidheid een oplossing biedt, dan wel of er wel sprake is van een samenhangend verhaal (artikel 25 Wzd + memorie van toelichting, artikel 26 lid 2 Wzd). Nota Bene: Het CIZ is “geen doorgeefluik” en zal zeker ook adviseren. Let op: Bij de aanvraag aan het CIZ moet ook een verklaring van een onafhankelijk terzakedeskundige arts worden overlegd. Eerder was gesteld dat indien de cliënt al in de accommodatie verbleef alleen een andere arts dan de arts in de accommodatie deze mocht opstellen. Dat is inmiddels aangepast in: een arts die minimaal één jaar niet bij de behandeling betrokken is geweest en onafhankelijk is van de zorgaanbieder.

VWS heeft deze wijziging die geldt voor een medische verklaring als volgt omschreven:

Een verklaring voor mensen die al in een instelling verblijven, mag alleen worden afgegeven door een arts die niet verbonden is aan die instelling. De eis dat deze arts niet verbonden mag zijn aan de instelling komt te vervallen. Dit zal zo snel mogelijk in de regelgeving worden aange- past. Totdat de regelgeving is aangepast zal het CIZ, in de geest van het overgangsjaar, deze eis niet hanteren bij het accepteren van medische verklaringen. In de praktijk blijken er namelijk uitvoeringsproblemen te ontstaan door de eisen aan de arts die de medische verklaring bij de aanvraag voor een RM, respectievelijk een IBS afgeeft. In de Wzd zijn deze uitgebreider dan in de Wvggz en voorheen in de Wet Bopz. De overige eisen aan de medische verklaring blijven bestaan: de medische verklaring moet zijn opgesteld door een terzakekundige arts, niet bij de zorg betrokken (minimaal één jaar geen zorg verleend aan de cliënt), en die onafhankelijk van de aanbieder kan besluiten. De arts mag dan dus wel in dienst zijn van de zorgaanbieder.

Taak 3: Doorsturen verzoek RM naar Wvggz (artikel 28 Wzd).

De volledige tekst van artikel 28 in de Wzd is als volgt:

Lid 1: Het CIZ zendt een aanvraag als bedoeld in artikel 25 eerste lid tot behandeling, waarvan kennelijk de Officier van Justitie bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg bevoegd is, onverwijld door naar de Officier van Justitie van het desbetreffende arrondissement, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.

Lid 2: Het CIZ zendt een aanvraag als bedoeld in artikel 25 eerste lid met betrekking tot een cliënt van wie het heeft geconstateerd dat deze naast zijn psychogeriatrische stoornis of verstandelijke handicap een andere psychische stoornis heeft, waarvoor ingevolge zijn gedrag en de benodigde zorg, opname en verblijf in een accommodatie als bedoeld in artikel 1:1 eerste lid onderdeel b van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg het meest aangewezen is, onverwijld door naar de officier van justitie van het desbe- treffende arrondissement, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.

(4)

4 Met andere woorden: Als het CIZ constateert dat de aanvraag RM beter in de Wvggz thuis past, dan verwijst het CIZ de aanvraag door naar de Officier van Justitie.

- Lid 1 gaat om “kennelijk”: dus betreft een evident geval waarbij geen sprake is van VG of PG.

Die gevallen zullen soms bij toeval voorkomen.

- Lid 2 gaat over dubbelproblematiek: dan is van belang welke aandoening er op de voorgrond staat.

Taak 4: Verzoek verlenging IBS (artikel 37 jo 29 Wzd).

Het CIZ verzoekt, indien nodig, in een crisissituatie tot een verlenging van de IBS. Dat lijkt op de procedure RM, echter deze aanvraag dient door de burgemeester te worden gedaan waarbij het CIZ de beschikking van én de burgemeester én de medische verklaring moet overleggen.

Een IBS in de Wzd is vergelijkbaar met een crisismaatregel in de Wvggz. De burgemeester geeft een IBS af, nadat de burgemeester is geadviseerd door een terzakedeskundige arts. Het CIZ wordt onmiddellijk (diezelfde dag nog) op de hoogte gesteld van de inbewaringstelling die door de burgemeester is afgegeven. Een afwijking van de hoofdregel is: als er een vermoeden is dat het ernstig nadeel het gevolg is van een PG- of VG-aandoening. Dit hoeft nog niet met zekerheid te zijn vastgesteld bij een IBS, maar moet wel snel nadien gebeuren (voor de RM of artikel 21 toets). Het CIZ dient uiterlijk dezelfde dag (= werkdag) nadat de stukken van de burgemeester zijn ontvangen een verzoekschrift in bij de rechter voor een machtiging tot verlenging IBS. De machtiging tot verlenging van de IBS kan voor ten hoogste 6 weken worden afgegeven. Daarna zo nodig een reguliere aanvraag (besluit opname en verblijf of RM) bij het CIZ, waarbij er geen vermoeden, maar een vastgestelde diagnose moet worden aangeleverd (na maximaal 6 weken).

Helaas zijn er nog wat knelpunten bij een verzoek tot verlenging van IBS in de Wzd, waaronder:

- Wie brengt de medische verklaring uit? Nu vervult de psychiater een grote rol in crisissituaties, ook in de VG en PG: dat is in de Wzd niet toegestaan.

- Het CIZ geeft in principe geen medische verklaring af als bedoeld in artikel 30 lid 1 Wzd. Dat zou wel een mogelijkheid kunnen zijn, maar daarvoor moet het CIZ dan wel speciale artsen in dienst nemen. Tot nu heeft het Ministerie aangegeven dat het veld dat zelf dient te doen.

- Er zijn op dit moment (nog) te weinig AVG’s en SO’s en daarbij is het ook nog niet duidelijk wat er van ze wordt verwacht. Inmiddels heeft het CIZ ook AVG’s en SO’s in dienst genomen die weliswaar geen medische verklaringen afnemen, maar wel kunnen meekijken in het veld.

Verder zijn de AVG’s en de SO’s momenteel niet altijd even goed op de hoogte wat er van hen wordt verwacht. Dat lijkt overigens wel steeds beter te gaan.

Taak 5: Verzoek tot voorwaardelijke machtiging.

Het CIZ verzoekt tot een Voorwaardelijke Machtiging (VM). Dit is een “stok achter de deur” om zonder dwang een behandeling te kunnen inzetten. (artikel 28aa). Waarom deze leeftijdscriteria?

Hierin lijkt de wetgeving soms wat ouderwets, maar de leeftijd is zodanig ingestoken aangezien er vanaf 23 nog een mogelijkheid is om een bepaalde zelfstandigheid te ontwikkelen.

Als de zorgaanbieder de voorwaardelijke machtiging daadwerkelijk gaat inzetten, dan kan de cliënt of zijn vertegenwoordiger aan het CIZ verzoeken dit ter toetsing aan de rechter voor te leggen (artikel 28 ad Wzd).

Taak 6: Taken in het kader van de Wet forensische zorg (Wfz).

Het CIZ checkt op verzoek van de Officier van Justitie, en in het kader van de Wet forensische zorg, of er sprake is van een aanvraag RM in het kader van de Wzd. Wanneer dat het geval is, dan overleggen de Officier van Justitie en het CIZ wat de beste weg is: de Wzd of het Wfz (artikel 28a lid 1). Vervolgens toetst het CIZ, in het kader van de Wfz, voor de Officier van Justitie of de cliënt voldoet aan de Wzd-criteria met betrekking tot de doelmatigheid, proportionaliteit en subsidiariteit (artikel 28a lid 2).

Overgangsjaar 2020.

Het jaar 2020 was benoemd als overgangsjaar, zodat het CIZ de tijd had om met name te wennen aan de nieuwe taken, maar ook de termijnen.

(5)

5 De nieuwe taken zijn hierboven uitgelegd: de nieuwe termijnen zijn:

- Indienen verzoek RM (artikel 21 lid 3 en artikel 26 Wzd: 1 tot 3 weken).

- Indienen verzoek IBS (artikel 37 Wzd: 1 dag).

- Indienen verzoek voorwaardelijke RM voor jongvolwassenen (18-23 jaar) met een licht verstandelijke beperking (artikel 28aa: 3 weken).

- Schakel tussen Wzd-Wvggz en advies inzake Wfz.

Het CIZ heeft in ieder geval ingezet op een nieuw multidisciplinair team met onderzoekers (huisbezoek), beoordelaars (dossieronderzoek), juridisch medewerkers (speciale juridische taken) en medisch adviseurs. Het overgangsjaar gaf iedereen de tijd en de ruimte om de samenwerking intern en extern te laten bezinken en in te zetten op een goed relatiebeheer.

Conclusies:

Het CIZ is dus de schakel tussen de verschillende opnames (artikel 21 toets, RM, IBS, voorwaardelijke machtiging) en de domeinen (Wzd/Wvggz/Wfz). Om het CIZ te helpen al deze taken goed uit te voeren, waardoor het CIZ de zorgaanbieders ook kan helpen, is het van belang dat er wordt samengewerkt, dat de dossiers compleet worden aangeleverd en niet te vergeten dat er een terugkoppeling plaatsvindt op die onderwerpen waarbij het niet goed gaat. En vergeet vooral ook niet dat de uitgangspunten van de Bopz t.o.v. de Wzd wel anders zijn. Was het uitgangspunt in de Bopz: Ja, mits, in de Wzd is dat: Nee, tenzij. Dwang in de Wzd mag dan ook alleen “als het écht niet anders kan”.

Vragen, suggesties, hyperlinks.

Zijn er na de uitleg van Niek Benedictus nog vragen of suggesties dan kunnen deze worden gemaild aan: wzd@ciz.nl. Ook kunnen veel antwoorden gevonden worden op de website van het CIZ. (Zie voor diverse hyperlinks de alinea onderaan dit verslag.)

In het tweede deel van deze opleidingsdag bespreekt Marja de Bruin de onderwerpen: RM en het traject daaromheen, met veel aandacht voor de medische verklaring.

Opstellen van een medische verklaring.

Een medische verklaring is nodig bij: een IBS; een (verlenging) RM; als een cliënt vrijwillig of met een artikel 21 is opgenomen maar zich zodanig verzet tegen de verschillende onderdelen van de zorgverlening dat het leveren van cliëntgerichte zorg niet mogelijk is; als er geen Wlz is (waarbij wel een artikel 21 nodig zou kunnen zijn); maar soms ook bij ontslag uit een Wzd- accommodatie (bij onvrijwillige opname en als er sprake is van een ernstig nadeel i.v.m. de aandoening). Nota Bene: Het verzet moet dusdanig zijn dat de zorg niet op de juiste manier geleverd kan worden: het verzet moet dan gezien worden als verzet tegen de opname.

Criteria voor onvrijwillige opname Wzd (artikel 24 en 29).

- Er moet sprake zijn van verzet tegen de opname.

- Het gedrag van de cliënt, als gevolg van een PG-aandoening of VG al dan niet samengaand met een psychische stoornis, leidt tot een ernstig nadeel.

- Houd rekening met proportionaliteit, subsidiariteit, effectiviteit en veiligheid en vraag jezelf af of alles er aan gedaan is om een opname te voorkomen.

Opstellen van een medische verklaring, welke formulieren.

Artikel 24 stipuleert dat: “een onvrijwillige opname en verblijf, of voortzetting van het verblijf, alleen mogelijk is met een RM in een geregistreerde accommodatie”.

Artikel 29 maakt duidelijk dat, in afwijking van artikel 24 lid 1: “een onvrijwillige opname in een geregistreerde accommodatie van een persoon zonder RM mogelijk is, met een beschikking tot IBS van de burgemeester van de gemeente waarin de betreffende persoon zich bevindt”. Bij die laatste moet in de medische verklaring duidelijk worden gemaakt dat een opname binnen 24 uur noodzakelijk is. De wettekst geeft daarbij specifiek onder sub b aan: dat het ernstig nadeel zodanig onmiddellijk dreigend is dat een RM als bedoeld in artikel 24 lid 1 niet kan worden afgewacht.

(6)

6 Let op: Alleen een onafhankelijk en terzakekundig arts mag een medische verklaring opstellen om vast te stellen of er sprake is van een ernstig nadeel. Op de vraag of een sociaal geriater wordt gezien als een terzakekundige arts, aangezien deze aanvankelijk eerst wel als zodanig werd geaccepteerd, is later gesteld dat een sociaal geriater niet erkend wordt. Een klinisch geriater daarentegen wordt wel gezien als terzakekundig, mits ervaring in het opstellen van medische verklaringen. Hoe dan ook, de jurisprudentie zal hier in de komende jaren meer duidelijkheid over moeten geven. Kijk daarvoor regelmatig op de website van De Rechtspraak:

https://uitspraken.rechtspraak.

Aandachtspunten bij het invullen van een medische verklaring.

Een beoordeling kan plaatsvinden in een Wzd-accommodatie, op een somatische afdeling, ambulant bij mensen thuis, in woonzorgcentra, in een ziekenhuis of in een psychiatrische kliniek.

Maar wat moet waar nu worden ingevuld bij een medische verklaring?

Voor wat betreft onvrijwilligheid (punt 4): is het belangrijk om in de toelichting aan te geven dat er bij de beoordeling weliswaar geen duidelijk verzet is geconstateerd, maar dat verschillende praktijkbevindingen duidelijk maken dat er wel degelijk sprake is van verzet. Kortom: geen vinkje dus, maar een duidelijke uitleg bij de toelichting.

T.a.v. het onderzoek (punt 5): Is er naar uw oordeel sprake van een PG-aandoening, een VG of een daaraan gelijkgestelde aandoening? Op grond van welke symptomen, gedragingen dan wel feiten is de conclusie/diagnose gebaseerd, wat is door u zelf onderzocht/waargenomen en wat is u door anderen meegedeeld (ook dossier), door wie en tot welke vermoedelijke diagnose bent u gekomen en op basis waarvan, zijn er andere relevante diagnoses en zo ja, welke?

T.a.v. een ernstig nadeel of het aanzienlijk risico hierop (punt 6): is het van belang dat duidelijk wordt gemaakt dat er een ernstig vermoeden is dat het gedrag van de cliënt, als gevolg van een PG-aandoening, een VG, of een gelijkgestelde aandoening (of daarmee gepaard gaande psychische stoornis of een combinatie daarvan), een ernstig nadeel veroorzaakt. Geef aan waar dit ernstig nadeel/het aanzienlijk risico uit bestaat en op grond waarvan u tot dit oordeel komt.

Geriant heeft hiervoor diverse categorieën opgesteld te weten:

A1 : Levensgevaar of ernstig lichamelijk letsel voor zichzelf.

A2: Levensgevaar of ernstig lichamelijk letsel voor een ander.

B1: Ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor zichzelf.

B2: Ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor een ander.

C : Ernstige verwaarlozing.

D : Maatschappelijke teloorgang.

E : Ernstig verstoorde ontwikkeling voor- of van de cliënt of een ander.

F : Bedreiging van de veiligheid van de cliënt, al dan niet doordat de cliënt onder invloed van een ander geraakt.

G : De situatie dat de cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.

H : De situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.

Met betrekking tot het afwenden van het ernstig nadeel (punt 7 criteria Wzd): is het van belang dat duidelijk gemaakt wordt dat: een opname of voortzetting van verblijf noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden, dat het verblijf daartoe geschikt is, dan wel of er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te kunnen voorkomen of af te wenden.

Tot slot biedt de medische verklaring ruimte voor overige informatie (punt 8): bijvoorbeeld was inzet van de politie noodzakelijk voor de fysieke opname, maar ook coronagerelateerde problematiek kan hierin worden opgenomen.

(7)

7 De medische verklaring in de praktijk.

Bij een medische verklaring moet sprake zijn van actuele gegevens die kort van tevoren zijn opgesteld. Het CIZ houdt ongeveer 8 weken aan voor een artikel 21-beoordeling. Er worden weliswaar geen concrete termijnen benoemd in de wet, maar feit is en blijft dat een beoordeling hoe dan ook niet een heel lange tijd voor een opname plaatsgevonden mag hebben.

Verder geldt ook hier dat de beoordelaar onafhankelijk moet zijn (minimaal één jaar niet betrokken) en dat de verklaring alleen mag worden opgesteld door een terzakekundige arts. Het is niet toegestaan dat een ANIOS of AIOS een dergelijke verklaring ondertekend. Zorg er verder bij het opstellen van een medische verklaring voor dat je goed bent voorbereid. Maak duidelijk wat je komt doen, wat het doel is, zorg voor een open houding en probeer een beeld te krijgen van het verzet/de stoornis/het ernstige nadeel of de relatie daartussen. Tot slot zorg dat je bij het eindgesprek niet alleen de conclusie van het onderzoek meedeelt, maar ook aangeeft wat de vervolgstappen zijn.

Tips ter voorbereiding op een zitting.

Als er dan uiteindelijk sprake is van een zitting, bedenk dan vooraf wie die zitting bijwoont. Dat is in principe de behandelaar (bijvoorbeeld een SO), maar een rechter mag ook anderen uitnodigen zoals de huisarts. Denk verder na over veilig vervoer (vanuit ambulant naar de zorginstelling) en zorg dat je kunt anticiperen op eventueel fysieke agressie van de cliënt (noodmedicatie). De zitting zelf is niet het probleem, maar soms wel de opname daarna waar mensen zich heftig tegen kunnen verzetten. Je kunt op voorhand op de medische verklaring aangeven dat er wellicht politieondersteuning nodig is bij een zitting. Verder is het verplicht dat na toekenning van de RM iemand binnen 2 weken opgenomen moet zijn.

Bedenkt dat de impact van een opname RM groot is en dat het belangrijk is om dit goed uit te leggen aan de cliënt, maar ook aan de familie. Nota Bene: Als een RM niet écht nodig is, dan heeft dat uiteraard de voorkeur.

Takehome massages:

- Hoort de cliënt wel onder de Wzd?

- Is de beoordelaar een terzakekundig arts: is de voorliggende problematiek passend bij een psychogeriatrische aandoening?

- Een beoordelaar is geen behandelaar!

- De uitkomst staat van tevoren niet vast!

- Zorg dat je alle informatie hebt voordat je de verklaring opmaakt (voorbereiding)!

- Blijf op de hoogte van de wetgeving: dwang in de zorg, rijksoverheid, rechtspraak, regio WZDF, ketenoverleg met GGZ, Verenso, want de wet is nog aan verandering onderhevig en de eventuele komende jurisprudentie zal ongetwijfeld nog andere uitkomsten met zich meebrengen waardoor ook wijzigingen in de wetgeving.

- Overleg bij bijzonderheden met het CIZ.

- Een RM-procedure is financieel nog wel een probleem. Er zit veel tijd in van behandelaars en beoordelaars, maar wie de kosten daarvan voor zijn rekening moet nemen is maar de vraag.

Aan het slot van deze middag krijgen de cursisten de gelegenheid om intercollegiaal een aantal casussen met elkaar te bespreken en zich een beeld te vormen hoe een medische verklaring op te stellen. In het kader van de vertrouwelijkheid van de casuïstiek worden de uitkomsten hiervan niet meegenomen in de notulen.

(8)

8

Hyperlinks

Artikelgewijze toelichting.

Een artikelsgewijze toelichting samengesteld uit de originele teksten van de memorie van toelichting en de diverse nota’s van wijziging bij de Wzd en de Wvggz. De Minister van VWS heeft bij brief van 18 december 2017 aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal een wetsvoorstel aangekondigd om de Wzd ten aanzien van enkele aspecten aan te passen. Meer informatie of het document is te downloaden op de website van Medilex onder de documenten van dag 7 of rechtstreeks op de website van Dwang in de zorg, te weten https://www.dwangindezorg.nl/

documenten/publicaties/implementatie/ketenproducten/producten-wvggz/wvggz-integrale -artikelsgewijze-toelichting-kleurenversie---inhoudsopgave.

Khonraad.

Voor (semi)overheids- en GGZ-diensten biedt Khonraad de mogelijkheid om samen te werken in elektronische dossiers. Dit is goed toepasbaar voor aanvragen en verwerkingen van bestuurs- besluiten waaronder een IBS. Khonraad koppelt direct allerlei acties aan de bewuste aanvraag, zoals de burgemeester die een

digitaal akkoord kan geven maar ook advocatuur en CIZ die direct zijn gekoppeld. Meer informatie over Khonraad Software Engineering BV: Zij zijn tijdens kantooruren bereikbaar op 035-6039444.

Veel gestelde vragen over de Wzd:

https://www.ciz.nl/zorgprofessional/veelgestelde-vragen-zorgprofessional/wet-zorg-en-dwang.

Diverse folders t.a.v. Wzd-aanvragen bij het CIZ:

https://www.ciz.nl/images/pdf/folders/Overzicht_voor_Wzd_aanvragen_bij_het_CIZ.pdf.

Veel gestelde vragen over het coronavirus:

https://www.ciz.nl/zorgprofessional/veelgestelde-vragen-zorgprofessional/coronavirus.

Op de website van Dwang in de zorg zijn diverse medische verklaringen te downloaden. Let wel: deze formulieren zijn geen voorschrift maar kunnen gebruikt worden ter ondersteuning van de Wzd-processen binnen de eigen organisatie. De hyperlink van deze website is als volgt:

https://www.dwangindezorg.nl/wzd/professionals/informatieproducten-iwzd.

Knelpunt Wet langdurige zorg (Wlz).

Ook specialisten ouderengeneeskunde worden soms binnen hun organisatie gevraagd om voor de aanvraag van een Wlz-indicatie bij het CIZ een mentorschap aan te vragen, terwijl er binnen de familie al een vertegenwoordiger is. Het CIZ stelt dan de eis dat alleen de handtekening van een door de rechter benoemde vertegenwoordiger geldig is, op basis van de huidige Wlz. Het gaat om de situatie waarin de aanvraag voor wilsonbekwame cliënten niet gecombineerd wordt met een Wzd-aanvraag. Voor deze situatie is nu uitsluitend een door de rechter benoemde mentor toegestaan voor het zetten van de handtekening. Dit levert volstrekt onnodige belasting op voor professionals, cliënten en hun familie en bovendien onnodig tijdverlies. Verenso dringt daarom aan op wijziging van art. 3.2.3 Wlz, om deze bureaucratische eis te laten vervallen. Meer informatie hierover: https://www.verenso.nl/nieuws/verenso-doet-oproep-aan-tweede-kamer- om-bureaucratische-eis-in-de-wlz-te-schrappen.

De Rechtspraak.

De website van De Rechtspraak, waar in zoekfunctie alle jurisprudentie over bijvoorbeeld uitspraken in het kader van de Wzd gevonden kunnen worden: https://uitspraken.rechtspraak.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van oudsher bestaan er vormen van do-it-your- self governance die diensten aanbieden waarin de overheid niet voorziet, en die vanwege bezui- ni gingen of niet geslaagde

» Een aanspreekpunt voor geven en vragen (in de popmuziek) zichtbaar maken - zoals een kennispunt of een loket waar makers terecht kunnen voor expertise en

Artikel 21, lid 3 Wzd bepaalt dat, indien een cliënt, die vrijwillig of op basis van een besluit tot opname en verblijf van het CIZ is opgenomen in een accommodatie, zich

Deze leden vragen of de regering ook vindt dat in het wetsvoorstel moet worden opgenomen dat alle locaties worden geregistreerd, tenzij de zorgaanbieder kan aantonen dat

Elk zorgplan waarin onvrijwillige zorg wordt opgenomen of dat voorziet in verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg kan worden verleend, moet door de

Een verklaring waaruit blijkt dat het grote prijsverschil tussen vrijstaande woningen en overige woningsoorten verhindert dat mensen gemakkelijk overstappen naar een vrijstaande

• Een berekening waaruit blijkt dat de belastingdruk per pakje vóór de belastingverhoging in de zuidelijke lidstaat 73,5% bedroeg tegen 77,5% in de noordelijke lidstaat en dat dit

Een antwoord waaruit blijkt dat de loonkosten (per product) kunnen stijgen waardoor (de concurrentiepositie verslechtert en) de winstverwachting bij bedrijven lager kan worden. Deel-