• No results found

Veiligheid. Veiligheids- en instructiestickers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Veiligheid. Veiligheids- en instructiestickers"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Form No. 3446-192 Rev A

Lichtenset voor gebruik op de openbare weg

LT2240 compacte triple gazonmaaier met vierwielaandrijving, LT3340 triple kooimaaier of LT-F3000 triple klepelmaaier

Modelnr.: 02850—Serienr.: 400000000 en hoger

Installatie-instructies

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de inbouwverklaring achteraan dit document.

Belangrijk: Het kabelsysteem voor deze machine is enkel ontworpen voor gebruik met ledlampen.

Gebruik uitsluitend door Toro geleverde lampen.

Veiligheid

Veiligheids- en instructiestickers

Veiligheidsstickers en

veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal134-5457

134-5457 1. Locatie installatie

(2)

Installatie

Losse onderdelen

Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.

Procedure Omschrijving Hoeveel-

heid Gebruik

1

Geen onderdelen vereist

De montage van de lichtenset voor gebruik op de openbare weg voorbereiden.

Rechterachterlicht 1

Linkerachterlicht 1

Bout (16 x 110 mm) 2

2

Flensmoer (16 mm) 2

De rolbeugelonderdelen monteren.

3

Reflector 2 De reflectoren monteren.

Koplampschakelaar 1

Schakelaar voor richtingaanwijzer 1

4

Schakelaar voor gevarenverlichting 1

De licht- en gevarenverlichtingsschake- laars monteren.

Voorste stang van de ledlampen 1

Rechterlicht 1

Linkerlicht 1

5

Zeskantbout (12 x 80 mm) 2

De voorste stang van de ledlampen monteren.

Bevestiging voor de stang van de

ledlampen 2

Flensmoer (8 mm) 4

Flenskopbout (8 x 30 mm) 4

6

Ring (8 mm) 4

De montagebeugels van de stang van de ledlampen monteren.

Flenskopbout (6 x 25 mm) 2

Flensborgmoer (6 mm) 2

Flenskopbout (8 x 30 mm) 4

7

Flensborgmoer (8 mm) 4

De voorste stang van de ledlampen monteren.

Druktransductor 1

Fitting (¾" x 7/16") 1 Adapterfitting (¼" x 7/16") 1

8

Afdichting (¼") - enkel voor machines waarop de differentieelvergrendelingsset is gemonteerd

1

De remdruktransductor monteren.

Kentekenplaat 1

Bevestigingsplaat voor kentekenplaat 1

Kentekenplaatverlichting 1

Kruiskopschroef (nr. 6 x 1") 2

Borgmoer (nr. 6) 2

Flenskopbout (6 x 20 mm) 2

9

De kentekenplaat monteren.

(3)

Procedure Omschrijving Hoeveel-

heid Gebruik

Kabelboom van de verlichtingsset 1

Zelfklevende klem 6

Inzetstuk voor buis 2

11

Kabelbinder 8

De kabelboom leiden.

Zekering (10 A) 1

Zekering (15 A) 1

12

Knipperrelais 1

De zekeringen en het knipperrelais monteren (voor model 31654).

Kleine zekering (7,5 A) 2

13

Knipperrelais 1

De zekeringen monteren (voor model 31657 en 31659).

14

Geen onderdelen vereist De accu aansluiten.

15

Geen onderdelen vereist De remdruktransductor testen en

kalibreren.

16

Geen onderdelen vereist De montage voltooien.

1

De montage van de lichtenset voor gebruik op de openbare weg voorbereiden

Geen onderdelen vereist

De machine voorbereiden op de montage

1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

2. Breng de maai-eenheden omlaag.

3. Stel de parkeerrem in werking.

4. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

5. Wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

6. Laat de motor volledig afkoelen.

Het bestuurdersplatform omhoog kantelen

1. Beweeg de greep van de platformvergrendeling (Figuur 1) naar voren tot de haak loskomt van

g290373

Figuur 1 1. Greep van platformvergrendeling

2. Breng het platform omhoog (Figuur 2).

Opmerking: De hefcilinder helpt bij het omhoogbrengen van het platform.

g290372

Figuur 2

(4)

Het opslagcompartiment verwijderen

Modellen 31657 en 31659

1. Open de deur van het opslagcompartiment aan de linkerkant van het bestuurdersplatform (Figuur 3).

g328513

Figuur 3

1. Ring 3. Opslagcompartiment

2. Knop

2. Verwijder de 3 knoppen en 3 ringen waarmee het opslagcompartiment aan de machine is bevestigd en verwijder het compartiment (Figuur 3).

De motorkap openen

Model 31654

Ontgrendel en open de motorkap.

De accu afkoppelen

1. Maak de voorste moer van de minkabel van de accu los (Figuur 4).

g344733

Figuur 4

1. Moer (minkabel van accu) 2. Minpool van de accu

2. Til de minkabel van de accupool (Figuur 4).

Opmerking: Plaats de minkabel zo dat deze de minpool niet kan raken.

2

De rolbeugelonderdelen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1 Rechterachterlicht 1 Linkerachterlicht 2 Bout (16 x 110 mm) 2 Flensmoer (16 mm)

Procedure

1. Verwijder de scharnierbout (16 x 100 mm) en flensmoer (16 mm) van de rechterkant van de rolbeugel (Figuur 5).

Gooi de scharnierbout (16 x 100 mm) en flensmoer (16 mm) weg.

(5)

g344223

Figuur 5 1. Scharnierbout (16 x 100

mm)

2. Flensmoer (16 mm)

2. Bevestig het rechterachterlicht aan de rolbeugel.

Gebruik hiervoor de nieuwe bout (16 x 110 mm) en de nieuwe flensmoer (16 mm) zoals getoond in Figuur 6.

g344222

Figuur 6 Rechterkant getoond 1. Nieuwe bout (16 x 110

mm)

3. Nieuwe flensmoer (16 mm)

2. Rechterachterlicht

3. Herhaal deze procedure aan de linkerkant van de rolbeugel.

3

De reflectoren monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

2 Reflector

Procedure

Verwijder de rug en monteer de 2 reflectoren op de achterkant van de motorkap zoals getoond inFiguur 7 ofFiguur 8.

g344248

Figuur 7

Locatie reflector voor model 31654

(6)

g344249

Figuur 8

Locatie reflector voor model 31657 en 31659

4

De schakelaars voor de koplamp, richtingaanwijzer en gevarenverlichting

monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1 Koplampschakelaar

1 Schakelaar voor richtingaanwijzer 1 Schakelaar voor gevarenverlichting

De schakelaars monteren

Model 31654

1. Verwijder de afgebeelde pluggen van de bedieningsarm (Figuur 9enFiguur 10).

g344366

Figuur 9

g344364

Figuur 10

2. Verwijder het instrumentenpaneel en de schakelaarplaat van de bedieningsarm (Figuur 11 enFiguur 12).

Bewaar de bevestigingen voor latere montage.

(7)

g344365

Figuur 11

1. Bolkopschroef (4 x 16 mm) 2. Instrumentenpaneel

g344367

Figuur 12

1. Bolkopschroef (8 x 20 mm) 2. Schakelaarplaat

3. Trek de connectoren van de kabelboom van de bedieningsarm met de volgende aanduidingen erdoor:

• LIGHTS

• INDICATORS

• HAZARDS

4. Sluit de 3 schakelaars aan op de overeenkomende kabelboomconnectoren (Figuur 13enFiguur 14).

g344363

Figuur 13 1. Schakelaar voor richtingaanwijzer

g344362

Figuur 14

1. Koplampschakelaar 2. Schakelaar voor de gevarenverlichting

5. Monteer het eerder verwijderde instrumen- tenpaneel en de schakelaarplaat van de bedieningsarm (Figuur 11 enFiguur 12).

De schakelaars monteren

Modellen 31657 en 31659

1. Verwijder de bedieningsarmkap van de bedieningsarm (Figuur 15).

(8)

g344284

Figuur 15

1. Kruiskopschroef 2. Kap van bedieningsarm

2. Verwijder de pluggen van de bedieningsarm (Figuur 17enFiguur 16).

Gooi de pluggen weg.

g344286

Figuur 16

g344285

Figuur 17

3. Verwijder de kruiskopschroef (nr. 10 x 3½"), de borgmoer (nr. 10) en 5 flenskopschroeven (nr. 10 x ⅜") waarmee het linkerpaneel van de bedieningsarm is bevestigd en scheid het paneel (Figuur 18).

g350563

Figuur 18

1. Kruiskopschroef (nr. 10 x 3. Flenskopschroef (nr. 10

(9)

• TURN SIGNAL SWITCH

• HEADLIGHTSWITCH

5. Sluit de 3 schakelaars aan op de overeenkomende kabelboomconnectoren (Figuur 19enFiguur 20)

g344282

Figuur 19 1. Schakelaar voor het waar-

schuwingsknipperlicht

2. Richtingaanwijzerschakelaar

g350561

Figuur 20 1. Connector met 8 pinnen

(met de aanduiding HEADLIGHTSWITCH)

2. Koplampschakelaar

6. Monteer het linkerpaneel van de bedieningsarm aan de bedieningsarm (Figuur 21). Gebruik hiervoor de kruiskopschroef (nr. 10 x 3½"), borgmoer (nr. 10) en 5 flenskopschroeven (nr.

10 x ⅜").

g350562

Figuur 21 1. Kruiskopschroef (nr. 10 x

3½")

3. Flenskopschroef (nr.

10 x ⅜") 2. Borgmoer (nr. 10)

5

De voorste stang van de ledlampen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1 Voorste stang van de ledlampen 1 Rechterlicht

1 Linkerlicht

2 Zeskantbout (12 x 80 mm)

Procedure

1. Verwijder de bevestigingen van het rechterlicht.

Bewaar de borgmoer (12 mm) en de borgring (12 mm). U kunt de schroef weggooien.

2. Bevestig het rechterlicht aan de voorste stang van de ledlampen. Gebruik hiervoor 1 nieuwe zeskantbout (12 x 80 mm) en de eerder verwijderde borgmoer (12 mm) en borgring (12 mm) zoals getoond inFiguur 22.

Belangrijk: Zet de bevestigingen niet te vast, anders kunt u de verlichtingseenheid beschadigen.

(10)

g344461

Figuur 22 1. Nieuwe zeskantbout (12 x

80 mm)

4. Eerder verwijderde borgring (12 mm) 2. Rechterlicht 5. Eerder verwijderde

borgmoer (12 mm) 3. Voorste stang van de

ledlampen

3. Herhaal stap 1en2aan de linkerkant.

6

De montagebeugels van de stang van de ledlampen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

2 Bevestiging voor de stang van de ledlampen 4 Flensmoer (8 mm)

4 Flenskopbout (8 x 30 mm) 4 Ring (8 mm)

De posities van de openingen in de montagebeugel vinden

g344484

Figuur 23

Openingen (arm van stang van de ledlampen)

Gebruik de illustratie inFiguur 24om de posities van de openingen in de montagebeugel te vinden op de arm van de stang van de ledlampen voor uw machine.

(11)

g344485

Figuur 24

1. Model 31654 3. Model 31659

2. Model 31657

Opmerking: U kunt ook de sticker op de stang voor de ledlampen bekijken (Figuur 25) voor informatie over de posities van de openingen in de montagebeugel.

g344605

Figuur 25

De montagebeugels aan de stang van de ledlampen monteren

1. Lijn de openingen in de montagebeugel uit met de openingen in de arm van de stang van de ledlampen (Figuur 26) die u hebt gevonden inDe posities van de openingen in de montagebeugel vinden (bladz. 10).

Opmerking: Zorg ervoor dat het lipje van de montagebeugel weg van de verlichtingseenheid is uitgelijnd.

g345100

Figuur 26

1. Flensborgmoer (8 mm) 4. Bout (8 x 65 mm) 2. Lipje (montagebeugel) 5. Arm van de stang van de

ledlampen 3. Ring (8 mm)

2. Monteer de montagebeugel losjes aan de arm van de stang van de ledlampen (Figuur 26).

Gebruik hiervoor de 2 bouten (8 x 65 mm), 2 ringen (8 mm) en 2 flensborgmoeren (8 mm).

3. Herhaal stap 1en2aan de andere arm van de stang van de ledlampen.

(12)

7

De stang van de ledlampen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

2 Flenskopbout (6 x 25 mm) 2 Flensborgmoer (6 mm) 4 Flenskopbout (8 x 30 mm) 4 Flensborgmoer (8 mm)

Procedure

1. Lijn de gaten in de montagebeugels van de stang van de ledlampen uit met de gaten in de plaat van de vergrendeling en de plaat van de draaiarm (Figuur 27,Figuur 28, ofFiguur 29).

g344558

Figuur 27

Model 31659 afgebeeld; model 31654 en 31657 zijn gelijkaardig.

1. Flenskopbout (6 x 25 mm) 5. Flenskopbout (8 x 30 mm) 2. Plaat van vergrendeling 6. Plaat van draaiarm 3. Montagebeugel 7. Flensborgmoer (8 mm) 4. Flensborgmoer (6 mm)

g344556

Figuur 28 Model 31654

g344557

Figuur 29 Model 31657

2. Monteer de montagebeugel losjes aan de plaat van de vergrendeling (Figuur 30) met een flenskopschroef (6 x 25 mm) en flensborgmoer (6 mm).

3. Monteer de montagebeugel losjes aan de plaat van de draaiarm (Figuur 30) met een flenskopschroef (8 x 30 mm) en flensborgmoer (8 mm).

4. Herhaal stap 2 en 3 aan de andere montagebeugel.

5. Draai alle bouten en borgmoeren van 6 mm (Figuur 30) vast met een torsie van 11 tot 13 N·m.

(13)

g344584

Figuur 30 1. Bout en borgmoer van 6

mm

2. Bout en borgmoer van 8 mm

6. Draai alle bouten en borgmoeren van 8 mm (Figuur 30) vast met een torsie van 26 tot 30 N·m.

8

De remdruktransductor monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1 Druktransductor 1 Fitting (¾" x 7/16") 1 Adapterfitting (¼" x 7/16")

1 Afdichting (¼") - enkel voor machines waarop de differentieelvergrendelingsset is gemonteerd

De transductor monteren

Model 31654

1. Verwijder aan de rechterkant van de tractiepomp de plug van de T-fitting aan poort B van de tractiepomp (Figuur 31).

g344293

g344289

Figuur 31 1. T-fitting (poort B van

tractiepomp)

3. Adapterfitting (¼" x 7/16") 2. Plug

2. Monteer de adapterfitting (¼" x 7/16") in de T-fitting (Figuur 31).

3. Haal de adapter aan met een torsie van 34 tot 41 N·m.

4. Monteer de remdruktransductor in de adapterfitting (Figuur 32).

(14)

g344291

Figuur 32

1. Adapterfitting (¼" x 7/16") 2. Remdruktransductor

5. Draai de remdruktransductor vast met een torsie van 27 N·m.

6. Verwijder de kabelbinder waarmee de connector met 3 pinnen van de machinekabelboom met de aanduiding BRAKE PRESSURE SENSOR is bevestigd aan de slang naast het voorste tractieverdeelstuk (Figuur 33).

g344439

Figuur 33

1. Connector met 3 pinnen (met de aanduidingBRAKE PRESSURE SENSOR- machinekabelboom)

7. Leid de connector met 3 pinnen en kabels naar de rechterkant van de tractiepomp.

g344293

Figuur 34

8. Verwijder de dop van de connector van de remdruksensor (Figuur 35).

g344325

Figuur 35

1. Dop 3. Remdruksensor

2. Connector met 3 pinnen (met de aanduidingBRAKE PRESSURE SENSOR - machinekabelboom)

9. Steek de connector van de remdruksensor in de remdruktransductor (Figuur 35).

(15)

De transductor monteren

Modellen 31657 en 31659 zonder de differentieelvergrendelingsset

1. Verwijder aan de rechterkant van de tractiepomp de plug van de MB-poort van de pomp (Figuur 36).

g343559

g344078

Figuur 36

1. MB-poort (tractiepomp) 3. Verloopstuk (¾" x 7/16") 2. Plug

2. Draai het verloopstuk vast met een torsie van 81 N·m.

3. Monteer de remdruktransductor (Figuur 37) in het verloopstuk (¾" x 7/16").

g344080

Figuur 37

1. Verloopstuk (¾" x 7/16") 2. Remdruktransductor

4. Draai de transductor vast met een torsie van 27 N·m.

5. Verwijder de kabelbinder waarmee de connector met 3 pinnen van de machinekabelboom met de aanduiding BRAKE PRESSURE SENSOR is bevestigd aan de slang naast het voorste tractieverdeelstuk (Figuur 38).

g344440

Figuur 38

1. Connector met 3 pinnen (met de aanduidingBRAKE PRESSURE SENSOR- machinekabelboom)

6. Leid de connector met 3 pinnen en kabels naar de rechterkant van de tractiepomp (Figuur 39).

g343559

Figuur 39

(16)

7. Verwijder de dop van de connector met 3 pinnen van de machinekabelboom met de aanduiding

BRAKE PRESSURE SENSOR(Figuur 40).

g344073

Figuur 40 1. Connector met 3 pinnen -

machinekabelboom (met de aanduidingBRAKE PRESSURE SENSOR)

3. Remdruktransductor

2. Dop

8. Steek de connector met 3 pinnen met de aanduiding BRAKE PRESSURE SENSOR in de connector van de druktransductor (Figuur 40).

De remdruktransductor monteren

Machines met de optionele differentieelver- grendelingsset

1. Leid de connector met 3 pinnen met de aanduiding BRAKE PRESSURE SENSORen kabels naar het voorste tractieverdeelstuk (Figuur 41).

g344918

Figuur 41

1. Voorste tractieverdeelstuk 3. Voorzijde van de machine 2. Connector met 3 pinnen

(met de aanduidingBRAKE PRESSURE SENSOR)

2. Verwijder de inbusplug van poort PS van het voorste tractieverdeelstuk (Figuur 42).

g344933

Figuur 42 1. Poort PS (voorste

tractieverdeelstuk)

2. Inbusplug

3. Monteer de adapterfitting (¼" x 7/16") in de poort PS van het voorste tractieverdeelstuk (Figuur 43) met een afdichting (¼").

(17)

g344935

Figuur 43

1. Adapterfitting (¼" x 7/16") 3. Poort PS (voorste tractieverdeelstuk) 2. Afdichting (¼") 4. Remdruktransductor

4. Draai de adapterfitting vast met een torsie van 34 tot 41 N·m.

5. Monteer de remdruktransductor in de adapterfitting (Figuur 43).

6. Draai de transductor vast met een torsie van 20 N·m.

7. Steek de connector met 3 pinnen met de aanduiding BRAKE PRESSURE SENSOR in de remdruktransductor (Figuur 44).

g344934

Figuur 44

1. Remdruktransductor 2. Connector met 3 pinnen (met de aanduidingBRAKE PRESSURE SENSOR - machinekabelboom)

9

De kentekenplaat monteren

Machines zonder de optionele cabine

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1 Kentekenplaat

1 Bevestigingsplaat voor kentekenplaat 1 Kentekenplaatverlichting

2 Kruiskopschroef (nr. 6 x 1") 2 Borgmoer (nr. 6)

2 Flenskopbout (6 x 20 mm) 2 Flensmoer (6 mm)

Procedure

1. Bevestig de kentekenplaatverlichting aan de bevestigingsplaat voor de kentekenplaat.

Gebruik hiervoor de 2 kruiskopschroeven (nr. 6 x 1") en 2 borgmoeren (nr. 6) zoals getoond in Figuur 45.

Bewaar de connector en wigborging voor latere montage.

(18)

g344531

Figuur 45

1. Borgmoer (nr. 6) 3. Kentekenplaatverlichting 2. Bevestigingsplaat voor

kentekenplaat

4. Kruiskopschroef (nr. 6 x 1")

2. Bevestig de kentekenplaat aan de bevestigingsplaat voor de kentekenplaat mat 2 flenskopbouten (6 x 20 mm) en 2

flensmoeren (6 mm) zoals getoond inFiguur 46.

g344532

Figuur 46

1. Flensmoer (6 mm) 3. Flenskopbout (6 x 20 mm)

10

De kentekenplaat en verlichting monteren

Machines zonder de optionele cabine

Benodigde onderdelen voor deze stap:

2 Flenskopbout (6 x 20 mm) 4 Ring (¼" x ¾")

2 Flensmoer (6 mm)

Procedure

1. Verwijder de 4 bouten, 4 borgringen en 4 ringen waarmee het schot (Figuur 47) is bevestigd aan het elektrisch bord en verwijder het schot.

Opmerking: Bewaar het schot, de bouten, de borgringen en de ringen.

g346880

Figuur 47

1. Bouten 3. Ring

2. Borgring 4. Schot

2. Plaats de gemonteerde kentekenplaat op het

(19)

g347227

Figuur 48 1. Boor 2 openingen (7 mm) in het schot.

5. Boor een opening (6,5 mm) door het schot aan de linkerkant van de kentekenplaatverlichting (Figuur 49).

g347228

Figuur 49 1. Boor een opening (6,5 mm) - schot.

6. Bevestig de gemonteerde kentekenplaat aan het schot. Gebruik hiervoor 2 flenskopbouten (6 x 20 mm), 4 ringen (¼" x ¾") en 2 flensmoeren (6 mm) zoals getoond in Figuur 50.

g347226

Figuur 50

1. Flenskopbout (6 x 20 mm) 3. Flensmoer (6 mm) 2. Ringen

7. Leid de 2 kabels van de kentekenplaatverlichting (Figuur 51) door de opening (6,5 mm) die u hebt geboord in stap5.

Opmerking: U gaat de connector met 2 pinnen en de wigborging monteren inDe connector van de kentekenplaatverlichting monteren (bladz.

22).

g346837

Figuur 51 1. Kabels (kentekenplaatver-

lichting)

2. Opening (6,5 mm - schot)

(20)

11

De kabelboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1 Kabelboom van de verlichtingsset 6 Zelfklevende klem

2 Inzetstuk voor buis 8 Kabelbinder

De kabelboom leiden (overzicht)

Raadpleeg Figuur 52voor een overzicht van waar de kabelboom loopt op de machine.

g344563

Figuur 52

Belangrijk: Wanneer u de kabelboom leidt, zorg er dan voor dat u deze uitlijnt in het chasissrail aan de linkerkant van de machine.

De kabelboomconnectoren van de koplamp voorbereiden

1. Zoek de connector met 6 pinnen met de

aanduidingLH HEADLIGHTen de connector met 6 pinnen met de aanduiding RH HEADLIGHTvan de kabelboomconnectoren van de set (Figuur 53).

g347279

Figuur 53 1. Connector met 6

pinnen (koplamp - kabelboomconnector van set)

3. Achterste huls van 90°

2. Huls van draaiverbinding

2. Scheid de achterste huls van 90° van de huls van de draaiverbinding (Figuur 53).

3. Scheid de huls van de draaiverbinding van de connector met 6 pinnen (Figuur 53).

4. Herhaal stap2en 3van de andere connector van de koplamp.

De kabelboom leiden naar de voorste stang van de ledlampen en hem hierop aansluiten

1. Leid het kabelboomsegment met de aanduiding LH HEADLIGHTdoor de linkeropening in de bevestiging voor de draaiplaat van de voorste arm en dan door de plaat van de vergrendeling (Figuur 54).

(21)

2. Leid het kabelboomsegment met de aanduiding RH HEADLIGHTdoor de rechteropening in de bevestiging voor de draaiplaat van de voorste arm en dan door de plaat van de vergrendeling (Figuur 54).

3. Bevestig de kabelboom met 2 zelfklevende klemmen aan de bevestiging voor de draaiplaat van de voorste arm (Figuur 54).

4. Leid de kabelboom door de binnenkant van de linker- en rechterkant van de voorste stang van de ledlampen (Figuur 55).

5. Bevestig de kabelboom met 4 zelfklevende klemmen aan de voorkant (Figuur 55).

g344582

Figuur 55

6. Leid de kabelboom door de opening in het voorste kanaal door de kabelboom erdoor te duwen tot u de kabelboom kunt zien van de kant van de stang van de ledlampen (Figuur 56).

g344617

Figuur 56

De koplampen aansluiten

1. Monteer de huls van de draaiverbinding aan de connector met 6 pinnen (Figuur 57).

g347278

Figuur 57 1. Connector met 6

pinnen (koplamp - kabelboomconnector van set)

3. Achterste huls van 90°

2. Huls van draaiverbinding

2. Monteer de achterste huls van 90° aan de huls van de draaiverbinding (Figuur 57).

Opmerking: Controleer of de leiding stevig vastzit op de achterste huls van 90° .

3. Herhaal stap1en 2van de andere connector van de koplamp.

4. Sluit de kabelboomconnectoren aan op de rechter- en linkerlamp (Figuur 58).

g344574

Figuur 58

5. Plaats de 2 inzetstukken voor de buis in de zijkanten van de voorste stang van de ledlampen (Figuur 59).

(22)

g344583

Figuur 59

6. Bevestig de kabelboom met kabelbinders.

De kabelboom van de

verlichting aansluiten op de machinekabelboom

1. Verwijder aan de onderste dwarsbuis van de rolbeugel (Figuur 60) de dop van de connector met 6 pinnen van de machinekabelboom met de aanduiding LIGHTINGHARNESSINTERCONNECT

(Figuur 61).

g346879

Figuur 60

g346878

Figuur 61

1. Dop 3. Connector met 6

pinnen (met de aanduiding LIGHTING

HARNESSINTERCONNECT

- kabelboom van verlichtingsset) 2. Connector met 6 pinnen

(met de aanduiding LIGHTING HARNESS

INTERCONNECT - machinekabelboom)

2. Steek de connector met 6 pinnen van de kabelboom van de verlichtingsset met de aanduiding LIGHTINGHARNESSINTERCONNECT

in de connector met 6 pinnen van de

machinekabelboom met de aanduidingLIGHTING

HARNESSINTERCONNECT(Figuur 61).

De connector van de kentekenplaatverlichting monteren

1. Steek aan het schot de aansluiting van de witte verlichtingskabel in pin 1 van de connector met 2 pinnen (Figuur 62).

(23)

g350547

Figuur 62 1. Pin 1 (connector met 2

pinnen)

4. Pin 2 (connector met 2 pinnen)

2. Zwarte kabel (kabelboom kentekenplaatverlichting)

5. Wigborging 3. Witte kabel (kabelboom

kentekenplaatverlichting)

2. Steek de aansluiting van de zwarte

verlichtingskabel in pin 2 van de connector met 2 pinnen (Figuur 62).

3. Steek de wigborging in de connector met 2 pinnen.

De kabelboom leiden aan de achterkant van de machine en deze aansluiten

1. Leid de kabelboom aan de achterkant van de machine langs de onderkant van het elektrisch bord (Figuur 63).

g344639

Figuur 63

2. Lijn het schotpaneel uit met het elektrisch bord.

3. Steek de connector met 2 pinnen van de kabelboom van de verlichtingsset met de aanduiding LICENSEPLATELIGHTin de connector met 2 pinnen van de kentekenplaatverlichting (Figuur 64).

g346978

Figuur 64 1. Connector met 2 pinnen

(kentekenplaatverlichting)

2. Connector met 2 pinnen (met de aanduiding LICENSEPLATE LIGHT

- kabelboom van verlichtingsset)

(24)

REAR LIGHTSen RH REAR LIGHTS, en leid de connectoren langs de onderste helft achteraan het elektrisch paneel (Figuur 65).

g344628

Figuur 65

5. Sluit de connectoren van hetLINKERACHTERLICHT

en hetRECHTERACHTERLICHTaan op het linker- en rechterachterlicht (Figuur 65).

6. Bevestig de kabelboom met de kabelbinders.

Het schot plaatsen

Monteer het schot aan het elektrisch bord (Figuur 66) met de 4 bouten, 4 borgringen en 4 ringen die u hebt verwijderd in10 De kentekenplaat en verlichting monteren (bladz. 18).

g347229

Figuur 66

1. Bouten 3. Ring

2. Borgring 4. Schot

12

De zekeringen en het knipperrelais monteren

Model 31654

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1 Zekering (10 A) 1 Zekering (15 A) 1 Knipperrelais

Procedure

1. Monteer de zekeringen (10 A en 15 A) onder de claxon; zie Figuur 67.

(25)

g028923

Figuur 67

1. Zekering (10 A) 2. Zekering (15 A)

2. Steek aan de achterkant van het elektrische montagepaneel het knipperrelais in een onbezette relaisvoet (Figuur 68).

g295696

Figuur 68

1. Relaisvoet 2. Knipperrelais

13

De zekeringen en het knipperrelais monteren

Modellen 31657 en 31659

Benodigde onderdelen voor deze stap:

2 Kleine zekering (7,5 A) 1 Knipperrelais

Procedure

1. Verwijder het deksel van de zekeringhouder dat zich naast de accu bevindt (Figuur 69).

g328464

Figuur 69

1. Zekeringhouder 2. Deksel van zekeringhouder

2. Breng de 2 kleine zekeringen (7,5 A) aan in de aansluitingen voor de verlichting en de gevarenverlichting van de zekeringhouder (Figuur 69).

Opmerking: Gebruik de sticker op het deksel van de zekeringhouder voor de positie van de zekeringen.

3. Plaats het deksel van de zekeringhouder (Figuur 69).

4. Zoek in de bedieningsarm naar de connector met 2 contacten van de kabelboom van de bedieningsarm met de aanduiding RELAY-FLASHER(Figuur 70).

(26)

g347112

Figuur 70 1. Connector met 2 contacten

(met de aanduiding RELAY-FLASHER - kabelboom van bedieningsarm)

2. Knipperrelais

5. Steek het knipperrelais in de connector met 2 contacten, en bevestig het relais en de kabelboom met een kabelbinder.

6. Plaats de kap van de bedieningsarm (Figuur 71).

g344284

Figuur 71

1. Kruiskopschroef 2. Kap van bedieningsarm

14

De accu aansluiten, het

platform omlaagbrengen en de motorkap sluiten

Geen onderdelen vereist

De accu aansluiten

1. Monteer de minkabel van de accu (Figuur 72) op de minpool.

g344733

Figuur 72

1. Moer (minkabel van accu) 2. Minpool van de accu

2. Draai de voorste moer en de T-bout (Figuur 72) van de minkabel van de accu vast.

Het opslagcompartiment monteren

Modellen 31657 en 31659

1. Lijn de gaten aan de onderkant van het opslagcompartiment uit met de gaten van de chassisbeugels.

2. Monteer het opslagcompartiment met de 3 knoppen en 3 ringen aan de machine (Figuur 73).

(27)

g328512

Figuur 73

1. Ring 3. Opslagcompartiment

2. Knop

3. Sluit de deur van het opslagcompartiment.

Het bestuurdersplatform laten zakken

WAARSCHUWING

Als u de machine gebruikt zonder dat het platform vergrendeld is, kunt u de controle over de machine verliezen, wat kan leiden tot ernstig letsel bij u en omstanders.

Gebruik de machine nooit zonder eerst te hebben gecontroleerd of het vergrendelingsmechanisme van het

bedieningsplatform volledig is ingeschakeld en goed functioneert.

1. Laat het platform voorzichtig neer (Figuur 74).

Opmerking: De hefcilinder helpt het platform ondersteunen.

g290371

Figuur 74

2. Als het platform bijna omlaag gebracht is, be- weegt u de greep van de platformvergrendeling (Figuur 75) naar de voorkant van de machine.

Opmerking: Hierdoor komen de haken van de grendel los van de grendelstaaf.

g290369

Figuur 75 1. Greep van

platformvergrendeling

2. Grendelstaaf

3. Laat het platform volledig neer en beweeg de greep van de platformvergrendeling naar de achterkant van de machine totdat de haken van de grendel de grendelstaaf helemaal vastgrijpen (Figuur 76).

(28)

g290370

Figuur 76 1. Greep van platformvergrendeling

(29)

15

De remlichten testen en kalibreren

Geen onderdelen vereist

De remlichten testen

1. Model 31654 - sluit de motorkap.

2. Start de motor en laat hem lopen om de koelvloeistof op te warmen tot 70 - 75 °C.

3. Breng de maai-eenheden omhoog en zet de parkeerrem vrij.

4. Rijd langzaam vooruit.

Opmerking: De remlichten moeten onmiddellijk uitgaan.

Als de remlichten aan blijven of te lang aan blijven wanneer het pedaal om vooruit te rijden wordt ingedrukt, moet u de remdruktransductor kalibreren.

• Model 31654: zieDe kalibratie voorbereiden (bladz. 29)enDe remdruktransductor kalibreren (bladz.

30).

• Model 31657 en 31659: zie De kalibratie voorbereiden (bladz. 31)enDe remdruktransductor kalibreren (bladz. 31).

5. Laat het tractiepedaal opkomen.

Opmerking: De remlichten moeten onmiddellijk gaan branden.

Als de remlichten niet gaan branden of niet snel gaan branden wanneer u het pedaal om vooruit te rijden laat opkomen, moet u de remdruktransductor kalibreren.

• Model 31654: zieDe kalibratie voorbereiden (bladz. 29)enDe remdruktransductor kalibreren (bladz.

30).

• Model 31657 en 31659: zie De kalibratie voorbereiden (bladz. 31)enDe remdruktransductor kalibreren (bladz. 31).

6. Breng de maai-eenheden omlaag, stel de parkeerrem in werking, zet de motor uit en verwijder het sleuteltje, en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

De kalibratie voorbereiden

Model 31654

1. Open de motorkap.

2. Verwijder aan de linkerkant van de motor, dicht bij de hoofdcontroller (Figuur 77) de dop van de connector met 2 pinnen van de machinekabelboom.

g347179

(30)

3. Steek de diagnostische kabel in de ‘CANDIAGNOSTICPORT’ connector.

Neem contact op met uw erkende Toro- distributeur voor een kabel.

4. Steek de kabel in de computer.

De remdruktransductor kalibreren

Model 31654

1. Open het programma DANFOSSPLUS1.

Neem contact op met uw erkende Toro- distributeurverdeler i.v.m. toegang tot dit programma.

2. Selecteer Brake Light Parameters in het menu (Figuur 78).

g345519

Figuur 78

3. Stel de druk van de remverlichting (Figuur 78) als volgt in:

• Als de remlichten niet gaan branden of niet snel gaan branden wanneer u het pedaal om vooruit te rijden laat opkomen, moet u de druk verlagen (kPa).

• Als de remlichten aan blijven of te lang aan blijven wanneer u het pedaal om vooruit te rijden laat opkomen, moet u de druk verhogen (kPa).

4. Test de remverlichting; zieDe remlichten testen (bladz. 29).

(31)

De kalibratie voorbereiden

Modellen 31657 en 31659

1. Verwijder in de bedieningsarm de dop van de connector met 3 pinnen van de kabelboom van de bedieningsarm met de aanduiding CANDIAGNOSTICPORT(Figuur 79).

g347123

Figuur 79

1. Dop 2. Connector met 3 pinnen (met de aanduiding CANDIAGNOSTIC

PORT- kabelboom van bedieningsarm)

2. Steek de diagnostische kabel in de ‘CANDIAGNOSTICPORT’ connector.

Neem contact op met uw erkende Toro- distributeur voor een kabel.

3. Steek de kabel in de computer.

4. Zorg ervoor dat de parkeerrem ingeschakeld is en start de motor.

De remdruktransductor kalibreren

Modellen 31657 en 31659

1. Open het Toro Diag programma in ToroConnect.

2. Selecteer T:Primary aan de linkerkant van het scherm (Figuur 80).

(32)

g345518

Figuur 80

3. Selecteer de tab Config aan de bovenkant van het scherm (Figuur 80).

4. Selecteer Max Brake Pressure (psi) in het menu Config en stel de fabriekswaarde in als standaard (Figuur 80).

5. Stel de druk van de remverlichting als volgt in:

Belangrijk: Wanneer u de druk (psi) verhoogt of verlaagt, moet u dit doen in stappen van 1 tot 5.

• Als de remlichten niet gaan branden of niet snel gaan branden wanneer u het pedaal om vooruit te rijden laat opkomen, moet u de druk verlagen (psi).

• Als de remlichten aan blijven of te lang aan blijven wanneer u het pedaal om vooruit te rijden laat opkomen, moet u de druk verhogen (psi).

6. Test de remverlichting; zieDe remlichten testen (bladz. 29).

De kalibratie voltooien

(33)

16

De montage voltooien

Geen onderdelen vereist

De motorkap sluiten

Model 31654

Sluit en vergrendel de motorkap.

De kap van de bedieningsarm plaatsen

Modellen 31657 en 31659

Monteer de kap van de bedieningsarm (Figuur 81) met de 2 kruiskopschroeven die u hebt verwijderd in De schakelaars monteren (bladz. 7).

g344284

Figuur 81

1. Kruiskopschroef 2. Kap van bedieningsarm

Gebruiksaanwijzing

Koplampen afstellen

Stel de koplampen zo af dat het horizontale deel van de grens van de stralenbundel 2,0% naar beneden is gekanteld.

1. Zet de moer los waarmee de koplampen aan de beugel zijn bevestigd.

2. Stel de koplampen manueel af.

3. Draai de moer vast om de lamp in de juiste stand te borgen.

De lichten bedienen

Symbolen verlichting

De bedieningsorganen van de verlichting worden aangegeven met de symbolen afgebeeld inFiguur 82.

g347124

Figuur 82

1. Gevarenverlichting 3. Lampen – Aan/Uit 2. Richtingaanwijzers

Koplampen en standlichten

De koplampen en achterlichten werken als de standlichten.

• Om de standlichten te laten branden wanneer de motor uitgeschakeld is, drukt u op de bovenkant van de lichtschakelaar.

• Om de koplampen en standlichten te laten branden, moet u de motor laten lopen of de contactschakelaar op LOPEN draaien en de bovenkant van de lichtschakelaar indrukken.

• Om de lichten uit te schakelen, drukt u op het onderste gedeelte van de lichtschakelaar.

Gevarenverlichting

Druk op de bovenkant van de schakelaar voor de gevarenverlichting om alle richtingaanwijzers tegelijk te laten knipperen.

Opmerking: Om de gevarenverlichting in te

(34)

Richtingaanwijzers

Laat de machine draaien met de contactschakelaar op de stand LOPENen druk de overeenkomende zijde van de richtingaanwijzerschakelaar in. De 2 richtingaanwijzers aan die kant van de machine gaan knipperen.

Remlichten

De remlichten gaan automatisch branden wanneer de machine vertraagt (wanneer het tractiepedaal terugkeert naar de neutraalstand - alleen terwijl u vooruitrijdt).

Onderhoud

De lichten onderhouden

Vervang alle versleten of beschadigde onderdelen met originele Toro onderdelen.

• Controleer regelmatig of alle lichten werken.

• Zorg ervoor dat de koplampen juist zijn afgesteld.

• Maak de lichten dagelijks schoon.

Belangrijk: Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van oplosmiddelen.

(35)

Opmerkingen:

(36)

Opmerkingen:

(37)

Inbouwverklaring

The Toro Company, 8111 Lyndale Ave. South, Bloomington, MN, USA (VS) verklaart dat de volgende eenheid/eenheden voldoet/voldoen aan de vermelde richtlijnen als ze volgens de bijgeleverde instructies gemonteerd worden op bepaalde Toro machines, zoals beschreven in de relevante gelijkvormigheidsattesten.

Modelnr.: Serienr.: Productbeschrijving Factuuromschrijving Algemene omschrijving Richtlijn

02850 400000000 en hoger

Lichtenset voor gebruik op de openbare weg, LT2240 compacte triple gazonmaaier

met vierwielaandrijving, LT3340 triple kooimaaier of LT-F3000 triple klepelmaaier

KIT, ROAD LIGHTS Verlichtingsset 2004/108/EG

De relevante technische documentatie werd samengesteld in overeenstemming met Deel B van Bijlage VII van richtlijn 2006/42/EG.

Wij beloven op vraag van nationale overheden relevante informatie over deze gedeeltelijk afgewerkte machine over te dragen. Dit zal gebeuren via elektronische weg.

Deze machine mag pas in werking worden gesteld als ze geïntegreerd is in een goedgekeurd Toro model zoals beschreven in het toegevoegde gelijkvormigheidsattest en in overeenstemming met alle instructies, waardoor men ervan kan uitgaan dat ze in overeenstemming is met alle relevante richtlijnen.

Gecertificeerd: Erkende vertegenwoordiger:

Marcel Dutrieux

Manager European Product Integrity Toro Europe NV

Nijverheidsstraat 5 2260 Oevel Belgium John Heckel

Sr. Engineering Manager 8111 Lyndale Ave. South Bloomington, MN 55420, USA december 18, 2020

(38)

Privacyverklaring EEA/VK

Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens

The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer. Toro gebruikt deze informatie om te voldoen aan contractuele verplichtingen – zoals het registreren van uw garantie, het behandelen van uw garantieclaim of om contact met u op te nemen in het geval van terugroepacties – en voor legitieme zakelijke doeleinden – zoals klanttevredenheid meten, onze producten verbeteren of u productinformatie verschaffen die van belang kan zijn. Toro kan uw informatie delen met onze dochterondernemingen, verdelers of andere zakenpartners in verband met deze activiteiten. We kunnen ook persoonlijke informatie vrijgeven van rechtswege of in verband met de verkoop, aankoop of fusie van een bedrijf. We verkopen uw persoonsgegevens nooit aan andere bedrijven voor marketingdoeleinden.

Behoud van uw persoonlijke gegevens

Toro bewaart uw persoonlijke informatie zolang deze relevant is voor de bovengenoemde doeleinden en in overeenstemming is met de wettelijke vereisten. Gelieve contact op te nemen vialegal@toro.comvoor meer informatie over de bewaarperiodes die van toepassing zijn.

Toro's engagement inzake veiligheid

Uw persoonlijke informatie kan behandeld worden in de VS of een ander land dat mogelijk soepelere databeschermingswetten heeft dan het land waar u verblijft. Indien we uw informatie overdragen naar een ander land dan het land waar u verblijft, nemen wij de wettelijk verplichte maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie op gepaste wijze wordt beschermd en veilig wordt behandeld.

Toegang en correctie

U hebt het recht om uw persoonlijke gegevens te corrigeren of te raadplegen, of zich te verzetten tegen de verwerking van uw gegevens of deze te beperken. Om deze rechten uit te oefenen, gelieve een e-mail te sturen naar legal@toro.com. Als u zich zorgen maakt over de manier waarop Toro uw informatie heeft behandeld, vragen wij u om deze direct ten aanzien van ons te uiten. Europese burgers hebben het recht om een klacht in te dienen bij hun gegevensbeschermingsautoriteit.

(39)

Toro garantie

Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren

Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten). In een geval waarin de garantie van toepassing is, zullen wij het product kosteloos repareren en ook niet de kosten van diagnose, arbeid, onderdelen en transport in rekening brengen. De garantie gaat in op de datum waarop het product is geleverd aan de oorspronkelijke koper.

* Het product is uitgerust met een urenteller.

Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice U dient contact op te nemen met de distributeur van commerciële producten of erkende dealer bij wie u het product heeft gekocht, zodra u denkt dat er sprake is van een geval waarop de garantie van toepassing is. Als het u moeite kost een distributeur of erkende dealer te vinden of vragen over rechten of plichten uit hoofde van de garantie heeft, kunt u contact met ons opnemen op:

Toro Commercial Products Service Department 8111 Lyndale Avenue South

Bloomington, MN 55420-1196, VS

+1-952-888-8801 of +1-800-952-2740 E-mail: commercial.warranty@toro.com

Plichten van de eigenaar

Als eigenaar van het product bent u verantwoordelijk voor de vereiste onderhouds- en afstelwerkzaamheden die worden vermeld in de Gebruikershandleiding. Herstellingen voor problemen met het product die worden veroorzaakt door het niet uitvoeren van de vereiste onderhouds- en afstelwerkzaamheden worden niet gedekt door deze garantie.

Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen Niet alle storingen of defecten van het product die plaatsvinden tijdens de garantieperiode zijn materiaalgebreken of fabricagefouten. Buiten deze garantie vallen:

Productstoringen die het gevolg zijn van het gebruik van vervangstukken niet afkomstig van Toro, of van het aanbrengen of gebruiken van randapparaten of aangepaste accessoires en producten die niet van het merk Toro zijn.

Productstoringen veroorzaakt door het feit dat de eigenaar nalaat aanbevolen onderhoud en/of aanpassingen uit te voeren.

Defecten als gevolg van verkeerd, achteloos of roekeloos gebruik van het product.

Door gebruik versleten onderdelen die niet defect zijn. Voorbeelden van onderdelen die slijten of worden verbruikt tijdens een normaal gebruik van het product zijn onder meer, maar niet uitsluitend: remblokken en remvoeringen, koppelingsvoeringen, maaimessen, messenkooien, rollen en lagers (verzegeld of smeerbaar), snijplaten, bougies, zwenkwielen en zwenkwiellagers, banden, filters, drijfriemen en sommige onderdelen van spuitmachines zoals membranen, spuitdoppen, vloeistofstroommeters en afsluitkleppen.

Storingen die worden veroorzaakt door externe invloeden zijn onder meer, maar niet uitsluitend: weersomstandigheden, wijze van opslag, verontreiniging, gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen, koelvloeistoffen, smeermiddelen, additieven, meststoffen, water of chemicaliën.

Storingen of gebrekkige prestaties die het gevolg zijn van het gebruik van brandstoffen (bv. benzine, diesel of biodiesel) die niet voldoen aan hun respectievelijke industriestandaarden.

Normale geluidssterkte, trillingen, slijtage en achteruitgang. Normale slijtage omvat, maar is niet beperkt tot, schade aan zittingen ten gevolge van slijtage of afslijting, afgesleten geverfde oppervlakken, gekraste stickers of ramen.

Onderdelen

Garantie wordt verleend op onderdelen die moeten worden vervangen in het kader van het vereiste onderhoud, gedurende de garantieperiode tot hun geplande vervanging. Een onderdeel dat uit hoofde van de garantie is vervangen, komt voor de duur van de oorspronkelijke productgarantie in aanmerking voor de garantie en wordt eigendom van Toro. Toro beslist in laatste instantie of een onderdeel of een groep van onderdelen wordt gerepareerd of vervangen. Toro mag voor garantiereparaties in de fabriek gereviseerde onderdelen gebruiken.

Garantie semitractieaccu en lithiumionaccu

Semitractieaccu's en lithiumionaccu's hebben een specifiek totaal aantal kilowatturen die zij tijdens hun levensduur kunnen leveren. De gebruikte technieken voor het bedienen, opladen en onderhouden van de accu kan leiden tot een langere of kortere levensduur van de accu. Als de accu's in dit product worden gebruikt, zal hun bruikbaarheid tussen de oplaadintervallen langzaam verminderen totdat zij volledig uitgeput zijn. Een accu vervangen die versleten is ten gevolge van normaal gebruik is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het product.

Opmerking (alleen voor lithiumionaccu): raadpleeg de garantie van de accu voor meer informatie.

Levenslange garantie van krukas (uitsluitend voor ProStripe 02647 model)

De ProStripe met originele Toro koppelingsplaat en mesremkoppeling (ingebouwde mesremkoppeling (BBC) + koppelingsplaat) als originele uitrusting die door de originele aankoper wordt gebruikt in overeenstemming met de aanbevolen gebruiks- en onderhoudsprocedures, valt onder een levenslange garantie tegen verbuiging van de krukas van de motor. Machines die zijn uitgerust met frictieringen, mesremkoppelingeenheden (BBC) en andere dergelijke toestellen vallen niet onder de levenslange garantie van de krukas.

Onderhoud is ten koste van de eigenaar

Opvoeren van de motor, smeren, reinigen en waxen, het vervangen van filters, koelvloeistof en het uitvoeren van aanbevolen onderhoudswerkzaamheden behoren tot de gebruikelijke werkzaamheden die nodig zijn voor Toro producten en die voor rekening van de eigenaar zijn.

Algemene voorwaarden

Op grond van deze garanties mogen reparaties uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende Toro-distributeur of -dealer.

De Toro Company is niet aansprakelijk voor indirecte of bijkomende schade dan wel gevolgschade in samenhang met het gebruik van de Toro producten die onder deze garantie vallen, inclusief de kosten of uitgaven voor de levering van vervangend materiaal of diensten gedurende een redelijke periode van onbruikbaarheid of buitengebruikstelling tijdens de uitvoering van reparatiewerkzaamheden op grond van deze garantie. Met uitzondering van de emissiegarantie waarnaar hieronder, indien van toepassing, wordt verwezen, bestaat er geen andere expliciete garantie. Alle impliciete garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor gebruik zijn beperkt tot de duur van deze expliciete garantie.

Sommige staten laten geen uitsluiting van incidentele of voortvloeiende schade toe, noch beperkingen van de duur van geïmpliceerde garanties. De bovenstaande uitsluitingen en beperkingen zijn daarom mogelijk niet op u van toepassing. Deze garantie geeft u specifieke juridische rechten; daarnaast kunt u beschikken over andere rechten die per land kunnen verschillen.

Opmerking met betrekking tot de emissiegarantie Het emissiecontrolesysteem op uw product kan vallen onder de dekking van een afzonderlijke garantie die tegemoetkomt aan de eisen van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) en/of de California Air Resources Board (CARB). De beperkingen van de bedrijfsuren die hierboven zijn genoemd, gelden niet voor de garantie op het emissiecontrolesysteem. Zie de garantieverklaring voor het controlesysteem van de emissie van de motor in de Gebruikershandleiding van uw product of in het documentatiemateriaal van de fabrikant van de motor.

Andere landen dan de Verenigde Staten en Canada

Kopers van Toro producten die zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of Canada moeten contact opnemen met hun Toro-distributeur (dealer) voor de garantiebepalingen die in hun land, provincie of staat van toepassing zijn. Als u om een of andere reden ontevreden bent over de service van uw verdeler distributeur of moeilijk informatie over de garantie kunt krijgen, verzoeken wij u contact op te nemen met uw erkend Toro servicecenter.

(40)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij bunzing is er weliswaar nog geen sprake van inteelt, maar bunzings uit West- Vlaanderen vertonen wel een lagere genetische diversiteit dan bunzings uit Limburg!. Op vlak

Er is een aanpak ontwikkeld die via een viertal stappen leidt tot het specificeren van de effecten van klimaatverandering op Natura 2000 doelen. Uiteindelijk wordt aangegeven

Het dorp Walraversijde kende toen haar einde, wat onder meer in de hand gewerkt werd door het feit dat het kerkbestuur van Middelkerke grond, waar ze tijdens de

– het verschil tussen percelen met lage en hoge opbrengsten is groot (5 ton ds/ha per jaar); – in 2003 levert het perceel met intensieve beweiding en 1 keer maaien de

Gebruik en beleving van natuur van niet-westerse allochtonen 3.1 Participatie in het bezoek aan het groen in en buiten de stad 3.2 Gebruik van groen in de stad 3.3 Gebruik

fulvum, en dat deze effec- tor in staat is een aantal cysteïne-proteasen te remmen die vereist zijn voor de basale afweer van tomaat tegen verscheidene schimmels.. Ook voor de

Prevalente patiënten lijken niet te zijn meegenomen in de berekeningen, terwijl deze wel voor deze behandeling in aanmerking zullen komen als het middel voor vergoeding in

De dagelijkse evolutie van het aantal detecties in de vistrap (Figuur 3.16) is het resultaat van het aantal individuen dat zich door de vistrap beweegt en vertoont bijgevolg