• No results found

Gebruiks- en montagehandleiding Koel-vriescombinatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebruiks- en montagehandleiding Koel-vriescombinatie"

Copied!
88
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gebruiks- en montagehandleiding Koel-vriescombinatie

Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.

(2)

Inhoud

Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...  4

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ...  12

Energie besparen ...  13

Beschrijving van het toestel ...  15

Bedieningspaneel... 15

Bij te bestellen accessoires ... 17

Koeltoestel in- en uitschakelen...  18

Bij langere afwezigheid... 21

De juiste temperatuur ...  22

... in de koelzone en de PerfectFresh-zone ... 22

Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)... 22

... in de diepvrieszone ... 22

Temperatuurweergave ... 23

Temperatuur in de koel-/diepvrieszone instellen ... 24

Temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen ... 24

SuperKoelen en SuperFrost gebruiken ...  26

Functie SuperKoelen ... 26

Functie SuperFrost ... 27

Temperatuuralarm ...  28

Het voortijdig uitschakelen van de zoemer ... 28

Het wijzigen van instellingen...  29

Instellingsmodus ... 29

Levensmiddelen in de koelzone bewaren ...  31

Verschillende koelgedeelten... 31

Niet geschikt voor de koelzone ... 32

Aanwijzingen voor het kopen van levensmiddelen ... 32

Levensmiddelen juist bewaren ... 32

Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone opslaan ...  33

Droogtevak  ... 34

Vochtvak ,  ... 34

De binnenruimte indelen...  36

Deurvak/flessenvak verplaatsen... 36

Flessensteun ... 36

(3)

Inhoud

Anti-geurfilters verplaatsen ... 37

Invriezen en bewaren ...  38

Maximale vriescapaciteit ... 38

Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ... 38

Diepvriesproducten bewaren ... 38

Zelf voedingsmiddelen invriezen ... 39

Bewaartijd van ingevroren levensmiddelen... 41

De binnenruimte indelen ... 42

De accessoires gebruiken ... 42

Ontdooien...  43

Reiniging en onderhoud...  46

Aanwijzingen voor het reinigingsmiddel ... 46

Het koeltoestel voor de reiniging voorbereiden... 47

Binnenkant en toebehoren reinigen... 48

Deurdichting reinigen ... 49

Ventilatieopeningen reinigen ... 49

Na het reinigen ... 49

Anti-geurfilters vervangen ... 50

Nuttige tips...  51

Geluiden en de oorzaken ervan ...  58

Klantendienst...  59

Contact bij storingen ... 59

Garantie ... 59

Installatie ...  60

Montage-instructies ... 60

Plaats van opstelling ... 60

Luchttoevoer en luchtafvoer... 61

Meubeldeur ... 63

Vóór het reinigen van het koeltoestel ... 64

Inbouwmaten... 66

Het instellen van de deurscharnieren ... 67

Openingshoek van de toesteldeuren verkleinen ... 67

Draairichting van deur veranderen ... 67

Koeltoestel inbouwen ... 70

De meubeldeuren monteren... 79

(4)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Dit koeltoestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.

Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor- dat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richtlijnen met betrekking tot de montage, de veiligheid, het ge- bruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.

In overeenstemming met de norm IEC 60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol- gen.

Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor de daaruit voortvloeiende schade.

Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

 Het koeltoestel is bedoeld voor gebruik in huishoudens en derge- lijke, bijvoorbeeld

– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen – in boerderijen

– door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere speci- fieke woonomgevingen.

Dit koeltoestel mag niet buiten worden gebruikt.

(5)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

 Gebruik het koeltoestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden:

om levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken.

Elk ander gebruik is niet toegelaten.

 Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk- bare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmid- delen vallen. Een onjuist gebruik van het koeltoestel kan tot bescha- diging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is het koeltoestel niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosiegevaar.

Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.

 Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het koeltoestel niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken.

Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedie- nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.

Kinderen in het huishouden

 Kinderen die jonger zijn dan 8 jaar moeten op afstand van het koeltoestel gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht staan.

 Kinderen vanaf 8 jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht ge- bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventu- ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.

 Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of

onderhouden.

(6)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

 Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.

Technische veiligheid

 Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de gel- dende EU-richtlijnen.

 Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na- tuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu, maar wel brandbaar.

Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt het broei- kaseffect niet.

Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel leidt echter tot een gedeeltelijke verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkings- geluiden van de compressor kunnen stromingsgeluiden in het volle- dige koelcircuit worden geproduceerd. Deze effecten zijn helaas on- vermijdelijk, maar hebben geen invloed op de prestatie van het koel- toestel.

Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van het koeltoestel geen onderdelen van het koelcircuit worden bescha- digd. Wegspattend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken.

Bij beschadigingen:

– Vermijd open vuur of andere brandhaarden.

– Maak het koeltoestel spanningsvrij.

– Lucht de kamer waarin het koeltoestel staat gedurende enkele mi- nuten.

– Neem contact op met de klantendienst.

(7)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

 Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter het vertrek moet zijn waar het koeltoestel wordt opgesteld. In te klei- ne vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 11 g koelmiddel minstens 1 m

3

groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje bin- nenin het toestel.

 Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koel- toestel niet beschadigd raakt.

Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

 De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran- deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol- gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda- mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek- trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.

 Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

 Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.

 Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol- doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui- ten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.

 Wanneer er vocht komt op onderdelen die onder spanning staan of op de elektriciteitskabel, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet- terd (bijv. garage, bijkeuken etc.).

 Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een

(8)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

 Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge- vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen.

Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.

 Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige functie is gewaarborgd.

 Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:

– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of – de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit-

gedraaid of

– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits- kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.

 Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa- ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.

Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uit- gevoerd.

 Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door Miele technici wordt gerepareerd.

 Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga- randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.

Veilig gebruik

 Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-

ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over-

schreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan

de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur

(9)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

 Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge- leiding niet goed functioneert,het stroomverbruik stijgt en onderdelen beschadigd raken.

 Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.

Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waar- door de kunststof knapt of scheurt.

 Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het koeltoestel. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door elek- trische onderdelen.

 Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoe- stel (bijv. voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.

 Gevaar voor letsel en schade. Bewaar geen blikjes en flessen die koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen be- vriezen in de diepvrieszone. De blikjes of flessen zouden uit elkaar kunnen spatten.

 Gevaar voor letsel en schade. Als u flessen snel in de diepvrieszo- ne wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de diepvrieszo- ne te halen. Anders zouden ze kunnen ontploffen.

 Gevaar voor letsel. Raak diepvriesproducten en metalen onderde- len niet met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.

 Gevaar voor letsel. Stop nooit ijsblokjes en ijs op een stokje, met

name waterijs, in uw mond direct nadat u ze uit de diepvrieszone

heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriespro-

ducten kunnen lippen of tong vastvriezen.

(10)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

 Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op- nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le- vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.

 Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u het risico om voedselvergiftiging op te lopen.

De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali- teit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be- waard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmiddelenfabrikanten in acht.

 Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga- rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon- teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro- ductaansprakelijkheid.

Reiniging en onderhoud

 Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.

 Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span- ningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorza- ken.

 Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha- digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand.

– rijm- en ijslagen te verwijderen,

– en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.

 Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-

(11)

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

 Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.

Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas- sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.

Transport

 Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor- den vervoerd.

 Gevaar voor letsel en schade. Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag daarom aan iemand u te helpen bij het vervoeren van het toestel.

Wat te doen wanneer u het toestel afdankt

 Maak het slot van uw oude koeltoestel eventueel onbruikbaar. U voorkomt daarmee dat kinderen ingesloten kunnen raken en in le- vensgevaar komen.

 Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door

– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken, – buisleidingen om te buigen,

– beschermende lagen af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar.

 Het is levensgevaarlijk om de olie in de compressor in te slikken of

(12)

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het koeltoe- stel tegen transportschade. Het verpak- kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas- ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.

Door hergebruik van verpakkingsmateri- aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.

Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.

Het oude toestel afdanken

Elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal waardevolle materia- len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toe- stel bij het gewone huisvuil gooit of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezond- heid en het milieu. Gooi uw oude toe- stellen daarom nooit met het gewone huisvuil weg.

Lever het toestel in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek- tronische toestellen, bij uw vakhan- delaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.

Let erop dat de buisleidingen van uw koeltoestel niet worden beschadigd, totdat het op vakkundige en milieu- vriendelijke wijze wordt verschroot.

Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelcircuit en de olie in de compressor niet in het milieu terechtkomen.

Het oude toestel moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen worden opge- slagen. Informatie hierover vindt u in deze gebruiks- en montagehandleiding

(13)

Energie besparen

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaatsing en on-

derhoud

Plaats het toestel in een ge- ventileerde ruimte.

In gesloten, niet geventileer- de ruimtes.

Stel het toestel niet bloot aan zonnestralen.

Direct blootgesteld aan zon- nestralen.

Plaats het toestel niet naast een warmtebron.

Naast een warmtebron (ver- warming, fornuis).

Zorg voor een omgevings- temperatuur van ca. 20 °C.

Bij een hoge omgevingstem- peratuur vanaf 25 °C.

Dek ventilatieroosters niet af en maak ze regelmatig stof- vrij.

Met ventilatieroosters die zijn afgedekt of vol zitten met stof.

Temperatuur- instelling

Koelzone: 4 tot 5°C Hoe lager de temperatuur, des te hoger het energiever- bruik!

PerfectFresh-zone ca. 0 °C Diepvrieszone: -18°C

(14)

Energie besparen

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Gebruik Plaats de plateaus, laden en

vakken zoals bij levering.

Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk.

Leg de levensmiddelen met- een op de goede plek.

De deur vaak en lang ope- nen betekent koudeverlies en instroom van warme lucht in het toestel. Het koeltoestel heeft tijd nodig om opnieuw te koelen en de compressor moet langer werken.

Neem een koeltas mee wan- neer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het koeltoestel.

Pakt u levensmiddelen uit het toestel, neem dan wat u nodig hebt en leg de rest zo snel mogelijk terug om kou- deverlies te voorkomen.

Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het koeltoestel afkoelen.

Als levensmiddelen nog warm of op omgevingstem- peratuur zijn, ontstaat er warme lucht in het koeltoe- stel. Het koeltoestel heeft tijd nodig om opnieuw te koelen en de compressor moet lan- ger werken.

Leg de levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.

Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone verdampen en condenseren, neemt de koelcapaciteit af.

Leg ingevroren levensmid- delen in de koelzone wan- neer ze moeten ontdooien.

Zorg ervoor dat vakken niet te zwaar worden beladen, zodat de lucht kan circule- ren.

Een verslechterde lucht- stroom zorgt voor een ver- lies van koelcapaciteit.

Ontdooien Ontdooi de diepvrieszone wanneer er een ijslaag van maximaal 0,5 cm in zit.

Een ijslaag bemoeilijkt het invriezen en bewaren van le- vensmiddelen.

(15)

Beschrijving van het toestel

Bedieningspaneel

a Aan/Uit - toets van de koelzone b Temperatuurtoets van de koelzone c SuperKoelen-toets

d Display

e Alarm - symbool f SuperKoelen-symbool g Vergrendelingssymbool

h Temperatuurweergave

i Aan/Uit - toets van de diepvrieszone en de koelzone

j Temperatuurtoets van de diepvries- zone

k SuperFrost - toets

l Toets voor het uitschakelen van de zoemer

m Menu - symbool (Instellingsmodus:

Vergrendeling in- / uitschakelen;

Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen)

n Symbool voor de elektrische aanslui- ting

(16)

Beschrijving van het toestel

a Bedieningspaneel b Ventilator

c Binnenverlichting d Deurvak met eierhouder e Plateau

f Deurvak voor flessen

g Droogtevak PerfectFresh-zone h Gootje voor het dooiwater en afvoer-

opening voor het dooiwater i Regelaar voor het instellen van de

luchtvochtigheid in het vochtvak j Vochtvak PerfectFresh-zone k Diepvriesladen

De PerfectFresh-zone voldoet aan de eis van een koelvak volgens EN ISO 15502.

(17)

Beschrijving van het toestel

Bij te bestellen accessoires

Het Miele-assortiment omvat tal van handige accessoires, alsmede reini- gings- en onderhoudsmiddelen die spe- ciaal op uw koeltoestel zijn afgestemd.

Universeel microvezeldoekje Het microvezeldoekje is handig bij het verwijderen van vingerafdrukken en an- der licht vuil op roestvrijstalen fronten, panelen, ramen, meubels enz.

Flessenrek

Flessen kunt u op het flessenrek in de koelzone leggen. Daarmee bespaart u ruimte.

Het flessenrek kan op verschillende ma- nieren in de koelzone worden geplaatst.

Tweedelig plateau

Dit plateau bestaat uit twee delen waar- van het voorste gedeelte onder het ach- terste gedeelte kan worden geschoven.

Wanneer u hoge producten in het toe- stel wilt plaatsen, bijv. flessen, kunt u hiervan gebruik maken.

Anti-geurfilters met houder KKF-FF (Active AirClean)

De anti-geurfilter neutraliseert onaange- name geuren in de koelzone en zorgt zo voor een betere luchtkwaliteit.

Breng de houder van de anti-geurfilter aan op de achterste beschermlijst van het plateau, u kunt de houder naar wens verplaatsen.

Anti-geurfilters met houder KKF-RF (Active AirClean)

U kunt bij Miele vervangende filters (Ac- tive AirClean) verkrijgen die in deze houder passen. Wij adviseren de anti- geurfilters om de 6 maanden te vervan- gen.

Bij te bestellen accessoires kunt u bij Miele (zie achterin deze gebruiksaan- wijzing), in de webshop van Miele of bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.

(18)

Koeltoestel in- en uitschakelen

Voor het eerste gebruik

Verpakkingsmateriaal

 Verwijder al het verpakkingsmateriaal uit de binnenruimte.

Beschermfolie

De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus en de deurvakken zijn tijdens het trans- port van een beschermfolie voorzien.

 Trek deze folie van de roestvrijstalen lijsten en panelen af.

Reiniging

Volg daarvoor beslist de betreffende instructies in het hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”.

 Reinig de binnenkant van het toestel en de toebehoren.

Accessoires

Flessenhouder plaatsen

De flessenhouder wordt in het deurvak voor flessen geplaatst. Flessen staan steviger wanneer u de deur van het toe- stel opent en sluit.

 Plaats de flessensteun in het midden van de achterkant van het deurvak voor flessen.

(19)

Koeltoestel in- en uitschakelen

Koeltoestel inschakelen

Voordat u voor de eerste keer levens- middelen in het koeltoestel legt, kunt u de diepvrieszone het beste ca. 4 uur laten voorkoelen.

Leg pas levensmiddelen in de diep- vrieszone als de temperatuur laag ge- noeg is (min. -18 °C).

Met de rechter Aan / Uit-toets kunt u de diepvrieszone en de koelzone tege- lijk inschakelen.

 Druk op de rechter Aan-/Uit-toets om de diepvrieszone en de koelzone in te schakelen.

Het toestel begint te koelen, en de vooringestelde temperatuur in de diep- vrieszone verschijnt op de temperatuur- weergave. De binnenverlichting van de koelzone gaat aan wanneer de toestel- deur wordt geopend.

Koeltoestel uitschakelen

Wanneer de tempatuur in de diep- vrieszone wordt weergegeven, kunt u het gehele koeltoestel uitschakelen.

 Druk zolang op de rechter Aan / Uit- toets totdat de display uitgaat om de diepvries- en koelzone uit te scha- kelen.

De koel- en diepvrieszones zijn uitge- schakeld. Is dat niet mogelijk, dan is de vergrendeling ingeschakeld (zie hoofd- stuk: “Het wijzigen van instellingen”, pa- ragraaf: “Het uitschakelen van de ver- grendeling”).

De binnenverlichting van de koelzone gaat uit. De koeling wordt uitgescha- keld.

(20)

Koeltoestel in- en uitschakelen

Het apart uitschakelen van de koel- zone

U kunt de koelzone apart uitschakelen, terwijl de diepvrieszone ingeschakeld blijft. Dit is bijvoorbeeld geschikt voor wanneer u op vakantie gaat.

Als de temperatuur van de koelzone zichtbaar is, kunt u de koelzone apart uitschakelen.

 Druk op de linker Aan/Uit-toets van de koelzone totdat de display uitgaat.

De binnenverlichting en de tempera- tuuraanduiding van de koelzone gaan uit. De koelzone is uitgeschakeld. De temperatuuraanduiding van de diep- vrieszone blijft branden.

Het weer inschakelen van de koelzo- ne

De koelzone kunt u daarna weer apart inschakelen.

 Druk op de aan/uit-toets links om de koelzone in te schakelen.

De temperatuuraanduiding van de koel- zone gaat branden. De koelzone begint te koelen. Wanneer de deur van de koelzone wordt geopend, gaat de bin- nenverlichting aan.

(21)

Koeltoestel in- en uitschakelen

Bij langere afwezigheid

Als het toestel bij langere afwezig- heid wordt uitgeschakeld, maar niet wordt gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur van het toestel gesloten blijft.

Reinig het toestel in ieder geval.

Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, doe dan het volgende:

 Schakel het koeltoestel uit.

 Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering van de huisin- stallatie uit.

 Ontdooi de diepvrieszone.

 Reinig het koeltoestel en laat de deur open staan om het toestel voldoende te verluchten en te voorkomen dat er geurtjes ontstaan.

Neem de laatste beide instructies ook in acht als u de koelzone voor langere tijd apart wilt uitschakelen.

(22)

De juiste temperatuur

De juiste temperatuurinstelling is heel belangrijk voor het bewaren van de voe- dingsmiddelen. Voedingsmiddelen be- derven snel door micro-organismen.

Dat kan door de juiste bewaartempera- tuur worden voorkomen of vertraagd.

De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien.

Als de temperatuur daalt, vertragen de- ze processen.

De temperatuur in het koeltoestel stijgt als:

– u vaak en gedurende lange tijd de deur van het toestel opent

– er meer voedingsmiddelen worden bewaard

– de temperatuur van de voedingsmid- delen hoger is, wanneer ze worden opgeslagen

– de omgevingstemperatuur van het koeltoestel hoger is. Het koeltoestel is gemaakt voor een bepaalde kli- maatklasse waar de kamertempera- tuur niet boven of onder mag liggen.

... in de koelzone en de PerfectFresh-zone

Voor de koelzone adviseren wij een koeltemperatuur van 4 °C.

In de PerfectFresh-zone wordt de tem- peratuur automatisch geregeld en ligt zij tussen de 0° en 3 °C.

Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)

Wanneer u de koelzone inschakelt, schakelt het koeltoestel automatisch de ventilator in. Daardoor wordt de kou in de koelzone gelijkmatig verdeeld, zodat de levensmiddelen die in de koelzone zijn opgeslagen met ongeveer dezelfde temperatuur worden gekoeld.

... in de diepvrieszone

Om verse voedingsmiddelen in te vrie- zen en langdurig te bewaren, moet de temperatuur -18 °C zijn. Bij deze tem- peratuur wordt de groei van micro-orga- nismen grotendeels gestopt. Zodra de temperatuur hoger wordt dan -10 °C, begint de aantasting door de micro-or- ganismen en de voedingsmiddelen zijn minder lang houdbaar. Daarom mogen (gedeeltelijk) ontdooide voedingsmid- delen pas weer worden ingevroren, na- dat ze zijn verwerkt (koken of braden).

Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.

(23)

De juiste temperatuur

Temperatuurweergave

Is het apparaat normaal in gebruik, dan geeft de temperatuurweergave in het display de gemiddelde, werke- lijke temperatuur van de koelzone en de temperatuur van de warmste plek in de diepvrieszone aan, die op dat moment heersen.

Wanneer er voor de koelzone of diep- vrieszone een andere temperatuur wordt ingesteld, gaat de temperatuur in de temperatuuraanduiding knipperen.

In de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone knipperen strepen, wan- neer de temperatuur in de diepvrieszo- ne niet ligt in het bereik dat in de tem- peratuuraanduiding kan worden aange- geven.Tegelijk klinkt er een zoemer.

In de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone knippert de gewenste temperatuur ook, wanneer de tempera- tuur in de diepvrieszone met een paar graden is gestegen. Dit is een teken van koudeverlies.

Dit koudeverlies is geen probleem wan- neer dit is ontstaan doordat u:

– de deuren van het toestel een keer vrij lang geopend houdt, bijv. om een grote hoeveelheid levensmiddelen in het toestel te leggen of eruit te halen;

– verse levensmiddelen invriest.

Is de temperatuur in de diep- vrieszone vrij lange tijd hoger dan -18 °C, controleer dan of de diep- vriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.

Is dat het geval, gebruik deze levens- middelen dan zo snel mogelijk of kook of braad ze, alvorens ze op- nieuw in te vriezen!

(24)

De juiste temperatuur

Temperatuur in de koel-/diep- vrieszone instellen

De temperatuur is instelbaar:

– In de koelzone van 3 °C tot en met 9 °C.

– In de diepvrieszone van -15 °C tot en met -26 °C.

De temperaturen van de koelzone en diepvrieszone kunt u met de desbetref- fende toets instellen.

 Druk zo vaak op de temperatuurtoets totdat de gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt.

Wanneer u voor het eerst op de toets drukt, knippert de temperatuurwaarde die het laatst is ingesteld.

Daarna verandert de temperatuurwaar- de voortdurend. Is de hoogst instelbare temperatuur bereikt, dan wordt weer met de laagst instelbare temperatuur begonnen.

De nieuw gekozen temperatuurwaarde wordt na een tijdje automatisch overge- nomen en verschijnt in de display.

De temperatuur die voor de koelzone is ingesteld, brandt nu. De ingestelde tem- peratuur van de diepvrieszone knippert totdat deze bereikt is.

De temperatuur in het toestel stelt zich nu langzaam op deze nieuwe tempera- tuurwaarde in.

Temperatuur in de

PerfectFresh-zone wijzigen

In de PerfectFresh-zone wordt de tem- peratuur automatisch tussen de 0 en 3 °C gehouden. Wanneer u het daar echter warmer of kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis wilt opslaan, dan kunt u de temperatuur wijzigen.

De temperatuur in de PerfectFresh- zone is vanuit de fabriek ingesteld op b5. Bij een stand van b1 tot en met b4 kan de temperatuur tot onder het vriespunt dalen en kunnen levens- middelen bevriezen!

Kies dan een hogere stand.

Het wijzigen van de temperatuur

 Druk ca. 5 seconden op de Super- Frost-toets.

Menu-symbool  gaat branden en in het display knippert c.

De instellingsmodus is nu geactiveerd.

 Druk op de temperatuurtoets totdat in het display b knippert.

(25)

De juiste temperatuur

 Druk nu kort op de Superfrost - toets om de functie op te roepen.

In het display verschijnt b en de tempe- ratuurwaarde die de laatste keer is inge- steld.

 Door op de temperatuurtoets te druk- ken kunt u de temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen. U kunt kiezen tussen de standen 1 tot en met 9:

1: laagste temperatuur, 9: hoogste temperatuur.

 Druk op de SuperFrost - toets om de instellingen op te slaan

 Druk op de Aan/Uit-toets om de in- stellingsmodus te verlaten.

In het display verschijnt weer de tempe- ratuur die in de koelzone heerst.

Het duurt enige tijd voordat de inge- stelde temperatuur is bereikt.

(26)

SuperKoelen en SuperFrost gebruiken

Functie SuperKoelen

Met de functie SuperKoelen wordt de koelzone zeer snel tot de koudste waar- de afgekoeld (afhankelijk van de kamer- temperatuur).

De functie SuperKoelen is met name aan te bevelen als u grote hoeveelhe- den verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.

SuperKoelen inschakelen

 Druk op de SuperKoelen-toets.

Het SuperKoelen-symbool  brandt.

De temperatuur in het apparaat daalt en de koelcapaciteit is nu maximaal.

SuperKoelen uitschakelen

De functie “SuperKoelen” wordt auto- matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.

Het SuperKoelen-symbool  gaat uit en de koelcapaciteit is weer normaal.

Om energie te besparen kunt u de func- tie SuperKoelen zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koel ge- noeg zijn.

 Druk op de SuperKoelen-toets. Het Superkoeling - symbool  gaat uit.

De koelcapaciteit van het toestel is weer normaal.

(27)

SuperKoelen en SuperFrost gebruiken

Functie SuperFrost

Om verse levensmiddelen optimaal in te vriezen, dient u eerst de functie Super- Frost in te schakelen.

Op die manier worden de levensmid- delen snel doorvroren en blijven de voe- dingswaarde, de vitamines, het uiterlijk en de smaak behouden.

Uitzonderingen:

– Als u reeds ingevroren levensmid- delen in het toestel plaatst.

– Wanneer u dagelijks slechts max.

1 kg verse levensmiddelen invriest.

SuperFrost inschakelen

Schakel de SuperFrost in 6 uur voordat u de in te vriezen levensmiddelen in het toestel legt. Wilt u gebruik maken van de maximale vriescapaciteit, schakel de SuperFrost dan 24 uur van te voren in.

 Druk opnieuw op de SuperFrost - toets.

Het symbool Superfrost  brandt. De temperatuur in het apparaat daalt en de koelcapaciteit is nu maximaal.

SuperFrost uitschakelen

De functie SuperFrost wordt automa- tisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Het symbool SuperFrost  gaat uit en de koelcapaciteit is weer normaal.

Om energie te besparen, kunt u de functie SuperFrost zelf al eerder uit- schakelen.

 Druk op de toets SuperFrost. Het symbool SuperFrost  gaat uit.

De koelcapaciteit van het toestel is weer normaal.

(28)

Temperatuuralarm

Dit toestel heeft een waarschuwings- systeem, waarmee wordt voorkomen dat de temperatuur in de diepvrieszone ongemerkt stijgt.

Gevaar voor de gezondheid door het eten van bedorven voedingsmid- delen.

Is de temperatuur gedurende een vrij lange tijd hoger dan -18 °C, contro- leer dan of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.

Daardoor zijn de voedingsmiddelen korter houdbaar.

Controleer of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.

Als dat het geval is, gebruik deze voedingsmiddelen dan zo snel mo- gelijk of kook of braad ze alvorens ze opnieuw in te vriezen.

Wanneer de vriestemperatuur in het toestel te veel stijgt, knipperen de tem- peratuuraanduiding en het alarmsym- bool . Tevens klinkt er een waarschu- wingssignaal.

Afhankelijk van de ingestelde tempera- tuur zal het koeltoestel melden of een temperatuurzone te warm is.

Het akoestische en optische signaal worden gegeven als:

– u het toestel inschakelt en de tempe- ratuur die op dat moment in een tem- peratuurzone heerst te veel verschilt van de temperatuur die u hebt inge- steld;

– u ingevroren voedingsmiddelen sor- teert of uit het toestel haalt en er

– u een vrij grote hoeveelheid voe- dingsmiddelen invriest;

– u verse voedingsmiddelen invriest die nog warm zijn;

– er een stroomuitval is geweest;

– het koeltoestel defect is.

Zodra de alarmtoestand beëindigd is, stopt het waarschuwingssignaal en gaat het alarmsymbool  uit.

Het voortijdig uitschakelen van de zoemer

Hindert de zoemer u, dan kunt u deze voortijdig uitschakelen.

 Druk op de toets voor het uitscha- kelen van de zoemer.

De zoemer houdt op.

Bij een temperatuuralarm blijft alarm- symbool  branden totdat de juiste temperatuur weer is bereikt.

(29)

Het wijzigen van instellingen

Instellingsmodus

Bepaalde instellingen van het toestel kunt u in de instellingsmodus wijzigen.

Temperatuur in de PerfectFresh- zone wijzigen

b Vergrendeling in-/uitschakelen c Hoe u de temperatuur in de

PerfectFresh-zone wijzigt, wordt be- schreven in het hoofdstuk: “De juiste temperatuur”.

Hoe u de vergrendeling in- en uit- schakelt, wordt hieronder beschreven.

De instellingsmodus wordt in het dis- play met menu–symbool  aangege- ven.

Vergrendeling in-/uitschakelen Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat het toestel per ongeluk wordt uitge- schakeld:

– Het inschakelen van de vergrende- ling

 Druk ca. 5 seconden op de Super- Frost-toets.

Menu-symbool  gaat branden en in de display knippert .

De instellingsmodus is nu geactiveerd.

 Druk nu kort op de SuperFrost-toets om de vergrendelingsfunctie op te roepen.

In de display verschijnt “”.

(30)

Het wijzigen van instellingen

 Druk nu op de SuperFrost-toets om de vergrendelingsfunctie in te scha- kelen.

Het symbool Vergrendeling  brandt.

 Druk op de Aan/Uit-toets om de in- stellingsmodus te verlaten.

In de display verschijnt de temperatuur.

– Het uitschakelen van de vergrende- ling

 Druk ca. 5 seconden op de Super- Frost-toets.

Vergrendelingssymbool  en menu- symbool  gaan branden en in de dis- play knippert .

De instellingsmodus is nu geactiveerd.

 Druk nu kort op de SuperFrost-toets om de vergrendelingsfunctie op te roepen.

In de display verschijnt “”.

 Druk nu op de SuperFrost-toets om de vergrendelingsfunctie uit te scha- kelen.

Vergrendelingssymbool  gaat uit.

 Druk op de Aan/Uit-toets om de in- stellingsmodus te verlaten.

In de display verschijnt de temperatuur.

(31)

Levensmiddelen in de koelzone bewaren

Explosiegevaar door brandbare gasmengsels.

Brandbare gasmengsels kunnen ont- branden door elektrische onderde- len.

Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf- gassen (bijv. spuitbussen) in het koeltoestel. Dergelijke spuitbussen kunt u herkennen aan de hand van de opgedrukte inhoudsopgave of een vlamsymbool. Eventueel ont- snappende gassen kunnen ontbran- den door elektrische onderdelen.

Gevaar voor beschadiging door voedingsmiddelen die vet of olie be- vatten.

Indien u vet- of oliehoudende voe- dingsmiddelen in het koeltoestel of de deur van het toestel bewaart, kunnen er spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor de kunststof knapt of scheurt.

Voorkom dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie in aanraking komt met kunststof onderdelen.

Verschillende koelgedeelten

Door de natuurlijke luchtcirculatie ont- staan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen.

De koude, zware lucht zakt naar het on- derste gedeelte van de koelzone. Maak bij het erin plaatsen van de voedings- middelen gebruik van deze verschil- lende temperaturen.

Als de luchtcirculatie niet voldoende is, wordt de koelcapaciteit lager en stijgt het energieverbruik.

Dek de ventilator op de achterwand niet af.

Tip: De voedingsmiddelen mogen de achterwand niet aanraken. Ze kunnen anders aan de achterwand vastvriezen.

Dit is een toestel met een automa- tische dynamische koeling (DynaCool).

Wanneer de ventilator in werking is, wordt de koude in de verschillende zones gelijkmatig verdeeld en zijn de temperatuurverschillen minder groot.

Warmste gedeelte

Het minst koele gedeelte in de koel- kast / koelzone bevindt zich vooraan en helemaal bovenin tegen de deur. Ge- bruik dit gedeelte voor het opslaan van boter zodat deze smeerbaar blijft en voor kaas zodat deze zijn aroma niet verliest.

Koudste gedeelte

Het koudste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de schei- dingsplaat voor de PerfectFresh-zone en bij de achterwand. In de vakken van de PerfectFresh-zone heersen nog lage- re temperaturen.

Gebruik deze gedeelten in de koelzone en in de PerfectFresh-zone voor alle le- vensmiddelen die niet lang houdbaar zijn, zoals:

– vis, vlees, gevogelte,

(32)

Levensmiddelen in de koelzone bewaren

– vers deeg, taart-/cake-, pizza- of qui- chedeeg,

– kaas met rauwe melk en andere melkproducten,

– in folie verpakte voorgesneden groenten,

– in het algemeen, alle verse voedings- middelen (waarvan de houdbaar- heidsdatum alleen geldt bij een be- waartemperatuur van minstens 4 °C).

Niet geschikt voor de koelzone

Koudegevoelige voedingsmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder 5 °C te worden bewaard. Te lage tem- peraturen kunnen een negatieve invloed hebben op de smaak, het vitaminege- halte, het uiterlijk en de consistentie van de voedingsmiddelen.

Tot de koudegevoelige voedingsmid- delen behoren onder andere:

– ananas, avocado's, bananen, gra- naatappels, mango's, meloenen, papaja's, passievruchten, citrus- vruchten (zoals citroenen, sinaasap- pelen, mandarijntjes, pompelmoes), – fruit (dat nog verder moet rijpen), – aubergines, komkommers, aardap-

pels, paprika, tomaten, courgettes, – harde kazen (zoals parmezaan en

bergkaas).

Aanwijzingen voor het kopen van levensmiddelen

De belangrijkste voorwaarde om de le- vensmiddelen lang te kunnen bewaren, is dat ze zo vers mogelijk zijn. De mate van versheid bij aankoop is van door- slaggevend belang.

Let ook op de houdbaarheidsdatum en de juiste bewaartemperatuur.

De koelketen mag eigenlijk niet worden onderbroken door de levensmiddelen bijvoorbeeld in een warme auto te ver- voeren.

Tip: Neem een koeltas mee wanneer u boodschappen doet en leg de levens- middelen snel in het koeltoestel.

Levensmiddelen juist bewaren

Bewaar levensmiddelen in de koelzone altijd in de verpakking of goed afgedekt (in de PerfectFresh-zone zijn daarop uit- zonderingen). Zo wordt het opnemen van vreemde geuren, uitdrogen van de levensmiddelen en het overdragen van mogelijk aanwezige kiemen voorkomen.

Dit is vooral van belang voor het bewa- ren van dierlijke levensmiddelen.

Bij een juiste instelling van de tempera- tuur en een passende hygiëne kan de houdbaarheid van levensmiddelen aan- zienlijk worden verlengd.

(33)

Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone opslaan

In de PerfectFresh-zone zijn de koel- condities voor fruit, groenten, vis, vlees en melkproducten optimaal. Deze le- vensmiddelen blijven veel langer vers en smaak en vitaminen blijven behou- den.

In de PerfectFresh-zone wordt de tem- peratuur automatisch geregeld en ligt bij 0-3 °C. Deze temperaturen zijn lager dan in een gewone koelzone, maar voor levensmiddelen die niet gevoelig zijn voor koude zijn dit de ideale bewaar- temperaturen. Deze levensmiddelen zijn bij deze temperaturen langer houdbaar en blijven zo langer vers.

Daar komt nog bij dat de luchtvochtig- heid in de PerfectFresh-zone aan de opgeslagen levensmiddelen kan wor- den aangepast. Met een hogere lucht- vochtigheid kunnen de levensmiddelen hun natuurlijk vochtgehalte behouden.

Ze drogen dan niet zo snel uit en blijven dan langer vers en knapperig.

Om levensmiddelen goed te kunnen bewaren, is het van essentieel belang dat ze zich in goede staat bevinden wanneer u ze in de koelkast legt!

Haal de levensmiddelen die in de PerfectFresh-zone zijn opgeslagen, er ca. 30 tot 60 minuten voordat u ze nuttigt uit. Pas bij kamertemperatuur komen aroma en smaak tot hun recht.

De PerfectFresh-zone bestaat uit twee vakken:

– Het bovenste vak is het droogtevak.

In dit vak heerst een temperatuur van 0 tot 3 °C en een normale luchtvoch- tigheid .

Hier worden vis, vlees, zuivelproduc- ten en allerlei andere verpakte le- vensmiddelen opgeslagen.

– Het onderste vak is het vochtvak (er kunnen ook meerdere vochtvakken zijn, al naar gelang het model). Ook in dit vak heerst een temperatuur van 0 - 3°C. De luchtvochtigheid is hier va- riabel. Aan de stand van de schuifre- gelaar is te zien of de luchtvochtig- heid hier normaal is  of verhoogd .

In het laatste geval kunnen hier groenten en fruit worden opgeslagen.

(34)

Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone opslaan

Droogtevak 

Het droogtevak is vooral geschikt voor de opslag van levensmiddelen die niet lang houdbaar zijn zoals:

– Verse vis en schaaldieren;

– Vlees, gevogelte, worst;

– Delicatessen;

– Zuivelproducten zoals yoghurt, kaas, room, kwark etc..

– Allerlei andere verpakte levensmid- delen.

De luchtvochtigheid in het droogtevak is ongeveer gelijk aan de luchtvochtig- heid die in een gewone koelzone heerst.

Bij het droogtevak gaat het dus voorna- melijk om de lage temperatuur.

Houd er rekening mee dat eiwitrijke le- vensmiddelen sneller bederven. Schaal- en schelpdieren bederven dus sneller dan vis, en vis bederft weer sneller dan vlees.

Bewaar deze levensmiddelen om hygië- nische redenen alleen verpakt of in een bakje.

Vochtvak , 

Het vochtvak beschikt over een schuif- regelaar waarmee de luchtvochtigheid in het vochtvak kan worden afgesteld.

Zet de schuifregelaar op stand , of .

Niet verhoogde luchtvochtigheid  Met deze instelling  wordt het vocht- vak een droogtevak 0 met de schuifre- gelaar worden de openingen naar het vak geopend en kan het vocht ontsnap- pen (zie “Droogtevak ”).

Verhoogde luchtvochtigheid  Bij deze instelling /

is het vochtvak geschikt om groente en fruit te bewaren.Met de schuifregelaar worden de openingen naar het vak ge- sloten en blijft het vocht in het vak.

De hoogte van de luchtvochtigheid in het vochtvak hangt sterk af van het soort en de hoeveelheid opgeslagen le- vensmiddelen als die niet verpakt zijn.

Als u een kleine hoeveelheid opslaat, kan de luchtvochtigheid te gering zijn.

Tip: Verpak de levensmiddelen bij klei- ne hoeveelheden in luchtdichte verpak- kingen.

Het is mogelijk dat er zich bij een verhoogde luchtvochtigheid in het vochtvak op de bodem en onder het deksel condenswater ontwikkelt.

Verwijder het condenswater met een doek.

(35)

Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone opslaan

Bent u niet tevreden met de manier waarop uw opgeslagen levensmid- delen worden gekoeld, bijv. wanneer ze al na korte tijd slap worden, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht:

 Sla alleen verse levensmiddelen op.

De staat waarin levensmiddelen ver- keren wanneer u ze in de koelkast legt, is heel belangrijk.

 Reinig de PerfectFresh-zone vóórdat u de levensmiddelen daarin legt.

 Dep zeer vochtige levensmiddelen af voordat u ze in deze zone legt.

 Leg geen koudegevoelige levensmid- delen in de PerfectFresh-zone (zie pa- ragraaf: “Welke levensmiddelen zijn niet geschikt voor de koelkast?”).

 Wilt u levensmiddelen in de

PerfectFresh-zone opslaan, kies dan het juiste vak en de juiste luchtvoch- tigheid voor het vochtvak.

 Een verhoogde luchtvochtigheid  in het vochtvak wordt alleen bereikt door het vocht van levensmiddelen die in dat vak zijn opgeslagen. Dat wil zeggen, hoe meer levensmiddelen in het vochtvak zijn opgeslagen, des te hoger is de luchtvochtigheid.

Vormt zich te veel vocht op de bo- dem van het vak, waardoor de le- vensmiddelen aangetast worden, kies dan stand . Verwijder het condens- water in ieder geval van de bodem van het vak en onder het deksel met een doekje of leg een rooster in het vak, zodat het overtollige vocht eraf kan druipen.

Is de luchtvochtigheid te laag, dan kunt u de levensmiddelen beter lucht- dicht verpakken.

 Heeft u het gevoel dat de tempera- tuur in de PerfectFresh-zone te hoog of te laag is, probeer de temperatuur dan allereerst via de koelzone te re- guleren, door deze daar met 1 of 2 °C te verlagen of te verhogen. Pas wan- neer zich ijskristallen op de bodem van de PerfectFresh-vakken vormen, moet u de temperatuur verhogen om te voorkomen dat de levensmiddelen door de koude niet meer te gebruiken zijn.

(36)

De binnenruimte indelen

Deurvak/flessenvak ver- plaatsen

Tip: Verplaats het deurvak/flessenvak in de deur alleen als er niets in staat.

 Schuif het deurvak/flessenvak naar boven en haal het langs voren eruit.

 Zet het deurvak/flessenvak er op de gewenste plaats weer in. Zorg er daarbij voor dat het goed vastklikt.

Flessensteun

De flessensteun kunt u naar rechts of links verschuiven, waardoor er meer ruimte komt voor pakken drank.

Wanneer u de flessensteun goed wilt schoonmaken, adviseren wij u om deze er helemaal uit te halen:

 Schuif het flessenvak naar boven en haal het eruit.

 Trek de flessensteun van de achter- kant van het deurvak af.

De plateaus verplaatsen

De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd.

 Til het plateau iets op. Trek het iets naar voren. Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. Verplaats het naar boven of naar beneden.

De opstaande rand die aan de be- schermlijst aan de achterkant van het plateau zit moet naar boven wijzen, zo- dat de levensmiddelen niet met de ach- terwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.

Met stopjes wordt voorkomen dat de plateaus er per ongeluk uit worden ge- trokken.

(37)

De binnenruimte indelen

PerfectFresh-laden

De vakken van de PerfectFresh-zone zijn op telescopische geleiders inschuif- baar en uittrekbaar. Wanneer u er le- vensmiddelen in wilt leggen of er uit wilt halen of wanneer u de vakken wilt schoonmaken, kunt u ze er het beste helemaal uithalen:

Om een vak makkelijker uit het toestel te kunnen halen, kunt u het deurvak voor flessen beter verwijderen.

 Trek de laden naar buiten totdat u weerstand voelt en til de laden van de geleiders.

Schuif de geleiders daarna weer naar binnen om beschadigingen te voor- komen.

 Trek het deksel tussen de vakken voorzichtig naar voren en haal het uit het toestel.

 Wilt u het deksel terugplaatsen, zet het dan weer terug in de houders en schuif het naar achteren totdat het vastklikt.

De laden terugplaatsen

 trek de geleiders dan helemaal naar buiten, leg het vak daarop en

 schuif de lade in het toestel totdat u weerstand voelt.

Anti-geurfilters verplaatsen

De anti-geurfilter met houder KKF-FF (Active AirClean) kan als accessoire bijbesteld worden (zie hoofdstuk “Ac- cessoires”, paragraaf “Bij te bestellen accessoires”.)

Let bij sterk geurende levensmid- delen (bijv. heel kruidige kaas) op het volgende:

– Plaats de houder met de anti-geurfil- ters op het plateau, waarop u deze le- vensmiddelen legt.

– Vervang de anti-geurfilters desge- wenst eerder.

– Plaats nog meer anti-geurfilters (met houder) in het koeltoestel (zie hoofd- stuk “Accessoires”, paragraaf “Bij te bestellen accessoires”).

De houder voor de anti-geurfilters zit op de beschermlijst aan de achterkant van het plateau.

 Als u de anti-geurfilter wilt ver- plaatsen, trekt u de houder omhoog en neemt u hem van de bescherm- lijst.

(38)

Invriezen en bewaren

Maximale vriescapaciteit

Om de levensmiddelen zo snel mogelijk tot in de kern in te vriezen, mag de maximale vriescapaciteit niet worden overschreden. De maximale vriescapa- citeit binnen 24 uur staat op het type- plaatje “Vriescapaciteit ...kg/24 uur”.

De maximale vriescapaciteit die ver- meld staat op het typeplaatje is geba- seerd op de norm DIN EN ISO 15502.

Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen?

Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevro- ren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden.

Als het langer duurt voor de levensmid- delen tot in de kern worden ingevroren, loopt er meer vocht uit de individuele cellen in de tussenruimtes. De cellen krimpen. Bij het ontdooien kan er slechts een deel van het eerder uitgelo- pen vocht weer door de cellen worden opgenomen. In de praktijk betekent dit een groot vochtverlies in de levensmid- delen. Dit kunt u herkennen doordat zich bij het ontdooien een grote plas water om het levensmiddel vormt.

Als het levensmiddel snel tot in de kern is ingevroren, heeft de celvloeistof min- der tijd om vanuit de cellen in de tus- senruimtes terecht te komen. De cellen krimpen aanzienlijk minder. Tijdens het ontdooien kan de slechts geringe hoe- veelheid vloeistof die naar de tussen- ruimten was gelopen, terugkeren naar de cellen zodat het vochtverlies zeer

Diepvriesproducten bewaren

Vries geheel of gedeeltelijk ont- dooide voedingsmiddelen niet op- nieuw in. Pas nadat u deze voedings- middelen heeft verwerkt (gekookt of gebraden), kunt u ze opnieuw invrie- zen.

Wilt u diepvriesproducten bewaren, controleer dan al tijdens de aankoop in de winkel:

– of de verpakking beschadigd is – de houdbaarheidsdatum

– de koelzonetemperatuur van de vrie- zer in de winkel.

Als de koelzonetemperatuur hoger is dan -18 °C, dan zijn de diepvriespro- ducten niet zo lang houdbaar.

 Koop diepvriesproducten pas als u de andere boodschappen al heeft ge- daan en vervoer ze in krantenpapier of in een koeltas.

 Plaats de diepvriesproducten thuis direct in het koeltoestel.

(39)

Invriezen en bewaren

Zelf voedingsmiddelen invrie- zen

Vries uitsluitend verse voedingsmid- delen in perfecte staat in!

Houd bij het invriezen rekening met het volgende

– De volgende levensmiddelen zijn ge- schikt om in te vriezen:

vers vlees, gevogelte, wild, vis, groenten, kruiden, onbewerkt fruit, zuivelproducten, bakproducten, voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke kant-en-klaarproducten.

– De volgende levensmiddelen zijn niet geschikt om in te vriezen:

wijndruiven, bladsalade, radijsjes, rammenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, hele onbewerkte appels en peren.

– Kleur, smaak, aroma en vitamine C blijven behouden als u groenten blan- cheert voordat u deze invriest. Leg daarvoor een portie groenten 2-3 mi- nuten in kokend water. Neem de groenten daarna uit het water en laat deze snel in koud water afkoelen.

Laat de groenten uitlekken.

– Mager vlees is beter geschikt om te worden ingevroren dan vet vlees en het kan aanmerkelijk langer worden bewaard.

– Leg tussen koteletten, biefstukjes, schnitzels enz. telkens een stukje huishoudfolie. Zo voorkomt u dat de stukken vlees aan elkaar vastvriezen.

reeds bereide gerechten voor het in- vriezen slechts licht. Sommige krui- den veranderen bij het invriezen de smaakintensiteit van de gerechten.

– Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het koeltoestel afkoelen om te voorkomen dat reeds ingevro- ren voedingsmiddelen beginnen te ontdooien en het energieverbruik stijgt.

In te vriezen voedingsmiddelen ver- pakken

 Vries voedingsmiddelen per portie in.

– Geschikte verpakking – Plastic folie

– Huishoudfolie van polyethyleen – Aluminiumfolie

– Diepvriesbakjes

– Ongeschikte verpakking – Pakpapier

– Perkamentpapier – Cellofaan

– Vuilniszakken

– Gebruikte plastic tassen

 Druk de lucht uit de verpakking.

 Sluit de verpakking goed af met – elastiekjes

– kunststof clips – touw of

– koudebestendige plakband.

(40)

Invriezen en bewaren

 Doe een sticker op de verpakking met de inhoud en invriesdatum erop.

Vóór het erin zetten

 Gaat het om een hoeveelheid van meer dan 1 kg verse voedingsmid- delen, schakel dan enige tijd voor het erin plaatsen de functie SuperFrost in (zie het hoofdstuk “SuperKoelen en SuperFrost gebruiken”, paragraaf

“Functie SuperFrost”).

De voedingsmiddelen die al zijn inge- vroren, krijgen zo een koudereserve.

Diepvriesproducten erin plaatsen

Pas op voor beschadiging door een te zware belading.

Door een te zware belading kan de diepvrieslade/glasplaat worden be- schadigd.

De maximale beladingscapaciteit moet steeds in acht worden geno- men:

- diepvrieslade = 25 kg - glasplaat = 35 kg

Leg in te vriezen voedingsmiddelen niet tegen reeds ingevroren voe- dingsmiddelen om te voorkomen dat de laatste gaan ontdooien.

 Zorg ervoor dat het materiaal waarin de in te vriezen voedingsmiddelen zijn verpakt droog is zodat ze niet aan el- kaar of aan het toestel vastvriezen.

– kleine hoeveelheid diepvriespro- ducten inladen

Die kunnen het beste in de bovenste

 Leg de levensmiddelen over de hele breedte op de bodem van de diep- vriesladen, zodat ze zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren.

– maximale hoeveelheid diepvries- producten laden (zie typeplaatje)

 Neem de onderste diepvrieslade uit het toestel.

 Leg de in te vriezen producten over de hele breedte op de bodem van het toestel of tegen de zijwanden, zodat ze zo snel mogelijk tot in de kern wor- den ingevroren.

Na afloop van het invriesproces:

 Leg ze dan in de diepvrieslade en schuif die weer in het toestel.

(41)

Invriezen en bewaren

Bewaartijd van ingevroren levens- middelen

Zelfs als de voorgeschreven tempera- tuur van -18 °C wordt aangehouden, is de houdbaarheid van levensmiddelen heel verschillend. Ook in ingevroren producten vinden sterk vertraagde af- braakprocessen plaats. Door zuurstof in de lucht kan bijv. vet ranzig worden.

Mager vlees kan daarom ca. dubbel zo lang bewaard worden als vet vlees.

De genoemde bewaartijden zijn richt- waarden voor de bewaartijd van ver- schillende soorten levensmiddelen in de diepvrieszone.

Soort levensmiddelen Bewaartijd (maanden) Consumptie-ijs 2 tot 6 Brood, bakwaren 2 tot 6

Kaas 2 tot 4

Vis, vet 1 tot 2

Vis, mager 1 tot 5

Worst, ham 1 tot 3

Wild, varkensvlees 1 tot 12 Gevogelte, rundvlees 2 tot 10 Groente, fruit 6 tot 18

Kruiden 6 tot 10

Bij de in de handel verkrijgbare diep- vriesproducten is de op de verpakking aangegeven uiterste houdbaarheidsda- tum beslissend.

Ingevroren voedingsmiddelen ont- dooien

Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide voedingsmiddelen niet opnieuw in.

Pas nadat u deze voedingsmiddelen hebt verwerkt (gekookt of gebraden), kunt u ze opnieuw invriezen.

U kunt ingevroren voedingsmiddelen ontdooien:

– in de microgolfoven

– in de oven met de functie “Hetelucht”

of “Ontdooien”

– bij kamertemperatuur

– in de koelzone (de kou die daarbij vrijkomt, kan voor het koelen van de andere voedingsmiddelen worden gebruikt)

– in de stoomoven

Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braad- pan worden gelegd.

Hompen vlees en vis (zoals gehakt, kip en visfilet) kunnen het beste worden ontdooid als ze niet tegen andere voe- dingsmiddelen aankomen. Het vrijgeko- men vocht moet worden opgevangen en zorgvuldig worden verwijderd.

Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in de verpakking als in een afgedekte schaal worden ontdooid.

Groente kan over het algemeen bevro- ren in kokend water worden gelegd of in heet vet worden verhit. De kooktijd is door de gewijzigde celstructuur iets

(42)

Invriezen en bewaren

Dranken snel koelen

Als u flessen snel in de vrieszone wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de vrieszone te halen. Anders kunnen ze ontploffen.

De binnenruimte indelen

De laden en glasplaten van de diep- vrieszone verwijderen

Wanneer u levensmiddelen in de laden van de diepvrieszone wilt leggen of eruit wilt halen of wanneer u de laden wilt schoonmaken, kunt u ze er het beste helemaal uithalen.

Zo kunt u ook de diepvrieszone groter maken. Wanneer u een groot stuk vlees wilt invriezen, bijv. kalkoen of wildbraad, kunt u de glasplaten tussen de diep- vriesladen verwijderen.

 Trek de laden naar buiten totdat u weerstand voelt en til de laden van de geleiders.

 Til de glasplaat voorzichtig op, trek de plaat naar voren en neem haar uit het toestel.

De accessoires gebruiken

Het bereiden van ijsblokjes

 Vul het bakje voor ijsblokjes voor driekwart met water. Zet het bakje op de bodem van een diepvrieslade.

 Wanneer het bakje is vastgevroren, gebruik dan een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel om het los te ma- ken.

Tip: Houd het bakje even onder stro- mend water, dan laten de ijsblokjes ge- makkelijk los.

(43)

Ontdooien

Koelzone en PerfectFresh-zone

De koelzone en de PerfectFresh-zone worden automatisch ontdooid.

Terwijl de compressor in werking is, kunnen zich op de achterwand van de koelzone en de PerfectFresh-zone rijm en waterdruppels vormen. Die hoeft u niet te verwijderen, want ze verdampen automatisch door de warmte van de compressor.

Het dooiwater loopt via het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het koeltoestel.

Houd het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater proper. Het dooi- water moet altijd probleemloos kun- nen worden afgevoerd.

Diepvrieszone

De diepvrieszone ontdooit niet automa- tisch.

Bij normale werking zetten er zich na verloop van tijd rijm en ijs in diepvries- zone af, bijv. op de binnenwanden. Er vormt zich meer ijs en rijm als:

– de deur van de diepvrieszone vaak en/of gedurende lange tijd wordt ge- opend,

– er grote hoeveelheden verse levens- middelen zijn ingevroren,

– de luchtvochtigheid van de omge- vingslucht is gestegen.

Wanneer er een dikke ijslaag is ge- vormd, gaan de diepvriesladen niet meer soepel open; soms gaat zelfs de deur van de diepvrieszone niet meer dicht. Bovendien wordt de koelcapaci- teit lager, waardoor het energieverbruik stijgt.

 Ontdooi de diepvrieszone van tijd tot tijd, echter in ieder geval zodra zich een ca. 0,5 cm dikke ijslaag heeft ge- vormd.

Tip: Doe dat wanneer er weinig of geen ingevroren levensmiddelen in de diep- vrieszone liggen of de luchtvochtigheid en de temperatuur in het vertrek laag zijn.

(44)

Ontdooien

Pas op voor beschadiging door onjuist ontdooien.

Zorg er bij het ontdooien voor dat u de vriesplaat niet beschadigt. Anders werkt het koeltoestel niet meer.

Krab de rijm- en ijslagen er niet af.

Gebruik geen scherpe of spitse voor- werpen.

Gebruik voor het versnellen van het ontdooiproces geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen die niet door de fabrikant worden aanbe- volen.

Voor het ontdooien

 Schakel een dag voordat u het toestel gaat ontdooien de functie SuperFrost in. Daardoor krijgen de reeds opge- slagen ingevroren levensmiddelen een koudereserve en kunnen dus iets langer bij kamertemperatuur worden bewaard.

 Haal de ingevroren levensmiddelen uit het toestel en wikkel ze in verschil- lende lagen krantenpapier of dekens.

Tip: U kunt de diepvriesproducten ook in koeltassen bewaren.

 Bewaar de ingevroren producten op een koele plaats, totdat de diepvries- zone weer klaar is voor gebruik.

 Neem alle vriesladen en glazen platen uit de diepvrieszone (aantal afhanke- lijk van het model).

Het ontdooien

Hoe langer de ingevroren levensmid- delen bij kamertemperatuur worden bewaard, hoe korter ze houdbaar zijn.

Ontdooi voedingsmiddelen altijd zo snel mogelijk.

Pas op voor beschadiging door hitte en binnendringend vocht.

De stoom van een stoomreiniger, elektrische verwarmingsapparaten en brandende kaarsen kunnen kunst- stoffen en elektrische onderdelen be- schadigen.

Gebruik voor het ontdooien van het koeltoestel geen stoomreiniger, elek- trische verwarmingstoestellen of brandende kaarsen.

Ontdooisprays of andere ontdooi- middelen kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas- sen bevatten die de kunststof be- schadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.

Gebruik geen ontdooisprays of ande- re middelen om te ontdooien.

Zorg ervoor dat er geen water in de kastombouw terechtkomt.

 Schakel het koeltoestel uit.

De koeling is uitgeschakeld.

 Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering van de huisin- stallatie uit.

(45)

Ontdooien

Tip: U kunt het ontdooien versnellen door twee pannen met heet (niet-ko- kend) water op onderzetters in de diep- vrieszone te zetten. In dat geval moet de deur bij het ontdooien gesloten blij- ven, zodat de warmte niet kan ontsnap- pen.

 Neem de stukjes ijs die zijn losge- raakt uit het toestel.

 Neem het dooiwater met een spons of doek op, eventueel meer dan één keer.

Na het ontdooien

 Reinig en droog de diepvrieszone.

 Doe de toesteldeuren dicht.

 Sluit het koeltoestel weer aan en schakel het weer in.

 Schakel de functie SuperFrost in, zo- dat het in de diepvrieszone weer snel koud wordt.

 Leg de ingevroren levensmiddelen te- rug in de diepvriesladen en schuif de- ze weer in de diepvrieszone, zodra de temperatuur in deze zone laag ge- noeg is.

 Schakel met de SuperFrost-toets de functie SuperFrost uit, zodra de diep- vrieszone een constante temperatuur van minstens -18 °C heeft bereikt.

(46)

Reiniging en onderhoud

Zorg ervoor dat er geen water in de elektronische besturing of de verlich- ting terechtkomt.

Er bestaat gevaar voor beschadi- ging door indringend vocht.

De stoom van een stoomreiniger kan kunststoffen en elektrische onderde- len beschadigen.

Gebruik geen stoomreiniger om het koeltoestel te reinigen.

Er mag geen reinigingswater in de af- voeropening voor het dooiwater te- rechtkomen.

Het typeplaatje in het koeltoestel mag niet worden verwijderd. De gegevens zijn nodig in het geval er een storing optreedt.

Aanwijzingen voor het reini- gingsmiddel

Gebruik in de binnenruimte van het koeltoestel alleen reinigings- en on- derhoudsmiddelen die de levensmid- delen niet aantasten.

Om beschadigingen aan de oppervlak- ken te voorkomen, gebruikt u bij de rei- niging geen

– zuur-, soda-, ammoniak- of chloride- houdende reinigingsmiddelen, – kalkoplossende reinigingsmiddelen, – schurende reinigingsmiddelen zoals schuurpoeder, schuurmiddel, schuur- sponsjes,

– oplosmiddelhoudende reinigingsmid- delen,

– reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,

– Reinigingsmiddelen voor vaatwas- sers,

– ovensprays, – glasreinigers,

– schurende harde sponsjes en bor- stels, zoals bijv. schuursponsjes, – vlekkensponsjes.

– scherpe metalen schrapers!

Wij adviseren om voor het reinigen van het toestel lauwwarm water met wat af- wasmiddel te gebruiken.

Belangrijke instructies voor het reini- gen vindt u op de volgende bladzijden.

(47)

Reiniging en onderhoud

Het koeltoestel voor de reini- ging voorbereiden

 Schakel het koeltoestel uit.

De display gaat uit en de koeling is uit- geschakeld.

 Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering van de huisin- stallatie uit.

 Haal de voedingsmiddelen uit het koeltoestel en bewaar ze op een koele plaats.

 Ontdooi de diepvrieszone. Zie het hoofdstuk “Ontdooien”.

 Haal de deurvakken uit het toestel.

 Haal de vakken en het deksel van de PerfectFresh-zone uit het toestel (zie hoofdstuk “Het indelen van de bin- nenruimte” - “Vakken van de PerfectFresh-zone”).

 Verwijder de glasplaat uit de plaat die de koelzone en de PerfectFresh-zone van elkaar scheidt.

 Pak deze tussenplaat met beide han- den vast en haal de plaat uit het toe- stel.

 Haal alle overige onderdelen uit het toestel die kunnen worden verwij-

Het plateau uit elkaar nemen

 Leg het plateau op een zachte onder- grond, bijv. op een theedoek, op het werkoppervlak.

 Neem de lijsten weg:

1. Pak de roestvrijstalen lijst aan één kant vast en trek de lijst van het pla- teau af.

2. Trek de beschermlijst van het plateau af.

 Zet de lijsten na de reiniging weer op het plateau.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- De stekker en aansluitkabel van het toestel mogen niet tegen de achter- kant van het toestel aan komen, om- dat deze door trillingen van het toe- stel beschadigd kunnen raken. -

Wanneer u uw oude toestel bij het ge- wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge- zondheid en het milieu.. Doe

De gasslang en het aansluitsnoer mogen niet in aanraking komen met onderdelen van het apparaat die bij gebruik heet worden, omdat ze door die hitte beschadigd kunnen raken.

De gasslang en het aansluitsnoer mogen niet in aanraking komen met onderdelen van het apparaat die bij gebruik heet worden, omdat ze door die hitte beschadigd kunnen raken.

 Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar voor de gebruiker te voorkomen..  Meervoudige

– Als de dampkap en een verwar- mingstoestel dat lucht uit hetzelfde vertrek nodig heeft gelijktijdig wor- den gebruikt, kan - om voldoende toevoer van verse lucht te waar- borgen -

 Personen die omwille van hun fysieke, zintuiglijke of mentale ge- steldheid, onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de oven veilig te bedienen, mogen deze

Wanneer u uw oude ap- paraat bij het gewone huisvuil doet of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezond- heid en het milieu.. Voer uw oude appa-