• No results found

Marcus 7:24-30 in De Nieuwe Bijbelvertaling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Marcus 7:24-30 in De Nieuwe Bijbelvertaling"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wanneer men De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) vergelijkt met een letterlijke vertaling zoals door Lambrecht geboden, lijkt de NBV zich in de weergave van de tekst een aantal vrijheden te permitteren. Het blijft echter belangrijk te wijzen op de uitgangspunten van de NBV. De NBV beoogt niet een vrije vertaling te geven, maar een vertaling die trouw is aan de brontekst. Tegelijk is de NBV gericht op de doeltaal, wat inhoudt dat ze een vertaling in hedendaags natuurlijk Nederlands wil zijn. Deze twee aspecten leiden tot het verschil tussen de NBV en de letterlijke vertaling van Lambrecht. Natuurlijk mag bij dit alles de vraag worden gesteld of de NBV zich, bijvoorbeeld bij de weergave van Marcus 7:24-30, ongeoorloofde vrijheden permitteert.

Lambrecht meent van wel. Wij waarderen de grondige manier waarop hij Marcus 7:2430 in de NBV bespreekt.

Niettemin menen we dat de vertaalbeslissingen die ten grondslag liggen aan de NBV van Marcus 7:24-30 goed verdedigbaar zijn binnen de uitgangspunten van de NBV.

Het verhaal van Marcus 7:24-30

Voor een goed begrip van Marcus 7:24-30 is de dialoog tussen Jezus en de Syro-Fenicische vrouw bepalend. De vrouw komt naar Jezus toe en smeekt hem haar dochter te genezen. Jezus’ reactie is opvallend. Hij zegt niet: ‘Nee, dat kan ik niet doen’. Wel werpt hij een obstakel op. Hij stelt dat eerst de kinderen voldoende te eten moeten krijgen. Het is niet goed om het brood dat voor de kinderen (de Joden) bestemd is, aan de honden (de heidenen) te voeren. Het probleem is niet dat er te weinig brood is, maar dat de kinderen voldoende gelegenheid moeten krijgen om te eten.

Meteen al brood aan de honden geven is te snel. De vrouw bestrijdt dit niet. Maar ze wijst er op dat er ook nu al wel iets voor de honden onder de tafel valt.

Marcus 7:24-30 in De Nieuwe Bijbelvertaling

Een antwoord aan professor Lambrecht

Matthijs de Jong en Tineke Drieënhuizen

(2)

In vers 29 blijkt, dat de vrouw met haar antwoord het door Jezus opgeworpen obstakel uit de weg heeft geruimd. Niets wijst er echter op dat Jezus zich afgetroefd voelt door de vrouw of dat hij gedwongen is zijn standpunt te herzien. Integendeel, uit zijn antwoord spreekt bijval.1Jezus is het met haar eens, zoals hij het vaker eens is met mensen die blijk van vertrouwen geven (zie bijvoorbeeld Lucas 7:7-10). De vrouw heeft gelijk:

de genezing van haar dochter, al is die van heidense afkomst, gaat niet ten koste van de kinderen voor wie Jezus gekomen is.

Uit Marcus 7:24-30 is niet direct af te leiden dat Jezus zijn beslissing verandert vanwege de woorden van de vrouw. Wel is duidelijk dat de vrouw het door Jezus opgeworpen obstakel uit de weg heeft geruimd, dat Jezus met haar instemt, en dat omwille van haar antwoord haar dochter is genezen.

Bespreking van Lambrechts kritiek

In vers 24 is kai eiselthôn eis oikian vertaald met ‘Daar nam hij zijn intrek in een huis’. De vertaling suggereert dat Jezus er enige tijd wilde blijven, terwijl dat uit het Grieks niet direct is af te leiden. De vertalers hebben hier niet alleen gelet op de woorden in vers 24, maar op het geheel van de tekst. Ze hebben een verband gelegd met 7:17. Jezus gaat van het ene huis naar het andere (vgl. ook Marcus 6:10). De interpretatie die ten grondslag ligt aan deze vertaling komt uit de context. Bovendien wordt het zo voor de lezer duidelijk dat Jezus de verborgenheid opzoekt. Dit is een motief dat in Marcus vaak terugkomt.

De aanduiding van de vrouw in vers 26 als hellênis, is in de NBV ‘geen Jodin’. Natuurlijk is de betekenis van hellênis vaak ‘Grieks’, maar in de bijbelse literatuur heeft het woord geregeld de connotatie ‘heidens’. In die gevallen wordt hellên of hellênis, ‘Griek(s)’ gebruikt als tegenstelling van

‘Jood(s)’. Soms ligt daarbij de vertaling ‘heidens’ of ‘niet-Joods’ voor de hand (zie bijvoorbeeld Handelingen 16:1, 3).2In Marcus 7:26 gaat het erom dat de vrouw niet Joods is. Precies zo heeft ook de Groot Nieuws Bijbel (GNB) vertaald. De volgorde in de NBV is inderdaad opvallend.

Een eerdere versie luidde: ‘Deze vrouw was geen Jodin, ze was van Syro- Fenicische afkomst’ (vergelijk GNB). Het nadeel van die volgorde is echter dat het lijkt of de Syro-Fenicische afkomst van de vrouw bepalend is, terwijl de nadruk juist ligt op het feit dat ze niet Joods is. In de NBV is de volgorde omgedraaid omwille van het Nederlands, waarin het zwaarte- punt van de mededeling over het algemeen aan het eind van de zin ligt.

In vers 27c luidt de letterlijke weergave van Lambrecht: ‘want het is niet goed het brood van de kinderen te nemen en het voor de hondjes te

(3)

werpen’. De NBV heeft ‘het brood van de kinderen te nemen’ opgevat als

‘de kinderen hun brood af te pakken’. Het is de vraag of dit de beste interpretatie is. In het Grieks van het Nieuwe Testament kan het

werkwoord lambanô ‘nemen’ pleonastisch gebruikt worden. Het fungeert dan ter voorbereiding op een hoofdhandeling (in dit geval: ‘voor de honden werpen’), op een manier die voor ons gevoel wat overbodig is.3 De vertaling kan volstaan met de hoofdhandeling: ‘het is niet goed om het brood van de kinderen aan de honden te voeren’, zoals de GNB doet. Het gaat er dan niet om dat het brood van de kinderen wordt afgepakt, maar om het feit dat het brood dat bestemd was voor de kinderen aan de honden gegeven wordt. Overigens is de NBV niet per se fout op dit punt, aangezien lambanô ‘afpakken’ kan betekenen en ballô ‘werpen’. ‘Voor de honden werpen’ is niet anders dan ‘aan de honden voeren’.

Een interessant punt betreft het veelvuldig gebruik van diminutieven (verkleinvormen) in Marcus 7:24-30: de verkleinvormen van dochter (vers 25), honden (vers 27, 28), brokken of kruimels (vers 28), kinderen (vers 28) en kind (vers 30). Volgens Lambrecht zouden deze diminutieven ook in de vertaling met verkleinwoorden moeten worden weergegeven:

dochtertje, hondjes, kindertjes en kindje (alleen psichia in vers 29 wordt in Lambrechts vertaling niet weergegeven als ‘brokjes’ of ‘kruimeltjes’). Het moet echter betwijfeld worden of het bij deze diminutiefvormen om daadwerkelijke verkleinwoorden gaat. In grammaticale studies komt men de opvatting tegen dat een (relatief) veelvuldig gebruik van

diminutiefvormen kenmerkend is voor een laag taalregister: het hoort bij de volkstaal of omgangstaal. Het gaat niet om daadwerkelijke

verkleinwoorden, maar om afgesleten verkleinvormen (‘faded diminutives’).4

Dit wordt op twee manieren bevestigd. Ten eerste zien we dat in vers 25 weliswaar de diminutiefvorm thugatrion wordt gebruikt, maar in vers 26 en 29 de normale vorm thugater, ‘dochter’. Er lijkt tussen beide woorden geen verschil in betekenis bedoeld te zijn; het is hetzelfde meisje. Ten tweede zien we dat in een handschrift de verkleinwoorden psichion en paidion in vers 28 zijn genormaliseerd tot psichos en pais; dit is niet bedoeld als betekenisverandering maar als stilistische verbetering.5Het grootste deel van het Nieuwe Testament, en zeker het boek Marcus, is geschreven in een weinig verzorgde en onbeholpen stijl. Het taalgebruik lijkt op dat uit het dagelijks leven, op omgangstaal.6En het relatief veelvuldige gebruik van diminutiefvormen, ‘afgesleten verkleinvormen’, is daarvan een voorbeeld. Natuurlijk kan men proberen om in een vertaling dergelijke kenmerken van een tekst tot uitdrukking te brengen.7Maar als de diminutieven in Marcus 7:24-30 als verkleinwoorden worden

(4)

weergegeven, zal dat in de Nederlandse vertaling een heel ander effect opleveren dan in de brontekst. In het Nederlands zouden die

verkleinwoorden veel meer nadruk krijgen. Ze zouden opgevat worden als echte verkleinwoorden en tot verwarring leiden.

Sommige geleerden willen voor kunaria, ‘hondjes’ (vers 27 en 28) een uitzondering maken. Dat zou wél een echt verkleinwoord zijn: kunaria

‘hondjes’, zijn ‘honden in huis’, in onderscheid van kunes ‘honden’, namelijk wilde honden. Zelfs als dat zo is,8ligt het voor de hand om in het Nederlands met ‘honden’ te vertalen. De huidige lezer denkt daarbij meteen aan honden in huis, niet aan wilde honden. Het woord ‘hondjes’

trekt de aandacht, klinkt potsierlijk, en levert daardoor een heel ander (en niet bedoeld) effect op.

In vers 30 vertaalt de NBV ‘toen ze thuiskwam, lag haar kind op bed’.

Lambrecht beschouwt dit als een te zwakke vertaling en verwijst naar Marcus 9:14-29 als illustratie van een demon die geweldig tekeer gaat. Zie 9:22: ‘hij heeft hem zelfs vaak in het vuur gegooid (ebalen van ballô, werpen) …’. Net zo zou hier ‘op het bed geworpen’ (of gegooid) vertaald moeten worden. Echter, het perfectum passief participium van ballô dat in Marcus 7:30 wordt gebruikt, komt ook op twee andere plaatsen voor, namelijk in Matteüs 8:14 en 9:2. Daar gaat het over zieken die in bed of op een draagbed liggen. Zeker in Matteüs 9:2 ligt het niet voor de hand te vertalen ‘een verlamde die op een draagbed was gegooid’, maar ‘een verlamde die op een draagbed lag’. Gezien de parallel met Matteüs 8:14 en 9:2 is het verdedigbaar om in Marcus 7:30 te vertalen ‘(het kind) lag op bed’.

Het voornaamste bezwaar van Lambrecht richt zich op vers 29, ‘Dat hebt u goed gezegd’ als vertaling van dia touton ton logon (letterlijk: ‘omwille van dit woord’). Hierbij moet echter worden opgemerkt dat Jezus’

uitspraak in vers 29 in het Grieks niet helder is. De zin is incompleet, er blijft iets ongenoemd. Dat vonden de vertalers van de GNB ook, die de zin als volgt hebben weergegeven: ‘Omdat u dit zegt ... ga maar naar huis;

de demon is al uit uw dochter weg.’ Het verband tussen de repliek van de vrouw en de genezing van haar dochter is weliswaar onmiskenbaar, maar wordt maar half uitgesproken. Vertalers moeten hier een keuze maken.

Eén keuzemogelijkheid is, om de onduidelijkheid van de brontekst in de vertaling te laten bestaan. Daarvoor kiest onder meer de NBG-vertaling 1951. Andere vertalingen kiezen ervoor verduidelijking aan te brengen.

Een mogelijke strategie om dit te bereiken is het herschikken van de zin.

Dat doet de Franse vertaling Parole de Vie: Jésus lui dit: ‘À cause de cette parole, l'esprit mauvais est sorti de ta fille, tu peux rentrer chez toi.’ Op

(5)

deze manier wordt het verband tussen de repliek van de vrouw (oorzaak) en de genezing van haar dochter (gevolg) expliciet verwoord. Een derde mogelijkheid is om het half uitgesproken verband op een impliciete manier te formuleren. Dat doet de NBV. Het verband blijft wel degelijk in de tekst aanwezig. Maar de NBV kiest ervoor om het impliciet te

verwoorden. In de vertaling ‘Dat hebt u goed gezegd’ verschuift de nadruk naar Jezus’ instemming met de repliek van de vrouw. Hoewel dit een accentverschuiving oplevert, blijft de essentie van de tekst hetzelfde.

Men kan de NBV op dit punt zeker vrij noemen. Of ze té vrij is, moet beoordeeld worden aan de hand van haar eigen vertaalregels. Als we de formulering in vers 29 opvatten als een stilistische onvolkomenheid, geldt de regel dat die in de vertaling moet worden gladgestreken. Dat gebeurt in diverse vertalingen op verschillende manieren (zie bijvoorbeeld Parole de Vie, hierboven). En het gebeurt ook in de NBV.9

Conclusie

In deze bijdrage hebben we laten zien welke overwegingen ten grondslag liggen aan de vertaalbeslissingen in Marcus 7:24-30. Over het algemeen geldt, denken wij, dat deze overwegingen goed verdedigbaar zijn, en dat de vertaling – gemeten aan de vertaalregels van de NBV – niet te vrij is.

Noten

1. France, 296, zegt het zo: ‘[Jesus] appears like the wise teacher who allows, and indeed incites, his pupil to mount a victorious argument against the foil of his own reluctance. He functions as what in a different context might be called ‘devil’s advocate’.’

2. Dit wordt gesteund door verschillende woordenboeken. Liddell & Scott geeft voor hellênis o.m. de betekenis ‘pagan woman’; Danker geeft bij hellên als een van de betekenissen ‘gentile’. Overigens lijkt de NBV in dit opzicht niet geheel consequent. In Galaten 2:3 en Handelingen 21:28 gaat het om vergelijkbare gevallen en daar is vertaald met ‘Grieken’.

3. Blass, Debrunner & Rehkopf § 419.4. Een voorbeeld van dit pleonastisch gebruik van lambanô is Johannes 19:23. De NBG-vertaling 1951 vertaalt hier: ‘Toen dan de soldaten Jezus gekruisigd hadden, namen zij zijn klederen en maakten daarvan vier delen, voor iedere soldaat één deel.’ In de NBV is het pleonastische gebruik als volgt weergegeven: ‘Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel.’

4. Zie bijvoorbeeld Radermacher, 37; N. Turner, 28; C.H. Turner, 349-352; Elliott, 391-398; Blass, Debrunner & Rehkopf § 111.3.

5. Zie Elliott, 393.

6. De Jonge, 153-166.

7. Zie over deze kwestie De Jonge, 161-164.

(6)

8. Elliott, 394, meent van niet.

9. Enkele andere vertalingen kiezen dezelfde oplossing, zoals de Contemporary English Version (‘That’s true!’) en de Spaanse vertaling Dios Habla Hoy (‘Bien has hablado’).

Vermeld mag worden dat ook Matteüs – die Marcus als bron gebruikt en hem voortdurend stilistisch verbetert – in Matteüs 15:28 voor een soortgelijke oplossing kiest.

Geraadpleegde literatuur

F. Blass, A. Debrunner & F. Rehkopf, Grammatik des neutestamentlichen Griechisch (17eeditie, Göttingen 1990).

F.W. Danker, A Greek-English Lexicon of the New Testament and other Early Christian Literature. Third Edition, based on W. Bauer’s Griechisch-deutsches Wörterbuch (3e editie 2000, Chicago en London)

K. Elliott, ‘Nouns with Diminutive Endings in the New Testament,’ Novum Testamentum 12 (1970), 391-398

R.T. France, The Gospel of Mark. A Commentary on the Greek Text (Grand Rapids 2002).

H.J. de Jonge, ‘De Nieuwe Bijbelvertaling en de stijl van de geschriften van het Nieuwe Testament,’ in: R. Buitenwerf, J.W. van Henten en N. de Jong-van den Berg, Ambacht en Wetenschap. Elf wetenschappers over De Nieuwe Bijbelvertaling (2006, Heerenveen 2006, 153-166).

H.G. Liddell & R. Scott, A Greek-English Lexicon, revised and augmented throughout by sir Henry Stuart Jones with the assistance of R. McKenzie (herdruk 9e editie 1990, Oxford).

L. Radermacher, Neutestamentliche Grammatik. Das Griechisch des neuen Testaments im Zusammenhang mit der Volkssprache (Tübingen19252)

C.H. Turner, ‘Marcan Usage: Notes, Critical and Exegetical, on the second Gospel (X),’ Journal of Theological Studies 29 (1928), 349-352.

N. Turner, A Grammar of New Testament Greek. Volume IV, Style (1976, Edinburgh).

Dr. M.J. de Jong en drs. A.M. Drieënhuizen zijn verbonden aan het Nederlands Bijbelgenootschap respectievelijk als nieuwtestamenticus en als vertaalwetenschappelijk medewerker.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze site is er speciaal voor kinderen vanaf 12 jaar en biedt naast informatie ook een online cursus in chatbox en een forum.. Ook worden er preventieve activiteiten voor kinderen

worden, met eerbied gezegd, door de Geest dood gedrukt. Als dit niet plaats heeft is de mens toch zo'n ellendig hoogmoedig schepsel, ook een bekeerd mens. Hij zou alles wel willen

De gemiddelde versnelling (in m/s 2 ) van de bal tijdens de eerste t seconden dat hij onder water is, is gelijk aan de helling van het verbindingslijnstuk tussen de punten op de

… een professionaliseringstraject-op-maat aan te bieden, met concrete acties voor de eigen klaspraktijk om de kwaliteit van het voorbereidend leesonderwijs en de leescultuur in hun

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Natuur en Techniek | groep 6/7/8 | Het gaat om de binnenkant?. ARGUS CLOU NATUUR EN TECHNIEK | LESSUGGESTIE |

Wat ter wereld ziet God dan toch in de mens, Dat Hij wordt de ‘Man aan het kruis’.. De Farizeeërs samen, ja ze kijken

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de

Maar de arnhemsche neef had nog niet uitgesproken Hij zag Machteld met eerbiedige hoogachting aan, en terwijl hij van de bank opstond, plaatste hij zich naast haar stoel, terwijl