• No results found

Geborgen in een mantel van liefde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Geborgen in een mantel van liefde"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

THEMA VOOR OKTOBER

Geborgen

in een mantel van liefde

HET BOEK RUTH

Het piepkleine Bijbelboekje bevat amper vier hoofdstukken van elk één pagina. Vier bladzijden telt het boekje dus. Je vindt het tussen het boek Rechters en het eerste boek Samuël. Over het moment waarop het boek opgetekend werd, zijn de meningen verdeeld. Dat twee vrouwen een hoofdrol spelen is zeer opmerkelijk en maakt het tot een unicum in de Bijbel.

Het boek Ruth in een notendop

Hieronder vind je de samenvatting van het boek Ruth, maar het verhaal is veel genuanceerder en er zitten heel wat dialogen in. Je leest het best meerdere keren in de Bijbel zelf. De tekst uit de Nieuwe Bijbelvertaling staat op de website van Adem-Tocht.

In Betlehem, d.w.z. huis van het brood, breekt hongersnood uit. Elimelech en Noömi trekken samen met hun zonen, Machlon en Kiljon, naar het naburige Moab.

Na korte tijd sterft Elimelech. De twee zonen huwen met een Moabitische vrouw:

Kiljon huwt Orpa en Machlon trouwt met Ruth. Na tien jaar sterven ook beide zoons.

De drie vrouwen blijven achter. Als Noömi – haar naam betekent de lieflijke – hoort dat er weer eten is in Betlehem, wil ze terugkeren. Haar Moabitische schoondochters vergezellen haar. Noömi dringt erop aan dat ze in hun land blijven.

Orpa doet dat en verdwijnt van het toneel.

Ruth verlaat haar schoonmoeder niet. Ze keren terug. Noömi verbitterd, Ruth vastbesloten om mee te gaan. Beide zijn weduwe, kinderloos, kwetsbaar, zonder toekomst, overgeleverd aan de goodwill van mensen. Ze ontlenen hun identiteit aan een man: ze zijn de vrouw, de dochter van … Zonder geborgenheid bij een man en zonder kinderen hebben ze in die cultuur geen toekomst.

Ruth op de akker, door Hughes Merle, 1876

(2)

Ruth and Noomi, door de Chinese kunstenaar He Qi Het is volle oogsttijd. Om in hun bestaan te

kunnen voorzien, gaat Ruth aren lezen of verzamelen (arme mensen mogen na de oogst de aren van rogge of tarwe die blijven liggen, oprapen en meenemen). Dat doet ze op de akker van Boaz, een oudere, vooraanstaande en rijke man, iemand uit de clan van Elimelech, die in aanmerking komt als losser, zo blijkt verder in het verhaal.

Een losser is een verwante die van Noömi het stuk land kan kopen dat nog behoort aan haar overleden man Elimelech; zo kan de grond in de familie blijven.

Boaz geeft Ruth de toestemming om aren te lezen op zijn land, behandelt haar zeer voorkomend en laat haar gul delen in eten en drinken.

Op een dag geeft Noömi aan Ruth de opdracht om zich ’s nachts aan de voeten van Boaz, op de dorsvloer te leggen.

Wanneer Boaz wakker wordt, vraagt Ruth hem als losser op te treden. Boaz wil dat graag doen, maar er is een man die nog eerder in aanmerking komt, die nog meer verwant is, zegt hij. Boaz zal hem er ’s anderendaags op aanspreken. ’s Morgens geeft hij Ruth zes maten gerst mee.

Boaz spreekt met de andere man, in aanwezigheid van tien stadsoudsten. Aan de verkoop van het land koppelt hij nu een voorwaarde: “Wanneer u het stuk land koopt van Noömi, koopt u het ook van Ruth, de weduwe uit Moab, en zal de naam van haar overleden man voortleven op zijn land.” Voor die dubbele voorwaarde past de man. Boaz koopt het land van Noömi en neemt Ruth tot vrouw. Ruth baart een zoon.

De buurvrouwen geven hem de naam Obed.

Hij is de grootvader van David, voorvader

van Jezus. Zo blijkt uit de geslachtslijst.

Noömi brengt de jongen groot.

De kerngedachten uit het verhaal

Het boek Ruth gaat over migratie en over (her)integratie in de samenleving. De novelle vertelt de geschiedenis van een familie en volk. Het is uiteraard ook een liefdesroman. Het is dat allemaal en toch is het ook nog veel meer.

Om de diepere betekenis op het spoor te komen, laten we ons leiden door vijf kernbegrippen: terugkeren, gaan, vol en leeg, trouw, Gods zegen. We zullen ze van dichterbij bekijken en telkens ook de link leggen naar ons eigen leven. U kan later in de bespreking kiezen op welk aspect u dieper wil ingaan.

Terugkeren

Terugkeren is het werkwoord dat verbonden is met Noömi. In het eerste hoofdstuk komt het wel acht keer voor. Na de zware

(3)

tegenslagen in Moab, wil Noömi terugkeren naar haar geboorteland om rust en stabiliteit te vinden.

Terugkeren is verwant met om-keren en be- keren. En dat zal ze ook doen. Want ze evolueert van een verbitterde vrouw zonder toekomstperspectief die zichzelf Mara noemt, naar een vrouw die weer initiatief neemt en toekomst wil scheppen voor zichzelf en haar schoondochter: “Zal ik niet een thuis voor je zoeken waar het je goed zal gaan?” (3,1)

Ze geeft stilaan ook de relatie met haar schoondochter een andere kleur. Op haar terugweg was die blijkbaar slechts een gezel. Alle initiatief ging uit van Ruth: het was Ruth die Noömi niet in de steek wou laten. Wat Noömi daarvan vond, vernemen we niet. In de eerste twee hoofdstukken komt er geen persoonlijk woord tot Ruth over Noömi’s lippen, ook niet na Ruths belofte dat slechts de dood hen zou scheiden. Had ze in haar verbittering geen oog voor die bijzondere geste van haar schoondochter die meeging naar een land dat niet het hare was? Of had de auteur daarvoor geen interesse?

In de dialogen van het derde hoofdstuk spreekt Noömi Ruth evenwel driemaal aan als “mijn dochter”. Er groeide een warme band met haar schoondochter.

In Noömi’s binnenste rijpt tegelijkertijd ook vertrouwen in de toekomst. De terugkeer wordt een echte ommekeer. De groeiende band met haar schoondochter maakt van Noömi een ander mens, een vrouw met toekomst: een vrouw die gezegend wordt met een nakomeling. De vrouwen zeggen tot haar: “Je schoondochter die je liefheeft en die meer waard is dan zeven zonen, heeft hem gebaard.” (4,15)

Soms herkennen we ons in Noömi. Je geraakt veel kwijt in het leven. Niets heeft nog zin en betekenis. Je zit aan de grond.

God liet je ook in de steek, zeg je. Hoe geraak je daar uit? Zo’n dieptemoment kán evenwel een keerpunt zijn en een nieuwe start inhouden. Als mensen rondom ons het niet opgeven en zich ons lot aantrekken, ons terzijde staan, zoals Ruth het deed. Ze helpen ons mettertijd ‘ontwaken’ uit onze pijn, ons verdriet, onze rouw. Dan zien we opnieuw een lichtpuntje en durven we verder gaan. We staan op uit onze ellende en worden weer ‘vruchtbaar’ voor anderen.

Misschien hebben we zelf ook ooit zo’n dieptepunt en ommekeer meegemaakt? En hebben we mensen ontmoet, zoals Ruth, die een liefdevolle mantel om ons heensloegen?

Gaan

Gaan is het werkwoord dat met Ruth verbonden is. Ze is vastberaden en solidair, een vrouw met een ideaal, eindeloos trouw aan levenden en aan doden, een vrouw die vertrouwt op de God van haar schoonmoeder. Ze gaat naar een onbekende en onzekere toekomst in een vreemd land.

Ze gaat waar geen wegen zijn.

Ruth is een vreemdelinge. Zeven keer wordt ze ‘de Moabitische’ genoemd en één keer zegt ze van zichzelf dat ze vreemdeling is (2,10). Ze is ook weduwe en kinderloos. Ze heeft dus niets te verliezen en waagt het erop.

Ze bekommert zich om haar schoonmoeder om wie ze veel geeft. Ze blijft haar trouw tot in de dood. De vrouwen zeggen tot Noömi in 4,15a: “Je schoondochter die je liefheeft.”

Ruth gaat niet bij de pakken neerzitten, ze gaat. Ze is een vrouw met initiatief en pit, werkzaam, een vrouw met een grote innerlijke (draag)kracht. Ze doet me denken

(4)

aan Spreuken 31: “Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?”

Om die durf, om die inzet, om die trouw spreekt Boaz zijn waardering voor haar uit.

Hij voelt zich tot haar aangetrokken en noemt haar een bijzondere vrouw (2,11 en 3,11).

Ruth durft driemaal risico’s te nemen: als ze haar land verlaat, als ze naar de akker van Boaz gaat, op het moment dat ze naar de dorsvloer gaat. Eens initiatief genomen, wacht ze af wat er haar te beurt valt. Ze vindt een goed evenwicht tussen initiatief nemen en vertrouwvol afwachten.

Ruth houdt ons een spiegel voor. Heel ons leven verlaten we figuurlijk ‘het oude vertrouwde’ en gaan ook wij op weg, het onbekende tegemoet. Ook wij geven meermaals een nieuwe wending aan ons leven. Noodgedwongen of uit vrije keuze.

Welke initiatieven namen we zelf? Hoe gingen we daarbij om met vasthouden en loslaten? Met de balans tussen handelen en je laten overkomen?

Zovele mensen op de wereld verlaten noodgedwongen hun land en hun familie en trekken naar ‘het land van belofte’.

Vluchtelingen, mensen die vervolgd worden om hun overtuiging … Ze hopen elders op een beter leven. Ook zij gaan onbekende wegen. Hoe voelen ze zich daarbij? Vinden ze mensen zoals Ruth en Boaz op hun weg die zich hun lot aantrekken? Kunnen wij zulke mensen zijn of worden?

Vol en leeg

Helemaal bij het begin van het verhaal was er geen brood, mensen leden honger. Ze hadden een lege maag. Ze verlieten daarom hun land, op zoek naar een beter leven.

Toch zegt Noömi jaren later bij haar terugkeer naar Betlehem: “Toen ik hier

wegging had ik alles, maar de Heer heeft mij met lege handen laten terugkomen.

Waarom mij nog Noömi noemen, nu de Heer zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?”

(1,21)

Leeg betekent voor Noömi dat God zich van haar heeft afgekeerd: ze keert terug zonder

man, zonder zoons, zonder

bestaanszekerheid. Daarop keert Noömi zich dan ook verbitterd van Hem af.

In volle oogsttijd speelt het hoogtepunt van het verhaal zich af. Tijd van overvloed en vervulling. Ruth mag aren lezen zoveel als ze wil. Zo gul is Boaz. En na de nacht op de dorsvloer brengt Ruth verslag uit aan Noömi: “Deze zes maten gerst heeft hij me gegeven, want”, zei hij, “je moet niet met lege handen bij je schoonmoeder aankomen.” Noömi mag geen honger meer lijden.

Zes heeft een symbolische betekenis: zes is bijna zeven, het getal van de volheid. Het verhaal zal dus goed aflopen. Daarom zegt Noömi tot Ruth: “Blijf hier dan maar rustig wachten tot je weet hoe het afloopt, mijn dochter, want ik weet zeker dat deze man niet zal rusten voordat hij de zaak geregeld heeft.”

En het verhaal loopt goed af! De leegte van het begin maakt gaandeweg plaats voor volheid, voor nieuw leven. De relatie tussen Noömi en Ruth wint aan diepte. Ruth vindt geborgenheid bij een man. God schenkt – via Boaz en Ruth – aan Noömi een nakomeling. De ‘vrucht van haar schoot’ zal Obed heten. Hij is de grootvader van David.

En Jezus stamt uit het geslacht van David.

Een vrouw ‘van vreemde afkomst’ is een onmisbare schakel in de geschiedenis van haar familie en van Israël.

Wanneer voelen wij ons leeg vanbinnen?

Wat vervult ons leven? Wat is voor ons vindplaats van ‘volheid van leven’?

(5)

Trouw

Ruth en Boaz voeren trouw hoog in het vaandel.

De vreemdelinge Ruth is een toonbeeld van trouw. Ze blijft haar schoonmoeder trouw tot het uiterste, ze omgeeft haar met tedere zorg, ze is een ‘mantelzorger’ avant la lettre. Ze wil zelfs de God van Noömi delen en neemt Hem tot getuige van haar belofte:

“Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Waar u sterft, zal ik ook sterven, en daar zal ik begraven worden.

JHWH is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden.” (1,16b-17)

Boaz waardeert Ruth ten volle om alles wat ze voor haar schoonmoeder gedaan heeft, dat ze haar vader en moeder en haar geboorteland verlaten heeft en naar een volk gegaan is dat haar volkomen onbekend was.

En wanneer Ruth hem vraagt als losser op te treden, looft hij haar om haar trouw jegens hem: “Dit getuigt van nog meer trouw dan

wat je voorheen al hebt gedaan. Je hebt niet omgekeken naar jongere mannen, arm of rijk.” (3,10)

Boaz zelf is een man van zijn woord, hij is trouw aan zijn belofte: “Ik zal doen wat je van me vraagt”. Hij neemt Ruth tot vrouw, zorgt voor een nakomeling en nieuwe perspectieven voor beide vrouwen.

Wanneer Ruth ’s avonds aan Noömi vertelt over haar wedervaren op de akker van Boaz, prijst zij Boaz met de woorden: “Moge de Heer hem zegenen, want hij heeft trouw bewezen aan de levenden en aan de doden.”

(2,20a)

En waar mensen trouw zijn aan elkaar, voor elkaar zorgen, daar zie je Gods trouw. In betrouwbare en toegewijde mensen komt Hij aan het licht. Met hen gaat Hij op weg.

In en via hen schept Hij toekomst.

Wat betekent trouw aan mensen en idealen in ons eigen leven? Hoe hebben ervaringen van (on)trouw ons gevormd en getekend,

Whither Thou Goest, van Sandy Freckleton Gagon

(6)

hoe gingen we daarmee om? Kwamen we ook God in zulke momenten op het spoor?

Gods zegen

Achttien keer wordt de godsnaam in het boek Ruth uitgesproken. Vooral in de dialogen. Mensen spreken meermaals over zijn zegeningen die ze afsmeken, verwachten, loven. Tweemaal geeft God iets dat toekomst mogelijk maakt: aan het begin geeft Hij brood, op het einde geeft Hij een nakomeling. Dat is het kader. Daarbinnen speelt het verhaal zich af.

Op de terugweg wenst Noömi haar beide schoondochters de zegen van God toe. Die houdt het volgende in: “De Heer moge jullie trouw blijven, zoals jullie het zijn gebleven tegenover de doden en mij. Dat de Heer ieder van jullie een man geeft, in wiens huis je geborgenheid vindt.” (1,8-9a) Gods zegen houdt trouw en geborgenheid in.

Even verder zegt Noömi dat God haar in de steek liet: “Mijn lot is bitter voor jullie; de Heer heeft zich tegen mij gekeerd” (1,13),

“de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt.” (1,20) Als weduwe zonder nakomelingen ontbeert ze zijn zegen.

Boaz daarentegen straalt een en al godsvertrouwen uit. Hij begroet zijn maaiers met: “De Heer zij met jullie.” En zij antwoorden hem: “De Heer zegene u.” (2,4) In het gesprek dat hij daarop met Ruth voert, steekt hij de loftrompet over alles wat Ruth voor haar schoonmoeder deed en zegt dat God haar daarvoor zijn zegen zal schenken: “Moge de Heer je daarvoor rijkelijk belonen – de Heer, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht.” (2,11-12) God zal Ruth zegenen, omdat ze haar toevlucht zocht

‘onder zijn vleugels’. Beeldtaal die we ook in meerdere psalmen lezen, bv. in psalm 36,8: “Hoe kostbaar is uw liefde, God! In de

schaduw van uw vleugels schuilen de mensen.”

Ruth zelf zocht haar toevlucht ook ‘onder Boaz’ vleugels’, eerst op zijn akker en later op zijn dorsvloer. In de Nieuwe Bijbelvertaling lezen we: “Wilt u mij bij u nemen, want u kunt voor ons als losser optreden.” Daarmee is de beeldspraak van het grondwoord weggevallen: dat kan vleugel en slip van een mantel betekenen.

Als een man de slip van zijn mantel over een vrouw spreidt, wil hij haar tot vrouw nemen. Men kan Ruths woorden dus interpreteren als een huwelijksaanzoek.

Andere vertalingen zeggen daarom beeldrijk: “Spreid uw vleugels / mantel uit over uw dienares.”

En Ruth heeft niet vergeefs een beroep gedaan op zijn bescherming en zorg. Boaz is bijzonder gastvrij, hij neemt de vreemdelinge zonder reserve in zijn gemeenschap op en biedt haar geborgenheid. Hij trekt zich het lot van Ruth aan, huwt haar, zorgt voor een nakomeling en geeft zo een nieuwe wending aan het leven van Noömi en van Ruth. We zouden kunnen zeggen dat hij een mens is die zelf in praktijk brengt wat hij van God verwacht en aan God toeschrijft.

Dankbaar repliceert Ruth: “Ik dank u, heer,’

zei ze, ‘want u hebt zich mijn lot aangetrokken en mij moed ingesproken, terwijl ik niet eens bij u in dienst ben.”

Ruth gebruikt daarbij exact dezelfde woorden die Noömi eerder over God sprak in 1,6: “Toen Noömi hoorde, daar in Moab, dat de Heer zich het lot van zijn volk had aangetrokken …” Die zinnen doen me denken aan de woorden van God tot Mozes in het boek Exodus: “Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is (…). Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden

…” (Ex. 3,7-8)

(7)

Wanneer Ruth ’s avonds aan Noömi vertelt over haar wedervaren op de akker van Boaz, horen we Noömi zeggen: “Moge de Heer hem zegenen, want hij heeft trouw bewezen aan de levenden en aan de doden.” (2,20a) Door te ‘lossen’ was Boaz niet alleen trouw aan Ruth en Noömi, maar ook aan hun overleden mannen, Elimelech en Machlon.

De ‘losser’ werd ‘verlosser’ voor een hele familie.

Noömi’s bitterheid heeft plaatsgemaakt voor een openheid voor God en mens. Dankzij de ervaringen die haar schoondochter, een vreemdelinge, opdeed in Betlehem, vond Noömi haar God terug. Ze wenst Boaz, omwille van zijn trouw, dan ook niets dan goeds toe – van Godswege. Wat een evolutie heeft ze doorgemaakt!

Daarom valt haar Gods zegen te beurt: ze

‘oogst’ de vrucht van Ruths schoot, een nakomeling die de geschiedenis van de familie en van Israël verderzet.

Zoals een mantel om mij heengeslagen Het boek Ruth is een hoopvol en bemoedigend verhaal. God komt in dit verhaal naar voren als een levensnabije God

die zich het lot van mensen aantrekt, die liefdevol met mensen begaan is. “Ik zal er zijn voor u” is zijn naam: zo openbaart Hij zich aan Mozes.

Hij laat zich kennen in mensen die elkaar

‘recht doen’, die elkaar beschermen en

‘mantelzorgers’ zijn voor elkaar. Hij heeft geen andere handen dan de onze! Van Hem mag je levenslang groeien. Met vallen en opstaan. Onder zijn vleugels mag je schuilen. Om het met het lied van Huub Oosterhuis te zeggen:

“Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo als een mantel om mij heengeslagen, zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht, ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,

dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.

Wil mij behoeden en op handen dragen.”

(ZJ 530)

Van dat godsbeeld heeft Jezus van Nazareth geleefd. In zijn spoor treden wij.

Mia Verbanck,

werkzaam in Adem-Tocht Antwerpen

VRAGEN TER BESPREKING

1. Welke vragen noteerde je ter verduidelijking van de inhoud van dit artikel?

2. Welke gedachten hebben je in dit artikel bijzonder aangesproken of geraakt?

3. Herken je iets van Noömi, Ruth, Boaz in jezelf?

4. Wat betekent trouw aan mensen en idealen in jouw leven?

5. Wat vervult jouw leven? Wat is voor jou ‘vindplaats van leven’?

6. Waar heb jij Gods zegen mogen ervaren?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 We bidden u voor de landen en volkeren vanwaar de vluchtelingen zijn gevlucht. Dat vrede onder de volkeren, verzoening op alle niveaus en menselijke ontwikkeling voor allen

Ik ben maar een buitenlandse vrouw!’ Boaz ant- woordt: ‘Maar wel een buitenlandse die haar eigen familie heeft achtergelaten, om hier voor Noömi te zorgen in een land dat je

Als de cliënt met coronaklachten nauw contact gehad heeft met mensen buiten huis dan worden deze mensen al geïnformeerd voordat de uitslag van de coronatest bekend is. Zij kunnen

gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel,.. noch iets dat van uw

Boaz prijst Ruth om haar trouw (vs. 10), want ze heeft niet geprobeerd een jonge man te krijgen, maar zoekt naar de man die de losser kan zijn voor Noömi en eigen haar gestorven

U kan duidelijk zien dat het idee van een geforceerd vasten voor de weduwen en wezen hen werkelijk vernederen op een wijze die YHWH ons niet geboden heeft te doen..

Penny stocks zijn een verzamelnaam voor Amerikaanse aandelen met een prijs van minder dan $ 5 waarin relatief weinig wordt gehandeld.. Door de lage liquiditeit van deze

Waardebepaling wet WOZ De wet schrijft voor dat bij de be- paling van een waarde in het eco- nomische verkeer ervan uitgegaan dient te worden dat het volle en