• No results found

FACTSHEET GEZONDHEIDSPEILING VOLWASSENEN Resultaten van de gezondheidsenquête onder inwoners van 19 tot 65 jaar in de regio Gooi en Vechtstreek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "FACTSHEET GEZONDHEIDSPEILING VOLWASSENEN Resultaten van de gezondheidsenquête onder inwoners van 19 tot 65 jaar in de regio Gooi en Vechtstreek"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEZONDHEIDSPEILING VOLWASSENEN 2008

Resultaten van de gezondheidsenquête onder inwoners van 19 tot 65 jaar in de regio Gooi en Vechtstreek

FACTSHEET

(2)

Lichamelijke gezondheid

Overgrote deel is nog steeds tevreden met de eigen gezondheid

Van de respondenten beoordeelt 91% de eigen gezondheid als “goed” tot “uitstekend”. Negen procent vindt de eigen gezondheid “matig” of “slecht”. Dat is gelijk aan 2004 en ge- lijk aan de rest van Nederland. De ervaren gezondheid hangt samen met het opleidingsniveau en met het inkomen: hoe lager, hoe slechter men de eigen gezondheid vindt.

Steeds meer mensen worden te zwaar

42% is te zwaar: 33% heeft matig overgewicht en 9%

heeft ernstig overgewicht. Dit is een toename van 3% ten opzichte van 2004. Ten opzichte van Nederlandse cijfers zit de regio Gooi en Vechtstreek aan de lage kant, maar het verschil is klein. Matig overgewicht komt meer voor bij man- nen dan bij vrouwen. Zes van de tien mannen in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar is te zwaar. Mensen met een lagere opleiding hebben vaker overgewicht dan mensen met een hogere opleiding.

Over het onderzoek

GGD Gooi & Vechtstreek heeft in het voorjaar van 2008 een Gezondheidspeiling gehouden onder 6.700 inwoners van 19 tot 65 jaar.

De GGD deed dit in opdracht van de gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijde- meren. De 6.700 aangeschreven inwoners zijn per toeval gekozen uit de bevolkingsregisters. Ruim 3000 inwoners stuurden een goed ingevulde vragenlijst terug naar de GGD.

Met dit onderzoek heeft de GGD actuele gegevens verzameld over de gezondheidssituatie, de leefstijl en het welzijn van volwassenen in de regio. De resultaten vormen de basis voor het beleid dat door de GGD en gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek wordt ontwikkeld.

In deze factsheet kunt u de belangrijkste resultaten van de Gezondheidspeiling Volwassenen 2008 lezen.

0%

20%

40%

60%

80%

100%

man vrouw man vrouw man vrouw

19 t/m 34 jr 35 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr

Ernstig overgewicht Matig overgewicht Normaal gewicht Ondergewicht

Gewicht naar leeftijd en geslacht

Vier op de tien volwassenen heeft minimaal één chronische ziekte of aandoening

41% kruiste tenminste één chronische ziekte aan. In 2004 was dat nog 49%. In de top 5 van de meest voorkomende chronische ziekten staan:

hoge bloeddruk 1.

migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn 2.

ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (incl.

3.

hernia)

ernstige of hardnekkige aandoening van de nek of schou- 4.

der (geen reuma) en

gewrichtsslijtage (artrose, slijtagereuma) van heupen of 5.

knieën.

Ook in 2004 stonden bovengenoemde ziekten in de top 5.

Vrouwen hebben vaker een chronische ziekte dan mannen en het vóórkomen neemt toe met de leeftijd.

De meest voorkomende chronische aandoeningen bij 50-plussers zijn hoge bloeddruk en gewrichtsslijtage van heupen en knieën.

Anno 1504 Anno 2009?

(3)

Eenzaamheid komt vaker voor onder lager opgeleiden. Ook alleenstaanden en alleenstaande ouders voelen zich vaker eenzaam. Eenzaamheid hangt sterk samen met het vóórko- men van depressiviteit.

Psychische gezondheid

Eenderde heeft een matig tot hoog risico op een angststoornis of depressie

Eenderde van alle respondenten heeft een matig tot hoog risico op een angststoornis of depressie: 29% heeft een matig risico en 4% heeft een hoog risico. Ruim 1 op de 10 respondenten heeft een waarschijnlijk klinisch relevante depressie. In 2004 was dat nog iets hoger: 17%.

Risicogroepen zijn: laag opgeleiden, vrouwen, weduwen en weduwnaars, alleenstaande ouders, gescheiden mensen, mensen die aangeven moeite te hebben met rondkomen, arbeidsongeschikten en werklozen.

Nog steeds vrij veel eenzaamheid

Bijna eenderde van alle respondenten voelt zich matig tot (zeer) ernstig eenzaam: een kwart matig en 5% (zeer) ern- stig. Dit is minder dan in 2004, maar meer dan het gemiddel- de van Nederland. In heel Nederland voelt 25% zich matig tot zeer ernstig eenzaam.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

niet eenzaam matig eenzaam ernstig eenzaam zeer ernstig eenzaam niet eenzaam matig eenzaam ernstig eenzaam zeer ernstig eenzaam niet eenzaam matig eenzaam ernstig eenzaam zeer ernstig eenzaam

19 t/m 34 jr 35 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr

% respondenten met hoge CES-D score

Percentage respondenten met een waarschijnlijk klinisch relevante depressie (=een hoge CES-D score) naar de mate van eenzaamheid per leeftijdscategorie

Leefstijl

Gebruik van alcohol is afgenomen

88% van de respondenten drinkt (wel eens) alcohol. In 2004 was dat hoger (91%). 12% drinkt nooit: 4% drinkt niet meer en 8% heeft nooit gedronken. Mannen drinken vaker alcohol dan vrouwen.

11% is een zware drinker (2004: 14%). Onder “zwaar drin- ken” wordt verstaan: minimaal 1x per week 6 glazen alcohol

op één dag (dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen).

Zwaar drinken komt meer voor in de jongste leeftijdsgroep: bijna een kwart van de mannen in de leeftijd van 19 tot en met 34 jaar in Gooi en Vecht- streek is een zware drinker.

Onder de lager opgeleiden komen meer zware drinkers voor. Van alle respondenten die wel eens alcohol drinken geeft 13% aan minder te willen drinken.

0 5 10 15 20 25 30

Man Vrouw

19 t/m 34 jr 35 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr

(4)

Percentage rokers is weer verder gedaald

Een kwart van de volwassenen rookt. In 2004 rookte nog 30%, dus is het percentage rokers met 5% afgenomen. En in 1999 rookte 33%.

Dit is in lijn met de landelijk dalende trend.

Uit de gegevens blijkt verder dat 40% van de respondenten nog nooit heeft gerookt en dat 35% een ex-roker is. Mannen roken vaker dan vrouwen. De grootste groep rokers zit in de leeftijdsgroep van 19 tot en met 34 jaar en ook lager opgeleiden roken vaker. Acht procent van de sigarettenrokers is een “zware” roker (meer dan een pakje per dag).

Ruim de helft nog steeds “gezond” in beweging

58% voldoet aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB), in 2004 was dat 60%. 42% beweegt dus (te) weinig. Gemiddeld genomen voldoen meer vrouwen dan mannen aan de norm. Vijftigplussers en midden opge- leiden voldoen het vaakst aan de norm. Het meest wordt gewandeld, maar ook fietsen en tuinieren wordt veel gedaan.

Populaire sporten zijn: fitness, tennis, zwemmen, hardlopen, golf, squash en hockey.

Wat vindt men van de eigen leefstijl?

Bijna driekwart beschouwt de eigen manier van leven als (zeer) gezond, een kwart zegt de leefstijl “niet gezond en niet ongezond” te vinden en twee procent geeft het oordeel

“(zeer) ongezond”. Ten opzichte van 2004 is men positiever over hoe gezond de eigen manier van leven is.

Opvallend is dat regelmatig roken of veel alcohol drinken door de meeste rokers en zware drinkers niet als ongezond gedrag wordt gezien. Van de mensen met ernstig overge- wicht zegt 46% dat ze (zeer) gezond leeft en vindt 50% de eigen leefstijl “niet gezond, niet ongezond”.

Gebruik van zorg en tevredenheid

Meeste contact met tandarts en mondhygiënist

In het voorgaande jaar heeft driekwart van de mensen con- tact gehad met de huisarts, dit is gelijk aan 2004. Het meest was er contact met de tandarts en/of mondhygiënist: 84%.

De cijfers voor zorggebruik in de regio zijn nagenoeg gelijk aan landelijke cijfers. De meeste mensen zijn tevreden over de contacten die ze hebben gehad met de diverse zorgverleners en instellingen, maar minder tevreden is men over het WMO-loket en Symfora/GGZ.

Griepprik wordt nog te weinig gehaald

Van de respondenten heeft 22% ooit een griepprik gekregen, waarvan 14% in het afgelopen jaar. Met name 50-plussers halen een griepprik: bijna een kwart van hen heeft het afgelopen jaar een griepprik gehaald. Risico- groepen voor griep zijn mensen met chronische ziekten zoals hart-, diabetes- en longpatiënten. Dit zijn relatief vaak laag opgeleiden.

Van hen blijkt ruim de helft (58%) het afgelopen jaar ge- vaccineerd te zijn tegen griep. Dit percentage ligt ruim onder de landelijke cijfers (74%).

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Man Vrouw

19 t/m 34 jr 35 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr

Het percentage respondenten dat voldoet aan de NNGB naar leeftijd en geslacht

0 10 20 30 40 50 60 70

Man Vrouw 19 t/m 34 jr 35 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr

Lager Midden Hoog

Percentage rokers naar opleidingsniveau, geslacht en leeftijd

(5)

Opvoedondersteuning

Van de huishoudens met thuiswonende kinderen heeft 10%

vaak of (bijna) altijd vragen over de opvoeding. 9% heeft vaak of (bijna) altijd zorgen over de opvoeding.

Ouders met jonge kinderen hebben vaker vragen dan zorgen. Voor ouders is de moeilijkste leeftijdsgroep van hun kinderen die van 12 tot en met 17 jaar: 12% geeft aan (vaak of altijd) zorgen te hebben.

Lager opgeleiden en éénoudergezinnen hebben vaker zorgen over de opvoeding en vaker behoefte aan deskundige hulp.

De belangrijkste onderwerpen die lastig zijn voor ouders zijn: (1) het houden aan of stellen van grenzen, regels en afspraken (2) luisteren en gehoorzamen (3) (faal)angst en on- zekerheid (4) schoolprestaties en (5) sociaal contact, spelen.

Mantelzorg

Ruim één op de tien mantelzorgers is zwaar tot overbelast

18% van de respondenten heeft in het afgelopen jaar man- telzorg gegeven: 14% geeft die mantelzorg nu nog. In 2004 gaf 16% mantelzorg. Vrouwen en vijftigplussers geven rela- tief vaak mantelzorg. Van alle mantelzorgers geeft 13% aan tamelijk zwaar belast tot overbelast te zijn. Zwaar belaste mantelzorgers zijn vaker depressief en somber en beoorde- len hun eigen gezondheid vaker als matig/slecht. De helft van hen geeft aan het Steunpunt Mantelzorg niet te kennen.

Huiselijk geweld

Eén op de twaalf heeft ooit te maken gehad met huiselijk geweld

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring wordt gepleegd (gezin, familie, (ex)partner, huisvrien- den). Het gaat om lichamelijk, seksueel of gees-

telijk geweld. Slachtoffers en plegers van geweld kunnen mannen, vrouwen of kinderen zijn.

8% van alle respondenten is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld, dit

betreft meer vrouwen dan man- nen. Laag en midden opgelei- den zijn vaker ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld dan hoog opgeleiden. De meest voorkomende vormen van geweld zijn psychisch/emotioneel geweld en licha- melijk geweld. De daders zijn in de meeste gevallen de ex-partner of (stief)ouder(s).

Slachtoffers van huiselijk geweld blijken vaker somber, beoordelen hun eigen gezondheid

Binnen- en buitenmilieu

Binnenmilieu (ventilatiegedrag)

De meeste respondenten (67%) hebben een natuurlijk ventilatiesysteem in hun huis, 31% heeft een mechanisch ventilatiesysteem en 2% iets anders. Het ventilatiegedrag is veelal niet voldoende: in de woonkamer blijkt de ventilatie het slechtst, 60% ventileert onvoldoende. De slaapkamer wordt relatief het best geventileerd.

Buitenmilieu (ervaren milieuproblemen en ernstige geluidshinder)

Driekwart van de respondenten ervaart minstens één milieu- probleem. Hondenpoep wordt met 40% als het grootste milieuprobleem ervaren, gevolgd door geluidsoverlast (28%) en rommel op straat (25%).

Bijna tweederde van de respondenten geeft aan geluidshin- der te hebben en ruim een kwart voelt zich hierdoor ernstig gehinderd. Ernstige hinder komt voornamelijk door het ge- luid van brommers, geluid van verkeer op wegen waar je niet harder mag dan 50 km/uur, van buren en van vliegtuigen.

0 10 20 30 40 50 60 70

Woonkamer Slaapkamer Badkamer Keuken

%

Percentage respondenten dat onvoldoende ventileert

(6)

Het thema:

Maatschappelijke participatie

Gezond zijn belangrijke voorwaarde voor maatschappelijke participatie

9% van de respondenten voelt zich belemmerd om deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Bijna de helft van deze mensen geeft aan een betere lichamelijke gezondheid nodig te hebben om dit te veranderen en bijna eenderde een betere psychische gezondheid. Vrouwen voelen zich vaker belemmerd dan mannen en vijftigplussers vaker dan jongere mensen. Lager opgeleiden, mensen zonder betaalde baan, arbeidsongeschikten, werklozen en mensen met een inko- men beneden modaal voelen zich vaker belemmerd.

Bijna eenderde van de volwassenen doet vrijwilligerswerk

30% van de respondenten doet vrijwilligerswerk (2004:

26%). Het meeste vrijwilligerswerk wordt verricht voor de sportclub, de (muziek)vereniging, de school en voor de kerk.

De belangrijkste reden dat men geen vrijwilligerswerk doet, is dat men er geen tijd voor kan vrijmaken; ook besteedt men de eigen tijd liever aan andere zaken en wil men zich niet vastleggen. Meer mannen dan vrouwen doen vrijwil- ligerswerk, en in de leeftijdsgroep van 35 t/m 49 jaar wordt het meest vrijwilligerswerk gedaan. Hoog opgeleiden doen vaker vrijwilligerswerk dan lager opgeleiden.

Een goede gezondheid lijkt medebepalend voor het al dan niet doen van vrijwilligerswerk.

Conclusie

Het regelmatig houden van een Gezondheidspeiling in de re- gio is een belangrijk instrument om de vinger aan de pols te houden van de gezondheid en het welzijn van de bevolking.

Voor zover een vergelijking met landelijke gegevens mogelijk is, kunnen we stellen dat de regio Gooi en Vechtstreek over het algemeen niet van de landelijke gemiddelden afwijkt of er zelfs positief bij afsteekt. Er is sinds 2004 een aantal gunstige ontwikkelingen. Zo is het percentage rokers ten opzichte van 2004 met 5% gedaald naar 25% en wordt er minder (zwaar) alcohol gedronken. Deze

gunstige ontwikkelingen benadruk- ken dat de onderwerpen roken en alcoholgebruik terecht de continue aandacht hebben van de gezond- heidsbevordering.

Hieronder volgt een opsomming van de percentages die in deze regio mogelijk aandacht behoeven. Het betreft het percentage (in willekeurige volgorde):

overgewicht (gestegen met 3%);

1.

respondenten met een matig tot hoog risico op een 2.

angststoornis of depressie (33%);

respondenten dat zich (in meer of mindere mate) een- 3.

zaam voelt (30%);

rokers, zware drinkers en respondenten met ernstig 4.

overgewicht dat de eigen manier van leven als (zeer) gezond beoordeelt;

volwassenen dat te weinig beweegt (42%);

5.

respondenten dat geen griepprik krijgt, maar wél tot 6.

de risicogroep voor griep behoort (42% van de risico- groep);

ouders dat aangeeft in de afgelopen 12 maanden be- 7.

hoefte te hebben gehad aan deskundige hulp of advies inzake de opvoeding van de kinderen (24%);

mantelzorgers dat zich zwaar belast of overbelast (13%

8.

van de mantelzorgers) voelt;

respondenten dat ooit slachtoffer is geweest van huiselijk 9.

geweld (8%);

respondenten dat de eigen woning onvoldoende venti- 10.

leert (60% ventileert de woonkamer onvoldoende);

ernstig geluidgehinderden (27%) en het percentage 11.

mensen dat zich ergert aan hondenpoep op straat (40%);

respondenten dat zich belemmerd voelt tot deelname 12.

aan het maatschappelijke leven (9%).

Hiernaast valt op dat ook in een zeer welvarende regio als de regio Gooi en Vechtstreek sociaal-economische gezondheidsverschillen bestaan. Dit komt duidelijk uit het onderzoek naar voren. Regelmatig blijkt uit de resultaten dat risicogroepen worden gevormd door de laag opgeleiden, werklozen, arbeidsongeschikten en mensen met een bene- den modaal inkomen.

In de toekomstige werkconferenties ten bate van het regionale gezondheidsbeleid zal besloten worden welke resultaten of signalen aanleiding zijn voor aanpassingen in het gezondheidsbeleid.

Colofon

Uitgave van GGD Gooi & Vechtstreek / Postbus 514, 1200 AM Hilversum / www.ggdgooi.nl Tekst: M.B. van Acker, epidemioloog / Vormgeving: D. Jongerden Mei 2009

Het volledige rapport en deze factsheet zijn te downloaden via www.ggdgooi.nl.

Hierin zijn ook de resultaten op gemeenteniveau weergegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is het voor het gezamenlijk werken aan de opgaven die deze regio heeft op het fysiek domein (wonen, landschap, economie, duurzaamheid en mobiliteit) van belang om in te inzetten

In krimpregio’s zijn gemeenten veel meer gebaat bij samenwerking op het vlak van woningbouw en renovatie omdat niemand (teveel) moet willen bouwen voor leegstand. van den

De Regio is namens de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, W e e s p en Wijdemeren belast met de uitvoering van de opdrachtverstrekking

Het in de regeling vermelde systeem van gewogen stemmen is zodanig gekozen dat er qua stemverhouding bij de samenstelling van het dagelijks bestuur door het algemeen bestuur veel

4 Volgens het Fabricom-arrest (HvJ EG, zaak C-21/03, 3 maart 2005) mag een aanbestedende dienst niet de regel stellen dat een persoon die belast is geweest met het onderzoek,

• vrijwel dagelijks cutivate gelaat (NB eczeem gelaat bestond voor start dupi, maar alleen toegenomen onder dupi). •

Percentages voor verschillende indicatoren voor Haaglandse inwoners die zich matig tot (zeer) ernstig eenzaam voelen en inwoners die zich niet eenzaam voelen...

Omdat de speerpunten uit de huidige regionale samenwerkingsagenda nog actueel zijn, stellen de portefeuillehouders Regio Gooi en Vechtstreek in samenwerking met de