• No results found

II AIM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "II AIM"

Copied!
228
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INHOUD

In troductie

Drs.

AL

lm1se1l e11 drs.

TA

Krljger

Voorwoord

Drs.

WKN.

Scl1111elzer

lnleiding

Alr.drs.

Fl. Pews e11 mr.drs.

J

WE. Sples

Stand van zaken

Clobalisering en duurzame ontwikkeling

Profdrs.

R.FM

Lubbers

Naar een ecologische economic

AIM

tJ(liJ

den Blggelaar

en

drs.

P

1hl11

der Veer

Duurzaamheid, bestuur in/en actie

Mr. PC

E.

va11 Wljmen

Schepping en rentmeesterschap

265 266-267 268-270 272-278 279-286 287-294

Over duurzaamheid, rentmeesterschap en de 'werkelijke' natuur

Dr

H. AE.

Ztu,lrt

296-305

Sinds wanneer is de mens rentmeester?

Drs

II Boersenw

( l)V 7 H <J/

306-316

(2)

Door markt naar duurzaamheid

Overheid moet duurzaam consumcren aantrckkelijker maken

Alw

drs.

HE G

Uppmlnuzen

lJ ll-

n

3

l3ij CDA zijn balpennen en vlaggcn groener dan milieubcleid

T11 temiew met

mw

At Visser- Vm1 Doom

Duurzaam produceren: kansen in hct bedrijfslcven

Profdr

J

Cromer

Duurzame ontwikkeling is afwegcn en verdclen

Profdr

H

Verbmg_qe11

121-326

.127-337

ll ll-3 15

Pcrsonenvcrvoer in de Randstad in komcnde twee kabinetspcrioden

Dr. T Tielemall

J46-3Sii

'Europees milicubeleid crccert onecrlijke verhoudingen'

T11teruiew met de jm11ilie Vm1 Kester

Grenzenloos en duurzaam

Think globally, act globally?

Profdr

C

Backes

Van Rio op weg naar Kyoto

Profdr.mr

CI

]e/mlil

157-358

360-366

367-371

(3)

'Wat de markt nict

wil,

pomp jeer niet in'

Interuiew mel

EJ

Scbip{ler

Dcugden ontlasten; ondeugden belasten

J\1r.

WMC

Visser

Zuinig met energie

Energie en klimaatverandering

lr.

A1PH.

Korten

Encrgic en economic

Prof.dr.ir.

LC

Zochari<~sse

De C:Orproblematiek; ecn tussenbalans

Prof.drs R Fi\1 Lubbers

Partners voor duurzaamheid

375-376

.177-.185

.187-.195

396-403

Moed voor nodig om tc kiezcn voor duurzaamheid en leefbaar land

Drs.

TJ

Wm11s

·1 1 1-117

'Milieu vcrvuilen goedkopcr dan milieu minder belasten'

lnterlJltlU mel

J Wimnga

De rol van socialc partners in het duurzaamheidsdcbat

Drs. C.A

Pll/1

der

Wljsl

11 R-419

(4)

Nieuw beleid nodig voor duurzame landbouw

Prof.drlr

G.

rhm

Dljk

429-434

Katholieke sociale leer verbreden met ecologische dimensie

Drs HI Geerts

435-443

CDA, paars en hct milieubcleid

J

ten Hoopen en drs PR.

Tt~lner

Nachhaltigkeit- cine neue Wirtschaftsweise

Dr Angela Merkel

Slotbeschouwing: Op zoek naar effectiviteit

Mrdrs.

J

WE. Spies en mr drs

FI

Paas

444-453

465-474

(5)

V

oor u ltgt het zomernum-met van Chnsten Demo-crattsche Verkenncngen dat geheel aan duurzaamhetd ts gewijd. Traditiegetrouw is het een dik nummer en vertrouwt de redactie crop dat het een stevigc impuls zal geven aan de discussic in hct CDA en daar-huiten. Cczien hct succes van de zo-mernummcrs uit 1995 over

'Christen-democratic als beweging van de

toekomst' en uit 1996 over 'l'amilie- en

gezinsbcleid' hceft de rcdactic een naam hoog te houden.

Het is niet zonder hetekenis dat bij de vormgeving van hct zomcrnummer is gekozcn voor een kwartctspel. Dit is cen goede manicr om (inter)actief met dit nummer bezig tc gaan. De vier kaar-ten over bijvoorbccld rcntmecsterschap zijn de vcrzinneheelding van vier vcr-schillendc invalshocken die in dit num-mer te vindcn zijn. Zo stimuleert het om termcn en denkbceldcn in de arti-kclcn op te zoeken, dwarsverbindingen te lcggen en met elkaar over 'duurzaam-heid' te discussicren.

De titel 'Partners in duurzaamheid' gccft aan dat auteurs bij elkaar zijn ge-bracht uit vcrschillcndc maatschappe-lijkc kringen en verantwoordelijkhe-den: chri'>ten-democraten, wctenschap-pers, vertegenwoordigers van natuur-cn milieuorganisaties, kerkclijke organi-<,aties, werknemers en werkgcvers. De rcdactic is dankhaar dat mevrouw dr. Angela l'vkrkel, de Duitse minister voor

UlV7H'J7

Natuur en Milieu, ecn bijdragc heeh willen schrijven. Als iets duidelijk wordt in dit nummer is het dat het werkcn aan duurzaamheid ecn nationaal en interna-tionaal 'gezelschapsspcl' client te zijn, maar dan een met een zccr hogc inzct. De rcdactic van Christen Democrati-sche Verkenningen heeft de verant-woordelijkheid voor dit nummer vol vertrouwen in handen gclegd van ecn

kcrnredactie bestaandc ui t: prof dr.

E.M.H. Hirsch Ballin (voorzitter),

prof.drs. R.FM. Lubbers, _mr.drs. F). Paas en mevrouw drs. J.W.E Spies Het secrctariaat was in handen van drs. M. Jansen en drs. TA. Krijger.

De vormgcving - het kwartct der

duur-zaamheid is hct resultaat van

samen-wcrking tusscn de Haagsc vormgeefster Caroline de Lint en de Rotterdamse kunstenares Karin Voogd.

Wij danken de Eduardo Frci Stichting en het NCDO voor ondersteuning van dit project. Op zaterdag 20 september zal dit nummer het onderliggendc do-cument zijn voor een confcrentic geor-ganisecrd door bcide organisaties en het Wetcnschappelijk lnstituut voor hct CDA. In zijn voorwoord Iicht drs. W.K.N. Schmelzer - voorzitter van de Eduardo Frei Stichting - dat initiatid toe. Wij hopen dat biJ die conferentic ook vee\ lezcrs van dit nummer aanwc-zig zullcn zijn.

(6)

z

v:

z

f-D

e Eduardo Fre1 St1chtmg

organ1seert samen met het Wetenschappell)k lnst1tuut voor het CDA (WI) en de Nationalc C:ommissie voor

internatio-nalc samenwerking en Duurzame

Ontwikkeling (NC:DO) op 20 septem-ber aanstaande een conferentie over het onderwerp 'Markt. milieu en samenle-ving'

Hct zomernummer 'Partners in duur-zaamheid' van Christen Democratische Verkcnningen zal daarhij het beraad ter conkrentie kunnen schragen en inspi-reren. Als Eduardo Frei Stichting (EFS) zijn wiJ dankbaar voor dit initiaticf van de redactie

Welke doelstellingen mot1veren de

FFS~ Heel kort samengevat de hevor-dering van het christen-democratisch denkcn onder de eigen !eden over in-tcrnationalc solidariteit en het ontwik-kclen en stcu11en elders in de wereld van concrete initiatieven en prcJiecten, die kunncn hiJdragen tot de uitstraling over de grenzen hcen van het chri<;tcn-democratisch gedachtegoed.

Eduardo hei. 011ze naamgever, gat a]-,

president van Chili I I 964-I 'J7(11 tegcn

de wccrbar<,tlge weerstanden van

Latijns-Amerib in, prioriteit aan het

~trevcn naar dcn1ocratil', nakving van mensenrechten en <,ocialc gerechtigheid. De conlcrenties, publicaties, scholings-cursussen, hewustwordingsacties hier

en over de grenzen ontwikkelt de

ll'S

op basis van het buitenlands beleid van hct C:DA en in nauwc samenwerking met de aan het CDA gelieerde orga-nen.

Duurzaamheid en de

christen-democratie

In de partijpnlitieke disCLl';sie hnnrt men wei als kritiek op het CDA dat wij een blcek imago hebhen als hct gaa t om milieuhelcid. Dat ondanks de ac-tieve medeverantwoordeliJkheid van christen-democraten in regering en par-lement voor het nnwattende Nationaal Milieuhelcids Plan. Het moge zijn dat wij als heweging. die naar cen harmo-nic van sociaal-economische en ecolo-gi..,chc hclangcn op korlc en lange tcr-mlJn <;treven, in nationaal en gren<,-overschrijdcnd vcrband, minder indnn-gcnd ovcrkon1cn dan OltC-Issuchc\vcgJn-gen ot Croenlinks. Die indruk gaat dan voorhij aan hestuurliJkc prestaties van christen-democraten in de staatkundige praktijk en aan de stevige verankering van ons dcnken en handelen in onze ha-,isconcepties ten aanzien van duur-zaamheid lk geel daarvoor enige indi-caties.

Hct 'Progrun1 van uitgang:-,puntcn' von

het CDA van december 1993 hevat ecn

aansprekend hootdstuk I 3.41 'Md1eu en

(7)

zijn helder worden verwoord. Het hoofdstuk hcgint met de va<,tstelling "1\\ilieubescherming is een gezamen-lijke taak van burger<;, bedrijven en overheicL in Nederland, hinnen de Furopesc Ccmcemchap en wcrcld-wijd"

I let landcliJk verkiezingsprogram I

'l'J-+-I'J'JH 'Wat echt telt werk-veiligheid-mi-lieu' gaat meer concrect in op de

algc-mcne uitgang<;puntcn in hoold<;tuk 111

't\lilieu, natuur en ruimtc' Hct daarin

ontwikkelde concrete helcid moet

C:DA-politiCJ motiveren en daarop kun-ncn zij \\'Orden aangc:-,prokcn.

Hct rapport 'Nieuwe wcgen, va<,tc

waarden' van november I 'J'J5 is het

<;]otdocument van het Stratcgisch

l:lcraad, dat voor het komende verkic-zing-,program van het C:J)A waarde-vollc houwstencn !evert. De

opcnings-Zin van hct hooldstuk 'Voor het

duurzaam <,amengaan van hct hcwcrken en hewaken van de aarde' gcdt de te-neur al aan· "Zorg voor het milieu is gccn randvoorwaardc voor de econo-mic, maar client in hct hart tc <;taan van produceren en consumcren."

Vraagstelling conferentie

Hct uitgangspunt dat markt en milieu in onzc <;amcnlcving zou mocten vcr-hindcn is duurzaamhe1d. Dat wil zeg-gen het hchoud van de Schcpp111g voor de huidigc en toekomstigc gencratic<;, in ons land, Furopee<. en wercldw1jd. Dat vraagt om ccn cvenwicht in de he-hartiging van de hclangcn van econo-mic, ecologic en arbeidsparticipatie binnen de wc<,terse wcreld maar cven-ecn'i tussen de wcstcr-,c wercld en de 'armc' Ianden. Tijdens de confcrcntic zalmct name aandacht worden be-;tced aan 1\\idden- en Oost-Furopa en Afrika. Kernvragcn die aan de orde komen zijn:

( llV ~ X '!7

I. Kan economi-;chc groci -;amengaan

met milicuhchoud, rc;pcctievclijk kan Lcchnologi-,chc vooruitgang crvoor

zor-gen dat het milieu minder wordt be last~

Zo ja, hoc moet dat dan'

2. Welke vcrantwoordclijkhcden vallen hij de hehartiging van duurzaamheid toe aan con-,umentcn, produccnten, maatschappclijkc hcwcgingen en poli-tiekc partijcn en lokalc, nationale en in-ternationalc ovcrhcdcn7

3. Hoc kan in de relatic met de 'Derdc

Wercld' en in het hijzondcr in de ont-wikkclings-,amcnwcrking ecn optimalc

duurzaamheid.,lactor worden

inge-bouwd7

ln de voorzienc dec\<;e">ics zullcn dczc algemcne vragcn tczan1en 1net 1ncer <,pccificke declvragcn aan de orde ko-men. !-let doc! i'> om hct inzicht van de dcclnemcr'> in de wcerhar'itigc en com-plexe problcmatiek aan te schcrpcn en hun comtructieve betrokkcnhcid te ver-;tcrkcn.

WiJ vcrtrouwcn erop - en werken eraan dat de gedachtewi'i'>elingen vol-docnde worden gclardccrd met con-crete praktijkvoorbeclden, waardoor di-lemma\ hclder worden en prioritciten kunncn worden gc;tcld ol vcrkcnd. Hct hierhij geprcsentecrde themanummer zal ook daarhij waardevollc diemten kunncn bcwijzcn. Daarom nogmaals onzc wclgcmccnck dank.

Drs. WK.N. Schlllclzcr is uoorZtller llilll

hrt

(8)

<( <( N

z

z

f-K

omende herf<;t. versch. ijnt de

derde en laatste versie van het Nationaal Milieubeleids-plan (NI'viPl Sinds de eerste versie in 1989 de aanlciding vormde voor het ophlazen van het tweede kabi-net-Luhbers. ver<;chijnt het NMP stee-vast vlak voor de verschillcndc verkie-zing-,programma's. Daarmee vormt het een ijkpunt voor de milieudoelen van de vcrschillende partijen. Evencens '>inds de eer<,te ver'>ie hevat het NMP al doelstellingen die reiken tot in devol-gende eeuw. Maar voor het eerst wordt dit jaar milieuhelcid geschreven dat meegaat tot in de volgende eeuw, een eeuw die voor het milieuhelcid in veel opzichten de eeuw van de waarheid wordt. In de komende decennia moet immers antwoord worden gevonden op problemen waarvan de ernst nog maar sinds enige decennia tot on<; i<; doorge-drongen. Dat i'> de context waarin dit zomernummer van Christen

Democra-tische Verkenningen verschijnt We

hehben verschillcnde auteurs, ieder vanuit haar/zipl cigcn achtergrond ge-vraagd de stand op tc nemcn, de suc-cessen en de zwakke plekken in het na-tionalc milieubelcid te inventari<;eren en de contouren te schetsen van de best denkbare inzet in het milieuheleid voor de komende jaren. Het resultaat is veel-kleurig en kent zeer verschillende ac-centen. Dat begint al met de waarde-ring van de resultaten tot nu toe. Ln her werkt door in de aanbevelingen voor de toekom<;t.

Op dit moment is een groot aantal rijk<;nota's in voorbereiding of net uit-gebracht die het thema duurzaamheid direct raken. Onlangs is de nota 'Op wcg naar ccn duurzan1c cconon1ic' vcr-schenen. In het najaar verschijnen de nota 'Milieu en ruimte', het hierboven genoemde NMP3 en de Vicrdc Nota voor de Waterhuishouding l'v1et dit nummer kunnen de gedachten worden bcpaald voor de C:DA-inbrcng in de di'>CUS'>ie'> die naar aanleiding van deze nota's zullen worden gevoerd.

Wanneer we de stand opnemen, ver-schijnt een genuanceerd beeld. In de laatste [aren zip1 belangrijke resultaten gehockc het oppervlaktcwatcr is lang niet zo schoon geweest, de alvalstroom neemt dankzij het enthou-,iaste schei-den van de consument gestaag at en de cmissies naar de Iucht door bedrijven zijn <.terk verminderd. Maar niemand zal spreken van een succes over de hele linie. Daarvoor zijn nog te veel hard-nekkige problemen aanwezig. waarvan het er niet naar uit ziet dar met de be-staande maatregelcn de algesproken

doelstellingen worden gehaald Hct

broeib,cfkct, de groei van het erler-gieverbruik en de nog steed<; groeiende verzuring door autoverkeer en inten-sieve veehouderij zijn voorheelden van problemen waarvoor een succesvolle aanpak nog hepaald nict in heeld is.

De nieuw-,te verhalen op milieugehied zijtl weinig opwekkend De

(9)

rcntic over milieu en ontwikkeling in New York van juni jong5tleden - he-dock! om de wcrcld-milicutop van Rio

de Janeiro van 1 'l'J2 ecn krachtig

ver-volg te gcven - re-,ultcerdc in ccn wazig

en tclcurstcllend slotdocu111cnt.

lntcrnationaal draagvlak voor hroodno-digc 111aatrcgclcn lijkt dunner dan ooit. En ook in hct nationalc 111ilicubclcid liggcn de tclcurstellingcn voor het

op-rapcn Llit de voortijdig uitgclektc

'Nattonalc 111ilicuvcrkenning' van het Rijksinstituut voor Vnlbgezondhcid en

l\1ilicuhygicnc IRIVI\1) blijkt dat

hoofddocl.,tcllingcn van 111ilieuheleid up gcen <,tukkcn na worden gehaald. Hoc pijnlijk 111oct gcloolwaardig 1111-licuhcleid nog worden'

Hoc mocl hct 111iltcuhcleid van morgen worden va<,tgestcld' Door de stand op te ncmcn, pmitic te hepalcn en vcrvol-gcnc, kcuze'> tc formulcrcn. In dit nu111-mcr vcrkennen vcrschillende auteurs de voortgang in de afgelopen jaren op decltcrrcincn. Welke ontwikkelingcn zi)ll hoopgevend, welke tclcurstellend en welke lc-;scn zijn daaruit te trckken voor de komende jaren) AJ., 111ilieuhc-lcid een kwestic is van keuzes 111aken en taai volhouden, waarop zetten we dan in? Welke inzet zou typerend kunncn zijn voor de christen-democratic, 0111 tc heginnen in het ko111cndc vcrkiczings-programma)

Het zo111crnummer hcgint met het op-nc111cn van de stand van zaken in het milicuhclcid. Daarna wnrdt ingegaan op hct 111ilieubcleid vanuit ecn ethi5che of lcvemhe.,chouwclijke inval-;hoek Er is im111ers vnlop rcden voor de chri-,ten-dcmocratie om discu<,sie<, over de toe-kom<,t van hct milicubelcid op ba-,is van uitgangspuntcn ge'inspireerd te voeren. Aile redcn om hogc ciscn te <;tcllen aan

de 111anier waarnp in het milieudehat

wordt vormgcgevcn aan idcalen. Delat ligt hoog Ticn jaar gclcden introdu-ceerdc het Brundtland-rapport het be-grip <,ustainable development, bij ons vertaald met duurza111c ontwikkeling. Hct hegrip wa'> bcdoeld als antwoord op de geconstatecrde sa111cnhang tus-<;en maatschappelijke en econo111ische ontwikkcling en milieukwalitcit. Het hcgrip 'duurzaam' kreeg vervolgens vlcugel5 in het milicubeleid en ging een cigen !even leidcn. Hoe verhoudt zich christen-democratic met duurzaam-heid? Maar wat hebhcn 'christclijkc partijen' nou cigenlijk precies met

'rcnt-meesterschap'? Llitgang5punt i'> dat

rnensen hchecrders zijn en geen bezit-tcr'> van de schepping. De schepping mag niet zodanig worden aangcta<;t dat zc onhcr5telhaar be.,chadigd wordt en niet kan worden doorgegcven aan vol-gendc gencratie'>. Dezc gedachtc vormt ook de kern van het rapport 'Schepping

en rentmcestcrschap' dat het

Wetcnschappelijk ln-,tituut voor hct C:DA enkcle jaren gelcden uithracht. Ook in 'Nieuwc wegcn, vaste waardcn' necmt ecn duurzame samenlcving cen belangrijke plaats in: "Duurzaamheid brengt de kwaliteit van de huidige sa-menleving en die van komendc

genera-tic'> met elkaar in vcrhand.

Duurzaamheid staat geen 5chulden toe of risico\ die de toekomst onevenredig hclasten".

In hct zomcrnumrner worden in diverse artikclen uitvocrig -;pecifieke aspectcn van het milcuhelcid onder de locp ge-nomen, waarhij trends en ontwikkelin-gen aan de orde komcn. Daarin hc5taat spcciale aandacht voor de rclatie tu<;<,en vcr<,chillcnde doclgroepcn en het mi-lieubeleid. 1\\et welkc opgaven worden dcze doclgrocpen geconfrontcerdc Hoe

(10)

<

<(

N

z

kan die opgave op een gclnolwaardigc

manicr worden ingevuldc

Na de paragraat 'partners in duurzaam-hcid' volgt de slothcschouwing Dczc gaal in op de conscquentie van de di-verse hijdragcn voor de route van het CDA in de komcndc jarcn Hoe hangt de vlag er bij in het milicuhclcid. war is de bijdrage van de christen-democratic daarin en welke inzct mag in de ko-mcnde jaren van hct CDA worden vcr-wacht: Op basis van de suggcstics van de diverse auteurs wordt cen agenda voor het toekomsligc milicubelcid ge-tormulccrd Het C:DA <,taat voor de op-gavc om de agenda ook daadwerkelijk inhoud tc geven: in het verkiezingspro-gramma en in de kcuze'> die in de dage-lijksc politick op nationaa\, regionaal en lokaal niveau moeten worden gc-maakt.

,\trdrs. F.!

P11115 C/1

111rdrs /WE Spies

(11)

• I

(12)

<( <( N

z

z

f-De kracht van de globalisering en de wil om tot duurzame

ontwik-keling te komen leiden tot een nieuwe wijze van denken (inclusief

en holistisch) en tot nieuwe instituties in de samenleving.

Daar-door zijn de verhoudingen tussen bedrijfsleven, overheid en

samenleving in een nieuwe fase gekomen. Het gaat nu om een

vruchtbare en dynamische symbiose tussen deze drie.

E

1nd Jaren tacht1g began het

woord glohal1senng 1n zwang te komen Het ver.,chlJmel van JnternatJOnahsenng en mon dialisering is natuurlijk a! vee! ouder. Als men de ge.,chiedcni'> daarvan wil heschrijven kan men heel

lang terug gaan Toch is het pas in deze eeuw dat

gcsproken wordt over

wereldoorlogen en

1111/ltina-tionals. Direct na de

Tweede Wereldoorlog

kwam het in vervolg op de Volkenbond tot de Ver-enigde Natie<, en de in he-ginsel voor aile volkeren geldende Universele Ver-klaring van de Rechten

van de Mens. Tach gebruikten we de decennia na de Tweede Wereldoorlog het woord globalisering niet. Het zou tot het eind van de Koude Oorlog du-ren voordat een samenloop in techni-sche, cconomische en politieke

(ideolo-gische) ontwikkclingen tot een

zodanige vcrsnelling van

grensover-schrijdendc ontwik- kelingcn lciddc dat men van globalisering ging spreken

Technische, economische en

politieke ontwikkelingen

Wat hielden die ontwikkelingen con-creet in7 l:liJ de tcchniek ging het vooral om hct hu-wclijk tusscn de satellietcn en de computer en in

<,a-menhang daarmce met

nieuwe techmeken die

ge-wicht.,hesparend waren.

Dezc tcchnologische ont-wikkelingcn hadden niet

aileen grote hetekeni'>

voor de economic, 'Lr~s

JI'W]ht, 111or·e signs', maar ook

L~tbhers voor de communicatie

tus-sen mentus-sen en volkeren.

The

hits

prol'o-ked one ll'orld', CNN en inmiddels ook tal

van andere media zijn vicrcntwintig uur per dag met om. Naa<,t de tcchniek za-gen we economischc ontwikkclingcn. Dan gaat het om meer handel,

inve<;te-ri ngen en vooral om 'global so11rcint( De

politieke glohaliscring wordt vooral

(13)

markeerd door het feit dat we na een periode waarin we spraken over de Eerste, Tweedc en de Derde Wereld in-eem te makcn kregen met een situatie waarin bijna aile Ianden en volkeren zich ten principale uitspraken voor het model 'markt plus democratic'. Door de samcnloop en hct elkaar underling ver-sterkcn van deze tcchnologische, eco-nomische en ideologischc ontwikkeling worden we nu geconfronteerd met nieuwe verschijnsclen. Ecn daarvan is het zwakkcr worden van staten en daar-mec van de politiek zoals die zich langs

de lijnen van de trias flolitica ontwikkeld

heeft. Omdat de grcnzen vervagen, of bcter gczegd doordringbaar worden is het mocilijker beleid langs de lijnen van

de trills po/itiw gc<;taltc te gcvcn. De

Fran<,man Cuchenno '>preckt zelfs van

"/cfm de 1,1

democratic' Politiek is nu

een-maal minder ctfcctief en daarom ook mindcr gcloofwaardig. Het valt niet mce om gezamcnlijk politick te bcdrij-ven gczien de tus<>cn Ianden bcstaande vcrschillcn in prioritcit, lase van ont-wikkcling en culturelc achtergrond. En als regeringen het intcrnationaal ccns worden dan trch hun thuis het vcrwijt dat de democratic tekort schict. lmmcrs besluitcn behorcn in het cigen parle-mcnt genomen tc worden. Het is niet vcrwonderlijk dat de zo tekort schie-tende politick nog extra kwetsbaar wordt door verwijtcn tcrzakc van cor-ruptic en hct dcnken in termcn van de clcctoraal gcwin. Rcgeringen hebben hct niet makkelijk in ccn tijd van globa-liscring. Tegclijk zien we dat de burgers geconfrontccrd worden met de kracht van globaliscring in termcn van econo-mic, tcchniek en de zwakte van overhe-den. Daardoor rakcn de burgers steeds mccr bezorgd over de kwalitcit van de samenleving. De theorie, dat de demo-cratic de markt in toom moest houdcn

( I JV 7 H '!7

met het oog op de kwaliteit van de <>a-menleving, gaat niet meer op nu de po-litiek in zijn traditionele vonn de glo-balisering niet meer aankan. Er dreigt kwaliteitsverlies en daarom ziet men tal van niet-gouvcrnementelc organisatics (NCO's) en verbanden op godsdien-stige grondslag tot ontwikkeling komen in reactie op dit dreigend kwaliteitsver-lies. Kortgezcgd: de globalisering kent ook zijn tegeneffecten. Nog eens an-ders gczegd, globalisering wordt ge-kenmerkt door individualisering. De tc-genetfecten Iaten zien dat men<;en nieuwe instituties creeren, voor wie hct wij-denkcn karakteristiek is.

Gedrag ondernemingen

Deze algemcne bC'>chouwing is ook van betckenis op het terrein van het milieu. Sterker, a is wij over sterk groci-ende NCO's spreken denken wij vaak in de eerstc plaats aan milieuorganisa-ties. Ook in het bedrijfslevcn ziet men de etfccten van andere verhoudingen ten opzichte van de politick, de

klas-siekc tt·ias fJD/itica en de nicuwe

institu-tionelc krachten in de samenlcving zeit. Het is opvallend dat bedrijven in hoog tempo maatschappelijke waarden zijn gaan internaliseren. Zij docn dat door

middel van hun 'mission statemc11ts', door

zich te binden aan 'codes of co11ducts' en

door impliciet en cxplicict

;;o -1

z

rn

z

Ci

c

c

N p. p. rn

::::;

verantwoording af te lcggen voor hun milieu-inspanning. Sommigen spreken in dit verband van ethisch

onder-Globalisering kent

ncmen (en van ethisch beleg-gen). lk heb de nciging dit

ook zijn

tegeneffecten.

(14)

0 <( <( N 0

z

z

f-meehrengt. Wat zijn dan de nieuwe omstandigheden die dit nieuwe gedrag provoceren. Dat wordt deels uitge-maakt door verwacht overheidsgedrag waar het betreft milieuvoorschriften. dee is echter ook door de druk die erva-ren en verwacht wordt van NCO's. Die druk is relevant omdat ondernemingen nu eenmaal niet functioneren in een maatschappelijk vaculim. Zij moeten hun producten afzetten en hun perso-neel gemotiveerd weten. Dat persoperso-neel wordt niet graag geconlronteerd met een negatief publiek imago via de me-dia. tvlet name in de Verenigde Staten komt daarhij het kit dat burgers en groepen van burgers steeds mecr toe-gang krijgen tot de rechter indien on-dernemingen op het gehied van milieu en gezondheid tekort schieten. DaarhiJ wordt het steeds gebruike\ijker dat pre-venticf beleid in ovcreenstemming is met algemene verklaringen over wat a is wenselijk en noodzakelijk heschouwd wordt. Rechters hebben meer dan vroc-ger de neiging in hun uitspraken

reke-ning te houden met 'soft Iilii''; het

vol-doen aan de zogchetcn ·~<7/Jer /au> is niet

mecr atdoende. Voor grote onderne-mingen voldoet het adagium, dat zij zich in ieder land houden aan de wet-ten van dat land. dus niet meer. Zij moeten twee '>tappen vooruit kijken. De eerste stap betrdt dan dat via de niet-gouvernementele organisaties en algemene politieke verklaringen nor-men in een hoger tempo geglohaliseerd worden dan dat gebeurt door middel van wctten in de hetrokken Ianden. De twcede stap hctrcft hct verschijnsel dat in ieder land de wet slechts een mini-munwoorwaarde is en dat de redene-ring 'hccft de ondcrncn1ing wei gcnocg gedaan om de milieu- ot gezondheids-schade voor te zijn door goed preven-tid hcleid', steeds mccr in zwang komt.

Naa'>t deze, vanuit onderncmingsper-spectid bedreigende factoren. speelt ook een rol de toenemende overtuiging dat goed milieubeheer in de onderne-mingen lcidt tot bctere kwaliteit en ef-ficiency in en van de ondcrncmingen. Dit wordt kortweg wei eens aangeduid met eco-eHiciency. Evenzeer als we er nu van overtuigd zijn dat het nalcven van veiligheidsnormen in ee11 hcdriJf goed is voor kwaliteit en dhciency, zo zicn we thans hetzelfde op milieuter-rein. Wat hegint als kostcn blijkt vaak ook financieel goed uit te werken. De hierbovcn gcnoc1ndc hcdrcigingcn en de win/win-situatie., worden nog ver-sterkt door de toencmende prakti)k van banken en verzekering.,maal'>chappijen om hij hun tarielstellingen rckening tc houden met het daadwerkeliJke milieu-hewustzijn van de onderncmingen.

Fases in het milieubeleid

Het is goed deze ontwikkelingen in '>a-menhang te zien met andere

verschijn-'>elen aangaande hct milicubelcid.

Allereerst wil ik dan wijzen op de lases die het milieuhelcid in ons land, maar ook in andere Ianden heeft doorge-maakt. Milieuhelcid hegint dicht hij hui'> en start zoals met de Hinderwel het geval was vaak met !outer gebod en vcrhodsmaatregelcn. Men noemt dit

ook wei 'co/lllllcll11i

rllld

control' Vervolgen.,

komcn de pleidooien voor de internali-scring van milieuwaarden in de prijzen van producten Dit gaat vaak hand in hand met het formulcren van antwoor-den op milieuproblcmen voor een

groter geograh-,ch gebied, zoal~

water-vcrontrciniging en zurc regen. l)e vcr-vuiler gaat beta len en het probleem van de externc eHectcn wordt aangepakt

door die eHecten 'te priJzen' Dat

noemt men interna\i.,ercn. De derde fase is vervolgens dat men in het belcid

(15)

rccht-,trcek-, gaat n1ikkcn op -,prong<.;gc-wijze vcrheteringen door de tocpa"ing

van nieuwc tcchnickcn. 1\ len gaat dan

over naar doelgroepcnhelcid en vraagt zrch at, aan de talc! mel vooruit<,trc-vende onderncmingen uit die <,ector hoc in ccn aantal jaren een -;prong'>ge-wiJze verhetcring tc herciken valt. r\lcn komt dan vcrvolgem tot ovcreen'>tcm-ming mel die doelgroep om de vcr--,chcrptc wet- en regclgeving pas in te Iaten gaan na konl-,t van de nicuwc technieken, daarhq rekcnmg houdend met de kwantitatievc verhetcringen die deze nreuwe tcchnickcn hlijken tc kun-ncn kveren. Met deze henadcring wor-den opmerkclijke rc-;ultatcn hcreikt. De overheid hoelt niet ovcrhaa'>l met on-voldoende inzicht in wat echt mogelitk i'> regel'> te maken. De vooruil'>trcvendc onckrnemingen putten voordecl omdat zc niet in een kor-.;et gcdwongcn \VOr-dcn. Zc worden weluitgcdaagd om we-zenlqkc vcrhetcringen te hereiken, waarbit zc mecr en mcer de crvaring hehben dar dit hct geheel van hun he-drijlsvoering ten gocclc komt. Het

zo-geheten jm rdcr'-prohlcem blijkt

hc-pcrkt daar waar op tcnnijn een icder gedwongen zal worden de nicuwe technicken toe te gaan paS'>en.

Zo i'> er dus een samenhang tu-;sen het dcnkcn in termcn van eco-dticiency en win/win-'>ituatie-; en het opvallend sncl vcrandcrcnd klimaat in onderncmingen waar het de hicrhoven hehandelde

'111rs-sian ~ttllt:HJCJ!ls' en nlilicunlanagcnlcnt

bc-trelt. Deze ontwikkeling wordt ook ge'>tnrnd door wat men wei noemt 'ver-inncrliJking' van milicuwaardcn. Hierhit gaat het niet zozecr om hedritven maar

0111 burger~. Langzaan1 n1aar zckcr

kon1t ccn bcwcg1ng op gang dat bur-gcp, gcncgcn zijn on1 in hun gedrag re-kenrng te houden met milieu en natuur.

C llV 7 ~ IJ7

Len hekcnd voorheeld vormt natuurlqk het -;cheiden van alva!, maar ook de markt voor cco-lahcling en groen he-lcggen kan nict los van deze verinner-lijking worden gezicn.

'Earth charter'

De puhlicke hewu-;twording van milieu is du-; van grotc hetekerm. Deze kriJgt 'ilceds weer nicuwe impulsen, met name

via de NCO's. Dit gehcurt op icder

ni-veau, lobal, regionaal, nationaal en rnondiaal Fen hiJzondcr initiatiel op

dit terrein i-; hct zogeheten 'c<~rth cihrrter'

AI velc jaren wordt hierovcr gcdacht en gesproken. Een en ander raakte in cen

vcr-;nclling door de L/11itd N<7trolls

Coll_{crcllcc 011 E11Piro11111CIIl rnrd /)cpcfo{nllcllt in

Rro de laneiro in I 'J'>2 Hoewel hct

toen niet tot een vcrklaring kwam, ter-wijl er wei verschillende rnodellcn op

tale! lagen, werden er wei 'Rio f'ril1cifllcs'

algc<,proken.

lnmiddel'> i'> na Rio de Janeiro het wcrk doorgcgaan en ligt cr bit de Vcrenigde Natie'> een waardevolle verklaring die als aanvulling op de Vcrklaring van de Rcchtcn van de /\lens, de verplichtin-gen van de men-; ten opzichte van de natuur proheert vast tc lcggen. Deze

verklaring gcconcipieerd door de

I UCN (llltcml!tional Llnioll for the

CoiiiCrPI!Iioll of l\J,rtrm) richt zich op aile

Ianden van de Vercnigdc Natie-;

Daar-naast wordt gewcrkt aan cen 'mrth

chrn-lcr' die ccn ruinlct-c kring van gcadre':'l-'ieerden wil kennen, zoals rcgeringen, hedrijf.,lcven, groepcn van burgers en burger-; zeit. Kortum, de helc

samenle-ving du'i. Her 'wrth charln' waaraan

wordt gewerkt, in nauwe con'>ultatic met tal van maatschappclijkc instituties en idcclc grocperingcn, hedt vee! te makcn met de minder exclusieve rol van staten. Lcest men hct concept vonr

hct 'c,ni/J ch<~dn' dan wordt men

(16)

z

gens ook getroflcn door de hreedheid van de opzet ervan waar het de inhoud

betrelt. llij hct 'c,u-th clJ<Jrtcr' komen

vraagstukken als armoede. ontplooiing van mensen, rechtcn van culturclc min-derheden enzovoorts evenzeer aan de orde als de klassieke 'fnotcllioll of ll<Jturc'.

Dat komt omdat zij die op deze terrei-nen werkzaam zijn steeds meer samen-hang zien als het gaat om de kwaliteit van de samenleving. Zo kon het inter-nationaal ook komcn tot de doelstelling van een just, pal·ticifJ<Jtory cwd sust<Jill<lhlc dwclopn1e11t'.

Evolutie in het begrip

duurzame ontwikkeling

Het concept van duurzame ontwikke-ling kreeg primair gestalte door het

rapport 'Our COI111110il future', de

VN-puhlicatie van een commissie onder

voorzitterschap van Cro Harlem

llrundtland. Daarbij ging het om de he-kommernis om ccologische waarden.

lnmiddels is er veel geschreven en

ge-puhliceerd over dezc 'ecoloi}ical

sustail1a-hility' Daarbij is het gekomen tot een

onderscheid tussen twee ambitieniveaus op het gebied van duurzame ontwikke-ling. De eerste ambitie is het bchoud van een basis aan heschikbare grand-en hulpstoffgrand-en die ook voor toekom-stige generaties een met ons vergclijk-baar welvaartsniveau mogelijk maakt. De verdergaande ambitie betreft het in-tact houden van de ecosystemen in de diversiteit zoals wij die thans kennen. De eerste ambitie wordt wei aangeduid met 'wwk sustailla!Jility' en de tweede met 'strolli} sustai11ability'. De laatste spoort

vrij nauw met milieu en natuur.

In de kring van economcn hedt er en-kele jaren geledcn een intcressant debat plaats gchad over de vraag of duurzame ontwikkeling een politicke kcus is

(exo-gecn) ot een economische (endo(exo-gecn). Dit debat is naar miJn gevoel nooit tot een beslissende conclusic gckomen. Dat hoelt ook niet Wei is het nuttig aan tc tekenen dat dit dehat te maken hedt met het voortgaande debat over disco11to-voeten. In de economic is het gehruikelijk waarden in de toekomst

naar het heden te 'disco1111tm' Dat is voor

de hand liggend omdat bij het vergclij-ken van waarden ( i nvcsteri ngen en wat krijg ik ervoor terug) rekening gehou-den moet worgehou-den met hct moment waar men over spreekt. Duizend gulden in de toekom<,t is minder waard dan duizend gulden vandaag. Lconomen kunnen van mening vcrschillen over de hoogte van de disw11to-voet, over het principc zijn zij het eens. Ecologen gaan echter vanzclf<,prckcnd uit van een disC011to-voet geli)k aan nul. Fco-economen hebben de nciging hetzelfde te doen. Dat vinden cconomen in het algemeen dan cen politieke keu'>, hoe-zecr ook de stelling verdedigd kan wor-den dat duurzame ontwikkeling een economische waarde in zichzelf i'>. Bij het vooruit berekencn van milieuetlec-ten van productie en con<,umptie en het daarbij hanteren van een disco11to-voet van nul wordt cigenlijk impliciet uitge-gaan van constante technieken. Zij die pleiten voor een disc011io-voet gelijk aan nul abstraheren dus als het ware van de technologische vooruitgang en van het gclcidelijk meer milieubewust consu-mentengedrag. Door sommigen wordt dan ook wei de these verdedigd dat het

'dlsco1wlc11' van de toekomst zoals door

economen gebcurt het spiegelheeld i'> van de technologische vooruitgang. Daarlegcnover tenderen ecologen en eco-economen naar de stelling dat je niet bij voorhaat mag rekenen op die technologische vooruitgang. Bovendien zeggen zij dat er zovecl onzckerheid is

(17)

over hct inca~~cringsvcrn1ogcn van

onze eco<,y<,temen dat het ook om die reden maar heter is aan de vcilige kant van de streep tc hlijven

Dit laat<;te argument heelt ook zijn

plaats gckregcn in het zogcheten

'fJrc-ullltioll<Jry fnillcifl/c" Dit heginsel. in rond

Holland., 'bij twijlcl onthoud u', i'>

op-gcnomen in de Rio-flnncifllcs en speelt

-,ind.,dien een grote rol in het interna· ttonaal belcid.

Tot zover een wat uitgewerktcr proliel van hct hegrip ecologische duurzaam-I1Cid. lntu.,-,en wordt het hcgrip duur· zaamheid ook meer en meer toegepast

tn '-;Jtl1enhang n1et 'cquity'-vragcn.

'Equity' hedt a\k., te maken met

inko-mensverschillcn (',Jistnlilltioudl equity} Fr

i'> ecn groeiendc intct"ltie data\, produc-tie en comumpproduc-tie wereldwijd worden en daarmce ook de ecologische op-dracht. dat dan rcchtvaardigheidwra-gen bctrellcnde inkomenwerhoudinrcchtvaardigheidwra-gen tussen men'>en ook wereldwijd relevant worden.

Zo he'>chouwd is ecologi.,chc

duur-zaamheid 'i11tm}c11mlliOJutl

den van aandacht voor participatie.

Vandaar het motto 'a JUSt flrnticiflaliuc a11d

suslcrinc~hlc society' Duurzame

ontwikke-\ing i<; dus ook gerelateerd aan partici-patie. Door de jaren hcen is de ovcrtui-gi ng gcgroeid dat arrnoede en gebrek aan participatie hindcrpalcn zijn voor een goed milieubelcid en dat omgc-keerd uitputting van de natuur leidt tot steed-, grotere barricre'> om tot goedc ontwikkeling te komen.

llij de jongste bijeenkom'>t tn Rio de Janeiro, de zogeheten Rio+5-bijcen-komst, vic\ op hoevcel aandacht

gege-ven wordt aan 'colllHIHHily sHstrJillahilily'

Daarbij gaat het dus om <,ociaal-cultu-relc cohesie die wezensvuorwaarde i>

voor zowel 'cnPiro11mr11t' als 'dwrloflmellt'.

Hicr vall een interessant parallel te markeren met wat ik in het begin van dit artikel schreef over de kracht van de

individualiscring, die centraal staat in

het proces van primairc globa\i;ering,

en daarnaast de nieuwe vorm van

ge-meenschapsdenken en gemeenschaps-handelen die evenzeer aan kracht wint.

equity' lnkomensver;chil-len tu<,;cn de volken in de ver;chillende Ianden, kan men dan aanduiden a\<;

Distributieve

Evenzeer is het opvallend

hoezeer in opmars het he-lang is dat wordt toege-kend aan culturelc diversi-tett. Memen hechtcn aan hun wortels en willcn mensen effectief participc-rcn in opdrachten natuur,

rechtvaardigheid

kan niet los worden

'sflatic~l cq111ty' Er is een memclitke neiging om de toekomst en de men'>en hier ver vandaan minder belangritk te vinden. Hand

gezien van aandacht

voor participatie.

in hand met groeicnde belangstelling voor duurzame ontwikkeling is er dus meer aandacht voor distributieve rccht-vaardigheid tussen opcenvolgende gc-neraties en tussen mensen die nu

inver-;chillendc fasen van cconomische

ontwikkcling Ieven.

\)i.,tributieve rechtvaardigheid, zo we-ten wij, kan echter niet los gezien

wor-UlV 7 H '17

(18)

<( <( N

z

z

f-Tenslotte wordt in de litcratuur tegen-woordig ook gesproken over 'illslliuliollal

sllsldillllhiliiy' Dat hiervoor

c]u<,Jct en holi-,ti'>ch) en tot nieuwe in'>tituties in de samenlcving (

wij-ver-handen !. Dit aile<,

hete-hijzondere aandacht ge-vraagd wordt, hedt veel te makcn met de h ierhoven gegeven analy-;e over de vcrzv/akking van de staat, het politieke mechanisme, en de kla.,.,ickc llias {lolitic£1

en de behodte aan

·,Jol'er-11<111ce' door en van

institu-Duurzame

kent dar de verhoudingen

tu<,<;en hedrijlsleven over-held en de samenlcvingen in ccn nicu\vc la~c zijn gc-komell. Het gaat nu om een vruchthare en dynami-<,che <,ymhiose tusscn dezc dric.

ontwikkeling heeft

geleid tot zeer veel

interdisciplinair

den ken.

tie'>. Caat het in het sy<,teem van de ll·ias

{lolitiw over de wet ('the mlc'). hij

in<,titu-ties gaat het over het verschi)llsel dat de leden van instJtutJes zich aan rcgels

Prof ,Irs I< F,\ 1 L11hhm 11 hooqlmun

C/oha/isni111} 1'1111 ecollolllic CJI \iiiiiCJiicPilll} !Iiiii

de

K<7t/Jo/ickc Lillll'fi'Silcil ll>·oho>ll n1 Poorzittcr

1'<111

l'ct

Wctcllsdl<l/J/Jc/ijk h1stillllll Poor

he/

gehonden wcten vanwege het loutere ( DA

lcit dat zij tot die institutie (willen) be-horen. Deze regels zijn du<, niet up de wet geba-;eerd, maar daarmee zijn deze regel-, niet minder belangrijk

Waar het -,amenvattend om gaat is dat

het bcgrip duurzame ontwikkeling in

kite geleid heelt tot zeer vccl intcrdis-ciplinair denken, ot zo men wii meer holistisch denkcn. Als men eenmaal oog hedt voor deze tcndens ziet men

het or veelmecr terreinen. Zo is er ook

het voorheeld van de litcratuur met be-trekking tot de zogeheten inclu-,ieve technologic. Na allcs wat hierhoven ge-steld i'> <,preekt dit woord eigenlijk voor zich.

De begrirpen glohalisering en duur-zame ontwikkeling ziJn tot or zckcrc hoogte voortgckomen uit aandacht voor de krachten van economic, tcch-niek en individuali-;cring (de krachten van de Verlichting) e11 uit de hekom-merni'> voor milieu en natuur hij de we-rcldwijdc toepassing van deze krach-ten. Vnvolgcns zien we dat de kracht van de glohalisering en de wil om tot duurzame ontwikkeling te komen leidt

tot een nieuwe wijze van den ken I

(19)

Er is weinig reden aan te nemen dat een krachtig natuur- en

mi-lieubeleid desastreus is voor de economische ontwikkeling. Sterker

nog: streng milieubeleid kan onder bepaalde voorwaarden leiden

tot toename van werkgelegenheid en/of concurrentiekracht. Tegen

deze achtergrond is de recent verschenen kabinetsnota 'Op weg

naar een duurzame economie' een gemiste kans. De 'econologie'

van minister Wijers eindigt in uitstel en besluiteloosheid.

0

verheden

producenten en burger~

hebhen de

afgelopen decennia aan-zicnlitke mspanningcn ge-plecgd om de toestand van natuur en milieu in Neder-land te vcrhetcren. En nict

zondcr resultaat. Vorig

)Jar puhliceerde het

C:en-traal Bureau voor de

tal van natuur- en milieu-verontreinigendc stollen de laatste tien jaar ( sterk) zijn gedaald. Dit alles hij een aanzienlijke

cconomi-sche groei.1

Ueze resultaten brachten de minister voor Econo-mische Zaken WiJers tot de cuforische uitspraak dat Nederland cr in is ge-slaagd om een

'ontkoppe-Statistick I C:I3S) cijkrs

A.J.M.

thl11

dw

Biggelaar

ling' tc rcaliseren tussen

waarlllt hlcek dat de totale economische groci en de

uitstoot van stotfen die hijdragcn aan de vcrzuring

- met name NO, en S02

en ammoniak - tussen

I 'J'JO en 1995 niet is

toe-genomcn. De hoeveelhcid alva\ is in deze pcriodc al-genomen. Ln het Rijksin-stituut voor

Volksgezond-heid en /v\Ji,cuhygicne

1 R\V/•-.1! concludecrdc vo-rig jaar dat de cmissies van

CllV ~ ~ 'J7

Drs. P. uan der Veer

aantasting van natuur en milieu.

Len nadere bestudering van de onderzoeksresulta-ten van CllS en RIVI\1 maakt echtcr duidclijk dat de minister van Lcono-mische Zaken te vroeg heett gejuicht De

gecon-statcerdc 'ontkoppeling'

hlijkt de laabte twce Jaar voor cen aantal

(20)

UJ I <r: <r: N :J :J 0

z

z

f-rcn tc zijn afgenomen. Voor een aantal andere indicatorcn, met name voor de

uitstoot van het brocikasgas C02, is er

zelfs in het gchcel gcen sprake van een 'ontkoppeling'. Heide instellingen bcna-drukken bovendien dat ondanks de op-getreden verbeteringen niet uit het oog moet worden vcrlorcn dat hct absolute niveau van tal van emissies nog ver vcr-wijderd is van het niveau dat nodig is voor een 'duurzamc ontwikkeling'. Uit nieuwe herekeningen van het RIVM blijkt verder dat hct huidigc en voorge-nomen heleid bij een voortgaandc cco-nomische groei niet in staat is een 'her-koppcling' tegcn te gaan. Wanneer de economische groci de komcndc jaren doorzct, drcigen tal van emissies weer

toe te ncmcn2

In dezc hijdrage heargumenteren wij dat een meer duurzarne ontwikkeling vereist dat maatschappclijkc actoren di-rect worden gccontronteerd met de ne-gatieve ecologische effecten van hun handclcn ('[inde aan de afwenteling'). Vervolgens gcvcn wij aan dat het vooral aan de overheid is om hicrvoor tc zorgcn ('Maakhaad) Hoewel de noodzaak van overheidsintervcntic met hct oog op een duurzarne ontwikkeling door achtereenvolgcnde kahinetten op papier weliswaar lijkt tc worden ondcr-kend, is hicrvan in het kitclijke beleid hitter wcinig te merken ('Economischc groeic'). In het laatste dec! van onzc hij-drage schildercn wij de contouren van een actiever duurzaamheidshelcid ('Wat dan wei?').

Einde aan de afwenteling

De cconomische ontwikkeling in

Nederland gaat nog altijd gepaard met ecn groot heslag op de schaarse ruimte in Nederland. Ondanks belangrijkc technologischc verheteringen is er nog

gcen sprake van absolute vermindering van het beslag op diverse schaarse grondstotfen en van de uitstoot van verschillende schadelijke emissies. Een helangrijke oorzaak hiervan is dat hct hij de huidige regels, prijzen en normcn voor afzonderlijke burgers, bedrijven en overheden veelal goedkoper, een-voudigcr en vanzelfsprekender is meer milicuhelastende en natuuraantastende opties te verkiezen bovcn milieu- en natuurvriendelijker opties. De maat-schappelijke actoren 'hier en nu' wor-den zelwor-den direct geconfronteerd met de nadclcn 'daar en straks' van hun on-duurzamc keuzcn. De nadelen worden afgewenteld op het collectiel (van hij-voorbeeld de bclastinghctalers), op an-dere natuurlijkc soorten dan de mens, op volgende generatic-; en op niet hi) de keuze in kwestie hetrokken tijdge-noten (bijvoorbccld in hct buitenland) De voorbeelden van deze atwenteling zijn legio. Zo ligt er vaak een

aanzien-lijke pcriode tussen het moment

waarop cen prohlcern wordt veroor-zaakt en het moment waarop de scha-delijke gevolgen echt merkhaar wor-den. Te denken valt aan de overmatige nitraathelasting (mest) van de hodem en de vele jarcn later optredende ni-traatvcrvuiling van hct diepe grondwa-ter. Het probleem is dan voor een

vol-gendc gcncratie Ook de ti)d die

verstrijkt tussen de aanpak van ecn mi-lieuprobleem en het moment waarop verbetering van de situatie waarneem-haar wordt, leidt veelal tot het achter-wege Iaten van maatrcgelcn. 1\len zal zich in die pcriode immers afvragen waarvoor al die impanningen nodig zijn, terwijl er zichthaar niets veran-dert. De schaal waarop zich milieupro-blcmcn voordoen, biedt ook allerlei 'ar-gumcnten' om de noodzakelijke keuzen te ontlopen. Vooral bij grootschalige

(21)

milieuproblemen van continentale of globalc aard is al snel de boodschap dat Nederland dat toch niet aileen kan op-lmsen. De neiging is dan groot om de nationale bijdrage aan die problcmen te bagatelliseren - en dus de nationale aanpak te beperken -en tegelijkertijd het buitenland de schuld van de proble-men te geven. Tegen de achtergrond van de concurrentieverhoudingen is de animo dan niet groot om nationaal orde

op zaken te stellen.1

Maakbaar?

Om de afwenteling van de negatieve ecologische eHectcn tegen te gaan, zal de omgeving waarbinnen de maat-schappelijkc actoren keuzen maken zo moeten worden gewijzigd dat de 'waarde' van natuur en milieu direct en

volledig tot gelding kan komen.

Doordat niet of onvoldoende rckening wordt gehouden met de opgeotfcrde natuurlijke hulphronncn en de emis"es die ecn gcvolg zijn van de

kcuzen van actoren. gaan

De

patroon. Ten twcede kan een centrale instantie - meestal de overhcid - de condities voor individucle keuzcn wij-zigen:'

Ten aanzicn van dit laatste wordt van-daag de dag al gauw gcroepen dat de samenleving nict maakbaar is. Dit idee krijgt zijn uitwerking in het streven naar mecr marktwerking en een tcrug-tredcnde overheid. Toch is dat een mis-verstand.

De overheid hecft (in)direct invloed op een jaarlijkse gcldstroom van- globaal

- 300 miljard gulden Dat is de

op-brengst van belastingen en prcmies voor collectieve voorzieningen en rege-lingen. Fen deel van deze 'opbrengst' wordt door de overhcid in tal van rege-1 i ngen, i nvesteringen, onderzoekspro-gramma's uitgezet. Daarmee bc'invloedt de overheid in helangrijkc mate de cco-nomische koers van Nederland. Zo stuurt de voortgaandc investering in

staal. heton en asfalt

Nederland verder in zijn distributiefunctie, een ont-productie en consumptie

gepaard n1et ccn groter beslag op de ecologic dan

maatschappelijke

wikkcling die vanuit duur-zaam heidsoverwegi ngcn juist niet wenselijk is. l:lelangrijk is ook de wijze waarop de overhcid de jaarlijkse ophrengst van die 300 miljard gulden or-ganiscert. Hct overgrote dccl daarvan is inkomen-gerelatecrd en een heel groot cleel daarvan is weer arbeid-gcrclateerd. En dat deze actoren inclividueel

en/of collccticf wen<;clijk achtcn. Er is sprake van een 'sociaal dilemma'

waar-aan indivicluele actorcn

moeilijk kunnen ont<,nap-pcn. Het doorhrekcn van clit dilemma is mogelijk op twec, complcmcntaire ma-nieren. Ten eerste kunnen

'voorlopcrs' hestaande

actoren 'hier en nu'

worden zelden

direct

geconfronteerd met

de nadelen 'daar en

straks' van hun

onduurzame keuzen.

is eigenlijk heel vreemd. trends doorhreken, ondanks hcpaalde

nadelcn en risico's die hicraan

verbon-Want arheid wordt in onze

samenle-den zijn. Hun keuze voor ecologisch mecr verantwoorde optics kan navol-ging uitlokken en zodoende leiden tot

verandcringen in hct 'gangbarc'

keuze-ving als zeer nuttig en wcnselijk bc-schouwd en toctreding tot arheid zou dus van drempcls ontdaan moeten wor-den. Dus belast arbeicl zo min mogclijk met belastingen en premics.

(22)

w I

z

w

z

f-regen zijn allerlei consumptieve bc<,te-dingen niet bepaald natuur- en milicu-vriendelijk De zogenaamde negaticve externe kosten zouden in de prijzen mocten worden gdntcrnali'>eerd. Dus. hclast comumpticve bestedingen zoda-nig, dat prijsprikkcls aanmocdigen tot mi lieuvcrantwoorde con-,umpt iepatro-nen. Daarmce wordt bovendien recht gcdaan aan de noodzaak om waardc toe te kennen aan wat -,chaars is en war hchouden moct hlijven, een schoon en leefbaar milieu, ccn rijke natuur en hio-diver'>iteit.

Dczc notie<, sluiten nauw aan bij 'Nieuwe wegen, vaste waarden', de aanzel tot cen <;trategi'>ch beraad hinnen het CDA ZiJ Iaten bovendien zien dat ecn 'waarden'vollc <,amenleving en een duurzame -,amenlcving heel gocd te combineren zijn. 'Nieuwe wegcn, vaste waarden' stele "De niet-commcrciclc betekenis van natuur en landschap lcgt het in dat gevccht (tegen economie) mccstal at. Dar zal in de toekomst an-der<, worden. Het platteland zal, naast gebied voor productie van vocdscl, ook lcverancier kunnen zijn van hernieuw-bare energic en grondstoHen, zuivcraar van water en Iucht, natuurhouw en re-creatic." Dit i'> niet aileen cen erken-ning van her waardevolle van milieu en natuur, maar impliceert ook direct een waardetoekenning daaraan. De over-heid hecft hicrin een cruciale rol tc vcr-vullen.

Economische groei?

In de achtereenvolgende Nationaal Milicuheleidsplannen hehhen de re-ccnte kabinetten met de 'theoretische' hcschouwingen over de in te zetten

in-strumenten te kenncn gegeven zich

be-wu<,t te zijn van de noodzaak van over-heid'>intcrventie. In de zogenoemde

'missiebricf aan de Tweedc Kamer over de versterking van de ruimtclijke-cco-nomi-,che structuur van Nederland heelt ook ho huidige kabinet aangege-vcn dat een duurzame ontwikkeling cen daadkrachtige nvcrheid verei<,t' De uit-daging i'>, aldus het kabinet, Nederland zo in tc richten dater en optimaal ge-bruik kan worden gemaakt van het aan-weztge economische potentieel en in-vulling kan worden gegeven "aan het streven naar duurzaamheid, ruimtelijke kwalitcit en een verantwoord ccolngie-heheer" Dit vercisl een "ge.integreerde langere termijnvi,ie en cen actieve op-stelling van de overheid die de prohle-men vroegtijdig onder ogen durlt te zien en vervolgens handelt."

Maar in de kiteliJke aanpak van deze zeltgelormulcerde uitdaging i-, van deze integralc visie geen sprakc. Het kabinct kiest voor ccn centraaluitgangspunt in het beleid, ecn structurele economische groei van drie procent per jaar. Ot, in de woorden van de minister van f=co-nomische Zaken, "Het begint allemaal met het ccht te willcn. Mette zcggcn 'We willen vcrdomme dric procent eco-nomische groei' Dar is typisch een on-dernemersbenadering In de politick gaat het nameli)k niet zo clat er ccn cloelstelling wordt gekozen, waar al her andere ondcrgcschikt aan worclt

ge-maakt. Maar het zou wei zo moeten~"1'

Her kabinet is cr van overtuigcl clat cleze economi-,che groei kan worden gecomhineercl met cen cluurzame ont-wikkeling Deze <,telling wordt door het kabinct niet mder onderbnuwd. Dat is opmerkelijk, want noch cmpi-risch noch thcoreti'>ch is hct dchat over de relatie tussen economische groei en milieu reeds be.,lccht. In hct begin van dit artikel is aangegeven dat in de ach-terliggcnde jaren de cconomische groei

(23)

nrct gcpaard ging n1ct ccn ah~.,olutc

al-llame in hct gehn11k van ccn aantal bc-longrqkc grondstot!cn en de ~mi<;<,ie

VJn nZltuur- en n1ilicuvcrontrcinigcndc

stol ten. Fn de mcc<;t reccnte ana]y<;e van hct RJV,\1 wijst

na-doende en kwalitatid hoogwaardigc werkgclcgenheid, goedc <,ocialc voor-zicningcn. ecn ccrlijkc inkomcnwerde-ling, gocde led- en werkom<,tandighc-den, goed onderwijs, zorg, vciligheid,

sociale cohesic, cen drukkclqk op hct gevaar

dat cr hij ccn voortgJtlndc cconomi">chc groci voor

ce11 a<1ntal emi<,<;ies hinnen cnkelc jaren cen 'hcrkop-peling' kan optrcden Ook thcorctisch is hct laat'>tc woord over dit vcrband

nog nict gc'irrokcn. Van

Overheidsbeleid

<;choon milieu. een riJkc

natuur e11 kwalitcit in hct landeliJk gcbied De eco-nomische activitciten die-nen hicraan dicnsthaar te zijn. Fconomi,chc groei i'> dan een mogcliJke rc<>ul-tanle van het strcven naar

moet zich

orienteren op de

kwaliteit van het

Ieven.

den Bergh en 1\ looij concluderen in ccn overzicht<;artikel dat het "In zijn alge-nwcnheid heel moeiliJk (lSI om cen oncluhhclzinnige conclu<;ic te trckkcn over de verzocnhaarhcid van milieuhc-houd en groei<;treven_"c Ln hct Ccntraal l'lanhurcau ( C:I'B I concluclcert in een rccente <;tudie "J)c thcoric clat groei noodzakeliJk is voor milieuverhctcring, " cvenmin algcmecn geldig a]<; de theoric dat economischc groc1 en mi-lieu tcgenpolcn zijn"-~

De helangri)btc cloe]<,telling van hct kahinet is en blijlt cchtcr het rcali<;cren van ecn lorse procluctlegroci in traditio-nele zin Reeds in I 'JH I wezcn vier pro-minente <;ociaal-dcmocraten Jan l'ronk, ian Tinhergen, loop den Llyl en Wim Kok1 - er op dat ecn dcrgcliJkc cenzijdigc oricntatic ongewcnst is. In hun Nicuwe Wcrcldwcrkgclcgenheicls-plan' hcargumentccrclen zij clat ccono-mischc groei nict noodzakeliJkerwij<; lcidt tot een hogcrc welvaart voor ic-dcrecn. Welvaart wordt door veel mccr lactorcn hepaald dan aileen de groei van de nationalc economic. Het streven naar duurzamc ontwikkcling hetekent hct vcrbetcrcn v<1n de kwalitcit van het samenlcvcn. Hct gaat hicrhij om

vol-(J lV C s 'JC

welvaart in hrcdc zin en gecn doel in zichzelf.

Maar niet aileen 'paar<,' lijkt deze hood-schap nog niet te ver<;taan. In het hnancielc J)agblad van 'l april jongstlc-den <;telde CDA-kamerlicl Van Rooy over de groci van Schiphol: "Hct zou onwaar'>chijnlijk zijn dat de uitkom<;t (van de nut- en noodzaakdiscu<,<;ie roncl de toekomstigc Nederlanclsc luchtvaar-tinlrastructuur) luidt dat Nederland de luchtvaart gaat weren." Fn in de actucle di<,cus<,ie over de problemen in de in-tensievc veehoudcrij laat het C:DA zich ook niet hepaalcl kennen als een partij die omwillc van ecn lcvensvathare en leefhare toekomst hereicl is ingrijpencle doch noodzakclijkc maatrcgelen le ne-men.

Wat dan wei?

Wat moct cr dan wei gebcuren om ccn mccr cluurzame ontwikkeling mogclijk te makcn' Naar onze overtuiging zal hct overhciclshelcid zich mocten oricn-tercn op de kwaliteit van het Ieven, 'hier en nu', 'claar en <;trab' Als het overheiclsheleid hierop inzct clan wor-den er andere keuzcn gemaakt Lnkele voorheelden om te illustreren waar het hierbij dan om gaat. l\1omenteel speelt de zogenaamde

(24)

0 <( <( N

z

z

f-en noodzaakdiscussic over de Toc-komst van de Nederlandsc Luchtvaart-infrastructuur' (TNLI) en daarmcc de cvcntuclc keuze voor cen twcedc natio-nale luchthaven. De gemakkclijkc wcg

- een ccndimemiOnale vi-.ie - is hct

pleiten voor ongclimiteerde uitbrciding van de luchtvaartaccommodatie, omdat dit goed zou zijn voor de economic en de werkgclcgcnhcid De multidimcn-sionalc aanpak - die wij beplcitcn - i'> uiteraard ingcwikkelder, maar doet recht aan de gewenste

kwalitcitwcrhc-tering van de "an1enleving.

Uitgang-;-punt hicrhij is dat de luchtvaart voor ccn concurrcrcnde cconomi'>che ont-wikkeling van een land goed is in kcn-nisintemieve dicnstverlcning, niet ge-mist kan worden. Maar cvcnzeer is uitgang-.punt dat luchtvaart de mee-.t milieuvervui len de transportmodalitei t is. DaarhiJ moet worden gedacht aan ruimtebeslag, geluidhinder, vcilighcids-ri'>ico's, uitstoot van brocika'>gassen en andere vcrhrandingsga'>Sen die

vcrzu-ring, sn1ogvorming en op grote hoogtc

aantasting van de ozonlaag veroorza-ken. Er moet om dus allcs aan gelegen zijn het vlicgverkccr zoveelmogelijk tc bcpcrken

Dan is van belang een goed beeld te krijgen van vliegbewcgingcn die voor onze economische ontwikkcling echt van betekenis zijn. Voor het zakelijke verkeer en voor 'belangwekkendc' goc-dcrcn moet Nederland gocd bcreikbaar blijven Maar zo ongevccr de helft van de huidige pa<,<,agiers op Schiphol stapt aileen maar over van het cnc in het an-dere vliegtuig of blijft zclfs zittcn. Voor onzc economic als gchecl is dat nu niet bepaald intercssant; dar is het aileen voor de KL/\1.

Terwijl de politick almaar luider roept om ecn Europa, zijn de luchthavcns in de diverse lidstatcn, met steun van hun

rcgcringen, in een keihardc concurren-tiestrijd gcwikkeld Want welkc dric of vier Europcsc luchthavens zullen strah

de zogenaamde 'n1C!Jil-fmhs' in Europa

zijn? Waarom nict ccm grondig onder-zocht op welkc manicr wij - Europecs dcnkend - het Europcsc luchtvaartlo-gistickc systccm zouden kunnen opti-maliseren in comhinatie met snellc

trei nverbi ndi ngen ~

De luchtvaart wordt ten opzichte van de andere vervocrsmodalitciten zwaar bevoordccld. Op kerosine zit gcen ac-ciJm, op de vlicgtickcts zit gecn llTW en op luchthavens en in vliegtuigen

kun jc '111x

fm

shoflf>cn' Dit is des tc

merkwaardigcr daar vlicgen vervuilen-dcr en cncrgievretender i-. dan andere vcrvocrssystemcn. En dat terwijl in Europa is algcsproken 'dat de vcrvuiler moct hetalcn' Hier zou de politick du<, de conscqucntics van haar eigcn bc-leidskeuze ccns onder ogen moetcn zicn.

len soortgeliJk verhaal is tc houdcn over de cvcntuele uithreiding van de Maasvlakte. Terwijl Rotterdam en het havcnhedrijf vurig plcitcn voor een tweede Maasvlaktc, bcrekent het CI'B dat zo'n tweede Maasvlaktc zcker de komcndc decennia niet nodig is, con-statecrt de Commissie-lvlilieu-EIIcct-Rapportagc U\IER) dat nut en nood-zaak daarvan volstrckt onvoldoende zijn beargumcntccrd en -.telt de Com-missie-Hcrmans vast dat de initiaticfnc-mers een volstrckt ecnzijdig beeld van de situatic hchhen geschet'>t

Wij kijkcn ook hier 'door een andere bri I' naar de Rotterdamse haven. Die haven i'> de grootste ter wercld, maar wat is de hiJdrage ervan aan de Ncdcr-landse cconomie en wcrkgelcgcnhcid' Her aileen maar overslaan van contai-ners is nu nict hepaald een

(25)

dige ecotHJmi'>che activiteit. Rotterdam zou crhij gehaat ziJn indien de haven-activiteiten vee\ mecr gecomhineerd zouden worden met indu'>lrick en dien<;tenactiviteiten met een grotere toegevoegde waarde. Te denken valt aan rrcyclinq-indu'>trie, a"emhlagehe-drijven en comhinatie-; van hea"emhlagehe-drijven in energieca<,cade'> ( waarbij energie van hoog\vaardig naar laagwaardig gchruik

'mecrdcre makn' wordt gehruikt)

Fen '>ector die grote milieuprohlemen veroorzaakt i'> de agrari'>che <,ector

Landhouwhe-;trijding'>middclcn, mest

en ammoniak verzieken de bodem, her grond- en oppcrvlaktcwatcr en de

na-tuur .• ~\aar i'> dit verwonder\ijkc Na de

Verenigde Staten en Frankrijk "

Nederland de groot<;te agrari'>ch expor-teur van de wereld. Dat is wei een

geweldige pre<;tatie op

duurzaam per<;pectief. Wat te denken van kumtstof-mycling- wij gooien per jaar met z'n allen 650 000 ton p\a<;tic'>

wcg, overeenkomend met I ,3 miljoen

ton aardolie' -en aluminium-mycling-Nederland gooit per jaar driemaal de helc KLI\1-luchtvloot aan aluminium in de prullenhak; wat een vcrspilling'

De economische uitkom<,t van ecn radi-calc terugdringing van de druk op na-tuur en milieu hangt vooral af van de

mate waarin (milieu)technologische

vcrheteringcn kunnen worden doorge-voerd en van de mate waarin vcrschui-vingen in de productie- en cotl',umptie-structuur in milicuvriendelijke richting kunnen worden gerea\i-;ecrd. Maar op voorhand i'> er weinig reden om aan te nemen dat cen krachtig natuur- en mi-lieubcleid de<,a<,treu-; is voor de

econo-misch ontwikkeling Zo

0,03'){, van hct

aardopper-De luchtvaart wordt

bleck uit berekcningen

van het Centraal Plan-vlak, maar het is ook

vra-gen om prohlemen. Die problcmen doen zich nict aileen voor in Nederland, maar ook elders: ten he-hoeve van de Nederlandse hio-indu<;trie is een land-houwareaal van vijtmaal Nederland elders in de we-reid in gehruik, waar op vee\ plaat<,cn de

vrucht-zwaar bevoordeeld,

Bureau ten hehoeve van

het eer<;te Nationaal

Milieubeleidsplan in 1989

dat het meest radicalc van de he.,chouwde

duurzaam-heidssccnario's wei tot

'minder meer' zou kunnen lciden (mindcr extra ba-nen, mindcr economi'>che

terwijl vliegen

vervuilender en

energievretender is

dan andere

vervoerssystemen.

hare hodem wordt uitgeput.

Een pcr<;pectid voor de agrari<;che <;ec-tor ligt nict in 'mecr van hetzeltde' maar in een kwaliteits<;\ag: minder maar he-tcr. De toekom<;t is aan biologi<>che landhouw, diervriende\ijkc veeteelt en hct vcrwerkcn van de productetl in ei-gen land lin plaat<; van het voor natuur

en milieu zecr nadelige geslcep met

lc-vende have over de Europese autowc-gcn I. Zo zip1 er op tJI VJn terrcincn an-dere koer<;en te bcdcnken met ccn

CllV ~ s ,,~

groei, minder koopkracht-stijging) maar dat voor vrijwel aile indi-catoren er sprake zou zijn van (enige) verhetering. Drie jaar gelcden hleek uit de berekening van de economische d-fccten van de vcrkiezing<,programma's van de vijf groot<;te politicke partijen dat uitvoering van het n1eellt 'groene' beleidspakket- dat van Croenl.inks-voor de cconomie bepaald niet cJtas-trofaal zou zijn. Uit divetv: meer 'sec-toralc' <;tudie'> blijkt dat ecn streng mi-lieubeleid onder bepaaldc voorwaardcn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel de directe impact van het gevoerde beleid nog verder moet onderzocht worden, is duidelijk dat (1) de taxshift verantwoordelijk is voor een substantieel deel van

maatregelen. Ook voor deze sectoren moet de groei aan biobrandstoffen richting 2030 komen van brandstoffen op basis van bio-grondstoffen van bijlage IX deel A en B. In de

We zien hierin ook een plus in de bevoegdheden van de gemeente om omwonenden die zelf minder mondig zijn te kunnen beschermen tegen dit soort overlast en andere soorten overlast

Vele vluchtelingen vonden nog geen onderdak, ten- ten blijken niet bestand tegen de stortbuien, kinderen kampen met bronchitis en longontste- king en er dreigt

Ik vind dat artsen en verplegers hun geweten moeten kunnen inroepen om niet te gehoorzamen aan die wet.'' Léonard is van mening dat de Belgische kerk meer tussenbeide moet komen in

Want Baert heeft ook begrip voor zijn artsen en hulpverleners: ‘Meneer

“Daarom” en “Omdat ik het zeg” zijn afhankelijkheidsbevorderende redenen zonder normatieve strekking, en dat is buitengewoon treffend onder woorden gebracht in de gevleugelde

Harry Kloosterman: ‘We moeten een beetje respect hebben voor de natuur.’. Japanse duizendknoop bestrijding