• No results found

Naar een nieuw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Naar een nieuw "

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Partijblad van de Volkspartij

voor Vrijheid & Democratie Richard Ellis

International

Property Consultants Gébouw Hirsch Leidseplein 29 1017 PS Amsterdam Telefoon 020-26 26 91

JANUARI 1990, NR. 1382 HOOFDREDACTEUR: RENY DIJKMAN CORRESPONDENTIE-ADRES WD, POSTBUS 30836,2500 GV 'S-GRAVENHAGE

Stad

Den Haag

11Ul8kt

zich op voor gem. een te raadsverkiezingen

door RENY DIJKMAN, foto's: bureau Stokvis

Den Haag- Makkelijk krijgen ze het niet onze Haagse VVD- raadsfractie en beide wethou- ders in de aanloop tot de ko- mende raadsverkiezingen.

Hoewel de VVD daar in har- monie en met grote deskun- digheid opereerde de afgelo- pen vier jaar, kampen de li- berale w"tlthouders en raads- -leden met twee nadelen.

Allereerst moeten zij werken op een steenworp afstand van het landelijk regeringscen- trum, waarbinnen de kiezers het liberale zeteltal uitdun- den. Helaas heeft een derge- lijke ontwikkeling altijd haar weerslag op gemeentelijke verkiezingen, hoe goed men het daar ook doet. En in de tweede plaats keerde de VVD pas vorig jaar augustus met twee wethouders terug in het Haagse College van B & W na drie stormachtige jaren, waarin een links meerder- heidscollege de dienst uit- maakte en tenslotte zichzelf opblies.

De bom barstte op de kosten en bouw van een prestigieus nieuw stadhuis. De Haagse VVD had liever gezien dat het bestaande stadhuis werd uitgebreid, maar stond met dat standpunt alleen.

Twee PvdA-wethouders hadden ten aanzien van elkaar zo zeer de strijdbijl gehanteerd, dat zij vorig . jaar juli door hun eigen partij naar huis werden gestuurd. CDA en VVD keerden daarop terug in het college, met nog slechts een - reeds voorbereide - begroting te gaan.

Slechts een handvol maanden rest(te) de liberalen om zelf nog een stempel op het Haags beleid te zetten.,

Daarom nu eens de blik op Den Haag-stad en interviews met lijsttrekker Henk Jan Meijer, thans wethouder van Verkeer, Vervoer, Openbare Werken en Monumenten; Ans van der Berg, die de wethoudersportefeuille Fi- nanciën en Cultuur beheert en VVD-fractieleider Theo Monk- horst.

••••••••••••

v.l.n.r.: Ans van den Berg, Theo Monkhorst, Henk Jan Meijer

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Drs. Henk Jan Meijer:

Sam.enW"erking en verantwoord financieel beleid

Henk Jan Meijer kon bij de aanvang van zijn tweede raadspe- riode in 1986 geen moment bevroeden dat hij de rit zou beëin- digen als wethouder. Hij begon in 1986 als vice-fractievoorzit- ter, maar moest binnen een jaar de voorzittershamer overne- men van Bert Hubert die deze functie niet langer kon combine- ren met zijn werk.

"Nee, ik had voor de verkie- zingen van 1986 geen idee dat ik in deze periode wethouder zou worden. Vóór de raadsverkiezin- gen van 1986 hadden we drie wet- houders in het college. Die ston- den alledrie weer op de lijst. We voorzagen dat we - door de lande- lijke situatie - minder zetels zou- den krijgen. Dat klopte, want we gingen van 14 naar 11 zetels. (De Haagse gemeenteraad telt 45 raadsleden, red.) We gingen er dus wél van uit dat we-misschien een wethouder minder zouden mogen leveren. Maar bij de on- derhandelingen in 1986 pakte al- les totaal anders uit. Er werd een links college gevormd op basis van 1 zetel meerderhèid. PvdA, Links-

Den Haag en D66 gingen samen in zee en het CDA en de VVD vie- len uit de boot."

Oppositie

Dat leidde ertoe dat de VVD in de oppositierol werd gedrongen.

Henk Jan: "In het begin ben je dat niet gewend. Het past ook niet dat zo'n grote partij uit het college wordt gehouden. Voor de verkie- zingen hadden we ons nog niet in die oppositierol ingeleefd. Na een wat opportunistisch begin, vanuit de hoop daarmee de instabiliteit van het college te benutten, zijn we pragmatisch aan de gang ge- gaan. Leunend op eigen kwaliteit.

Want de VVD wilde toch ook in

die oppositie blijven uitdragen dat zij betrouwbaar is, consistent en voorspelbaar. Daarbij past geen opportunistisch gedrag.

Ik werkte bij VROM als plv.

secretafi<J van de Raad van Advies voor Ruimtelijke Ordening. Dat was een zeer abstracte baan, waarin ·~k me met de hoofdlijnen van het nationaal beleid bezig hield. Op zich was dat natuurlijk mooi te combineren met de ge- meenteraad waarbij je bestem- mingsplannen werkelijk vast- stelt, straten echt her-inricht en bouwplannen werkelijk ziet ver- rijzen. Het vulde elkaar' mooi aan."

Nog in maart 1989 schreef Henk Jan Meijer in zijn column in het Haags VVD-partijblad: ... "Het zal u niet ontgaan zijn dat het col- lege zich steeds meer belachelijk maakt. Niet alleen met het stad- (vervolg op pagina 2)

INHOUDSOPGAVE~

Met de raadsverkiezingen in aantocht zal Vrijheid en De- mocratie in zowel het januari-

als het februarinummer veel aandacht bestéden aan het gemeenteraadswerk. Staat in

dit blad Den Haag als stad cèntraal, in het volgend num-

mer komen Heerlen en Zuid- wolde (Drenthe) aan de beurt.

Een aparte bestuursbijlage bevat de beschrijvingsbrief voor de algemene verga- dering van 18 en 19 mei aan-

staande. Deze bijlage is ro- meins genummerd.

Jan Franssen bericht over het middelbaar beroepsonder-

wijs.

pag.3

Vuurwerk in de Eerste-Ká'- mer. In de senaat liep een wijziging van de AAW-wet zo hoog op, dat vice-premier Kok

het "onaanvaardbaar" liet horen. De CDA Eerste-Ka- merfractie ging daarop om ...

Een verslag van VVD-woord- voerder en senator

Han Heijmans.

pag.6

Drie weken lang zwierf Ed Nijpels over Antarctica. Hij

raakte betoverd door de schoonheid. Voor V&D maakte hij een verslag.

pag.9

VVD richt Dettmeijerstich- ting op voor hulp aan Oost-

bloklanden pag.9

Het is een traditie geworden in de Wieringermeer. De af-

deling Wieringermeer hield op 7 januari haar Nieuw-

jaarsbijeenkomst waarop weer twee VVD-awards wer-

den toegekend.

pag.11

De Vrouwen in de VVD hou~

den op 9 en 10 februari hun congres. Thema: "De actieve vrouw''. Zie ook het äecem-

bernummer van V&D.

pag.15 Mijn opinie is ...

pag.15 VanAtotZ

pag.16

(2)

(vervolg van pagina 1)

huis, waarbij de WD - ondanks de vernietigende externe adviezen - vooralsnog alleen bleef staan als tegenstander, maar vooral door interne tegenstellingen. Voor sommige wethouders staat niet het belang van de stad voorop, maar persoonlijk prestige ... Een nieuw college zal volgendjaar niet alleen met een financiële puinhoop wor- den geconfronteerd, maar zou ook het beschadigd aanzien van stadsbestuur en politiek dienen te herstellen ... "

In augustus was de zaak be- keken. Twee PvdA- en een links- Den Haag wethouder traden af en het college werd uitgebreid tot 9 wethouders: 2 CDA en 2 VVD. De liberalen maakten een realistisch programma voor de nog resteren- de maanden.

Lijsttrekker

Henk Jan Meijer werd in no- vember tot VVD-lijsttrekker voor de komende raadsverkiezingen gekozen. "We zullen de Haagse bevolking in de verkiezingstijd goed kunnen uitleggen, waarom we in dit late stadium nog aan dit college wensten deel te nemen.

Als we er nu niet in waren gaan zitten, zouden we vermoedelijk na de verkiezingen ook uit de boot vallen," zo typeert Henk Jan Meijer deze stap. "In de nu reste- rende periode moeten we onder meer zorgen dat geen onbeheers- baarheid van uitgaven ontstaat.

Dat het proces goed bewaakt blijft. In de verkiezingstijd zullen de Haagse VVD-raadsleden het accent leggen op twee punten: sa- menwerking en een verantwoord financieel beleid."

Hij legt vooral de nadruk op samenwerking. "We willen weer samenwerken zowel binnen de raad met de grote politieke stro- mingen om gezamenlijk de pro- blemen van Den Haag op te lossen en daarnaast de sterke punten van de stad overeind te houden.

Maar we willen ook samenwerken met de maatschappelijke groe- peringen, met het bedrijfsleven en met de randgemeenten. Op dit punt is dankzij de VVD na haar terugkomst in het college al een duidelijke omslag gemaakt. Ik tracht daar binnen mijn por- tefeuille veel inhoud aan te geven.

Veel tijd besteed ik aan overleg.

Als ik merk dat een organisatie dwars ligt, wil ik weten waarom en wil ik ze bij het besluitvor- mingsproces betrekken. Desnoods passen we voorstellen aan waar- door het maatschappelijk draag- vlak kan worden verbreed. Regel- matig lunch ik met belangengroe- pen en luister naar hun visie. Ik wil weten wat er leeft. Ik besteed tijd aan de vraag: Kan men dan niet nader bij de besluitvormings- procedure worden betrokken, zodat men na zijn inbreng tevre-

Henk Jan Meijer

den is? Deze stad is van ons allen dus moeten we ook samen aan haar toekomst werken. We staan voor geweldige veranderingen in de binnenstad. De Grote Markt- straat en omgeving staan voor gi- gantische ontwikkelingen. Daar- voor moet je alle betrokken par- tijen mee hebben. Als iedereen dezelfde kant opkijkt en alle energie erin steekt, komen we er wel.

Ook hameren we op een ver- antwoord financieel beleid. Daar- voor mag je niet steeds de makke- lijkste weg kiezen als gemeente.

Je mag er niet van uit gaan dat voor die realisatie de tarieven voor de mensen die het 't best kunnen betalen, maar weer wat omhoog moeten. Dat beleid is door het vorig college gevoerd: een kwijtscheldingsbeleid voor de la- gere inkomens, waardoor een steeds kleinere groep steeds meer moest gaan betalen. Daardoor werd Den Haag voor de midden- en hogere inkomens onaantrek- kelijk.

Als we in de toekomst iets nieuws willen: uitstekend. Je moet je blijven aanpassen aan problemen en uitdagingen. Maar daar moet wel steeds bij worden gekeken wat we voör dat nieuw beleid willen inleveren. Dus zui- nig op gemeentelijke uitgaven. Je kan niet; ,voortdurend meer uit- geven dan je hebt."

Werkgelegenheid

De wethouder koppelt daar meteen het belang van een betere werkgelegenheid aan. "We zullen hard moeten werken aan de werkgelegenheid voor langdurig werklozen in deze stad. Verder zal meer aan duurdere woningbouw moeten worden gedaan. Al zijn er niet zoveel plekken in Den Haag over waar nog kan worden ge- bouwd. Maar zeker als we de bin- nenstad gaan herstructurèren - en dan komen we al snel bij mijn portefeuille terecht - zal voor de particuliere ondernemers er een grote taak liggen, waarvoor wij de mogelijkheden moeten scheppen,

JANUARI 1990

onder andere op het gebied van bereikbaarheid.

Die herstructurering zal ook leiden tot woningen boven win- kels. Men wil geen winkels op de derde verdieping, maar wonen wil men er wel. Appartementen in de binnenstad hebben weliswaar geen tuintje, maar zijn bij grote groepen geliefd.

Ook willen we iets doen aan het forensisme. Dat enorme woonwerkverkeer vanuit de regio naar Den Haag is een van de grootste problemen. Dat is niet meer met de auto alleen op te vangen. We kunnen en willen niet de hele stad gaan asfalteren. Mo- numentale gebouwen en het groen moeten in tact worden gehouden.

Dat betekent dat er zeer goed en frequent openbaar vervoer naar die binnenstad toe moet komen.

Daarvoor hebben wij de samen- werking met de randgemeenten nodig. De tramprojecten waar ik mee bezig ben lopen deels over onder meer Rijswijks grond- gebied. We moeten daarbij ervan uitgaan dat een van de grootste . barrières tot het openbaar vervoer het overstappen is. Willen we de

mensen uit de auto krijgen zal daar rekening mee moeten wor- den gehouden.

De tijd dat het openbaar ver- voer er alleen was voor mensen die geen geld voor een auto had- den, ligt ver achter ons. Grote vervoersstromen moeten dus de keuze hebben tussen auto en openbaar vervoer en daartoe zal dat laatste aantrekkelijker moe- ten zijn."

Haagse

aangelegenheid

Henk Jan Meijer onderschat de invloed van de landelijke politiek op de raadsverkiezingen niet.

Werden de raadsverkiezingen voor de VVD in 1982 een eclatant succes door de landelijke succes- sen van de liberalen, de terugslag kwam in 1986 en ook nu houdt men daar rekening mee. Maar voor zover de afdeling Den Haag en de VVD-raadsleden er iets aan kunnen doen om de zaken positief te keren, zullen ze het niet laten.

Meijer: "De Haagse gemeente- · politiek is genoeg in het nieuws geweest de afgelopen jaren om onze betrokkenheid bij de stad

2 Den Haag heel snel aan de bevol- king duidelijk te maken. Daar ligt een belangrijke taak voor ons. Wij streven naar voortzetting van de samenwerking. Daar doen we erg ons best voor. Op straat en op di- verse manifestaties zullen we zichtbaar maken waar we mee bezig zijn. Dat gebeurt ook in een duidelijke folder naar de mensen.

Daarin willen we in betrekkelijk weinig woorden vertellen wie we zijn en wat we willen: overleg, continuïteit en vernieuwing.

Gelukkig proef ik die sfeer nu ook bij de andere Haagse politieke partijen. Iedereen heeft er be- hoorlijk zijn buik vol van hoe de eerste drie jaren zijn verlopen ...

Een beetje parierneutje spelen en de grote jongens uithangen ... Ie- dereen beseft nu ook dat het veel leuker is inhoudelijk bezig te zijn.

Er mogen best debatten zijn met inhoudelijke verschillen, maar het gaat in onze stad om concrete zaken. En als hier eenmaal een besluit is genomen, dan moet het worden uitgevoerd. De burger moet weten wat hij kan en mag verwachten en waar hij recht op heeft."

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Ans van den Berg:

Risico's konden nog beperkt W"orden

Voor Ans van den Berg kwam het wethouderschap Financiën en Cultuur weliswaar onverwacht, maar zij had al eerder met het bijltje gehakt. In 1981 volgde zij Lien Vos op als wethouder van Financiën toen deze als burgemeester naar Utrecht ver- trok. Dat nam niet weg dat ook in haar leven de laatste vier jaar door de politiek hard werd ingegrepen. In '86 verloor zij haar wethouderszetel, maar ze bleef raadslid. Als geboren en getogen Haagse is die stad haar aan het hart gebakken. Vanaf 1978 maakt zij deel uit van de raad. Zo langzamerhand is zij van alle markten thuis.

Ze begon als raadslid met Openbare Werken, Verkeer en Vervoer, Wijkaangelegenheden en ook Produktiebedrijven. Geen type voor een 9 tot 5-baan. In die eerste jaren, nog werkzaam bij de RaBo-bank, had ze een afspraak voor 10% onbetaald verlof i.v.m.

de raadscommissievergaderin- gen. "Dat betekent dus een halve dag per week. Dat houdt wel in datje alle avonden en een belang- rijk deel van je weekend bezig bent. Als wethouder heb je weinig vrije tijd, maar ook als raadslid.

Met een full-time baan pleeg je roofbouw. Dat is niet "zielig", dat wil je zelf. Zelf breng je net dat stukje extra in waar je toch ook je collega's niet voor wilt laten op- draaien."

Risico's

Evenmin als haar collega Henk Jan Meijer wil Ans van der Berg nog lang stilstaan bij de periode van het linkse meerderheidscol- lege. Ze geeft ruiterlijk toe dat zij

als wethouder van Financiën deze laatste begroting, die al groten- deels rond was toen zij aantrad, slechts in beperkte mate heeft kunnen bijstellen.

"Er zaten voorstellen in waar de VVD drie jaar tegen is geweest en die we nog steeds een slechte zaak vinden. Maar als je op 20 juli komt en die begrotingsbehan- deling begint in september kan je niet veel meer beginnen. Wel heb ik nog in beperkte mate het aantal risico's kunnen terugbrengen die in die begroting zaten, zodat we tot een wat reëler beeld kwamen.

Nu zijn we bezig met de begro- tingsbewakingen van 1989: wat we gedacht hadden dat het tekort zou zijn en wat het straks werke- lijk wordt. Ik moet vaststellen dat die begratingsramingen op diver- se punten wel erg optimistisch waren. Je kunt beter wat beschei- dener ramen. Al blijft het natuur- lijk een zaak van inschatten. Als je echter alles van de zonnige kant bekijkt dan weet je per definitie dat aan het eind van de rit de uitslag slechter is dan de ver- wachtingen waren.

Ook door de bezuinigingen die we de afgelopen jaren noodge- dwongen moesten doorvoeren, zijn de marges kleiner geworden.

En nu zie je dat die tegenvallers zich gaan opstapelen. Dat komt doordat vorige ramingen niet realistisch genoeg waren."

Meerjarenraming

Het stadshuishoudboekje van onze liberale VVD-wethouder omvat 2,8 miljard. De grootste posten zijn de sociale voorzienin- gen en het maatschappelijk werk (ongeveer 40 %); 18% gaat naar onderwijs; 10 % is bestemd voor verkeer, vervoer en waterstaat.

"Dan zit je al ruim over de 60 %

Ans van den Berg

van je hele begroting. Dat zijn ba- siszaken waar je met mekaar voor staat en dan is er nog niets nieuws gebeurd. Als je dan kijkt naar de leuke dingen .... dan geven we zo'n 9% voor cultuur en recreatie uit."

Van nature beschikt Ans van den Berg over een grote dosis in- casseringsvermogen en dat had zij bij haar aantreden als wethouder van Financiën en Cultuur ook wel nodig. De gedegen meerjaren- raming, die de VVD in 1983 op- stelde en die tot een sluitende be- groting in 1987 had moeten lei- den, is door haar voorganger aan flarden geschoten. "Erg veel grote plannen zijn ontwikkeld zonder dat goed was aangegeven waar- door deze financieel gedekt moes- ten worden. De PvdA is naar mijn smaak te optimistisch geweest.

Bij ons aantreden hebben wij een proeve van herschrijven van het beleidsprogramma gemaakt. We hebben toen moeten vaststellen dat er op het gebied van stadsvèr- nieuwing een tekort van ruim 60 miljoen zou komen. In feite heeft men te vroeg de teugels laten vie- ren. Amsterdam en Rotterdam zitten in 1990 wel met een slui- tende begroting en hebben ook nog een behoorlijke reserve. In Den Haag is dat dus niet gelukt doordat we noodgedwongen m 1986 moesten afhaken."

Cultuur

Plezier in haar werk heeft Ans van den Berg vooral doordat ze ook cultuur in haar portefeuille heeft. "Die combinatie is boeiend.

Bij Financiën moet je met beide benen stevig op de grond staan en (vervolg op pagina 10)

(3)

JANUARI 1990 3

-

een succesvolle tussenstap!

door JAN FRANSSEN, WO Tweede-Kamerlid

Staatssecretaris Wallage heeft het goed begrepen, met petekin- deren moet je zorgvuldig omgaan. Zo omschreef hij het wets- voorstel sectorvorming en vernieuwing in het middelbaar be- roepsonderwijs (SVM), waaraan de naam van Nel Ginjaar on- verbrekelijkverbonden zal blijven.

Het economisch herstelbeleid van de kabinetten van CDA en VVD in de jaren tachtig heeft ook met zich gebracht, dat de betekenis van en waardering voor het beroepsonderwijs weer is toegenomen.

De deelname aan alle vormen van beroepsonderwijs is toegeno- men met uitzondering van die aan het lager beroepsonderwijs. De oorzaken van dit laatste en de mogelijkheden daar iets aan te doen kunnen in dit bestek niet aan de orde komen. Helaas. Over het algemeen is de belangstelling dus groeiende. Er zijn zeker pro- blemen. Er zijn te weinig prak- tijkleraren en er is een achter- stand bij de aanschaf van moder- ne inventarissen om maar enkele voorbeelden te noemen.

Het was en is dus zaak het be- roepsonderwijs te hervormen zo- dat het een bijdrage kan leveren aan het herstelbeleid en tegelij- kertijd jonge mensen een zinvolle levensvervulling kan geven.

Vrijheid en Democratie

maandblad voor de Volkspartij voor Vrijheid & Democratie Nummer 1382

januari 1990

Hoofdredacteur:

Reny Dijkman Redactie:

Hans de Bie Victor Hafkamp Johan Hommes Miehiel Krom Jan van de Ven Correspondent:

Gerard Kroeb Redactiesecretariaat:

Petra Beijersbergen, VVD, Postbus 30836, 2500 GV 's-Gravenhage Tel.: 070 - 3613002 Fax:3608276 Ledenadministratie:

070 - 3613061 Vormgeving:

Siem Willems Druk:

Ten Brink Meppel b.v.

Redactieraad:

Mr. I.W. Opstelten, vz.

W.J.A. van den Berg, secr.

Drs. H.B. Eenhoorn H.F. Heijmans H.A.M. Hoefnagels Drs. Th.H. Joekes J. KammingtJ.

J. vanLier Ir. D. Tuijnman Advertentie- . e:Xploitatie: .

Bureàu van Vliet b.v.

Postbus 20

· 2040 AA Zandvoort tel.: !)2507 -14 7 45

Sectorvorming

Dit hervormingsproces heeft de titel SVM-proces gekregen:

sectorvorming en vernieuwing van het middelbaar beroepson- derwijs. Hierbij zijn de volgende aspecten van belang: allereerst de sectorvorming. Het onderwijs wordt in vier sectoren ingedeeld:

techniek, economie en admini- stratie, landbouw en zorg en dienstverlening. Alle opleidingen . worden in een bepaalde sector in-

gedeeld, waardoor een sector- school kan worden gevormd. Mul- ti-sectorale scholenvorming wordt niet verplicht gesteld, maar wel aanbevolen om een tweede aspect van de operatie te dienen: schaal- vergroting.

De SVM-operatie leidt tot een enorme herschikkings- en fusie- proces: op dit moment gaat het aantal instellingen terug van ± 400 naar ± 140. De verwachting is dat dit aantal in de toekomst nog verder zal dalen evenals dat in het Hoger Beroepsonderwijs het geval is. Grotere instellingen kunnen beter beantwoorden aan een derde doelstelling van het proces: minder regelgeving door de overheid en meer nadruk op de autonomie van de instelling.

Versterking van het manage- ment, meer ruimte voor een eigen personeels- en scholingsbeleid, en een zelfstandiger rol in de ver- houding tot het regionaal be- drijfsleven en een grotere nadruk op het innoverende vermogen van de instellingen zijn uiterlijke kenmerken van deze doelstelling.

Naar was en blijft dat met deze operatie een bezuinigingsoperatie was gemoeid van f 150 miljoen.

De VVD was bereid ter wille van het succes van het proces en om- dat een aantal knelpunten zicht- baar werden dit bedrag te verla- gen door daarover in een nieuw regeerakkoord nieuwe afspraken te maken.

Smeerolie

Bij het CDA was die animo er veel minder. De PvdA is altijd mordicus tegen een vooraf opge- legde bezuinigingstaakstelling geweest en dreigde verdere be- handeling van het wetsvoorstel voor de zomer van 1989 te blok- keren. Nu, na de verkiezingen en in het kabinet, heeft de PvdA de bezuiniging van f 150 miljoen ge- slikt en is er slechts op tijdelijke basis een beetje geld extra als smeerolie.

PvdA en CDA hebben het be- roepsonderwijs in de kou laten staan. Daar doet een fraai opge- tuigde commissie onderwijs/ar- beid - net ingesteld door minister Ritzen - niets aan af.

Tussenstap

Zijn we er nu met sectorvor- ming, schaalvergroting en inte- gratie van middelbaar en kort

middelbaar beroepsonderwijs?

Nee: de SVM-operatie is een tussenstap. De VVD-fractie wil meer. We willen uitkomen bij krachtige regionaal opererende en autonoom functionerende instel- lingen voor open beroepsonder- wijs, waarin korte en lange oplei- dingen, volletijd- en deeltijdon- derwijs en theoretische en meer praktische opleidingsroutes wor- den aangeboden voor jong en oud in de initiële opleidingsfase en in de sfeer van het onderwijs aan volwassenen.

De SVM-wet moet uiteindelijk met andere wetten worden ge- ïntegreerd in een wet op het open beroepsonderwijs. Dat is het perspectiefvoor de jaren negentig.

De PvdA wil gelukkig ook deze kant op. Het CDA huivert uit angst voor het verloren gaan van het denominatief gekleurd be-

De column van de voorzitter is wegens vakantie

vervallen

roepsonderwijs. PvdA en VVD zullen dus primair samen deze kar moeten trekken.

Mgeronde opleiding

Voor één ding moet ik nog waarschuwen. Te gauw vat de ge- dachte post dat we er na de sec- torvorming en schaalvergroting zijn. Dat is een grote misvatting.

Na dat deze beide onderdelen zijn gerealiseerd komen zo mogelijk nog zwaardere opgaven: de in- houdelijke vernieuwing en de rendementsverbetering.

Ook in het beroepsonderwijs verlaten te veel jongeren zonder diploma de opleiding. Voor zeer velen zijn daardoor de arbeids- marktperspectieven slecht. Het is de uitdrukkelijke bedoeling dat in de nieuwe sectorscholen een zo- veel mogelijk bij de leerling pas-

Jan Franssen

sende leerweg wordt gevonden zodat voor iedere leerling een af- geronde beroepsopleiding in het verschiet ligt. Daarvoor is veelin- houdelijk vernieuwend werk no- dig. Die vernieuwing is ook nodig om beter op de behoeften van de regionale arbeidsmarkt te kunnen inspelen. De VVD heeft voorge- · steld daarvoor de scholen zelf zo- geheten vernieuwingsbudgetten te geven. De staatssecretaris wil daar met een positieve inzet aan werken.

Nel Ginjaar heeft met het in gang zetten van het SVM-proces prima werk geleverd, daarbij ge- steund door een uitstekende groep procescoördinatoren onder leiding van onze partijgenoot Jan Eng- berts. Het stokje van de estafette is nu overg~geven. Eens kijken of Wallage net zo'n goede race zal lopen. •

Ed Nijpels goodwill- ambassadeur voor de Verenigde Naties

Oud-milieu-minister Ed Nijpels is door de mi~

lieu-organisatie van dè Verenigde Naties, de UNEP en de Wereld Meteorologische Organi- satie, WMO, benoemd tot goodwill-ambas- sadeur voor milieu-vraagstukken. Nijpels is door de organisaties :voor deze zeer eervolle functie gevraagd, vanwege de vele internatio- nale initiatieven, die hij de afgelopen jarf\n op milieuterrein heeft ondernomen.

De .oud-minister zal door UNEP en WMO met name worden ingezet om tot internationale· afspraken te komen op het punt

· van het broeikasprobleem, Daarnaast heeft UNEP Nijpels ge- vraagd om deze·· organisatie te .assisteren bij de aanpak .van . andere internationale milieuvraagstukken.

Het is voor het eerst dat UNEP een goodwill-ambassadeur op milieuterrein benoemd.

(4)

ANALYSE

Mr. drs. F. Bolkestein

Naar een nieuw

veiligheidsm.odel?

door FRITS BOLKESTEIN, WD Tweede-Kamerlid

De mislukking van het communistische model, het begin van een nieuw tijdperk van sterk verbeterde betrekkingen tussen Oost en West en de dynamiek van de Europese eenwording lijken allemaal in het voordeel van het Westen te zijn. Laten we

die drie ontwikkelingen eens nader beschouwen.

1. Mislukking

communistisch model

Wat betekent de mislukking van het communistische model?

In Oost-Europa is het marxis- tisch-leninistische systeem grotendeels ingestort: in ideo- logisch opzicht, als economisch systeem en als politiek systeem van machtsmonopolie van de communistische partij. Niet lan- ger staan deze landen onder het beklemmende toezicht van Mos- kou. Dat betekent echter nog niet dat de communistische partij al haar machtsposities heeft opge- geven. In Polen bezet zij de be- langrijke ministeries van Bin- nenlandse Zaken en Defensie, terwijl president Jaruzelski een niet te onderschatten rol blijft spelen. Met een staf van enkele honderden functionarissen kan zijn invloed op het Poolse staats- apparaat groot zijn. De ontwikke- lingen in Hongarije wijzen erop dat de huidige machtshebbers de hoop op hervormingen op com- munistische leest hebben laten varen en zich nu richten op wes- terse modellen voor de organisatie van de samenleving. We weten echter niet hoeveel ruimte de her- vormers zullen krijgen om de ei- gen toekomst te bepalen. Ook in Oost-Duitsland, Tsjechoslowakije en Roemenië zijn de onzeker- heden nog zeer groot.

De vraag is hoe Moskou op den duur zal aankijken tegen de ont- wikkelingen in die landen. Zou- den zij de machtspositie van de Sovjet-Unie en Oost-Europa in gevaar brengen en zich in een an- ti -Sovjet klimaat afspelen, dan kan een gedestabiliseerde situatie ontstaan die de hervormingen in

Oost-Europa in gevaar brengt. Dit zou de sterk verbeterde betrek- kingen tussen Oost en West kun- nen schaden.

Gecompliceerd proces

In de Sovjet-Unie is de onder- gang van het communisme een gecompliceerd proces. De com- munistische partij bezit daar for- meel nog steeds het machtsmo- nopolie. Met de "perestrojka" is de Sovjet-Unie allerminst op weg naar een liberale democratie van westerse snit. Het streven is erop gericht de economie en de maat- schappij onder leninistische vlag te moderniseren, dat wil zeggen onder leiding van de Communis- tische Partij. Het is een hervor- mingsproces dat van bovenaf aan de Sovjet-samenleving wordt op- gelegd.

De tot dusver doorgevoerde structurele veranderingen schie- ten echter tekort. De invoering van marktgerichte elementen, onder andere door een zekere de- centralisatie, hebben niet tot een verhoging van de arbeidsproduk- tiviteit en een verbetering van de produktiekwaliteit geleid. De Communistische Partij voert markteconomische maatregelen door die indruisen tegen de grondbeginselen van dat systeem.

Halfslachtig karakter

Dat verklaart het vaak half- slachtige karakter van de hervor- mingen. Er bestaan ernstige pro- blemen in de voorziening van de eerste levensbehoeften. Optimis- tische voorspellingen van Sovjet- economen maken duidelijk dat nog minstens drie of vier jaar no- dig zijn om de levensstandaard te verhogen. Het is de vraag of Gor-

batsjov bij zijn achterban nog zo- lang krediet heeft. Deskundigen verwachten zelfs pas over eenjaar of tien positieve resultaten van de structurele veranderingen die door Gorbatsjov worden bepleit.

Zijn positie is dan ook geen be- nijdenswaardige.

Het is te hopen dat de partij een voorzichtiger en bescheidener gebruik zal maken van haar machtsmonopolie. Een gedecon- centreerde beslissingsmacht is nodig in het belang van de her- vormingen in de economie. Het is echter de vraag of zo'n deconcen- tratie niet olie op het vuur zal zijn van het toegenomen nationaal en etnisch bewustzijn van de niet- Russische volkeren die tot het Sovjet-rijk behoren. Zou de situa- tie in de republieken uit de hand lopen, dan speelt dat de Russische nationalisten en de strijdkrachten in de kaart. Dat zou het einde van

"Perestrojka" kunnen betekenen en de stabiliteit van de Oost- Westbetrekkingen kunnen on- dermijnen. Daardoor zou een ge- vaarlijke situatie ontstaan.

Denkbaar is echter ook dat de Sovjet-Unie erin slaagt binnen tien tot twintig jaar, met instand- houding van haar politiek sys- teem, de economie te modernise- ren. In dat geval zou zij op den duur een minstens even formida- bele tegenstander blijken te zijn als vandaag het geval is.

2. De betrekkingen tussen Oost en West

Deze sombere gedachten lijken misplaatst tegen de achtergrond van de sterk verbeterde betrek- kingen tussen de twee super- machten. De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie hebben een in- drukwekkend patroon van sa- menwerking op tal van gebieden opgebouwd en de vroegere rivali- teit is grotendeels verdwenen.

Maar we mogen ons niet verkijken

op de werkelijke betekenis van deze toenadering voor ons veilig- heidsbeleid. Achter de meer har- monieuze verhoudingen doemen nieuwe uitdagingen en risico's voor onze veiligheid op. Instabi- liteit blijft mogelijk in de Sovjet- Unie en in wat vroeger zonder enige spraakverwarring het Sov- jet-blok werd genoemd. Een ander probleem is gelegen in het in de Verenigde Staten en ook daarbui- ten levende besef dat we aan het eind van de "Amerikaanse eeuw"

staan. Zowel de Sovjet-Unie als de Verenigde Staten beschikken niet langer over het vermogen hun wereldwijde belangen als vanouds te behartigen. Ook de Verenigde Staten zijn toe aan een herbezin- ning op hun internationale rol.

In Amerika is het idee wijd verbreid dat alles is bereikt wat het land zich na de Tweede We- reldoorlog ten doel had gesteld.

West-Europa is na 1940 dankzij Amerikaanse steun uit de as her- rezen en heeft zich ontwikkeld tot een economische supermacht. De Verenigde Staten stonden aan de wieg van een groot aantal inter- nationale instellingen die een we- reldwijde vrije-marktpolitiek mo- gelijk maken. Zij hadden een lei- dende rol bij het verankeren van Japan en de Bondsrepubliek Duitsland in de vrije westerse wereld. Samen met hun bond- genoten wisten ze de expansie- drift van de Sovjet-Unie te beteu- gelen.

Leidersrol

Een leidersrol van de Verenig- de Staten is echter binnen het bondgenootschap om verschillen- de redenen ook voor de toekomst vooralsnog onontbeerlijk:

- gelet op de ontwikkelingen in Oost-Europa gaat Europa een pe- riode van grote instabiliteit te- gemoet;

- we weten net zo min als de hon- derdduizenden demonstranten in Leipzig, Halle en Oost-Berlijn hoe de Duitse kwestie zal worden op- gelost. Elke oplossing veronder- stelt echter de instemming van de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie zal zich alleen maar schikken in een nieuwe situatie als de VS zich daarvoor garant hebben gesteld;

- zonder de Amerikaanse nu- cleaire garantie zou in Europa onvoldoende tegenwicht aanwezig zijn voor het kernwapenarsenaal van de SU. De VS moeten terwille van de geloofwaardigheid van hun nucleaire garantie over kern- wapens op Europees grondgebied blijven beschikken;

- de Europese integratie strekt zich nauwelijks uit tot militair- politieke samenwerking. Vooral de grotere Westeuropese landen koesteren op dat gebied hun au- tonomie. Het bestaan van een aantal Westeuropese fora voor samenwerking op defensiegebied wekt al snel de indruk dat de za- ken er beter voorstaan dan in werkelijkheid het geval is. Er is geen organisatie waarin de mi- nisters van Defensie van alle Westeuropese landen over defen- sievraagstukken van gedachten kunnen wisselen.

West-Europa blijft voor de af- zienbare toekomst dus aange- wezen op een actieve, leidende rol van de VS. In de Amerikaanse po- litiek is een stroming die niet te lang wil wachten met het trekken van consequenties uit de relatieve economische achteruitgang van dat land. De Verenigde Staten zijn het grootste schuldenland ter we- reld geworden. Nieuwe binnen- landse problemen, zoals drugs en een tekortschietend gezondheids- en onderwijssysteem, vergen veel geld. Ook zijn nieuwe investerin- gen in 's lands infrastructuur hard nodig.

Gezonde Atlantische verhou-

4 dingen zullen in de toekomst af- hankelijker worden van de in- breng van de Westeuropese lan- den. Veel Westeuropese landen zullen de huidige, voor het Westen zo gunstige ontwikkelingen, aan- grijpen om orde op zaken te stel- len op financieel gebied. De Bondsrepubliek Duitsland heeft al plannen om haar krijgsmacht drastisch in te krimpen. Andere landen zullen wellicht volgen.

Belangrijke eenzijdige reducties van afzonderlijke Westeuropese landen lopen niet alleen vooruit op de resultaten van de onder- handelingen over conventionele strijdkrachten in Europa, maar luiden ook de bel voor de zoveelste ronde in het debat over "wie be- taalt wat" binnen het bond- genootschap.

Op peil houden

Om de met enige regelmaat isolationistische tendensen in de VS de kop in te drukken en om de betrokkenheid van de VS bij onze veiligheid in de huidige vorm te verzekeren, is het verstandig de bijdragen van de Westeuropese bondgenoten aan de bondgenoot- schappelijke verdediging op peil te houden. Bij de verdeling van de in onderhandelingen verkregen verminderingen ligt het voor de hand de VS - in het belang van de samenhang van het bondgenoot- schap - een meer dan evenredig deel toe te kennen.

3. De dynamiek van de Europese integratie

Naast de opgave het bond- genootschap intakt te houden staan de Westeuropese landen voor nog een uitdaging. Dat be- treft de verdieping van de Eu- ropese integratie in de jaren ne- gentig. Na de totstandkoming van de binnenmarkt in 1992 zullen de lidstaten van de EG voor belang~

rijke keuzes worden geplaatst bij de verdere ontwikkeling van een politieke en economische unie. De invloeds- en machtsverhoudingen tussen de nationale hoofdsteden en Brussel en Straatsburg zullen geleidelijk verschuiven, met alle moeilijkheden vandien.

Het belang van een ver door- gevoerde Europese eenwording is duidelijk. Zelfs de grote Westeu- ropese landen zijn niet meer in staat zelfstandig hun belangen te behartigen. In een wereld waarin de onderlinge afhankelijkheid op economisch, technologisch, stra- tegisch en cultureel gebied toe- neemt is de Europese integratie een noodzaak geworden.

Er kan voorlopig geen sprake van zijn dat Oosteuropese landen tot de Gemeenschap toetreden.

Uitbreiding van de al bestaande handels- en samenwerkings- overeenkomsten verdient de voorkeur. Het plan van de Eu- ropese Commissie voor Westerse economische hulp aan de ver- schillende Oosteuropese landen is een goed begin van de hulpir..- spanning van de 24 betrokken Westerse landen.

Slotopmerking

De mislukking van het com- munistische model, sterk verbe- terde betrekkingen tussen Oost en West en de dynamiek van de Europese eenwording zullen gro- te, misschien wel schoksgewijs verlopende, veranderingen met zich meebrengen. We zijn snel - wellicht te snel - geneigd positief te antwoorden op de vraag of al deze ontwikkelingen in het voor- deel van het westen zijn. Risico's worden geschapen door overhaast te handelen, niet door behoed- zaamheid. In een wereld vol ver- warring is het beter ons vast te houden aan wat zeker is: NAVO en EG. Die moeten we blijven steunen. •

(5)

PARLEMENT JANUARI 1990

Het Geilleenschappelijk Beleidskader

OOorMARCELGERRITSEN

Op 1 december hebben het kabinet en de sociale partners in de Stichting van de Arbeid overeenstemming bereikt over een sociaal akkoord, het zogenaamde gemeenschappelijk beleids- kader.

Tijdens de plenaire discussie over dit akkoord heeft VVD- woordvoerder Robin Linschoten zijn teleurstelling uitgesproken over het feit dat de vakbond voor de middengroepen en het hogere personeel voortijdig heeft moeten afhaken. De door het kabinet aangekondigde lastenverzwarin- gen zullen namelijk vooral de middengroepen treffen en dat heeft de vakbond voor de midden- groepen terecht onaanvaardbaar gevonden.

De VVD-fractie vindt dat het kabinet het middenkader wel heel gemakkelijk heeft laten vallen.

Tijdens het debat heeft Robin Linschoten erop gewezen dat dit belangrijke consequenties kan hebbe.n voor de loonmatiging in de komende jaren. Immers, de mid- dengroepen bevinden zich juist daar op de arbeidsmarkt waar het grootste tekort bestaat aan ge- kwalificeerd personeel. De vak- bond van de middengroepen zal daarom van groot belang blijken te zijn bij het binnen de perken houden van de loonontwikkeling voor juist dit gekwalificeerde per- soneel.

Werkgelegenheid

Robin Linschoten heeft zich wel positief uitgelaten over de re- sultaten die in het gemeenschap- pelijk beleidskader zijn bereikt op het terrein van de bestrijding van de werkloosheid.

Ook ten aanzien van het grote aantal arbeidsongeschikten iri ons land wordt een aantal belangrijke voorstellen genoemd. Eerlijk- heidshalve moet echter worden opgemerkt dat deze resultaten niet het gevolg zijn van het over- leg dat begin december 1989 heeft plaatsgevonden.

Al de plannen die in het ge- meenschappelijk beleidskader staan vermeld waren al enige tijd gelegen voorbereid door de sociale partners en konden nu worden overgenomen in de tekst van het bereikte akkoord.

Ambtenarensalarissen

Een ander belangrijk punt in het gemeenschappelijk beleids- kader waarover Robin Linschoten namens de VVD-fractie zijn on- genoegen heeft laten blijken he-

treft het ambtenarenbeleid.

In het akkoord staat vermeld dat er voor het arbeidsvoorwaar- denoverleg in de collectieve sector dezelfde financiële ruimte moet zijn als in het particuliere be- drijfsleven.

Robin Linschoten heeft de be- windslieden gevraagd om hier- over duidelijkheid te scheppen.

Wanneer deze ruimte betrekking heeft op de contractloonstijging in het particulier bedrijfsleven en het overheidspersoneel moet van deze ruimte ook nog andere zaken bekostigen, zoals scholing en werkloosheidsbestrijding, dan zou dat betekenen dat ambtenaren er minder op vooruit gaan dan de uitkeringsgerechtigden. Dit vindt de VVD-fractie onaanvaardbaar.

Robin Linschoten heeft daarom gevraagd naar het standpunt van de coalitiepartners en de bewinds- lieden van Sociale en Binnen- landse Zaken.

De fracties van de PvdA en CDA bleven over de vraag van de VVD-fractie heel vaag terwijl de bewindslieden evenmin dui- delijkheid wisten te verschaffen.

De VVD-fractie heeft daarom in tweede termijn een motie inge- diend met de strekking dat de bruto salarisontwikkeling van het overheidspersoneel niet achter

mag blijven bij de ontwikkeling van de bruto-uitkeringen. Deze motie ·heeft echter niet de steun gekregen van een meerderheid in de Kamer.

5

Robin Linschoten

De VVD-fractie wacht nu met belangstelling de ontwikkelingen de komende jaren af.

Initiatiefwetsvoorstel van Loek Hermans over media en nieuwe communicatiediensten

door JOHAN HOMMES

Mediazaken blijven de aandacht vragen. Zoals hij in augustus' vorig jaar had aangekondigd, is Loek Hermans met een initia- tiefwetsvoorstel gekomen om de Mediawet te wijzigen. Dit voorstel is op 20 december 1989 bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt.

Het wetsvoorstel is gebaseerd op de gedachte dat de kabel zo vrij moet zijn als papier. Dit beginsel werkt zowel in de richting van de omroep als ook in de richting van de vormen van nieuwe dienstver- lening die via de kabel worden ge- transporteerd. Hierbij moet wor- den gedacht aan telewinkelen, te- lebankieren, datacasting etc. Voor wat betreft de omroep werpt de Mediawet allerlei belemmeringen op bij de doorgifte van program- ma's. De VVD heeft altijd ervoor gepleit dat de kabel niet als in- strument van omroeppolitiek mag worden gebruikt. Bij de nieuwe diensten via de kabel geldt een machtigingsregime op grond van de Wet op de Telecommunicatie- voorzieningen. Deze dient het monopolie van de PTT zoveel mo- gelijk te beschermen.

Belemmeringen

Het wetsvoorstel wil verande- ringen aanbrengen in zowel de Mediawet, als ook in de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen.

Uitgangspunt hierbij is dat de ka- bel vrij wordt gemaakt van be- lemmeringen die in de Mediawet · zijn opgenomen voor wat betreft de toelating van omroepprogram- ma's en van belemmeringen die in de Wet op de Telecommunicatie- voorzieningen zijn opgenomen voor wat betreft de mogelijkheden

voor nieuwe communicatiedien- sten via de kabel.

Vrijheid van informatiever- spreiding en van informatiever- krijging staan hierbij voorop. De kabel mag volgens de. VVD niet worden gebruikt als middel tot omroeppolitiek. Zij is slechts he-

stemd voor transport van gege- vens. Het toegestane gebruik van.

het kabeltelevisienet is naar de mening van Loek Hermans ten onrechte beperkt tot de distributie van omroepprogramma's. Het ge- bruik van de kabel ten behoeve van nieuwe diensten, zoals te- lewinkelen, datacasting, teleban- kieren, tele-alarmering, teleme- teraflezing, teleconferentie, da- taverkeer etc. zou onbeperkt mo- gelijk moeten zijn. Helaas is het belangrijke onderwerp van nieu-

Loek Hermans

we toepassingen van informatie- technologie naar de achtergrond gedrongen door de verhitte en aanhoudende discussie over ons omroepbestel. Bij genoemde nieuwe vormen van dienstver- lening via de kabel gaat het steeds om overdracht van informatie en ook hier geldt dat de kabel even vrij moet zijn als de drukpers.

Minimumvoorschriften

In hoofdlijnen stelt Loek Her- mans voor om in de Mediawet slechts een aanal minimum-voor- schriften te handhaven. Zo zal de verplichting tot doorgifte van de huidige Nederlandse omroepen blijven bestaan. Voor het overige wordt de kabelexploitant vrij ge- laten om de kabel te gebruiken voor andere doeleinden. Het wetsyoorstel voorziet in een si- tuatie waarbij alles is toegestaan, tenzij de wet nadere aanwijzingen geeft. De huidige wet kent een systeem waarbij alles is verboden, tenzij de wet uitdrukkelijk toe- stemming verleent.

De machtiging tot exploitatie van de kabel is in handen van de gemeente. Deze bezit overigens de mogelijkheid om genoemde ex- ploitatie uit te besteden aan een al dan niet privaatrechtelijke derde.

De gemeenteraden fungeren daarbij als toezichthouder. Zij be- palen de spelregels voor de be- heersing van het feitelijke mo- nopolie van de machtiginghouder (kabelexploitant).

In de Wet op de Telecommuni- catievoorzieningen zal het voor-

schrift waarbij een aanvullende machtiging wordt geëist bij de doorgifte van nieuwe communi- catiediensten via de kabel verval- len. In plaats daarvan zal een be- paling worden opgenomen in laatstgenoemde wet die voorziet in een bescherming van de mo- nopoliepositie van de PTT met betrekking tot een aantal basis- diensten. De mogelijkheden om via de kabel nieuwe communi- catiediensten te exploiteren zul- len hierdoor worden verruimd. Er moet een situatie ontstaan die vergelijkbaar is met de schrijven- de pers. Het initiatiefwetsvoorstel sluit aan bij Europese media- regels, zoals die zijn vastgelegd in de EG-richtlijn van afgelopen najaar.

Het voorstel van Loek Her- mans is voor advies gestuurd naar de Mediaraad en de Voorlopige Raad voor Post en Telecommuni- catievoorzieningen. Na de ad- visering door de Raad van State zal de Kamer beginnen met de be- handeling.

Loek Hermans heeft bij de presentatie van zijn wetsvoorstel aangekondigd dat hij in 1990 met voorstellen zal komen om de Me- diawet nog op twee andere onder- delen te wijzigen. Zo dient naar de mening van de VVD de NOS te worden omgebouwd naar een soort BBC-achtige constructie en zal ook de ether vrijgemaakt moe- ten worden van ongewenste be- lemmeringen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Wanneer wij alleen maar meenden, dat de heer Lith zakelijk gelijk heeft met zijn opvatting, dat grondverkopen voor een gemeente grote en belangrijke zaken zijn,

Ook in de verslagperiode zijn weer vele werkzaamheden verricht, waar- onder de uitgave van H.E.-bulletins, lopende correspondentie, stencilwerk voor afdelingen,

Daarom vind ik het prachtig dat veel van onze monito- ren met een gezonde kritische blik naar zichzelf kijken: ze willen elk jaar verder groeien.. Daarin wil ik hen

Wanneer ik zie hoe mensen, ook jongeren, in onze be- weging met elkaar omgaan en met welke motivatie ze zich inzetten voor kwetsbare mensen, dan ben ik zeker dat we een

Als je gewoonlijk bij dezelfde cliënt werkt en als het personeel van de cliënt bijkomende feestdagen heeft, dan heb je ook recht op loon voor die dagen, zoals bij een

De Afdeling acht het niet raadzaam een gebrek aan implementatiekracht van de landen op te vangen door het COHO in vergaande mate verantwoordelijk te maken voor de opstelling

De schuur is afgebroken en in het bestemmingsplan voor Nieuw-Namen, vastgesteld in 2007 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om op de plaats van de oude schuur twee woningen