26 februari 1988
D O C U M E N T A T IE C E N T R U M
N E D E R L A N D S E P O L IT IE K E
P A R T IJE N
TWEEDE KAMER
Begroting W.V.C. 1988: de
heidszorg) en de algemene psychiatrische ziekenhuizen een bedrag wordt vrijgemaakt dat er toe moet dienen een aantal herstel lingsoorden te financieren.
toestand na de stemmingen
Op 11 februari jongstleden stemde de Twee de Kamer over de gehele begroting voor 1988 van het ministerie van Welzijn, Volksgezond heid en Cultuur. Voor wat betreft de inbrengen van de verschillende W D-woordvoerders bij de diverse begrotingsonderdelen zij verwe zen naar de voorgaande exemplaren van de WD-Expresse.
Hieronder treft u aan een „bloemlezing” van een aantal in meerdere of mindere mate - om inhoudelijke redenen - getorpedeerde bezui nigingsvoorstellen. En wel die, bij welke de W D , met wisselende partners, zorg heeft gedragen voor de lancering.
3.
Voor het welzijns-bestanddeel van het onder wijsvoorrangsbeleid blijft ƒ 9 miljoen beschik baar, dit is circa 80% van het budget voor het voorgaande jaar. Hetgeen circa 80% méér is dan de regering voorstond.
4.
Voor het onderzoek op het gebied van de kankerbestrijding werd een bedrag van ƒ 1 miljoen extra uitgetrokken; daarnaast zeg de de staatssecretaris een kleine subsidie toe aan de A.A.-organisatie (Anonieme Alcoholis ten) die belangrijk vrijwilligerswerk verricht met betrekking tot de hulpverlening aan alco- hol-verslaafden. Beide ontwikkelingen overi gens geheel conform onze wensen.
1.
De bezuiniging van ƒ 49 miljoen op de gezins verzorging (totaal subsidiebedrag circa ƒ 1,3 miljard) staat nog overeind; ons voorstel om dit bedrag met ƒ 22 miljoen te verminderen door het verhogen van de entreeprijzen in de culturele sector kreeg niet voldoende steun (zie voor de ratio van dit voorstel W D-Expres- se nr. 173 van het vorige jaar).
De besprekingen van staatssecretaris Dees met de Centrale Raad voor de Gezinsverzor ging over de invulling van genoemde bezuini ging vinden in goede harmonie plaats, zoveel mogelijk zal het uitvoerende werk worden ontzien; iets waar de W D sterk op heeft aangedrongen.
2
.De sluiting van de herstellingsoorden (ver wachte opbrengst ƒ 26 miljoen) heeft in de Tweede Kamer geen steun kunnen vinden. Op initiatief van de W D - later mede gesteund door het CDA - is aan de regering opgedra gen te komen met een plan van aanpak tot behoud van een aantal herstellingsoorden. Daar de herstellingsoorden wel degelijk een functie hebben binnen de geestelijke volksge zondheid werd door ons bepleit dat uit de gelden, beschikbaar voor de RIAGG’s (instel lingen voor de ambulante geestelijke
gezond-5.
Wat betreft het volksgezondheidbeleid heeft de Tweede Kamer de regering verzocht om vóór 1 april 1988 de Kamer te informeren over een oplossing voor de veelal buitensporige premieverhogingen, waardoor particulier ver zekerden na hun pensionering voor hoge lasten worden gesteld.
6 .
Wat betreft de bejaardenzorg: de Tweede Kamer heeft de W D -fractie gesteund in haar verzoek aan de regering om vóór 1 maart 1988 uiteen te zetten of kan worden overge gaan tot oprichting van een saneringsfonds in het kader van de Wet op de Bejaardenoorden. Door middel van dit fonds zou per provincie c.q. per gemeente tegemoet kunnen worden gekomen aan specifieke knelpunten, samen hangend met de vermindering van het aantal plaatsen in bejaardenoorden (zoals voorge staan door veel provinciale overheden, inge geven door budgettekorten).
7.
In het kunstenplan heeft de Kamer verschil lende wijzigingen aangebracht, zoals daar zijn:
ge-2 1 8 2
[?
boden om zelf een zodanige structuur te ontwikkelen dat een „twee-locatie-model” kan worden verwezenlijkt
het handhaven in de huidige staat van Opera Forum (met behoud van óók haar symphonische taak)
het beschikbaar stellen van voldoende fi nanciële middelen voor toneelvoorzienin gen in Gelderland en Noord-Brabant.
onderkend: op uitgaven voor openbaar ver voer het wegverkeer en dijkverhogingen valt niet of nauwelijks meer te beknibbelen. An derzijds dient er toch voldoende aandacht te worden besteed aan investeringen in de scheepvaartwegen, gezien het grote econo mische belang daarvan voor Nederland.
Voorstellen
( V o o r n a d e r e in lic h t i n g e n : m w . d r s . M .M .H . K a m p , te l. 0 7 0 - 1 8 2 8 9 2 .)
Vaarwegen
Tijdens de UCV over de infrastructuren heeft de W D -fractie het zeer grote belang van vaarwegen voor Nederland onderstreept. Zo vindt ruim 65% van het (internationale ver voer van goederen met inlandvervoertech- nieken (dat zijn: binnenvaart, wegvervoer, spoorvervoer, pijpleiding,luchtvaart) plaats per binnenschip; bovendien is het vervoer over water relatief goedkoop, energiezuinig, schoon en veilig, en eist geen nieuw ruimte beslag.
Financiën
De vaarwegen hebben in de afgelopen jaren een onderhoudsachterstand van ± ƒ 350 miljoen opgelopen, omdat met name de Oos- terscheldewerken zo’n vreselijke aanslag hebben gepleegd op de budgetten. Enerzijds is door de W D -fractie de tamelijke inflexibili teit van de begroting Verkeer en Waterstaat
De W D-fractie heeft voorgesteld de onge wenste onderhoudsachterstand weg te wer ken door een soort „masterplan” op financieel en beleidsmatig vlak. Bij de nadere uitwerking van dit plan is het volgens de fractie van belang om aanluiting te zoeken bij het „Ont- werp-Vaarwegenbeleidsplan” van een vijftal Schippersverenigingen/Schippersbonden. Dit plan is zeer instructief en doorwrocht opgezet; goed gemotiveerd en goed financi eel onderbouwd. Het is van groot belang om samen met de betrokken bedrijfstak naar creatieve oplossingen te zoeken.
De fractie deed een achttal suggesties voor onderzoek naar alternatieve financierings middelen, zoals: verkoop staatsaandelen; ri- verpricing/gebruikersbijdragen; ppp’s en der gelijke. Met name de Oranjesluizen te Amster dam, de Oostersluis te Groningen, de Zuid- Willemsvaart, het kanaal Wessen-Neder- weert, en de omlegging Helmond verdienen extra prioriteit.
De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft toegezegd serieus de voorstellen van de frac tie te zullen overwegen.
( V o o r n a d e r e in lic h t i n g e n : m r. A . J . te V e ld h u is , te l. 0 7 0 - 1 8 2 9 0 1 .)
E U R O
* E X P R E S S E
* * * * *
Fiscale aspecten interne markt
EG: de BTW
In de Europese Akte, het pakket amendemen ten op het Verdrag van Rome dat op 1 juli 1987 van kracht werd, heeft de Gemeen schap besloten de maatregelen vast te stellen „die ertoe bestemd zijn de interne markt
gelei-De E uro -E xp re sse w o rd t u itgegeven o n
d e r a uspicië n van de N ede rla nd se leden van d e Liberale en D e m ocra tisch e F ra c
tie in het Europese P arlem ent.
1 8 2 3
komt de rol van de BTW aan bod; in een volgende bijdrage wordt nader ingegaan op de accijnzen.
Nieuwe situatie
Afschaffing van de fiscale grensbelemmerin- gen betekent dat men aan- en verkopen tus sen lidstaten in de omzetbelasting op precies dezelfde wijze moet behandelen als aan- en verkopen binnen een lidstaat. Die doelstelling is al in de eerste BTW-richtlijn (1967) vastge legd. Het huidige stelsel van belastingonthef- fing bij uitvoer en belastingheffing bij invoer moet volgens de Commissie dus worden af geschaft. In plaats daarvan zou een Neder landse leverancier zijn afnemer uit een andere lidstaat Nederlandse BTW in rekening moeten brengen, en deze bij zijn (Nederlandse) aan gifte voldoen. De afnemer mag, als hij aftrek- gerechtigd is, de betaalde omzetbelasting in eigen land aftrekken. Een communautair ver- rekeningsstelsel zorgt ervoor dat de in de lidstaat van uitvoer geïnde en in de lidstaat van invoer afgetrokken BTW aan laatstge noemde lidstaat wordt terugbetaald. Zo komt de belasting uiteindelijk ten goede aan het land waar het verbruik plaatsvindt (bestem- mingslandbeginsel). Het vervoer van de goe deren kan verder zonder belastingformalïtei- ten aan de grens plaatsvinden.
Fraudebestrijding
Bij het vervallen van de fiscale grensbelem- meringen worden in de intra-Europese handel de zelfde fraudemogelijkheden van toepas sing als die welke gelden binnen eeri lidstaat. Er moeten daarom hoge eisen worden gesteld aan de administratie van belastingplichtigen en overheden, en aan de bijbehorende con trolemogelijkheden. Bedrijven zullen twee ex tra rubrieken in hun aangifte moeten invullen (dat wil zeggen voor de over de intracommu nautaire invoer afgetrokken BTW). De factu ren moeten in alle lidstaten dezelfde basisge gevens bevatten, (datum transactie, betaalde prijs, bedrag belasting, en dergelijke.) Er moe ten richtsnoeren komen voor de boekhouding van de nationale overheden, alsmede aanvul lende overeenkomsten voor de onderlinge verificatie van BTW-rekeningen. De samen werking tussen de nationale controlediensten en de Europese Commissie, met name ter bestrijding van grensoverschrijdende fraude, moet worden verbeterd. Kleine bedrijven (bij voorbeeld met een omzet van minder dan 35.000 Ecu), die nauwelijks deelnemen aan het grensoverschrijdend handelsverkeer, zouden van het verrekeningsstelsel en de bijbehorende administratieve verplichtingen kunnen worden uitgezonderd. Tenslotte zijn nadere afspraken nodig voor de behandeling van niet-aftrekgerechtigden als overheden,
ziekenhuizen, banken en verzekeringsmaat schappijen.
Technisch gesproken kan het verrekenings stelsel (ook wel clearingstelsel genoemd) worden ingevoerd zonder dat BTW-grond- slag en -tarieven op Europees niveau zijn geharmoniseerd. Maar het is natuurlijk duide lijk dat grote verschillen in de druk van de omzetbelasting leiden tot verlegging van han delsstromen en aanzetten tot fraude. Deze effecten, die zich thans al voordoen, zullen zich des te sterker doen voelen naarmate de grenscontroles verminderen en de interne markt een feit wordt. Daarom zouden de nationale BTW-stelsels op drie punten nader tot elkaar moeten worden gebracht: de grondslag (dat wil zeggen het toepassingsbe
reik), het aantal tarieven, en de hoogte van de tarieven.
T oepassingsbereik
Wat de grondslag betreft is de afgelopen jaren al veel werk verzet. Op dit moment liggen nog vier harmonisatievoorstellen (de zevende, twaalfde, achttiende en negentiende ont- werp-BTW-richtlijn) bij de Raad op besluitvor ming te wachten. Op het vlak van de tarieven is minder vooruitgang geboekt. Het aantal BTW-tarieven loopt nog uiteen van één (De nemarken: 22%) tot vijf (België: 6,17,19,25 of 33%), terwijl de hoogte van de standaardta rieven varieert van 12% (Luxemburg, Spanje) tot 25% (Ierland). De Europese Commissie heeft voorgesteld al deze tarieven samen te brengen binnen twee bandbreedten: 14 - 20% voor het normale tarief en 4 - 9% voor het verlaagde tarief. Volledige harmonisatie (een identiek tarief voor alle lidstaten) is, te recht, als onhaalbaar van de hand gewezen; in plaats daarvan streeft de Commissie een situ atie na die vergelijkbaar is met die in de VS, waar tariefverschillen tot 5% van de detail- handelsprijs tussen aangrenzende staten niet tot ontoelaatbare handelsverlegging blijken te leiden.
Ingangsdatum
182 4
het Verenigd Koninkrijk onder het nultarief. Verlaging respectievelijk verhoging van de tarieven tot binnen de bandbreedte van 4 - 9% is politiek een gevoelige zaak. Toch zal het geleidelijk tot stand komen van de open EG-markt de lidstaten op den duur dwingen tot convergentie van hun omzetbelastingstel- sels, willen landen met relatief hoge (normale) tarieven geen economische averij oplopen. De Franse regering heeft in 1987 al het voor touw genomen door het BTW-tarief op auto’s te verlagen van 33,3 naar 28%, en dat op langspeelplaten van 33,3 naar 18,6%.
( V o o r n a d e r e in lic h t i n g e n : d r s . G .M . d e V rie s , te l. 0 7 0 - 6 4 7 4 4 7 .)
Mededeling
inzake beschrijvingsbrief 41 ste jaarlijkse
algemene vergadering
1. In bijlage C (blz. 18 e.v.) is een overzicht opgenomen van de voorgestelde statutai re wijzigingen met betrekking tot samen stelling en taken van het hoofdbestuur (nieuwe stijl). In artikel 27.2 wordt aange geven dat het hoofdbestuur periodiek overlegt met vertegenwoordigers van de kamercentrales. Deze voorstelling van za ken is de enig juiste. Op bladzijde 6 wordt echter geschreven dat het overleg zal plaatsvinden met de voorzitters van de kamercentrales. Deze voorstelling van za ken is derhalve niet conform het eerder genoemde.
2. Op bladzijde 31 is bij beslispunt 7 wegge vallen het voorstel van het hoofdbestuur, dit moet luiden: conform advies partijraad. 3. Op de discussie-nota Liberaal Bestek ’90
moeten bij voorkeur moties worden inge
diend. De tekst leent zich niet voor een amendering. Het gaat daarbij vooral om de strekking van de nota. De bestuurders wordt dan ook verzocht bij de indiening van moties en amendementen op de be schrijvingsbrief hiermee rekening te hou den. Behandeling door de 78ste algemene vergadering is anders ondoenlijk.