• No results found

100 jaar sociaal- democratie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "100 jaar sociaal- democratie "

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

jaargang 54

POLl

Thema:

100 jaar sociaal- democratie

Paul Denekamp Marius Ernsting Marjan Lucas Gerrit Voerman

Afscheid P&C (1935-1995)

5

december 1994

c UUR

Interview:

Waarheen met Schiphol?

Kees Hulsman Henk Leemreize

Lucas Reijnders

Dirk Jan Struik 100jaar

Joop Morriën

(2)

INTRO 1 Exit P&C

San Verschuuren!Jo Janssen

AFSCHEID 4

Politiek & Cultuur 1935-1995 San Verschuuren

ACTUEEL 8

Het linkse politieke landschap Marius Ernsting

WILLEMEN 10

DEBAT 11

Waarheen met Schiphol?

Frank Biesboer/San Verschuuren

THEMA 19

Honderd jaar sociaal-democratie Marius Ernsting

20

Inhoud

Vasthouden aan het oorspronkelijke socialisme

Pau/ Denekamp

25

To be or not to be?

Gerrit Voerman

31

Een nieuwe uitdaging Marius Ernsting

34 De doorbraak

Marjan Lucas

REPORTAGE 36

Dirk Jan Struik 100 jaar Joop Morriën

FOTOKATERN

40 De Apenkoning Lydia van Marissing

FILOSOFIE 46

Het spook van het communisme Jeroen Bartels

HISTORIE 50 Koloniale oorlog

Joop Morriën

POËZIE 54 Tijdgenoten Hans Groenewegen

BOEKEN 55

Honderd jaar sociaal-democratie Pau/ Denekamp

58

Politiek zonder Partij2n?

Jas van Dijk

59 Ecosocialisme

Jas van Dijk

59 Ervaring Hans Groenewegen

62

Inhoud P&C Jaargang 1994

Foto voorzijde: Lydia van Marissing

(3)

1

Exit P&C

Met gevoelens van teleurstelling en spijt moeten wij u het onafwendbare einde van dit tijdschrift aankondigen. Bestuur en redactie zijn na rijp be- raad tot de conclusie gekomen dat

voortgaan met het uitgeven van P&C zakelijk onverantwoord is.

vanuit "een stille droom dat we ooit weer eens groot zullen zijn, dat het toch mogelijk moet zijn om samen te werken aan een grote beweging"

(Ron Verheijen van Lekker Fris), terwijl met jaloezie wordt geke- ken naar de bladen van organisa- Het ontbreekt eenvoudigweg aan

voldoende perspectief op afzien- bare termijn. Daarmee komt er he- laas een einde aan het drie jaar geleden gestarte experiment met een zelfstandig en onafhankelijk

San Verschuuren en Jo lanssen

ties als Milieudefensie, Amnesty of het NIVON. En Grenzeloos, Konfrontatie, Lekker Fris en NN zijn onlangs in een sfeer van crisis rond de tafel gaan zitten om de

INT R 0

'tijdschrift voor socialisme en toe- komst'. Bestuur en redactie willen

dit einde zeker niet ongemerkt laten passeren, daarvoor heeft het tijdschrift een te lange staat van dienst en voelen te veel mensen zich ermee verbonden. In het voorjaar van 1995 willen zij de uitgave van P&C afsluiten met een speciaallaatste dubbelnummer. De abonnees ontvangen na de jaarwisseling hierover nader bericht van de uitge- ver.

Dit laatste nummer van 1994 opent met een uit- voerige verantwoording van het onlangs door re- dactie en bestuur samen genomen besluit.

Malaise linkse media

De teloorgang van P&C staat niet op zichzelf, maar hangt samen met een algemene malaise bij de linkse media de laatste jaren. Met de regel- maat van de klok komen bladen in financiële pro- blemen en verdwijnen, zoals Casablanca, Forum, Ultimatum, Furore en Achter de Zeewering. Het laatste blad, uitgegeven door het uit de PSP voortgekomen Links Forum, slijt nu zijn bestaan nog slechts als ledenbrief.

De schappen in de linkse boekhandels worden le- ger en leger; de verkoopgetallen zijn zeer laag.

Van de nu nog bestaande linkse bladen als Kon- frontatie, NN, Lekker Fris, Grenzeloos, Krisis, Kleintje Muurkrant, VD Amok en Fahrenheit 451 ligt de oplage (net als bij P&C) ver beneden de duizend. Veel bladen houden zich op de been

0

"'

1-

z

mogelijkheid van 'een meer ge- meenschappelijk blad' te bespre- ken.

De malaise beperkt zich niet tot Nederland. Eind oktober kwam het Vlaamse progressieve week- blad Markant voor het laatst uit, na amper drie jaargangen. "Omdat de cijfers alsmaar meer in het rood doken", lezen we in het redactionele commentaar. "Het verleden zit ons blijkbaar niet mee. Markant, een erfgenaam van de Rode Vaan, kon alléén overleven dank zij de genereuze steun van de Kommunistische Partij. En toch was Mar- kant een onafhankelijk progressief blad ( .. ) Dit blad werd rechtgehouden, tegen elke professio- nele logica in, door de verbeelding en het volun- tarisme -de onbetaalde meerwaarde- van redac- teurs, medewerkers en beheerders."

Niet alle progressieve tijdschriften die ophouden te bestaan doen dat om reden van gebrek aan perspectief of geld. Neem nou de Anti-Apart- heidskrant, waarvan het laatste nummer in okto- ber verscheen onder het motto 'Het is mooi ge- weest'. Na de verkiezing van een non-raciale de- mocratische regering in Zuid-Afrika is het doel van de Anti-Apartheidsbeweging (AABN, opge- richt in 1971) immers bereikt. Met een Gala van de Goede Hoop werd op 15 oktober die beweging in het Amsterdamse Paradiso feestelijk ten grave ge- dragen.

Tijdschriften die echter niet (meer) met een orga-

(4)

nisatie of beweging zijn verbonden, zoals P&C, ontberen helaas meestal een dergelijk hoopvol vooruitzicht.

Nieuw analfabetisme?

Ook het voortbestaan van het tijdschrift Konfron- tatie is recent ongewis geworden, ondanks de magazinevorm die de losse verkoop zou moeten stimuleren. Voor het blad was dat aanleiding om in november een discussiedag te organiseren met als thema Links en de media. In de toelichting wordt gesteld: "De crisis van de linkse media, want zo kunnen we dat langzamerhand wel noe- men, wordt vaak geweten aan de individualise- ring en de ontideologisering, het afwezig zijn van grote aansprekende sociale bewegingen, of aan het feit dat mensen niet meer lezen: de moderne analfabetisering. Maar is dat wel zo of loopt links teveel achter 'oude vormen en gedachten' aan die niet meer van deze tijd zijn?".

Als handvat voor de discussie werden enkele prik- kelende citaten over het verband tussen media en actie aangehaald, zoals:

"Het is niet meer de tijd om de barricades op te gaan en beha's te verbranden. De wereld draait door, de strategie verandert. In het huidige com- putertijdperk kun je beter een feministische cd- ram maken dan de straat opgaan om ramen in te gooien." (Rosi Braidotti, hoogleraar Vrouwenstu- dies, in de Volkskrant 10 september 1994)

"De alternatieve bladenmarkt is de laatste jaren sterk uitgedund. Van stadsbladen is bijna nergens meer sprake, of ze leiden een zeer marginaal be- staan. Het is kenmerkend voor de huidige politie- ke situatie, waarin de grote, sociale bewegingen zijn verdwenen. Niet dat er niets meer gebeurt, maar de vorm is anders geworden. Er zijn belan- genorganisaties gekomen als Milieudefensie of professionele actiegroepen als Greenpeace. Orga- nisaties met soms honderdduizenden donateurs, maar met veel minder actieve leden. Dat is een es- sentieel verschil met het actieleven van de jaren tachtig, toen de straat werd opgezocht. De nood- zaak van de vele stadsbladen en actiekranten lijkt dus vervallen nu er niet meer wordt gezocht naar het mobiliseren van mensen." (Hans de Bruin, in Prisma, oktober 1994)

"Natuurlijk mag links haar vaktijdschriften be- houden. Daar is niks mis mee en kan op zich inte- ressante discussies opleveren tussen de gestaalde kaders. Maar als links serieus invloed wil gaan uit- oefenen op de betekenisgeving van de maat- schappelijke ontwikkelingen zal er toch iets an- ders nodig zijn. Wat zou op dit moment meer maatschappelijke en politieke effecten kunnen veroorzaken: een theoretische verdieping van

>-

~

0

0.

Konfrontatie of een radicale soap, prime-time op RTL4?" (Ronald van Haasteren, in Konfrontatie, juli 1994).

Politieke vernieuwing

In dit tijdschrift is diverse keren de aandacht ge- vestigd op de noodzaak van politieke vernieu- wing. Ook hier gebeurt dat weer, maar nu vanuit de ervaringen met de zogenaamde grote projec- ten in ons land. De uitgroei van Schiphol is daar een voorbeeld van.

De Leidse hoogleraar Toonen betoogt in diverse geschriften dat bij het ontwerpen van beleid het niet langer mogelijk is louter te vertrouwen op de meerderheidssteun in de volksvertegenwoordi- ging om tot een succesvolle uitvoering van een project te geraken. Het is noodzakelijk in de voor- bereidingsfase veel aandacht te schenken aan draagvlakvorming als centraal element in de be- leidsontwikkeling. Het vergaren van de noodza- kelijke steun in brede maatschappelijke geledin- gen ten behoeve van succesvolle implementatie van een nog te nemen besluit vergt activiteiten 'buiten de deur' van departement, secretariaat of dienst.

Volgens Toonen is de verhouding tussen politiek en samenleving aan een fundamentele herijking toe. Niet alleen is er sprake van een ontzuiling van Nederland, waardoor eertijds vaste maat- schappelijke (ver)banden veelvormiger en tijdelij- ker zijn geworden, maar ook veranderen de poli- tieke partijen in sterke mate van functie, omdat zij niet langer de dragers zijn van omvattende ide- ologieën. Immers, op het terrein van de ontwikke- ling van waarden en normen heeft een fragmen- tatieproces plaatsgevonden, waardoor het belang van vaste, min of meer onveranderlijke ideolo- gieën, is geërodeerd. Het gevolg van beide onder- ling verweven processen van ontzuiling en frag- mentatie is dat ook de verhouding tussen beleid- makende besturen en volksvertegenwoordigin- gen verandert.

Dit steunt op het inzicht dat het niet langer mo- gelijk is om in enig besturingscentrum een opti- maal ontwerp voor grote projecten tot stand te brengen zonder omtrent strategie en inhoud te- voren in een wezenlijk debat te zijn getreden met betrokkenen in de samenleving. Hier heeft in ze- kere zin een fundamentele wijziging van de inkle- ding van de beleidsvorming plaats: in plaats van eerst een ontwerp voor grote projecten te maken en daarover inspraak 'toe te staan', gaat men in een vroeg stadium aan tafel zitten met actoren wiens belang (positief of negatief) wezenlijk is geraakt door de betreffende probleemstelling. Er volgt dan een proces van wederzijdse aanpassing

(5)

van strategieën, waaruit een optimale inhoud en vorm van het project resulteert.

Een project waar de belangen- en meningenstrijd inmiddels vanuit loopgraven wordt gevoerd, is de uitbreiding van Schiphol. Zeer tot verdriet van die groepen en organisaties die zich hebben inge- spannen om vanuit diverse betrokken belangen tot een aanvaardbare tussenoplossing te komen.

Maar het blinde groei-maximalisme van de econo- mische machten weet zelfs de overheid van haar bemiddelende rol af te helpen en aan haar zijde te krijgen. P&C heeft daarom een aantal betrok- kenen aan tafel genood met de vraag: hoe kon het zover komen en wat zou er nu gedaan moe- ten worden? Redacteuren Frank Biesboer en San Verschuuren troffen een grote mate van gelijkge- zindheid aan bij de deelnemers aan het gesprek:

Lucas Reijnders, hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam en voorzitter van Na- tuur en Milieu, Henk Leemreize, beleidsmedewer- ker bij de FNV, en Kees Huisman, Groenlinks- raadslid in de gemeente Amsterdam. De uitbrei- ding van Schiphol kan beperkt blijven als het ba- nenstelsel wordt aangepast en de hogesnelheidst- rein er komt.

Honderd jaar

Naast het debat over Schiphol staat in deze Poli- tiek en Cultuur het thema, Honderd jaar sociaal- democratie, centraal. Paul Denekamp schetst een historisch overzicht van de verschillende 'kleine en niet succesvolle' afsplitsingen van de SDAP/PvdA. Verder laat hij zich uiterst kritisch uit over een achttal boeken die ter gelegenheid van het eeuwfeest zijn verschenen. Gerrit Voerman gaat in op de naoorlogse verhouding van de CPN ten opzichte van de sociaal-democratie en ont- dekt een tweetal paradoxen. Marius Ernsting meent dat de sociaal-democratie net als honderd jaar geleden weer op een tweesprong staat. De PvdA en de vakbeweging zijn hard toe aan ver- nieuwing. Voor Marjan Lucas lijkt dit reeds te laat. De voorzitter van Groenlinks beschouwt de PvdA al niet meer als een vanzelfsprekende 'na- tuur! ijke bondgenoot'.

In dit nummer van P&C nóg een honderdjarige: de beroemde wiskundige Dirk Jan Struik. Hij was ter

3

0

"'

>- z

gelegenheid van een aan hem gewijd symposium een aantal dagen in Nederland. Joop Morriën ging samen met hem op stap.

Van dezelfde auteur een interessante bijdrage over het verval van het moreel van de Nederland- se soldaten tijdens de koloniale oorlog in Indone- sië. Uit een CIA-rapport blijkt dat de Amerikaanse veiligheidsdienst al in een vroeg stadium waar- schuwde voor een mislukking van de Nederlandse Indonesië-politiek.

Verder gaat Marius Ernsting in op het linkse poli- tieke landschap na de vorming van het paarse ka- binet. Hij pleit voor een praktische vorm van sa- menwerking tussen de PvdA, D66 en Groenlinks, die niet gebaseerd is op overwegingen van machtspolitiek. En Jeroen Bartels komt na lezing van de Franse filosoof Derrida tot de conclusie dat links zijn verleden niet te lang moet ontvluchten.

Een kritische studie van de erfenis van Marx is broodnodig.

In het fotokatern mooie foto's van Lydia van Ma- rissing. Ze portretteerde een Taiwanees operage- zelschap. In de boekenrubriek is Hans Groenewe- gen lyrisch over de jongste dichtbundel van Ben- noBarnarden vraagt hij zich af wat Harry Mulisch en CNN met elkaar gemeen hebben. Jos van Dijk uit zijn twijfels over de toekomst van politieke partijen en zet een aantal vraagtekens bij een bundel opstellen van de Vlaamse maatschappijcri- ticus Jaap Kruithof.

Traditiegetrouw wordt dit laatste nummer van deze jaargang afgesloten met een index van de verschenen artikelen in 1994.

En tenslotte. In het Intro van het vorige P&C-num- mer is de Duitse schrijver Enzensberger uitvoerig aangehaald, maar is de herkomst van de citaten weggevallen. Dat herstellen we bij deze: het be- treft citaten uit de politieke essaybundels Politi- sche Brosamen (eerste druk 1982) en MittelmaB und Wahn (eerste druk 1988), Hans Magnus En- zensberger, Suhrkamp Verlag, Frankfurt a/M.

San Verschuuren is redacteur en Jo lanssen is medewerker van P&C.

(6)

Politiek & Cultuur 1935-1995

Bij het opgaan van de Communistische Partij van Nederland in Groenlinks in 1991 bleek er zowel bij lezers als bij de redactie veel animo te bestaan om het (kader)blad Politiek &

Cultuur te behouden. Het blad

band gewezen op het voortgaand debat over het socialisme, de verwerking van de gebeurtenissen in Oost-Europa, verdere uitwerking van het ge-

dachtengoed van de CPN, en ge- dachtenvorming over progressieve had een belangrijke rol gespeeld

bij de vernieuwing van de partij in de jaren tachtig, door als plat-

San Verschuuren

politieke cultuur. Oftewel een ver- breding en omvorming van het blad tot een 'socialistisch perio- form te dienen voor debat, ana-

lyse en theoretische reflectie.

Mede daardoor boden artikelen nogal eens aanleiding voor scho-

AFSCHEID

diek'. "P&C wil bijdragen aan me- ningsvorming binnen de pluriforme gedachtenstromingen die Groen-

lings-en discussiebijeenkomsten, zowel landelijk als plaatselijk.

Deze positie maakte P&C tot meer dan zomaar een tijdschrift met interessante artikelen, het was als het ware 'een verzamelpunt voor discussie'.

Onafhankelijk

Onder de kop Oe toekomst van Politiek & Cultuur bevatte de Congreskrant voor het opheffingscan- gres van de CPN op 15 juni 1991 een pleidooi voor het zelfstandig voortbestaan van het tijdschrift.

Ook de richting waarin de redactie P&C wilde ont- wikkelen werd uit de doeken gedaan. "Als de voorstellen van het partijbestuur door het komen- de congres worden aangenomen dan gaat de CPN op in GroenLinks en wordt de uitgave van Politiek

& Cultuur voortgezet. Aan een huwelijk van ruim vijftig jaar tussen partij en maandblad komt dan een einde. (..)Met een eenmalige alimentatie van een ton moet de redactie haar weg zelfstandig vinden. Zij ziet vele en veelzijdige mogelijkheden voor Politiek & Cultuur 'nieuwe stijl'. (..) P&C wordt (..) een onafhankelijk maatschappijkritisch maandblad, werkend vanuit een zich telkens ver- nieuwende democratisch-socialistische gedach- tenwereld. Zo zou het centrale uitgangspunt kun- nen worden geformuleerd. Aan theoretische en analyserende publikaties in deze context is veel behoefte." In de Congreskrant werd in dat ver-

1-

~

0

"-

Links juist tot een aantrekkelijke open politieke formatie maakt. ( .. ) Daarom moet de redactie worden versterkt, uitgebreid en verbreed, bij voorkeur ook met mensen die zich actief in het vernieu- wingsproces van de politiek bewegen. Wij willen met ons blad onrealistische pretenties vermijden, maar met onze duizend lezers als start zeggen we: niet slecht voor een politiek-theoretisch maandblad."

Het CPN-congres stemde met overgrote meerder- heid in met het opgaan van de partij in Groen- Links en met de opheffing van de CPN dientenge- volge per 31 december 1991. Politiek & Cultuur zou voortaan worden uitgegeven onder verant- woordelijkheid van een daartoe in het leven ge- roepen onafhankelijke stichting met een startka- pitaal, genoeg -naar toen werd ingeschat- om de eerste drie jaar te kunnen overbruggen. Op ter- mijn zou het blad zich zelf moeten kunnen be- druipen.

De redactie werd in de loop van 1991 versterkt met een drietal nieuwe leden, zodat met goede moed de uitgave van het onafhankelijke P&C.

tijdschrift voor socialisme en toekomst, ter hand kon worden genomen. En per 1 januari 1.992 ging P&C-nieuwe-stijl daadwerkelijk van start.

Stichtingsbestuur en redactie stonden voor de op- gave om van een kaderblad van een politieke or-

(7)

ganisatie een onafhankelijk links tijdschrift te ma- ken, steunend op voldoende abonnees, vrijwillige inzet van redactie en bestuur, en voldoende aan- bod aan artikelen om zelfstandig te kunnen be- staan.

In drie jaar tijds was daarvoor niet alleen een groei van het aantal abonnees van rond de 700 tot zeker meer dan 850 nodig. Een kostenbespa- ring in produktie- en kantoorkosten; versterking, verbreding en verjonging van de redactie en vor- men van communicatie tussen lezers onderling en tussen lezers en redactie waren eveneens belang- rijk.

De omstandigheden daartoe waren tegelijk gun- stig en ongunstig. Gunstig, omdat met de teloor- gang van Oe Waarheid en Forum, en met de op- heffing van de CPN, verwacht werd dat er bij ve- len behoefte zou bestaan aan het houden van een band met 'het gedachtengoed van de (ver- nieuwde) CPN'. Ongunstig, omdat de afkalving van links in volle gang was. Er dienden zich niet direct nieuwe bewegingen of groepen aan waar- voor P&C een rol zou kunnen vervullen, en velen namen met de overstap naar Groenlinks defini- tief afscheid van de 'socialistische idealen'.

Nieuwe formule

Na de zomer van 1991 stelde de redactie een Plan van Aanpak op, waarin de stand van zaken als volgt wordt geschetst: "Politiek & Cultuur ver- schijnt zes keer per jaar en heeft op dit ogenblik 650 betalende abonnees, voor het merendeel ver- bonden met de CPN, en een oplage van 800. Bui- ten CPN-kring is het blad sporadisch bekend. Aan werving is de afgelopen jaren nauwelijks iets ge- daan. Er is een te verwachten tekort van enkele duizenden guldens over 1991, net als in voor- gaande jaren. (..) Met het opheffen van de CPN vervalt de politiek-organisatorische basis waarop P&C al 51 jaargangen verschijnt. Dat heeft conse- quenties voor het redactionele beleid en het draagvlak. P&C was het blad waarin kaders en be- stuurders van de CPN gelegenheid hadden opvat- tingen uit te werken, thema's en actualiteit 'uit te diepen', waarmee de inhoud van het blad heel sterk bepaald werd door de politieke activiteiten van de CPN. Het blad was daarmee een 'must' voor kaderleden, waarmee een bepaald abonnee- bestand was gewaarborgd. Beide vallen nu weg."

Uiteraard is ook de relatie met Groenlinks toen in discussie geweest. Hierover staat te lezen in het Plan: "Het opgaan van de CPN in de nieuwe for- matie zou tot een soortgelijk overgaan van P&C ( . .) kunnen leiden. Binnen GroenLinks geldt (ech- ter) de gulden regel dat er niets wordt overgeno- men dat uitdrukkelijk aan een van de deelnemen- de partijen verbonden is geweest. Dat neemt ui-

5

0

I u

teraard niet weg dat we met het nieuwe P&C wel verwachten Groenlinksers aan te spreken, terwijl het politiek-inhoudelijke debat binnen Groen- Links ook voor de redactie een aangrijpingspunt vormt voor artikelen. ( .. ) Misschien nog belangrij- ker is dat de redactie P&C ook niet tot een blad van GroenLinks wil maken. De huidige politieke cultuur binnen het links/progressieve kamp is er veel meer een van het openen van de luiken, het besef dat we allemaal voor soortgelijke vraag- stukken staan, behoefte om bruggen te slaan tus- sen mensen die met gelijkluidende thema's bezig zijn."

En verder: "Een beginpunt voor de nieuwe redac- tionele formule is wat we verzamelen onder de noemer socialistisch gedachtengoed. Daar liggen tenslotte ook de 'roots' van het blad en de uitda- ging is nu juist alles wat aan ontwikkelingen over ons heenspoelt daarmee op een creatieve manier te confronteren. We doen dus niet mee aan het trendy overboord gooien van alles waar eens in geloofd werd, noch aan het koesteren van het be- staande gedachtengoed: het gaat om een creatie- ve verwerking, opnieuw doordenken van wat de arbeidersbeweging aan ervaringen heeft opge- bouwd. (..) Politiek & Cultuur wil zich opwerpen als het blad in Nederland dat zich met het door- denken van het socialisme bezighoudt, een tijd- schrift voor socialisme en toekomst."

"Voor een redactieformule als hierboven gefor- muleerd verwachten we -overigens zonder enig onderzoek- voldoende belangstelling. Uit reeksen van publikaties en activiteiten blijkt dat er in Ne- derland een behoorlijk potentieel is aan mensen dat zich met het socialisme bezighoudt of wil houden. Die mensen zijn te vinden in radicale po- litieke kringen, bij de kerken, in de vakbeweging, in de PvdA, op universiteiten, bij milieugroepen, in de vrouwenbeweging. De grote vraag is na- tuurlijk: zitten die mensen op een blad als P&C te wachten en zo ja, hoe weten we die mensen te bereiken? (..) P&C is een onbekend blad, redactie- formules zijn echt niet voldoende om belangstel- Jenden over de streep te trekken. (..) Daarnaast hebben we te maken met een behoorlijke concur- rentie aan bladen die op de een of andere manier iets in de richting van onze redactieformule doen (..).

Zo staan we dus aan het beginpunt van de beken- de vicieuze cirkel: als P&C willen we uit onze hui- dige kring breken en tot een bredere opzet ko- men, maar anderen kennen ons niet zodat we dus wel terug moeten vallen op de eigen kring om door te gaan. Daarom hebben we voor de volgen- de aanpak gekozen: in de sfeer van redactieleden proberen we mensen te benaderen die van hun

(8)

kant weer duidelijke raakvlakken hebben met an- dere kringen. Bij de opzet van de themanummers proberen we auteurs te benaderen uit andere be- reiken door hen een interessante vraagstelling voor te leggen. Als derde bieden discussiebijeen- komsten een platform."

De balans opgemaakt

Nu, bijna drie jaar later, maken we de balans op.

Zijn de verwachtingen bewaarheid? Heeft het blad voldaan aan de gestelde opdracht? Welk perspectief heeft het uitgeven van P&C?

Met het zelfstandig uitgeven van P&C werd be- oogd een platform te bieden voor actuele analy- ses en debatten over het socialisme naast en in Groenlinks. Deze doelstelling is maar zeer ten dele waargemaakt, en bleek ook eigenlijk niet haalbaar.

De geleidelijke verwijdering van de actieve poli- tiek sinds de opheffing van de CPN betekent voor P&C dat ze niet meer midden in de actuele debat- ten staat, niet meer gevoed wordt en ook niet meer kan voeden, een nadeel dat steeds merk- baarder wordt. Omdat zoiets als een herkenbare 'social;,,:;che stroming' binnen en naast Groen- Links zich niet manifesteert, is de doelgroep voor de redactie aan het vervagen, ofwel er is geen zicht op een vruchtbare akker waar met enig suc- ces te zaaien valt.

De speciale betekenis van P&C als verzamelpunt voor discussie is sinds het opgaan van de CPN in Groenlinks dan ook geleidelijk weggeëbd. Het organiseren van discussiebijeenkomsten stuitte op steeds geringer draagvlak. Het opzetten van lezerskringen is slechts in één regio gelukt, in Gro- ningen. Desalniettemin heeft P&C voor velen on- tegenzeglijk een functie vervuld bij de verwer- king van de opheffing van de CPN.

Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de redac- tie er niet in is geslaagd om de gelederen te ver- sterken met nieuwe redactieleden (er is onder meer intensief gezocht naar vrouwen en jonge- ren) en het opzetten van een redactieraad. Dit jaar werd de redactie zelfs uitgedund. De versmal- ling van de redactie leidt ertoe dat thema's min- der makkelijk tot stand komen en dat er ook min- der eigen artikelen verschijnen. Dat neemt niet weg dat vanaf het zelfstandige begin in 1992 tot heden het blad redelijk goed onthaald wordt wat betreft thema-keuze, onderwerpskeuze, kwaliteit van de artikelen, fotokatern en vormgeving. Wat inhoud en vorm betreft kan P&C zich goed spiege- len aan concurrerende bladen als Oe Helling, So- cialisme & Democratie, Konfrontatie, Grenzeloos en Achter de Zeewering. En ook kan het tijdschrift

f-

~

0 a.

nog steeds rekenen op de belangeloze medewer- king van veel auteurs.

Het stichtingsbestuur heeft vanaf het begin de formele, financiële en facilitaire zaken naar beho- ren geregeld, zij het dat de eigen uitgaven aan de hoge kant waren in relatie tot de kosten van het blad. Dat is in de loop van 1993 bijgesteld.

De andere taken van het bestuur, namelijk het werven van abonnees en het beleggen van discus- siebijeenkomsten, zijn van beperkte betekenis ge- weest. Verspreiding van werffolders, plaatsing van advertenties en toesturen van proefnummers bleven zonder noemenswaardig resultaat. In 1992 en in 1993 werd slechts één discussiebijeenkomst georganiseerd, over respectievelijk racisme en 25 jaar activisme, beide van een goed niveau en met een behoorlijke publieke belangstelling. In no- vember 1993 werd tezamen met vier andere link- se bladen de manifestatie Oe Rooie Pen in Utrecht georganiseerd, waar zo'n 250 belangstellenden op af kwamen. De resultaten hiervan (hoge on- kosten; minieme belangstelling voor P&C; geen nieuwe abonnees) wogen nauwelijks op tegen de in de voorbereiding en organisatie gestoken ener- gie. De geplande discussiebijeenkomst in 1994 over politieke vernieuwing moest worden afge- blazen wegens gebrekkige voorbereiding.

Van meet af aan stond vast dat de lezerskring van P&C slechts een beperkte zou zijn, vanwege de af- brokkeling van 'georganiseerd links', de vele bla- den en blaadjes in dezelfde markt, de geringe be- kendheid van P&C buiten de eigen kring en de verminderde populariteit van 'linkse thema's'.

Ondanks de eind 1992 gehouden lezersenquête, waaruit bleek dat het lezersbestand een relatief hoge gemiddelde leeftijd had en dat velen 'uit ge- woonte' een abonnement op P&C hadden, was er de verwachting dat die lezerskring flink wat gro- ter zou moeten kunnen zijn dan de 650 abonnees waarmee begonnen werd. Na een aanvankelijke lichte opleving is het verder vechten tegen de bierkaai gebleken. P&C is niet in staat gebleken door te dringen in andere kringen. Overigens be- perkt de malaise zich niet tot P&C. Andere bladen in het progressieve kamp legden tezelfdertijd het loodje wegens teruglopend draagvlak, zowel wat lezers als wat redactionele inzet betreft. En bla- den als Socialisme & Democratie zakten af tot een bedenkelijk peil, terwijl Konfrontatie het pro- beerde in magazine-vorm, ook zonder resultaat.

Met het huidige aantal abonnees, ongeveer 600, kunnen de directe kosten van het produceren van het blad ternauwernood gedekt worden, niet die van de verzending en de administratie.

(9)

-·---·---

Het saldo van de stichting bedraagt aan het einde van dit jaar waarschijnlijk nog hoogstens 25.000 gulden. Daarmee kunnen de totale kosten (ex- ploitatietekort, administratie, verzendkosten, kantoorruimte en betaalde deeltijdkracht) in 1995 nog maar met moeite gedekt worden.

Er is dit jaar nog gekeken naar subsidiemogelijk- heden, maar geconstateerd moest worden dat die niet bestaan voor het dekken van exploitatiete- korten. Er bestaat in Nederland merkwaardig ge- noeg geen subsidie voor onafhankelijke bladen!

Afscheid van een 'kameraad' In principe staan er thans vier wegen open voor P&C, waarbij ervan wordt uitgegaan dat abon- neewinst en financiële meevallers uitgesloten moeten worden geacht. Ook wordt er uitgegaan van het huidige kwaliteitsniveau van het blad, wat inhoudt dat daarop niet verder mag worden bezuinigd (in 1993 is de 'lucht' er

al uitgeperst).

7

In 1995 eervol ophouden

Met de resterende financiën is het mogelijk om in 1995 nog een laatste bijzonder nummer tegen een gereduceerd abonnement te maken om daar- mee voor de zomer -zestig jaar na de oprichting- de uitgave van P&C 'eervol' te beëindigen.

Uit de aangegeven tendensen en constateringen kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat voor een bloeiend voortbestaan van P&C het perspectief helaas ontbreekt. Mocht zich in de ko- mende jaren alsnog de behoefte manifesteren aan een dergelijk tijdschrift dan wordt zoiets ge- woon opnieuw opgericht. Voor P&C in de huidige vorm en in de huidige tijd is er eenvoudigweg te weinig perspectief gebleken.

Op grond hiervan hebben bestuur en redactie na ampel beraad in gezamenlijkheid en niet zonder

spijt dan ook besloten om:

Gewoon op dezelfde voet door- gaan

'het is mooi geweest'

- Het uitgeven van P&C 'eervol' te beëindigen vóór de zomer van 1995.

- In 1995 ve~chijnen geen no~

male uitgaven meer, maar wordt volstaan met één speciaal laatste dubbelnummer tegen een gereduceerde abonne- mentsprijs.

Gegeven de financiën zouden dan nog vier tot ten hoogste vijf nummers van P&C kunnen wor- den uitgebracht, waarna een on- ontkoombaar einde volgt aan het

eind van 1995, omdat de kas dan helemaalleeg is.

Facilitair afgeslankt verdergaan

De kantoorruimte met de aanwezige faciliteiten zou kunnen worden afgestoten; de administratie wordt dan weer ondergebracht bij Pegasus, en het bestuur zetelt voortaan op een particulier adres. Op deze basis zou het blad nog zo'n 1112 à 2 jaar kunnen worden uitgegeven, maar met een nog groter beroep op vrijwillige inzet dan thans reeds het geval is, hetgeen irreëel moet worden geacht.

Fuseren met een verwant tijdschrift

Door samenvoeging van abonnees en redacties zou er een basis kunnen zijn voor een langdurige zelfstandigheid, mits hiermee minstens 1000 abonnees zijn gemoeid. De redactie heeft al in 1993 de mogelijkheden geïnventariseerd zowel in linksradicale als in christenradicale hoek, en er is ook een poging gedaan om te komen tot een vorm van samenwerking (Oe Rooie Pen), zonder resultaat. De verschillen zijn te groot. Een fusie- partner is gewoonweg niet voorhanden. 0

I u

<(

- De abonnees ontvangen na de jaarwisseling van de uitgever hierover en over de inhoud van die laatste uitgave nader bericht.

- In 1995 wordt er -gekoppeld aan de uitgave van het slotnummer- een afscheidsbijeenkomst belegd met alle direct bij P&C betrokkenen.

Het heengaan van een blad als Politiek & Cultuur is een verlies voor links Nederland. Redactie en bestuur hebben met plezier de uitgave verzorgd van het verzelfstandigde P&C, maar moeten na drie jaar helaas erkennen dat voortgaan onhaal- baar is.

Voor de redactie was het uitgeven van het tijd- schrift een middel om het debat over de toekomst gaande te houden, om bruggen te slaan tussen progressieve mensen en om zelf intellectueel 'op scherpte' te blijven. Het was daarbij ook een col- lectieve schepping van een groep bevlogen men- sen, waarmee ook een flink deel van de lezers zich verbonden voelde, wat het afscheid des te drama- tischer maakt, als ware het een afscheid van een goede vriend, een echte kameraad.

San Verschuuren is redacteur van P&C

(10)

Het linkse politieke landschap

Een pleidooi voor een bedrijfsverzamelgebouw op progressieve basis

Wie de Tweede Kamerverkiezingen van de afge- lopen twintig jaar (vanaf de eerste rechtstreekse deelname van het CDA) de revue laat passeren, komt wat betreft de uitslagen

voor de partijen ter linkerzijde

Wat kun je hieruit opmaken? Het minste dat je kan zeggen is dat kiezers ter linkerzijde kennelijk heel wat vloeiender in hun stemgedrag, en in de voorkeuren en accenten die ze daarin uitdrukken, zijn dan de be- van het politieke spectrum in hun

onderlinge verhouding tot opval- lende constateringen.

Marius Ernsting

trokken partijen in de consequen- ties die ze daaruit trekken.

Allereer:;t blijkt dat PvdA en D66 samen, op één uitzondering na (die merkwaardige verkiezingen

ACTUEEL

Eerlijk gezegd is dat bepaald geen schokkende constatering, maar juist dát stemt tot nadenken. Want als het zo is dat kiezers kennelijk

in 1982, na het tweede en derde kabinet-Van Agt), steeds uitko-

men op het ijzeren zetelaantal van 61, oftewel iets meer dan veertig procent van de stemmen.

Gemiddeld over de zes verkiezingen haalt de PvdA 4 7 zetels en D66 (afgerond) 13; de PvdA met maximale schommelingen van +6 (1977) en -10 (1994) en D66 met schommelingen van +11 (1994) en -7 (1982). Maar wat belangrijker is: per saldo heffen de schommelingen elkaar op! Blijkbaar vormen de twee partijen met elkaar optimaal communicerende vaten. Uiteraard is dit een resul- tante van een veel ingewikkelder proces van kie- zersmobiliteit, maar ik ga er in deze beschouwing voor het gemak van uit dat het resultaat telt.

Kijken we daarnaast naar Groenlinks en haar voorlopers dan zien we een gemiddeld zetelaan- tal van (afgerond) 6 met schommelingen van +3 (1981 en 1982) en -3 (1986).

Bij elkaar blijken de drie partijen 'ter linkerzijde', ondanks afzonderlijke grote schommelingen, ge- middeld 66 zetels te scoren met betrekkelijk ge- ringe afwijkingen naar boven en naar beneden van maximaal vier zetels. In percentages uitge- drukt: de drie partijen zijn goed voor gemiddeld 44 procent van de stemmen met een afwijking naar boven en beneden van maximaal drie pro- cent.

f-

~

0

0..

de logische consequentie trekken uit ontideologisering en individu- alisering, die hen de lucht en de vrijheid verschaft om binnen een globaal kader het eigen inzicht te vertalen in een voorkeurstem, dan is de vraag des te klemmender waarom poli- tieke partijen nog altijd net doen of dat niet zo is.

De partijen laten immers niet na de indruk te wekken dat ook de verschillen tussen de partijen ter linkerzijde groot, markant om niet te zeggen principieel van aard zijn. Uit de cijfers blijkt dat kiezers daar kennelijk hun schouders over opha- len en gewoon nu eens op de ene en dan weer op de andere partij stemmen, al naar gelang de za- ken die zij op dat moment belangrijk vinden, en het gewicht dat ze daaraan willen meegeven.

Progressieve Volkspartij De koele feiten ondersteunen hen daarin: de zo- genaamd principiële verschillen, eenmaal neerge- slagen in verkiezingsprogramma's (om maar te zwijgen van regeerakkoorden!), blijken bij nade- re analyse door CPB of RIVM ineengeschrompeld te zijn tot marginale (en dan nog in hoge mate speculatieve) onderscheidingen in termen van werkgelegenheid, emissies van schadelijke stof- fen en financieringstekort.

De inhoudelijke thema's, zoals politieke'vernieu- wing, visie op de staat en op het maatschappelijk initiatief, sociale verhoudingen, duurzaamheid en

(11)

internationale politiek, zijn door de feitelijke ge- beurtenissen en door het wegvallen van geschei- den levens- en maatschappijbeschouwelijke inte- gratiekaders vloeiend geworden en soms zelfs uit- wisselbaar. De kiezers handelen naar die bevin- dingen. Het proces van ontvoogding en volwas- senheid gaat dus bij hen heel wat sneller dan bij de partijen!

Op het eerste gezicht lijkt dit betoog uit te mon- den in een pleidooi om dan maar de hele bups in één partij te gieten: de Progressieve Volkspartij revisited, als het ware.

Toch is dat te snel geconcludeerd. Want misschien vindt de kiezer het juist wel heel prettig om op deze wiize ziin eigen accenten in de politieke ver- houdingen te kunnen zetten. Als er toch sprake is van volwassenwording van het electoraat, het vermogen om zonder allerlei knellende collectie- ve banden eigen keuzen te ma-

ken, dan is het bestaan van meer- dere partijen, met wellicht slechts

9

doen. Echte kleur en smaak geven aan het poli- tiek bedrijf door gewoon eigen dingen te doen, zonder de martelende vraag of dat Groenlinks wel genoeg onderscheidt van PvdA of D66: dáár doe je het immers toch niet voor?

Dat zou kiezers wel eens heel erg kunnen aan- spreken: partijen die niet elkaar met ficties en beelden uit het verleden bestoken, maar hun best doen om met veel elan en plezier dingen te on- dernemen. En dat ook willen laten zien: dáár staan wij. dát vinden wij belangrijk, en over al het andere kunnen wij met de andere partijen ter lin- kerzijde door één deur: 'love it or leave it!'

Het is een heel ander beeld van politiek bedrijven dat uit deze gedachtengang opdoemt. Een beeld van strategische allianties met partijen over zaken waarover je het met elkaar eens bent en waarmee je ook gezamenlijk de kiezers tegemoet treedt.

Daarnaast een beeld van bedrij- vigheid, van discussies, projecten en activiteiten die niet gebaseerd marginale verschillen, juist van be-

lang om dat vermogen te honore- 'consequentie trekken uit

zijn op overwegingen van machts- politiek, maar op de specifieke ondernemingslust van de club zelf, en het arsenaal aan kennis, ren. Is het niet een vorm van seri-

eus nemen van je 'klanten' dat meerdere smaken en kleuren wor-

ontideologisering'

den aangeboden om eigen keu- zen, als een bevestiging of als symbool van eigen identiteit, te stimuleren?

Strategische allianties

Uiteraard blijft een dergelijke gedachtengang niet zonder consequenties, het is niet een alibi om alles bij het oude te laten. De politieke partijen ter linkerzijde zouden bijvoorbeeld veel minder energie moeten steken in het oppoetsen of aan- scherpen van onderlinge verschillen en in de pro- filering ten opzichte van elkaar. Er kan dan veel meer energie worden gestoken in zaken die de partij (of groepen binnen de partij) zélf belang- rijk, interessant of gewoon leuk vinden om te

::::>

f- u

<(

creativiteit en motivatie dat daar- in aanwezig is.

Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijk gedifferentieerd beeld van samen optrekken op het gemeenschappelijke, en afzonderlijk manifesteren van wat je zelf in concrete zin te bieden hebt, de kiezers meer aan- spreekt dan een tamelijk vruchteloze en bloedelo- ze discussie over één progressieve partij. Want die komt. als je er al een beeld van kunt vormen, toch erg dicht in de buurt van een grijze breipot, waar misschien wel een lepel in staat, maar waar de kiezer met een grote bocht, of erger: met dichtge- knepen neus, omheen loopt.

Marius Ernsting is redacteur van P&C.

(12)

u

""

(13)

11

Waarheen met Schiphol?

De toekomst van de (inter)nationale luchthaven Schiphol houdt de gemoederen danig bezig. Sta- pels rapporten zijn er inmiddels over verschenen en de ene commissie na de ande-

re laat van zich horen. Onderzoe-

beslissing Schiphol en omgeving, waarover nu in- spraak plaatsvindt. Voorgesteld wordt de capaci- teit van de luchthaven drastisch uit te breiden,

een deel van de reizigerstoename per spoor te vervoeren en de mi- kers betwisten de juistheid van el-

kaars cijfers. Verwijten over mani- pulatie van onderzoeksgegevens en roerige inspraakavonden be-

Frank Biesboer en San Verschuuren

lieukwaliteit in de omgeving te verbeteren.

De internationalisering van de eco- nomie zet door. In combinatie met heersen de pers. Ondertussen

groeit het vliegverkeer van en naar de luchthaven de laatste ja- ren gestaag en zijn de bouwacti-

DEBAT

de vrije markt en vrijhandel bete- kent dit een enorme toename van de goederenstromen, vooral over

viteiten voor een verdubbeling

van de capaciteit in volle gang. Milieudefensie plantte op 6 november duizenden bomen op de plaats waar de vijfde startbaan (Bulderbaan) is ge- dacht, waarmee het Bulderbos een feit lijkt te worden.

De milieubeweging en de NV Schiphol staan lijn- recht tegenover elkaar. En de overheid dan? Die blinkt uit in verdeeldheid en probeert met weer een onderzoekje tijd te rekken. Komt tijd komt raad?

Voor P&C aanleiding om enige betrokkenen uit te nodigen voor een driehoeksgesprek. De deelne- mers waren Lucas Reijnders (hoogleraar milieu- kunde aan de Universiteit van Amsterdam en werkzaam bij de Stichting Natuur en Milieu}, Henk Leemreize (beleidsmedewerker FNV, speci- aal belast met Schiphol) en Kees Hulsman (Am- sterdams gemeenteraadslid voor Groenlinks en mede-auteur van het trainport-scenario voor Schiphol).

Bulderbanen en loopgraven De regering wil Schiphol tot internationaal ver- vaersknooppunt ontwikkelen (een zogenaamde mainport) met gelijktijdige verbetering van de milieukwaliteit. Dit huzarenstuk is door het vori- ge kabinet neergelegd in de Planologische Kern- ....

<(

0

de weg, over het water en door de lucht. Al deze vervoerswijzen bren- gen grote schade toe aan het milieu door uit- stoot, risico's, geluid en energiegebruik.

De uitbreiding van Schiphol zou goed zijn voor 55.000 nieuwe directe en indirecte arbeidsplaat- sen. Projectleider Heijerman ziet geen enkel pro- bleem: "Het Peter Stuyvesant-imago is er wel zo'n beetje af. Het vliegtuig is niet meer dan een mid- del van openbaar vervoer aan het worden, een onderdeel van ieders leven, net als een trein en een bus. Als je nu ziet met hoeveel gemak vooral jonge mensen voor vakantie of een weekendtrip- je in het vliegtuig stappen. Kijk naar een willekeu- rige quiz of spelprogramma en de vliegreizen vlie- gen je om de oren." (Schipholland 2/1994) In de omgeving van de luchthaven wonen zo'n 200.000 mensen die hinder ondervinden van het vliegverkeer. En volgens sommige rapporten neemt het aantal mensen dat wordt blootgesteld aan een onacceptabele milieubelasting toe. De discussie -al is daar nauwelijks sprake van, het heeft meer weg van een loopgravengevecht-richt zich de laatste tijd vooral hierop. Maar daarmee blijft de schadelijkheid van de luchtvaart als zoda- nig buiten schot en verkeren de alternatieven in de marge van het debat. Zoals het trainport-sce- nario van Groenlinks, waarin Schiphol zich ont- wikkelt tot een gecombineerde rail-luchthaven,

(14)

met hoogwaardige railverbindingen binnen een straal van 1000 km, waardoor het aantal vliegbe- wegingen beperkt kan blijven. Of zoals het com- pacte banenstelsel van Natuur en Milieu, waar- mee de schade aanzienlijk kan worden vermin- derd.

De centrale vraag is natuurlijk of méér luchtvaart en méér economie en méér milieu eigenlijk wel samen kan. Kan internationalisering van de eco- nomie ook samengaan met een beheerste mobili- teit van mensen en goederen? En is een minder milieubelastende oplossing economisch wel aan- trekkei ijk genoeg?

Kosten en baten

Economie en milieu lijken de twee polen waarom- heen het debat rond Schiphol zich beweegt. Zien jullie die tegenstelling ook zo?

Lucas Reijnders: Dat hangt sterk af van de definitie van het begrip

schade door vervuiling, de gezondheidsschade van mensen die op het platform werken. Als je dat alles meeneemt en je zou kijken wat dan de prijs van kerosine zou moeten zijn, dan kom je op drie à vier gulden, en het is nu enkele dubbeltjes.

Als je zo'n wijziging in prijs zou krijgen dan komt het probleem er heel anders voor te liggen. Dan gaan mensen ook niet meer zo makkelijk met een citytripje een weekendje naar Athene, want dat is dan een factor drie of vier duurder geworden.

Waar ik niet goed bij kan is dat in het denken van de overheid over dit soort projecten het idee dat je maatschappelijke kosten en baten weegt verla- ten is, en dat het maatschappelijk belang simpel- weg gelijkgesteld wordt met werkgelegenheid.

Kees Huisman: Economisch belang en vervoersbe- lang zijn niet zo gescheiden. Want wat is nu het werkelijke economisch belang van Schiphol? Dan gaat het niet in de eerste plaats om die 50.000 mensen die al of niet op Schiphol komen werken, maar wel om een economie die je hanteert. Econo-

mie wordt vaak simpelweg gelijk- gesteld met werkgelegenheid.

Het is echter een wijder begrip dan de verdiensten van Schiphol of de werkgelegenheid die er wordt gecreëerd. Zeker waar de

'Meer luchtvaart. meer

zeer goed bereikbaar economisch centrum. Hoe veel kan alleen via de lucht, wat kan per spoor, hoe weet je de stad erbij te betrek- ken? Dat zijn vragen die er toe doen.

economie, meer milieu, is ijdele hoop'

overheid uiteindelijk de besluiten neemt zou je verwachten dat alle

maatschappelijke kosten en baten in de afweging worden betrokken. Daar is absoluut geen sprake van. We roepen al twintig jaar dat degene die de milieuproblemen veroorzaakt er voor moet beta- len, maar het gebeurt van geen kant. Het vlieg- verkeer kent geen milieuheffingen, er zit geen btw op het ticket en kerosine is accijnsvrij. Dat is toch curieus.

Kees Huisman: Inderdaad, hoe definieer je het economisch belang. Dat wordt in het geval van Schiphollouter gezien als datgene waar je de bur- ger geld voor uit de zak kunt kloppen. Dat kan kennelijk gemakkelijker voor de ene dan voor de andere vervoerswijze. Maar als je alleen al de luchtvervuiling van trein- en vliegverkeer verge- lijkt, dan is het toch gek dat ik bij een reisbureau een twee keer zo goedkoop vliegarrangement naar Barcelona kan krijgen dan met de trein? Dat zou toch omgekeerd moeten zijn? Het prijsbeleid, of beter het ontbreken daarvan, zet het milieu op nadeel. En juist daarmee zouden keuzes wel eni- germate gestuurd kunnen worden.

Lucas Reijnders: Die maatschappelijke kostenkant is best gecompliceerd. Als je een bepaalde defini- tie neemt van duurzaamheid, dan moet je in ieder geval meerekenen het verbruik van natuurlijke hulpbronnen, het functieverlies van de natuur, de

,_

-' 0 n.

Henk Leemreize: Ik was onlangs op een symposium over de maat- schappelijke kosten van mobili- teit. Uit de berekeningen die daar werden gepre- senteerd bleek overduidelijk dat bij welke vorm van gemotoriseerde mobiliteit ook de kosten van externe effecten bij lange na niet in de prijs tot uitdrukking komen. De gemeenschap legt er dus op de een of andere manier enorm op toe. Dat geeft al aan dat we de waarde van mobiliteit overschatten en de kosten ervan onderschatten.

Werkgelegenheid, voor wie?

Toch kunnen we ons voorstellen dat de FNV een gunstig werkgelegenheidseffect bij de uitbrei- ding van Schiphol zal omarmen.

Henk Leemreize: Als het gaat om Schiphol zijn we inderdaad wat schizofreen. Aan de ene kant zijn we ervan overtuigd dat een goed geoutilleerde luchthaven van economisch belang is, met name als vestigingsfactor, en dat je moet oppassen de boot niet te missen in de concurrentieslag met an- dere landen. Aan de andere kant zijn we ervan overtuigd dat vliegen veel duurder gemaakt moet worden, dat vliegen moet worden afgeremd, ze- ker over korte afstanden. In de brief die we on- langs samen met Natuur en Milieu nog hebben gestuurd aan de regering inzake economie en ecologie, hebben we benadrukt dat niet alleen

(15)

-~·---

13

Boomplantdag Bulderbos, foto: Ruud Gort

0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden

Machtigingsformulier ALV d.d. 1 december 2021 voor hem/haar een stem uit te brengen bij de agendapunten die ter stemming worden gebracht... *) slechts één optie

Houdt moed want de Heer brengt verlossing voor jou. Want dit is de strijd van

In een klas wordt besproken of de hiervoor beschreven werkwijze om het massapercentage koper in brons te bepalen, ook kan worden toegepast als het brons lood bevat.. Een

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die

Niet alleen het feit dat het Wellekens was die deze vingerwijzing gaf, zou de aandacht reeds op Italië moeten richten, doch meer nog de overweging, dat een genre dat in de oudheid

Vóór 1937 begrijpelijk - de partij behield tot dan re- volutionaire trekken - maar nadien moeilijker te verstaan. Hoe komt het dat de grote socialistische partij