• No results found

Het CDA en het

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het CDA en het "

Copied!
103
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

c c

L

V

nieuwe verhoudingen, en anderzijds hoe een wervend christen-democra- tisch project kan worden voorgelegd aan trouwe kiezers, aan weggelopen of vooral weggebleven kiezers, aan nieu- we kiezers en niet te vergeten aan het eigen partijkader.

De opgave van dit tweepolig leider- schap is extreem zwaar. Het stormt om zo te zeggen aan beide polen. Er zijn emoties en gemankeerde verwachtin- gen. Maar wil de crisis niet ontaarden in een catastrofe, misschien zelfs ach- teraf positieve aspecten hebben gehad, dan moet op de eerste plaats die twee- potigheid volwaardig blijven. ledere pool moet de eigen verantwoordelijk- heid maximaal kunnen waarmaken, en dat betekent ook dat ieder in staat moet zijn in en voor de eigen kringen maxi- male steun te mobiliseren, in de vorm van deskundigheid, overleg, advies, po-

Mededelingen van de redactie

litieke ervaring; zaken die in het CDA behoorlijk royaal aanwezig waren en zijn.

Verantwoordelijkheid en leiderschap nu, op dit voor de christen-democratie historisch moment, kent geen ruimte voor andere emoties of belangen dan die ten gunste van die christen-demo- cratie.

Er staat meer op het spel dan de positie van een politieke partij. De grote waar- den en idealen waarvoor de christen- democratie staat verdienen het in de Nederlandse samenleving, en niet te vergeten in deze dagen in hun inbreng in Europa, een breed gedragen, diep verwortelde en toekomstgerichte poli- tieke pleitbezorger te houden. Dat is de ultieme verantwoordelijkheid van de politieke leiding in deze dagen. - -

111r. J.l.A.M. vaN Gm11ip

Tot spijt van de redactie en rot haar eigen spijt hedt Mevr. /'vl. tvlartens vanwege drukke werkzaamhe- den haar lidmaatschap van de redactie moeten opzeggen. Wij danken haar voor de betrokkenheid waar- mee zij haar taak vormgegeven heeft. De redactie is verheugd twee nieuwe leden welkom te kunnen heten: Mevr. F. Laning-Boersema en Mevr. Prof. dr. M.L. Bemelmans-Videc. Wij hopen op een prettige samenwerking.

Op 1 april jongstleden is de heer drs. M. Jansen als redactiesecretaris tot de redactie toegetreden. De heer Jansen is stafmedewerker bij het Wetenschappelijk Instituut. Wij heten hem van harte welkom. Hij neemt het estafettestokje over van drs. Th.B.F.M. Brinkel die sinds I januari 1986 deze functie vervuld heeft. De redactie dankt de heer !hinkel voor de uitstekende samemverking. Hij heeft gedurende lange tijd grote inzet getoond. Enthousiasme, journalistiek talent en wellevendheid in de dagelijkse en schrif- telijke omgang zijn slechts enkele van de eigenschappen waarvan CDV heeft kunnen profiteren. Als tastbaar teken van die dank zal in de nabije toekomst een nummer van CDV gewijd worden aan een thema dat door hem aangedragen is.

Het volgende nummer is het zomernummer. Dit dubbeldikke nummer (juli/ augustus) zal geheel gewijd zijn aan 'Het CDA: crisis en perspectief' en zal verschijnen op 15 augustus.

ir. \1\~CNI. IJnu Lies/Jout, rrdnclievoorzitlrr

CDV 6/94

INHOUD

Column

Prof dr. H.ACM. Notenboom

Ter introductie bij het themanummer

Het CDA en het veranderend middenveld

Gevolgen van de veranderde verzuiling Prof dr. AC lijderveld

Kritische noten van middenvelders Drs. I Kuit

Christelijk-maatschappelijke organisaties lopen op laatste benen I Brüning

Perspectieven voor christelijk-maatschappelijk middenveld Prof mr. dr. IP Balkenende

Het CDA moet zich meer richten op individuele kiezers Drs. P Bukman

Burgerschap, staat en politiek

Onderwijs en burgerschap Drs. IC van Bruggen

CDV 7/8 94

269

271

274

275

280

289

296

306

310

311

(2)

I I

De functie van de CDA-partij: een zaak van principes Drs. AM OostLmder

De moraal van het politiek gesprek over moraal

Prof. mr E.M H I-lirsch BcJllin

Conventionaliteit en modernisering

Prof dr. EJI/v1. Kimman SJ

Politieke partij in de informatiesamenleving Prof. mr. H Franken

Groepsgesprek en Periscoop

Werk aan de winkel Versl£Jij PmJ eeJJ groefJsi}esfnek

Periscoop: Aan de slag

:J 19

329

319

146

351

)52

359

C J)V 7 s !J 1

(3)

D

e .. econnmische rolitiek. is momenteel or een hclang- rl)k onderdccl in grond1gc herziening. Het mededin- gingshckid wordt getranstormecrd van een misbruikwetgeving naar verhnds- wctgevltlg. Daarmee zal het 11ationak recht mccr in harmonic komen met het recht van de Furorcse Cemeenschar.

Decennia lang had Nederland cen tole- rant kartclhelcid met nauwelijks con- trolc ot men zich aan de regels hicld.

Formclc goedkeuring van kartels was niet nodig, volstaan kon worden met aann1clding ViJll ccn ondcrncn1crr.;ovcr- eenkomst. Wcrd daaror niets verno- nlcn, dan n1ocht \Vordcn at~ngcnon1cn dat Econom1sche Zaken

iFZi geen hezwaar had.

Dar zo'n kartel dus geacht wcrd h11 tc dragcn aan ccn gezonde economic Hier en daar assisteerden FZ- amhtenaren hiJ het ont- wcrpcn vun ~on1r.; vcr- gaande privaatrechtcliJke regels Waar EZ dan 'gccn hczwaar tcgcn had'

economi-;chc rolitiek als gcheel is me- dedi ngi ngsheleid ecn onderdcel.

Evenals hcvordering van samenwcr- king, liscaal heleid, exrortheleid, cnzo- vnnrt.

Ondernemingen worden aange'>Jl(>Ord tc concurreren, maar ook om same11 te werken. 'WediJver en samenwerking' luidt immers het devics.

llcschouwen we cconomische rolit1ek- die or zichzelt weer gericht moet zijn or hct ortimaliseren van welvaart en welzijn - als een systccm, dan is con- currentiehelcid ccn suhsystecm daar- van. Vcrahsolutering van elk -;uh- systeem schaadt het geheel, omdat het geheel samengcsteld hehoort tc zijn u1t daarop algcstcmde sub-

<,yqenlcn. Concurrentic

De laatste Jaren gaat het helclcl honderdtachtig gra- clen om, met ccn rad1cali-

Prof dr HACJ\.1 Notmhoom

dwingt tot optimalc eco- nomischc prcstatic en 1s wezenlijk in een markt- cconomle. Maar concur- rentit: is instrumentccl, met suhstantieel. Alles verwachtcn van marktwcr- king is even onhoudhaar a!-, aile maat-,chappelijkc prohlemen op hct horcl van de ovcrheid kggen Wanneer een hcpaaldc tcit die vcrhaast. Nee, c1genlijk niet

vcrhaast, want het is typisch llollands'

Kan op zichzclt met de hovenhedoeldc hcrzicntng \vordcn ingc~tcnld; vraagtc- kcns passcn hiJ de lilosohc die craa11 ten grondslag lijkt tc hggen Van de

( llV 7 s 'J~

vorm nl hardheid van concurrentie bij- voorhccld de gewcnstc hcreidheid tot samcnwerking zou aantasten, clan zip1 de suhsvstcmcn onvoldocnde op het uitcindcll)ke doc! atgestemd

Verahsolutering van cnncurrentiehevor- denng kan gevaren inhouden, zoals cl-

c c z

(4)

z

0 :..J

kc vcrab.,olutering. Ook het instrument van subsidiering bchoeft tcrughou- dendheid, om niet de concurrentiever- houdingen tc vcrstoren. Afwcging is nodig om de subsystcmen op het ge- hcel afge<,temd tc houden.

Dat geldt niet minder voor het concur- rcntiebeleid. Zclfs geestelijkc autoritei- ten waarschuwen voor de gevaren van ongebreidelde concurrenlic (encyclie- ken Cluadraqcsimo /\11110, 19 3 I en CclilcsilllHS AflflliS, 1991 ).

Het reccnte verbod door EZ van een afspraak tussen AA-accountants om voor bepaalde adviezen aan <;tartende ondcrnemers een ecnhcidstarief van hondcrd gulden te hanteren, teneinde voor starters de drcmpel naar de profes- '>ionelc adviseur te verklcinen, kan ik nict anders verklaren dan uit ccn wei- haas! dogmatischc opvatting van con- currentic.

De drciging dat afspraken tussen win- kclicrs om binncn de bepalingen van de winkclsluitingswet gczamenlijk bcpaal- dc sluitingstijdcn te hantcren 'wei eens in strijd met de nieuwc mcdedingings- wetgeving zouden kunnen zijn' jaagt de schrik om hct hart over hoc 'men' voor- nemcns is het I 80 graden gedraaidc be- lcid te gaan invullcn.

EZ iljkt hicrin niet te worden gestuit door het parlcment, waar ook plotse- ling cen dogmatisch aandoend idee over concurrentic schijnt tc heer<,en.

Het doet mij denken aan een tijd dat de 'poppetjcs' aldaar in een andere rich- ting achter elkaar aan holden over- tuigd van de maakbaarheid van de samenleving door de overheid en der- halve de noodzaak van snelle stijging van collecticvc uitgaven tencinde \vel te doen' aan de velc nodcn in binnen- en buitenland. Evenmin als tocn die wind tc stuiten was, lijkt than<, de ver-

absolutecrde wondcrkracht van 'con- currentie is goed voor allcs' een stro- ming die uit moet razen.

lk bcspcur ook nauwclijks geluiden dat een vcrabsoluteerd concurrentiebeleid niet zelden binnen branche'> juist hct klcioc hcdriJf hct meest in de knel brengt

Onder deze omstandigheden is hct ver- klaarbaar dat Nederlandse bcdrijfstak- ken die door 'llrus'>ei', dat niet ecns hereid is hct komcnde oordcel van het Europese Hof at te wachten, nu a! ja- renlang in cen rcchtsvacu(im worden gehoudcn met gevaar voor willekeur, van 'Den Haag' geen <,teun ervarcn.

Ook niet in zakcn waar EZ kort gele- den nog inventid meewcrkte aan het ontwerpen van bedrijfstakregels.

lk stcun de omslag naar verhodswctge- ving. t\;1aar vraag ook 0111 rnaatvoering, nict eerst hoi len en dan weer stilstaan.

lk vraag om het besef dat concurrentie- belcid instrumentecl is en niet substan- tiecl. Ook de EC-wetgeving schrijft gecn ahsoluut kartelvcrbod voor en ei'>t dat van de lidstaten evenmin.

len waarschuwing du., om met het hadwater nict ook het kind weg tc gooien. Als 'men' in Den Haag op de wcg die nu ingeslagcn lijkt verder gaat, zou men te laat kunnen ontdekken dat Nederland door zijn radicalisme en misplaatst dogmatismc wei ccns de ei- gcn zaak kan hchhen gcschaad

Prof. dr. HAC i\1. Nole11hoom

l11 c!c collllllll gwm de /eden th111 de rcdaclic hu11 {lersotmlijkc o{luolli111}CII ti'Ccr Zt) ho{lm daat·-

IIJCC CCII ililiiZCl /c i}CPCII 1'001 rc{/cclic of dcf)(J/.

(5)

V

erreweg de mee<;te num- mer'> van C:hri'>ter.ldcmocra- tt'>che Verkenningen ont-

<,taan uit di'>CU'>'>Ie'> hinnen de redactie. Dit duhheldikke zomcr- nummer vurmt - niet zonder reden - op die regcl een uitzundering. De redactie had hepaald dat dit nummer gewijd zou worden aan 'Het CDk cri'>i'> en pcr- '>pectief' De preciezc invulling van dit thema moe<;t echter wachten tot de af- loop van de landelijke vcrkiezingen bc- kend wa'>. Na de teleurstellcnde uitslag van de gcrncentcraadsverkiczingcn volgde het enorme verlies bij de verkic- zingen voor de Tweede Kamer. De aan- vankelijk nog met enige '>chroom gekozen term 'crisis' bleek helaas voluit van tocpa'>'>ing. Het geven van een ana- ly'>e vrijwel direct na het tumult en de teleurstelling zou geen gcmakkelijke opgave zijn. Daarom, maar ook vanwe- ge hct histori'>che karakter van de gclc- dcn nederlaag leek hct de redactie goed om het aantal dcelnemers aan de dis- CU'>'>ie over het zomernummer uit te hreiden. De redactie hceft op 5 mei zeer kort na de dramatischc verkie- zing'>uit<;\ag van 3 mei een brain-

<,lorm-bijcenkom'>t georganisccrd in Ka<,teel de E'>'>enburgh te Hierden. De gcnodigden werd gevraagd om een ecr-

<,le poging tot diagnose te doen. De be- langrijk'>te vragen warcn vanzelt- sprekend: wat waren de oorzaken van de enorme verkiezing<,nederlagen:, wat was cr verkecrd gegaan:, welke conclu- sie'> zou het C:DA voor de toekomst

C llV 7'H '!4

daaruit moeten trekkenc De di-,cussie moe<,t nadrukkelijk gaan over crisis en perspectief De uitkomst van de discus- sic zou als richt<,noer dicnen voor de 5amemtelling van het zomernummer.

Declnemcrs waren Prof. mr FH.J.J.

Andriessen, Dr<; Th.W.A. Camps, Mw.

M H /'vLF Cardenier<;-llerend<,en, Mr JJA/\1 van Cennip ( voorzitter), Prof.dr. PA. van Cennip, Dr HAJM ten Have, dr. A. Klink, de heer R.

Knijff Mw. MJTNJ Koopman- Coumans, Mw. JC Kraaijeveld- Wouters, de heer R.M. Laning, dr'>

W.Th. Thuis, Prof dr. A. Wc<,sels, Drs.H.HF Wijtfels en Prof dr. A.C Zijder.veld Hct resultaat van de discus- sic voldeed voluit aan de hong gespan- nen verwachtingen van de redactie en blcck zeer gocd hruikbaar al'> richtsnocr voor dit zomernummcr.

Ter inleiding van dit nummer is het nuttig om de geest van de Esscnhurgh- di'>cussie hier kort weer te gevcn. Men wa'> van mening dat het CDA na water gcbcurd was niet kon ontkomcn aan een grondige introspectie. De cri'>is zou uiteindelijk hcilzaam kunnen zijn wan- neer men een dergelijkc introspectie aan zou durven: dan i'> er een geredc kam op een verheldering van de cigen rol en positic en - vervolgens -op een vcrhreding van het draagvlak in de Nedcrlandse samenleving Dar hct CDA nict tcrugschrikt voor grondige zcltanalyse i'> gehleken uit het rapport van de commissie Cardeniers. De ana-

z

z

()

(6)

l)

z

0

UJ

z

lyse in het zomernummer bcocfcnt in- trospectie van een andere aard. De Essenburgh-groep achtte het van be- lang dat het zomernummcr over stratc- gische vragen zou gaan: eventuelc onderliggende, diepergaandc oorzakcn zouden aan de oppervlakte moetcn worden gebracht met hct oog op de toekomst. Ook hierover moet discussie in de partij plaatsvinden De Essen- hurgh-groep wees als helangrijke die- pergaande oorzaaK aan: de gebrekkige aansluiting tussen het CDA en de maat- schappel ijk-culturelc ontwikkelingen.

In de Essenhurgh-discussie waren tcn- minste twee varianten van deze diagno- se te vinden: een radicale en een ge- matigde.

De radicale interpretatie zag de verkie- zingsnederlaag van 3 mei ten diepste als een afrekening met het oude hcstel.

De maatschappelijke en politieke insti- tuties hebben zichzelf overleefd: ze passen niet meer in deze tijd Het is niet toevallig dat de partijen die de symholen zijn van het bestaandc hestel zijn algestraft Juist het CDA en de PVDA hebben vee! van de hestaande instituties opgebouwd. Met hen en met de door hen in stand gehouden institu- ties is afgerekend De politiek-bcstuur- lijkc cultuur denkt bovendien in verouderde modellen: zij ziet zichzelf als de lop op een brcde basis. Dit pira- midalc dcnken loopt ten einde. In on- dernemingen en niet-politieke organi- satics hecft men al geruime tijd ingc- zien dat voor een betcr functioncren het albreken van piramidale structuren dringend noodzakelijk is. Men denkt daar mecr in termen van netwerken met coordinerende elcmenten. Dat sluit aan hi) de enorme behoefte in de samenle- ving om zich tc ontworstelen aan de oude koepels en instituties. Deze tracht

men in te ruilen voor netwcrkcn die re- levant en passend zijn voor specifieke situaties.

De gematigden in de Essenhurgh-groep vonden het praten in tcrmen van flexi- bili-.ering en ont-institutionalisering wei erg makkelijk. Het opgeven van institu- ties zal lciden tot een verstcrking van de staccato-cultuur Het CDA heeft zich daartcgen altijd verzet. Dcze cul- tuurkritische houding hoeft echter niet automatisch te leiden tot conservatis- me. Behoedzame aanpassing van be- slaande instituties moet mogelijk zijn De gehele Essenburgh-groep was het erover eens dat in de komende periode grotc inspanningen moeten worden gc- lcverd om de sociaal- culturelc ontwik- kelingen in de samenlcving grondig te analyscren en als partij te zoeken naar passende strategieen om daarop te re- ageren. Het Program van Uitgangs- puntcn moet daarbij het baken zijn.

Oat staat in het geheel niet ter discus- sic. Het gaat vee! mccr om de wijze waarop aan die uitgangspunten in de politieke praktijk vorm client te worden gegcven. Ook deze herorientatie zal pijnlijk zijn: hct zal niet kunnen zonder het opgeven van antwoorden die altijd gckoesterd zijn. Een meerderheid was van mening dat het CDA vanuit de principes en vanuit een grondigc analy- se van de sociaal-culturele ontwikkelin- gen nieuwe keuzes moet maken.

Daarvoor is moed nodig De neigmg bestaat binnen het CDA om vcel soci- aal-culturele ontwikkelingen als ovcr- wegend negatief te waardcrcn. Deze worden vaak benoemd als afwijking ten opzichte van hoe het eigenlijk zou moeten zijn. Men praat dan over ont- insti tutional isering, ont-ideologiscring, ont- Zlliling. Door deze wiJze van be- noemen is men sterk gespitst op de ne- gatieve aspecten en wordt men al snel

(7)

ertoe verleid maatschappelijkc ontwik- kelingcn af tc wijzen en te bestrijden.

Dit is begrijpelijk voor een partij die put uit de _loods-Christclijke traditie en de secularisatie en ont-kerkelijking om zich heen ziet toencmen. Men ervaart daarin niet aileen een aanslag op alles wat men koestcrt en hoogacht, maar ook cen bedrciging voor het cigen be-

<;taan en dat van ander christelijk gc'im- pircerd particulier initiatief. Het gevaar van deze primairc rcactie is cchter dat men in een dcfcnsieve houding vervalt en de kloof tussen hct CDA en de sa- menleving wijder wordt. Men is al een heel eind wanneer men bcreid is met open oog tc onderzocken of, in welkc mate en waarom dergelijke ontwikke- lingcn zich voordoen; en wanneer men zich de houding eigcn maakt om posi- ticve en negatieve aspecten zorgvuldig te onderscheidcn en tegcn elkaar af te wcgcn. Dit zijn noodzakelijke voor- waarden voor hct op gang komen van cen werkelijke dialoog over hoc de christen -democratische ui tgangspunten het best vormgegeven kunnen worden in een stcrk veranderendc contekst. In de Essenburgh -discussie he eft men zich achtcreenvolgens gebogen over enkele van dergclijke belangrijke sociaal-cultu- rele ontwikkclingen die zich in de sa- menleving zoudcn voordoen en die in christcn-democratischc kring vaak bij- na i nsti nctief ncgatief gc'interprcteerd worden. l3ij wijze van ocfening werden vragen gesteld ak is hct zo dat deze ontwikkclingen zich voordoen), zo ja, wat hetekencn die ontwikkclingen?, hoe mocten ze geanalysccrd en geeva- lueerd worden en hoc moet hct CDA er vervolgens vanuit zijn uitgang<,pun- tcn politick op reageren? Deze 'essayis- tischc' of tastcnde wcrkwijze i<, ook tc herkenncn in de hijdragen aan dit zo- mernummer.

CDV 7:H '!4

Op basis van het discussieverslag zijn door de redactie in samenspraak met enkele gcspreksdeelnemcrs thema\

voor hijdragen vastgesteld en auteurs aangezocht. Het is onvermijdelijk dat niet aile door de Essenburgh-grocp aangcdragen thema's hesproken wor- den. Er is gekozen voor twee thcma's:

(a) Het CDA en een verandcrend mid- denveld (h) 13urgcrschap, staat en poli- tick.

De partij zal gedurendc de komende ja- rcn in discussie moeten gaan met zich- zelf en met de samcnleving (dat betekent primair haar natuurlijke eigen achterban) Die discussie is de afgclo- pen jarcn onvoldoendc van de grond gekomen. Christendemocratische Vcr- kenningen client daaraan ecn forse hij- drage te lcveren.

In dit nummer eindigen een groot aan- tal artikelcn met twee stellingen die uit- nodigcn tot discussic waarmee nog eens wordt benadrukt dat dit nummer bedocld is om discussie uit tc Iokken , vooral binnen maar ook eventueel bui- ten het CDA Van die bcdoeling getui- gen ook hct verslag van cen grocps- gesprek en de periscoop waarin hct rapport-Gardenicrs en de bijdragen uit dit nummer 'opgepakt' worden.

Reactics op de artikelen en stellingcn in de vorm van artikelen of brievcn ziet de redactie gaarnc tegemoet. Dezc zullen hetzij geplaatst worden of samenvat- tend gepresentcerd worden in een van de volgende nummers. Het is tc hopen dat dit nummer een voorzet kan gevcn tot de hroodnodige fundamentcle dis- cussic in de partij gedurendc de komcn- de pcriode.

Drs. A1 Jansen red(!( tiesecrcta ris

z

r m

0

z

(]

(8)

Het CDA en het

veranderend middenveld

CllV 7 H '!4

(9)

Er bestaat geen vanzelfsprekend CDA-electoraat meer dat kerke- lijk en hecht verankerd in zuilen is. Mensen zijn sterk ge"individu- aliseerd en treden organisaties open en flexibel tegemoet. De ideologie van de zuilen is ook gemoderniseerd, algemeen en vaag geworden, het tegendeel van fundamentalistisch.

T

och hoort men een hcr- nieuwde roep om waarden en normen. In toenemende mate vinden mensen een christelijke nrgani'>atiecultuur en chris- ten-democratische politiek loch wei bclangrijk Maar wei een politick die nuchter, zakc·lijk en duidclijk i'>. Aan hct CDA de uitdaging op

op deze bclangrijke veran- deringcn in het midden- veld in te spelcn

Over hct hegrip 'maat-

<,chappelijk middenveld' kan heel ingewikkcld wor- den gedaan, maar dat heeft natuurlijk gecn zin.

Het gaat in wezcn om het geheel van maatschappe-

ll'fll/i/,'_

In de politick wordt het bcgrip 'maat- schappelijk middenveld' nogal eens vcr- cngd tot 'de sociale partners' Dat is maar ecn onderdeel van de 'civil somty' en misschien niet eens het belangrijkstc onderdecl. We moetcn vooral dcnkcn aan organisaties ten hchoeve van de ge-

zondhcidszorg, hct ondcr- wijs, het welzijn en de in formaticvoorzieni ng, bijvoorheeld de media.

Belangrijk zijn van oudsher - zeker voor de christen- democratic de bocrcn-, tuinder-.- en vissersorgani- saties voor zover die voor- bij evidentc eigenbc- langen ook het algemene bclang dienen.

lijke organi'.at1es, waarin Prof dr A.C Zljdemeld Wat kla'>'enstructuur be- burgers van allcs met elkaar onderne- treft heeft het hegrip 'middenveld' nog men. Daar, in die organisaties, dragcn

ze, met wei degelijk ook het cigcnbe- lang voor ogcn, bij tot het gemccn- schappelijk belang. Het Engel'> heeft cr fraaie woorden voor: een 'ciuil \ociety' dat voorhij het particularistische eigen- bclang ten dicn<,te staat van de 'co>>IIIJOH-

( IJV 7 H '!4

ecn aanvullende betekenis: het gaat hier ook om hct geheel van midden- stands- en middcnklasscgroeperingen.

Via hun vakverenigingen hebbcn dear- hciders er vcclal met succcs naar gc- streefd om sociaal-economisch tot de bourgeoisie op tc stijgen. Het midden-

z

I m

<

m

z

m

m

z

0 m

z

<

m r

(10)

0

>

z

I..LI

0

I..LI

0

z

<t:

I..LI

>

f-

I..LI

I

z

I..LI

0

u

veld is bij uibtek het resultaat van wat in de Franse sociologic wei eens de 'em- bourgcoisemCilt' wordt genoemd.

Vanwege de belangrijke politieke rol die dit middenveld in om land altijd heeft gespeeld, wordt nogal eens het begrip corporatisme ge-

denveld nog steeds verzuild, vooral daar waar het de kern van de heden- daagse samenleving hetreft onderwijs, gezondheidszorg en media. Er zijn zelfs nieuwkomers, zoals de Universiteit voor de Humani'>tiek te Utrecht en het toenemen- bruikt. Men moet daar

voorzichtig mee zijn.

Strikt genomen staan in een corporatistisch sy- steem de maatschappelijke organisaties ten dienste van de al dan niet stcrk gecentraliseerde staat, zijn daar als hct ware de ver- lengstukken van 1 Dat was tot aan hct hoogtij van de verzorgingsstaat in ons land niet het geval. De merendeels verzuilde or- ganisatics in hct midden- veld waren ten opzichte van de staat juist au- tonoom. Dat wcrd onder

Vervaging van de aantal islamitische ba- sisscholen als mogelijk begin van een verdergaan- de islamitische verzuiling Wat veranderde is vooral het karakter van de levens- heschouwelijke inhoud van de zuilen zo u wilt, hun ideologie Die is in ai- le gevallen gemoderni- seerd, algemeen en vaag geworden - het tegendecl van fundamentalistisch dus. Katholieke scholen,

levensbeschouwe- lijke identiteit ten

behoeve van de Grote Neutraliteit

en radicale individualisering

zijn de twee grootste

bedreigingen voor ziekenhuizen en media

het CDA. zijn niet n1eer 'rooms', maar katholiek-in-algeme- ne-zin. Het is een organi- meer in de juridische vorm van de

stichting uitgedrukt Wei hadden de bestuurdcrs van de grote en machtige organisaties nogal vee! invloed in de politicke arena. Deze invloed had in- derdaad een corporatistisch karaktcr.

Nog steeds verzuild, maar wei veranderd

Dat maatschappelijke middenveld is in Nederland van oudsher verzuild, dat wil zeggen op verschillendc lcvensbe- schouwingen gefundcerd: rooms-ka- tholick, liheraal-protestant, orthodox- protestant, socialistisch- humanistisch, liheraal-humanistisch. En juist hier is scdcrt vooral de Jaren zestig sprake van ingrijpende veranderingen die ik kort de revue laat passeren.

Om te beginnen:wat organisatiestructu- rcn hetrcft is het maatschappelijke mid-

satorische identiteit, onderdeel van een ruime, open-katholicke organisatiecul- tuur. Dat geldt ook voor de andere ho- vengenoemde levensbeschouwingen.

Voorts - en dat is hiermee nauw ver- honden - zijn de mensen in deze vaag- verzuilde organisaties sterk g6n- dividualiseerd, of anders geformulcerd:

zc zijn niet meer, zoals in de jaren vijf- tig, vanzclfsprekend 'katholiek', 'socia- listisch', 'humanistisch', 'prote<,tanr..' Ook zien zc zichzelf niet als vanzelf- sprekendc ondcrdelcn van een collecti- viteit die hen in hun Ieven zou kunnen controlcren. Er is nauwelijks meer '>pra- ke van collectivi'>me en de daarmee ge- paard gaande groepsdwang is sterk afgenomen, zo niet geheel verdwencn.

Ze zitten met andere woorden heel los in hun verzuilde ja'>je'>, zo lm dat ze lie- ver niet toegeven nog steeds verzuild te

UlV 7·H '!4

(11)

zijn. Hun loyaliteit met hun organisa- tics is open en flexihel.

Ook i'> van bclang dat mel hct uitdijcn van de sterk gecentraliseerde verzor- gingsstaat de autonomic van de verzuil- de organisatics verminderde. Door de vaak overvlocdige <,uh<;idiering die gre- tig werd aanvaard, werdcn vooral de organisatie<; in de gezondheidszorg, de welzijnsscctor en het ondcrwijs stcrk afhankelijk van 'Den Haag' en de des- bctretlcnde ministcries. Deze afhanke- lijkheid werd nog verstcrkt door de professionalisering van de zorg.

lmmers, 'professionals' hebben er be- lang bij zoveel mogelijk subsidies 'bin- ncn te halen' en oricnteren zich dientcngevolge meer op 'Den Haag' en andere overheden dan op de vcrzuilde achterban.

Het CDA en het middenveld

Hct verwilde, maatschappclijke mid- denveld is van oudsher en nog steeds biJ uitstek het politieke terrein waarop de christen-democratic operecrt. Zou de ontzuiling in de toe-

Vervaging van levensbeschouwelijke identiteit ten behoeve van de Crute Ncutralitcit en radicale individualisc- ring, het einde van iedere vorm van collectieve loyalitcit en van verant- woordelijkhcid voor het algemcne be- lang, zijn indcrdaad de twee grootste bedreigingen voor het CDA. Wic in dezc richting die vooral bij de zogehe- ten 'pomo's' ('post-modernisten') popu- lair is, mecpraat en meedoct, zaagt de wortels van het CDA af.

Natuurlijk betekent dit niet ccn plei- dooi voor een terugkeer naar de verbc- ten lcvensbeschouwelijke tegenstel- lingen en het Gemelnschaft-collectivisme van de jaren vijftig' Er is een eigentijdse en moderne vorm van zuilenidentiteit en cen eigentijdse, moderne vorm van collectivisme.

We hoevcn daar het huidige CDA-pro- gramma niet of nauwelijks voor bij te stellen. Het ligt vervat in de idee van een door de Bijbel g6nspireerde veranl- woordelijke samcnleving; een inspiratie niet aileen voor kerkelijke, maar ook voor rand- en buitenkerkc- komst radicaal doorzetten,

bij voorbeeld door tal van fusics tot omvangrijke or- ganisatics, waarin de zui- lenidcntiteitcn in een

Het post- \ijke burgers. De idee van een vcrantwoordelijke sa- menleving komt zelfs te- gemoet aan een door steeds mccr men sen steeds Crotc Neutralitcit opgaan,

dan ziet het cr voor het CDA a is politicke volksbe- weging op het middenveld somber uit Zou bovcn- dicn de individualiscring radicaal doorzetten en burgers zich geheel terug-

modernistische adagium Anything

Goes helpt geen mens verder, als het

om belangrijke ethische vraagstukken gaat.

sterker gevoelde behoefte.

De door velen gesigna- lccrde individualisering ten spijt is toch waar te nemen dat steeds meer mensen zoeken naar zin- volle kaders, waarbinnen

trckken op hct per dehnitie kleine ei- genbclang - vcilig verschansl achter de voordeur, zondcr enig verantwoorde- lijkhcidsgevocl voor wat er buiten de voordeur gebeurt- dan ook zijn de da- gen van het CDA gcteld.

zij hun Ieven kunnen reali- seren. Kennelijk houden mensen het niet lang vol in puur functionele en ra- tionelc verbanden, hebbcn zij behoefte aan \eel- en werkkadcrs die zij als zin- vol ervaren. Hocveel humbug daar ook vaak mee vcrbonden is, men moet het

UlV78'14

n

m

z

I m

<

m

)>

z

0 m

m

z

0

0

m

z

<

m r

(12)

'·'""'

LW

:>

:z

LW

co :z

·<t

If-

IW

:z

I :.U

:u

zockcn naar vitalc hedrijfscultuur in dit Iicht zien en waarderen. Wanneer ccn organisatie in de private of in de pu- blickc '>ector z1ch afvraagt wat haar cul- tuur cigenlijk is. dan gaat het voorhij hct produkt dar wordt gemaakt of gclc- verd om ecn gedeelde ident1teit: 'dit i-;

waar we met elkaar voor staan'.

Het is in deze zin dat een verzuilde identiteit, hoe modern en du-; hoe vaag en algemeen ook, voor organisaties in het maat<>chappelijk middenveld nog steeds· of wei Iicht: opnieuw · relevant is. 'Waar staan we in deze organisatie met elkaar voor7 Welke zin en beteke- nis geven we aan ons gczamenlijke wcrkJ'

Nauw met de organisationclc zinvraag verbonden is natuurlijk ook de her- nieuwde roep om waarden en nnrmen.

We Ieven in een overdaad aan informa- tie en moeten steeds mecr leren daarin hct kaf van het knrcn te scheiden: 'hoe selccteren we de stromcn informatie die op om afkomen/ is een hamvraag in het volop gemoderniseerde Ieven. Ecn dergelijke selcctie kan natuurlijk aileen vanuit enigermatc duidelijke waarden en normcn worden gedaan. Ook kan hier gewezen worden op het toene- mende helang van ethiek ten opzichte van de modcrne technologic. Hct meest voor de hand liggende vonrhceld is de medische technologic wat zijn de ethische grenzen van de genenmanipu- laties, van het rekkcn en het vroegtijdig beeindigen van levenJ Ook de milieu- problematick stelt ons in toenemende mate voor morele problemen. Waarden en norm en zijn hier essentieel. Het mo- rcle grauw van de Grote Neutraliteit biedt hier natuurlijk generlci uitkomst, is hooguit de speelruimtc vnor een pnst-modernistische vrijhlijvcndheid.

Maar hct post-modernistische adagium Anything Coc-; helpt geen mcm verder,

als het om hclangriJke ethischc vl·aag- stukken gaat.

De kerkgcnootschappen zijn notuurlijk de eer~t aangc\vczcn in~tantic" om dui- delijke waardcn en normcn aan tc hie- den en te verspreidcn. Dat i-; hun apostol1sche npdracht. Maar het is ook evident dat dcze waarden en normen voor zccr velen van ons niet 'hard' en zell-; niet 'concrect' zullcn zip1, zoals ze dat waren in het hoogti) van de verzuil- dc samenleving. Zc zullen 'open' en vaak ook 'flexihel' zijn, onderworpcn aan reflexics en dehatten en nict Ianger hecht verankerd in traditionele, institu- tionele kaders2 Dat geldt ook voor de verzuildc organi-;aties in het midden- veld: hun menscn zullen erg losjcs in hun verzuilde jasjc steken Hun loyali- teit ten npzichte van hun nrganisaties is navcnant losjes en wordt gcdeeld met andere, niet zcldcn totaal verschillende loyaliteiten

Dit alles hccft vcrgaande consequentie'>

voor het CDA. Om te heginncn zou het een misvatting zijn te menen dat het CDA al., politicke partij een inhou- delijk hevredigend antwonrd zou kun- ncn geven op hovengenoemdc zinvraag van de burgers. Hct kan niet een surro- gaat-kerkgenoohchap worden en moet dus ook nnoit gaan 'preken' Wei kun- nen en moeten CDA-pnlitici deelnc- men a an het puhl ieke dehat over waarden en normen en over de vcle prohlcmcn die up ems maat-;chappeliJke hord liggen Ze zijn dan inderdaad declnemer<, aan dit dchat, niet woord- voerders voor een partij die zou weten hoe bet op ethisch en moreel gehied al- lcmaal zou moeten toegaan in om land Het CDA zal er verder mee rekening moeten houden dat de modern-vcrzuil- de organisaties in het maatschappelijkc middenveld weliswaar zijn traditionele elcctoraat herhergt, maar dat daarin

CllV I s 'J I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

soonlijk. lk wou dat het niet waar was. H zou willcn dat ons CDA zich mccr zorg zou geven. dat wij dus zelf mccr zorg zouden hebbcn voor individuele ledcn. voor onze gcmeenschap

Goodijk verwoordt op het niveau van de governance het breder levende besef, dat katholieke en christelijke scholen voor de uitdaging staan om hun identiteit te verbinden met hun

En laat je door Rutte niet wijs maken dat het noodzakelijk is om gewone mensen de hele rekening van de crisis te laten betalen, want die kan wel degelijk eerlijk worden gedeeld..

De buurt is niet alleen een belangrijke eenheid van sociale en ruimtelijke ongelijkheid, maar ook een platform voor gemeenschapsvorming en de dagelijkse sociale interactie

[r]

Door elkaar te waarschuwen voor bekende fraudeurs, zijn alle zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten alert en kunnen zij preventieve maatregelen treffen om herhaling

En het is een schande dat het college in een rechterlijke procedure het bestaan van voor de zaak relevante informatie ontkend, terwijl diezelfde informatie gewoon in