Vraag nr. 48
van 28 november 1996
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Sociale huurwoningen – Maatregelen voor senio-ren
De toename van het aantal bejaarden in onze samenleving heeft uiteraard ook gevolgen voor het beschikbaar stellen van aangepaste en degelijke woningen.
Vele senioren wensen zo lang mogelijk hun zelf-standigheid te behouden en voelen er niet veel voor om hun intrek te nemen in gemeenschapsin-stellingen zoals bejaardentehuizen, r u s t h u i z e n , enzovoort.
In een aantal gevallen bewonen deze senioren sociale huurwoningen, die zij niet wensen te verla-t e n . Heverla-t gaaverla-t daarbij soms om huizen waarin zij tientallen jaren hebben gewoond. Wel zien deze huurders er tegenop te moeten instaan voor onder-h o u d s k o s t e n , onder-hoewel daaraan ten gevolge van natuurlijke sleet vaak behoefte is.
Voor de samenleving zijn er vele voordelen ver-bonden aan het zelfstandig wonen van senioren. Het lijkt daarom wenselijk dit zelfstandig wonen te bevorderen.
1. Welke maatregelen zijn er specifiek getroffen ten behoeve van de senioren die worden gecon-fronteerd met onderhoudskosten aan hun socia-le huurwoningen ?
Komen ze in aanmerking voor speciale toelagen om hun woning te laten aanpassen of moeten deze werken worden gefinancierd door de huis-vestingsmaatschappij ?
2. Genieten senioren die in onaangepaste oudere sociale woningen wonen prioriteit bij de toe-kenning van nieuwe sociale woningen (huizen of appartementen) ? Aan welke voorwaarden moeten ze voldoen om voor dergelijke prioriteit in aanmerking te komen ?
Antwoord
1. De enige onderhouds- of herstellingswerken ten laste van de huurders van een sociale huurwo-n i huurwo-n g, zijhuurwo-n deze bepaald ihuurwo-n artikel 1754 vahuurwo-n het Burgerlijk We t b o e k . Alle andere onderhouds-of herstellingswerken zijn ten laste van de socia-le huisvestingsmaatschappijen. De kosten ervan
kunnen op geen enkele manier verrekend wor-den aan de huurders. Deze regelgeving geldt voor alle huurders. Er zijn geen specifieke maat-regelen ten behoeve van senioren.
2. Artikel 5 §1, 4de lid, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 (soci-aal huurbesluit) bep(soci-aalt dat, zonder afbreuk te doen aan de rationele bezetting, iedere kandi-daat-huurder die huurder is van een niet-aange-paste woning van de sociale huisvestingsmaat-schappij en wenst te verhuizen naar een aan zijn gezinssamenstelling aangepaste woning van dezelfde sociale huisvestingsmaatschappij, voor-rang geniet voor de toewijzing van een woning. Er zijn geen specifieke maatregelen ten behoe-ve van senioren.