• No results found

Vraag nr.85van 12 december 1996van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.85van 12 december 1996van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 85

van 12 december 1996

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Rapport federale Planningscommissie Medisch Aanbod – Overleg

Bij het federale ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu werd een Plan-ningscommissie Medisch Aanbod opgericht (Bel-gisch Staatsblad van 30 april 1996).

De opdracht van deze commissie bestaat erin "de weerslag te evalueren die de behoeftenbepaling heeft op de toegang tot de studies van zorgver-strekkers".

Jaarlijks zal er blijkbaar een verslag worden opge-steld over de relatie tussen behoeften, studies en doorstroming onder andere tot de stages voor bij-zondere beroepstitels. Het rapport – dat voorstel-len bevat in verband met het globale medisch aan-bod en de verdeling per gemeenschap – zou tegen 15 mei 1996 klaar zijn.

Omdat deze resultaten voor Vlaanderen – dat de opleidingen van de zorgverstrekkers autonoom organiseert – belangrijk zijn, had ik van de minis-ter willen vernemen of hij over dit rapport beschikt.

1. Zo ja, wat zijn de resultaten van het rapport, in het algemeen en per beroepsgroep ?

Werden/worden deze resultaten besproken met : – de Vlaamse minister bevoegd voor Vo l k s g

e-zondheid,

– de Vlaamse minister bevoegd voor Welzijn, – betrokkenen uit het onderwijs,

– adviesorganen van het onderwijs, de volksge-zondheid, welzijn,

– de federale minister bevoegd voor Vo l k s g e-zondheid ?

Wat is het resultaat van deze besprekingen ? 2. Zo neen, heeft de minister reeds stappen gezet

om dit rapport te kunnen krijgen en te bespre-ken met de federale minister bevoegd voor Volksgezondheid en met andere mogelijke part-ners ?

N.B. : Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan mevrouw Wivina Demeester-De Meyer,

Vlaams minister van Fi n a n c i ë n , B e g r o t i n g en Gezondheidsbeleid.

Antwoord

Op 22 oktober 1996 heeft de federale Plannings-commissie Medisch A a n b o d , ingesteld bij de wet van 29 april 1996, houdende sociale bepalingen, een eerste advies neergelegd.

Ik ben formeel niet in kennis gesteld van dit advies. Ik heb wel informeel kennis kunnen nemen van de tekst ervan via de vertegenwoordigers van de Vlaamse universiteiten in de commissie. Het advies richt zich op het vaststellen van de contingenten artsen en tandartsen die in het perspectief van de beperking van het artsenaanbod vanaf 2004 toe-gang tot het beroep zullen krijgen.

De bedoelde commissie en het vermelde advies behoren tot de bevoegdheid van de federale minis-ter van Vo l k s g e z o n d h e i d . Die heeft op geen enkele wijze overleg gepleegd met de instanties vermeld in de vraag.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de Vlaamse expansiewetgeving zijn echter vol- doende mogelijkheden opgenomen om de toege- kende expansiesteun terug te vorderen indien er z i c h , binnen een bepaalde periode na

Naar de initiatiefnemers die een aanvraag tot sub- sidiebelofte hadden ingediend voor een uitbreiding van het beddenaantal, werd in de loop van 1997 bij de behandeling van hun

Welke concrete maatregelen hebben de advies- raden van de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse openbare instellingen die onder de be- voegdheid van de minister vallen, genomen om

In welke mate rekening wordt gehouden met de adviezen van de Vlaamse regering, is slechts na te gaan als de federale overheid haar besluitvor- mingsprocedure beëindigd heeft,

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door mevrouw Mieke Vo g e l s, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en

Het stelsel van voorlopige twaalfden is door de wetgever gecreëerd als noodoplossing voor het geval de gemeenten vertraging hebben met het op- stellen van hun begroting..

D e stages die zij dit jaar volgen, zorgden immers af en toe voor verwarring en voor sommigen zelfs voor een verzwaring van hun programma ten opzichte van de reguliere studenten?.

gedaan om ook voor werknemers die algemene vakken kunnen geven in het onderwijs "nuttige ervaring" te laten meenemen wanneer ze van de private sector overstappen naar