Punten buiten een cirkel
17. N is het snijpunt van AM en c.
d ( A, c) = AN
p R 1MR 2 = 120o ! p AMR 1 = 60o p AR 1M = 90o
R 1 M
)))) = cos ( p AMR 1 ) = ½ AM
R 1M = ½ AM en MN = R 1 M dus AN = ½ AM
18. In het grensgeval is XS 1MS 2 een vierkant.
XM is een diagonaal van dit vierkant en dus geldt XM = r /2 (met r = straal van cirkel c) G wordt begrensd door c en een cirkel met straal r /2
De oppervlakte van G is dan B ( r /2 ) 2 – B r 2 = B r 2 . De oppervlakte vam c is ook B r 2 .
www.havovwo.nl
Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II
© havovwo.nl