Vraag nr. 97
van 15 februari 2001
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Wezembeek-Oppem – Benoemingen (2)
In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 1 6 van 11 oktober 2000 aangaande het beroep van de gemeente We z e m b e e k-Oppem tegen de schorsing van de benoeming van drie leerkrachten, deelt de minister mee dat, wanneer de gemeente bij de Raad van State een vordering instelt tot schorsing van het besluit van de minister, en wanneer de Raad van State daarop ingaat, de uitvoering van de beslissing van de minister wordt opgeschort tot de uitspraak ten gronde.
Op 7 november zou de minister-president het ver-zoekschrift terzake hebben ontvangen van de grif-fie van de Raad van State. Zelf had de minister daar nog geen kennis van gekregen (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 6 van 19 januari 2001, blz. 829 – red.).
Is dat intussen wel gebeurd ?
Is de beslissing van de minister inzake de schorsing van de drie benoemingen al dan niet geschorst ?
Antwoord
Op 6 november 2000 heeft de minister-p r e s i d e n t van de Vlaamse regering de verzoekschriften bij de Raad van State van de gemeente We z e m b e e k-Oppem en een particulier tot nietigverklaring van mijn besluit van 17 mei 2000, houdende vernieti-ging van de benoeming van drie leerkrachten in het Franstalig gemeentelijk onderwijs in We z e m-beek-Oppem, ontvangen.
Beide verzoekschriften betreffen een vordering tot nietigverklaring, geen vordering tot schorsing. Ik heb twee advocaten aangesteld om de belangen van het Vlaams Gewest te verdedigen.