Vraag nr. 21
van 11 oktober 2000
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Wezembeek-Oppem – Faciliteiten
Naar aanleiding van het schrijven waarmee het ge-meentebestuur van de faciliteitengemeente We-z e m b e e k-Oppem aan de inwoners van de gemeen-te vraagt in welke taal zij hun officiële briefwisse-ling wensen te ontvangen, werd door de V l a a m s e oppositie aan de gouverneur van V l a a m s-B r a b a n t en aan de minister gevraagd om de beslissing van het college van burgemeester en schepenen te ver-n i e t i g e ver-n , de over-ntvaver-nger te verbiedever-n om de kostever-n verbonden aan het drukken en verzenden te beta-len en het college persoonlijk aansprakelijk te stel-len.
Welke maatregelen heeft de minister in dit ver-band genomen ?
Houdt het initiatief van het college van We z e m-b e e k-Oppem geen doelm-bewuste wetsovertreding in en is dit derhalve geen daad van onbehoorlijk be-stuur ?
Heeft hij eventueel verdere stappen gezet die lei-den tot sancties ?
Antwoord
Ik kan de volksvertegenwoordiger meedelen dat zowel het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 juni 2000 met betrekking tot de registratie volgens taalaanhorigheid en het ver-sturen van een brief hieromtrent aan de inwoners, als het besluit van dezelfde datum van hetzelfde orgaan met betrekking tot het gunnen van de op-dracht om die brieven te drukken en onder omslag te brengen, zijn vernietigd door mijn ambt op 19 juli 2000.
Bij brief van 19 juli 2000 verzocht ik de gouverneur van de provincie V l a a m s-Brabant erop toe te zien dat de vernietigingsbesluiten worden uitgevoerd en dat eventueel betaalde bedragen uit de rekeningen worden verworpen.