• No results found

MIJ OPI IE IS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "MIJ OPI IE IS "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

l

en

Donderdag 16 april 1964 - N-o. m

Gesprek met

Mevrouw mr. Veder-Smit

(Zie pag 3)

STAATKUNDE EN MENSElJJKHEID

Het debat liep over vragen van staatkundige en staatsrech- telijke aard. Het werd gehouden in een zakelijke, sobere stijl, die de Kamer als .geheel stellig eer aan- doet. Maar alle zakelijkheid ten spijt was er op sommige momen- ten een ondertoon van menselijk mededogen. Zeer wel was men er zich van bewust, dat menselijke ge- voelens in alle verwikkelingen rond- om Prinses Irene een onmiskenba- re rol hebben gespeeld.

Zuiver parlementair gesproken was de brief aan de orde, welke Minister-President Marijnen de 9de april aan de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer heeft gezonden. De kern daarvan was, dat de Regering de woorden en ge- dragingen van Prinses Irene niet meer acht te vallen onder haar verantwoordelijkheid. Zoals mr.

Geertsema (VVD) het uitdrukte:

"De stem van haar hart is sterker gebleken dan de stem van de Grondwet". De Prinses wenste im- mers vrijheid voor haar politieke activiteiten. Vrijheid, welke de re- gering niet kon - en mocht - ge- ven.

Tot één bron van de moeilijkhe- den behoort ook het Carlisme, "een politieke beweging, die in strijd is met de beste tradities van ons volk".

(Smallenbroek, A.R.). En mr. Beer- nink ( C.H.) meende, dat het "juis- ter zou zijn geweest, indien de Prin- ses zich vóór haar huwelijk van po- litieke activiteiten zou hebben ont- houden".

Het heeft niet mogen zijn. Het is ons opgevallen, dat de Kamer, on- danks alle staatsrechtelijke en ge- rechtvaardigde critiek op de Prinses toch niet geheel uit het oog verloor dat zij, die de hoofdrol speelde in alle betreurenswaardige verwikke- lingen, zich niettemin voor een con- flict van plichten zag gesteld. Zij stond voor de keuze - aldus onge- veer drs. Schmelzer (KVP) - tus- sen haar plicht als Nederlandse prinses en haar plicht als verloof- de van een prins met politieke aspi- raties.

* * *

De Tweede Kamer heeft het be- leid dat de Regering, en in het bijzonder Minister Presi- dent Marijnen, in deze zo moeilijke en delicate aangelegenheid heeft ge- Voerd, onomwonden goedgekeurd.

Grote waardering wel'd ook geuit voor de draagster van de Kroon, die zich meer dan ooit een vorstin, trouw aan de letter en geest van de

Constitutie, heeft getoond.

In dit boeiend Kamerdebat, dat door de televisie in onze huiskamers werd gebracht, is vooral ook het moeilijke punt van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de le- den van het Koninklijk Huis ter sprake gekomen. Deze "afgeleide"

verantwoordelijkheid is niet met zoveel woorden vermeld in onze Grondwet. Mr. Geertsema heeft er dan ook terecht op aangedrongen, dat de Regering zich nader en die- per op deze zaak gaat bezinnen.

Naast de vermelde "afgeleide" ver- antwoordelijkheid is er immers de vraag, of niet de Grondwet een be- paling zou moeten bevatten, dat een Prins of Prinses van Oranje, ook buiten de kwestie van het door het Parlement goed te keuren huwelijk, uit zichzelf afstand van de troon kan doen.

De Regering heeft dan ook een wijs besluit genomen. Zij heeft onze partijgenoot prof. mr. P. J. Oud en dr. W. Drees gevraagd, haar van in- tern advies te dienen omtrent om- vang en werking van de ministeriële verantwoordelijkheid in aangele- genheden van het Koninklijk Huis.

Na het advies, uitgebracht door twee Ministers van Staat, die niet als grauwe doch als wijze eminen- ties gelden, zal de Regering nog de Raad van State horen. Dan zal blijken of een Grondwetwijziging nodig is.

* * *

I n de brief van Premier Marij- nen aan de Kamer werd in extenso het communiqué van de

ATTENTIE!

particulier secretaresse van Prinses Irene vermeld. Daar staat te lezen, dat het huwelijk buiten Nederland zal worden voltrokken. "Tussen de regels door" - aldus mr. Geertse- ma - was uit de gehele brief te le- zen, dat de Koningin en de Prins bij deze huwelijksvoltrekking niet aan- wezig zullen zijn. Met het volste recht wees onze partijgenoot (en trouwens ook andere woordvoer- ders in de Kamer) op de spanning, welke voor onze Koningin, tussen haar plicht als Moeder en haar plicht als Staatshoofd bestaat. Tevo-

ren had de oppositie-leider ir. Von-- deling (P.v.d.A.) herinnerd aan de gedenkwaardige woorden welke Koningin Juliana bij haar inhuldi~

ging in 1948 gesproken heeft: "Voor een Koningin is de taak als Moeder even belangrijk als voor iedere an- dere Nederlandse vrouw". Reden te over, om thans met diep respect te erkennen dat de Koningin bovenal gehandeld heeft als draagster van de Kroon.

• * •

Diverse feitelijke vragen zijn bij dit historisch Kamerde- bat aan de orde gekomen. Zo de

kwestie, of het een juist beleid was, dat, onder verantwoordelijkheid van de Regering, Prinses Irene deel zou nemen aan het staatsbezoek naar Mexico. En dit, terwijl het toch in de nacht van de 8ste op de 9de fe- bruari reeds manifest was, dat de Prinses door haar huwelijk van

ATTENTIE!

Denk om onze radio-uitzending van de Algemene Ledenvergadering van de V.V.D. op VRIJDAG 17 APRIL a.s. van 20.05-21.00 uur, over de zender Hilversum 11 (298 m).

Sprekers:

Ir. K. VAN DER POLS, Partijvoonitter en

Mr. W. J. GEERTSEMA, fractievoorzitter.

Luistert op WOENSDAG 29 APRIL a.s., eveneens over de zender Hilversum 11 (298 m), van 18.20-18.30 uur, naar

.,DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreekster:

Hare Excellentie Drs. J. F. SCHOUWENAAR-FRANSSEN, minister van Maatschappelijk Werk

haar rechten als eventueel troonop- volgster afstand zou doen.

Hierop kon Minister Marijnen antwoorden, dat de Prinses zou meegaan naar Mexico, omdat de uitnodiging van de President van dat land mede tot haar was gericht.

Ondubbelzinnig was het antwoord aan ir. Van Dis (S.G.P.): alle ge- ruchten, dat de Prinses ten slotte niet naar Mexico is gegaan omdat men de Prins de Bourbon had gewei- gerd zich bij zijn verloofde te voe- gen, zijn volkomen uit de lucht ge- grepen.

Niet uit de lucht gegrepen zijn daarentegen de berichten, volgens welke noch Koningin en Prins, noch de Regering op de hoogte waren van het bezoek van het verloofde prinselijk paar aan de Paus. Wij vinden het begrijpelijk, dat men uit de Kamer gevraagd heeft, wat de usance voor dergelijke prinselijke bezoeken is en of zij niet plegen te geschieden met tussenkomst van de desbetreffende ambassadeur bij het Vaticaan.

Minister Marijnen heeft hierop la- coniek geantwoord, dat het bij par- ticuliere bezoeken van deze aard niet de gewoonte is, dat de ambas- sade van het betreffende land wordt

geïnformeerd. Het bezoek van Prin- ses Irene was kennelijk een particu- lier bezoek. Aldus de Premier met een flegma dat kennelijk niet te ver- storen was.

* * *

V rijwel algemeen was het ge- voel in de Kamer, dat naar men hoopte het thans de laatste maal was, dat over dergelijke, uiterst delicate aangelegenheden een debat moest worden gehouden. Toch constateerde men met reden, dat het Nederlandse volk zich sterker dan ooit verbonden voelt met het Oran- je-Huis.

Maar juist daarom achtte mr.

Geertsema - en in zijn peroratie ook de Minister-President - het nodig althans op dit moment tot een zekere gematigdheid te moeten manen. In deze hele zaak - aldus de Premier - spelen persoonlijke verhoudingen een grote rol. Het Nederlandse volk zal moeten begrijpen, dat het voor H.M.

de Koningin zware tijden zijn. Wan- neer men te uitbundig zou demon- streren, zou dit wonden toebrengen,

die wij allen de Koningin zouden willen besparen.

Een oproep tot een reserve bij het huldebetoon, ten minste op dit ogenblik, die ons uit het hart gegre- pen is.

L.l\(

(2)

9RIJHEID EN DEMOCRATIE

MIJ OPI IE IS

.,LIBERALE

LANDBOUWLASTEN ..

Op de bijdrage "Liberale Landbouw/asten"

van mr. ]. A. Freseman Gratama ontvingen wij verschillende, zeer uitvoerige reacties. Hier·

aan ontlenen wij het volgende:

Wanneer men de betogen van mr.

Freseman Gratama goed leest dan blijkt, dat het eigenlijk om twee hoofd- punten gaat n.l.

le. Er is in de wereld een agrarisch probleem n.l. dat van permanente struc- turele overproductie.

2e. Er moet een einde komen aan de landbouwprotectie, die jaarlijks i 1.01 miljard kost.

He.t zij mij vergund deze twee stellin- gen eens aan een critische beschouwing te onderwerpen.

Toen ons land in 1945 berooid en eco- nomisch volkomen ontredderd uit de oorlog te voorschijn kwam is een be- roep gedaan op de Nederlandse land-

bouw om: ·

le. De voedselvoorziening van ons volk zo goed mogelijk veilig te stellen;

2e. De zo bitter nodige deviezen te ver- schaffen, noodzakelijk om ons in- dustriële apparaat enz. weer op te kun- nen bouwen.

De boerenstand heeft dit volbracht en daarbij genoegen genomen met prijzen, die slechts een fractie uitmaakten van de toen geldende wereldmarktprijzen.

In die tijd gold slechts één slogan:

Produceren!!

Toen de markt enigszins verzadigings- verschijnselen begon te vertonen werd het parool: Opvoering van de arbeids- produktiviteit!!

Thans meent mr. Freseman Gratarna nog een nieuw advies hier aan toe te moeten voegen: n.l. Inkrimping van de procuktie en vermindering van de z.g.

·landbouwprotectie.

Opgemerkt zij hierbij, dat ondanks de- ze z.g. protectie het arbeidsinkomen op goed geleide Groninger akkerbouwbe- drijven volgens de LEI-cijfers slechts plm. i 6200.- bedroeg over de laatste 7 jaren gemiddeld, op bedrijven van 40 ha.

Is er echter wel sprake van een we- reldoverschot aan voedsel?

WIJ LEVEREN

DOZEN

uit Massief Carton

*

Speciaal voor export

*

N.V Stroocartonfahricl< ,·/h

Eig;cn n1odern ingericht laboratorium.

Indien mr. Fresernan Gratama de moeite had genomen om de verslagen van de FAO te bestuderen, dan zou hij stellig tot een andere conclusie zijn geko- men.

In feite is er dus geen overschot aan voedsel, maar een nijpend tekort. Trou- wens laten wij nu eens dichter bij huis blijven en de vraag opwerpen wat er ge- beurd zou zijn als wij in de crisisjaren rond 1930 het advies van mr. Gratama hadden opgevolgd.

De vraag stellen is meteen deze beant- woorden: n.l. er zou in de jaren 1940- '45 geen Nederlandse bodemproduktie meer zijn geweest, die in staat was om ons volk zo goed mogelijk van het aller- nodigste te voorzien.

Het gebed: "Geef ons heden ons dage- lijks brood" zou dan een roepen in de woestijn zijn geweest, want de bezetter had dit zeker niet gedaan.

Mr. Gratama zou dan zeer zeker niet meer in staat zijn geweest te fulmineren tegen die z.g. landbouwoverschotten.

Geen hoog ontwikkeld land kan en wil het risico lopen van een tekort aan voedingsmiddelen. Men wil dus altijd een zekere buffervoorraad aanhouden. Het spreekt echter vanzelf, dat deze buffer- voorraad prijsdrukkend werklt. Het Ne- derlandse volk kan nu toch in alle rede- lijkheid niet verlangen, dat deze voed- selverzekering, die in het belang van de consument geschiedt, door de boeren be- taald wordt.

Veel reëler is het, dat de consument hiervoor een zekere premie betaalt.

Een politiek, die enkel en alleen ge- richt is op voedsel-invoer uit bijv. de Ver. Staten, Canada enz. met industriële uttvoer naar deze en andere landen is in wezen het wonen in een huis, waarvan de fundamenten staan op een andermans grond, met alle risico's van dien.

De actieve landbouwpolitiek, die in het verdrag van Rome naar voren komt getuigt van een zeer brede visie en wer- kelijkheidszin. Deze actieve landbouw- politiek is geen steun aan de boeren, maar de logische consequentie van een samenleving, waarin de overheid nu een- maal op alle terreinen een rol is gaan spelen.

Wij zijn dus in de EEG, dit in tegenstel- ling met de opvatting van prof. Hartog, gesteld in zijn rede in Groningen voor het Instituut voor Landbouwcoöpe- ratie, m.i. in goed gezelschap. En in dit gezelschap zullen wij, in ons aan grond- stoffen arm land, deze landbouwgronden zeer zeker nodig hebben. Wij liquideren toch ook niet onze mijnen. Maar wij moeten oppassen, dat door het defaitisme van mr. Freseman Gratama en de zijnen en het gernilimeter bij onze prijzenpoli- tiek wij de moed niet verliezen, maar voortgaan om onze landbouw technisch en economisch zo uit te rusten, dat zij te allen tijde de concurrentie van onze EEG-partners kan weerstaan.

Als men nu bedenkt dat, ondanks deze landbouwpolitiek de moeilijkheden in de EEG niet in eerste instantie veroor- zaakt worden door onze duur1te, maar veeleer door ons goedkoop produceren en dat die Nederlandse landbouw met 10%

aan mensen het klaar speelt naast de voedselvoorziening, in grote lijnen, voor ons volk nog 25 à 30% van ons export- volurne te leveren dan komt de beschou- wing van mr. Gratama toch wel in een geheel ander licht te staan.

Wanneer mr. Gratama prof. Horring aanhaalt om te bewijzen, dat wij kunst- ma,tig overschotten kweken (hij spreekt trouwens ook over kunstmatige schaar- ste) dan slaat dat niet op onze bodem gebondene produktie, maar op de pro- duktie van melk, van kaas, vlees, pluim- vee en eieren met ingevoerd krachtvoer.

Deze z.g. veredelingsindustrie, die in tegenstelling met de bodemgebonden pro- duktie ongelimiteerd en door iedereen (b.v. grootwinkelbedrijven) kan worden ondernomen en uitgebreid bergt inder- daad de kiem voor overproduk!tie in zich.

Hiervoor heeft prof. Horring gezegd, dat de meerdere produktie en opbrengst niet altijd de prijs van het ingevoerde krachtvoer heeft goedgemaakt.

Wanneer men echter meent, dat de ver- edelingsindustrialisatie moet doorgaan en desnoods moet worden uitgebreid ge- zien onze gunstige ligging daarvoor, ter- wille van onze nationale economie, dan kan men toch waarlijk niet onze bo- demgebondene bodemprodukten hiervoor de dupe laten worden.

Ik moge tot slot mr. Freseman Gratama e.a. de wens meegeven, dat zij zullen mo- gen inzien, gedachtig aan de woorden van de Duitse econoom dr. Edward Da- vid, dat:

"Die Eingangspforte in das Verständnis der allgemeinen Volkswirtschaft nicht ist die Betrachtung der industrieellen Ent- wicklung, sondern die Untersuchung der landwirtschaftlichen Produktion".

Sauwerd B. J. KUIPERS

* • *

WIEGSANEREN

Mr. Freseman Gratama levert scherpe critiek op de bestaande landbouwbe- scherming. Hij adviseert voorlichting aan het Hoofdbestuur door full dress eco- nomen, daarbij opmerkend, dat Land- bouw over te veel ingenieurs en te weinig economen beschikt.

Gaat men deze bescherming afschaf- fen en nog dumping toelaten bovendien dan zou echter op korte termijn de landbouw in de bestaande vorm wel eens kunnen worden weggesaneerd.

Technisch is dit misschien wel uitvoer- baar. Maar welke bedrijfstakken en be- roepen zouden vandaag nog de juis~e

structuur hebben als via een eenzijdige koude economie een zo volledig mogelijk rationaliseren en automatiseren op de kortst mogelijke termijn werd doorge- voerd. Zelfs oliemaatschappijen en staats- mijnen moeten via de prijs nog tegen een al te onstuimige opmars van aardgas worden beschermd.

Door een heel net van maatregelen op het gebied van kartels, monopolies, ver- gunningenstelsels, vestigingseisen, invoer- rechten op allerlei produkten en dien- sten, c.a.o.'s, wachtgeldregelingen, huur- prijsbescherming, sociale verzekeringen enz. geniet vrijwel ieder enige bescher- ming tegen de chaos.

Onlangs heeft een groep geleerden in de Ver. Staten president Johnson ge- waarschuwd voor de gevolgen van onge- remde toepassing van automatisering en al te exclusief uit alleen rationeel-eco- nomische overwegingen handelen. Gaat men dat in Nederland op de lamdbouw, een minderheid, maar in Europees ver- band gezien één der beste bedrijf$lk- ken, wel ongeremd toepassen dan sticht men een onvoorstelbare bron van ellen- de en verdriet. Eigenlijk is men daar nu al vrij ver mee gegaan.

Anderzijds zijn misschien in de land- bouwpolitiek ook wel fouten gemaakt en was deze te veel politiek dwz. gericht op de meeste stemmen. Daar bijna alle boe- ren geïnteresseerd zijn in melk, werd landbouwpolitiek overwegend een melk- politiek dwz. overschotten stimulerend en zo veel mogelijk arbeidsplaaJtsen. Ter- wille daarvan werden bijv. weinig arbeid vragende teelten als voergraan onaan- trekkelijk gemaakt. Een provincie, waar bijv. door de boeren zelf ruilverkaveling met percelen van 100 ha, dus gericht op de toekomst, is aangevraagd, wordt qua prioriteit op aandrang der centrale land- bouworganisaties achtergesteld etc. Daar- om zou een wat minder "politiek" land- bouwbeleid m.i. wel te verdedigen zijn tot bepaalde grenzen.

Maar als het Hoofdbestuur van de VVD zich wil laten voorlichten door full dress economen, laat het dan ook kennis nemen van genoemd rapport aan de Amerikaanse president. Want al te exclusief economisch denken kan veel misère veroorzaken.

In de dertiger jaren waren er econo-

16 APR:n; l.964- PAGINA 2

men, die adviseerden de Nederlandse bodem maar braak te laten liggen, om- dat men goedkoper kon importeren. Dank zij het feit, dat de Regering anders han- delde konden in de jaren 1940/45 nog zo veel mensen voor uithongering worden bewaard, dat in de vij:fltiger jaren door o.a. economen werd geadviseerd tot grootscheepse emigratie, ook met het oog op werkgelegenheid, grondgebrek etc.

Maar dank zij het feit, dat dit niet al te radicaal werd doorgevoerd hoeven we nu niet nog meer Grieken, Turken, Spanjaarden e.d. te importeren. Men kan in enkele jaren wel een paar hon- derd duizend boeren wegsaneren, maar hoe kort daarop zit men met het pro- bleem van al die ongelukkige halfge- schoolden? Kol'tom, politiek vereist al- lereerst veelzijdig en ook humaan den- ken.

Meeden (Gr.) A. VAN DELDEN

$

LANDBOUWSTEUN

In zijn artikel "Antwoord aan ir. L.

G Oldenbanning" stelt mr. J. A. Fres- m~n Gratama, dat er wel degelijk over- produktie is in de landbouw. Dat is de laatste jaren wel het geval geweest, maar gezien de huidige rantsoenering van bo- ter aan de détaillist en de stijging van de vleesprijzen heeft dat overschOlt slechts enkele procenten bedragen.

Het is in de landbouw nog altijd zo ge- steld, en dat zal wel zo blijven, dat wij afhankelijk zijn van het weer, van vee- ziekten (mond- en klauwzeer, varkens- pest), die de produktie kunnen beïn- vloeden. Het gevolg is, dat - al zouden wij dat ook willen - wij de produk·

tie nooit in de hand hebben.

Wat de lapdbouwsteun betreflt, die is m.i. niet in het water gegooid. Want de Nederlandse consument heeft altijd in vergelijking met onze EEG-partners een goedkoop voedselpakket gehad. Als de aanpassing van prijzen en lonen straks een feit is, dan zal de industrie ook moe- ten tonen, of zij de concurrentie met onze partners zal kunnen doorstaan.

Men heeft tot nu toe altijd van de schriele beloning in de landbouw gepro- fiteerd.

Als wij de zaak economisch bekijken, kunnen wij de textiel misschien goedko- per betrekken van Japan. Maar als wij alles elders kopen, dan komen wij met onze betalingsbalans niet rond. Onze agrarische export is momenteel nog 25%

van de totale export. Met 10% agra- riërs is dat m. i. nog niet zo een slechtte prestatie. Daar werken de landbouw- industrieën wel aan mee, plus vervoer, handel, dienstverlening e.d. Dan is er nog de voedselvoorziening van ons volk.

De heer Freseman Gratama schrijft, dat wij de desbetreffende landbouwgronden niet meer nodig hebben. Maar dan be- grijp ik niet waar hij het geld vandaan wil halen om de betalingsbalans in even·

wicht te houden.

Ten slotte: Als de industriële hoogcon- junctuur aanhouèLt, dan behoeven wij in de toekomst niet bang te zijn voor over- produktie in de landbouw. Want, gezien het leerlingenaantal op de lagere land- bouwscholen zakt de animo voor de landbouw af. Hierdoor zal de produk- tie geringer worden.

Het gevolg is, dat de prijzen wel weer zoveel zullen stijgen, dat wij geen egali- satiefonds meer nodig hebben. Maar als welvarend volk kunnen wij ons m.i. niet permitteren een landbouw te hebben, die niet aan moderne eisen voldoet en die niet voor voldoende voedsel kan zor- gen.

Markelo H. J. ZENDMAN

(3)

:VRIJHEID EN DEMOCRATIE

OPVANGEN

,:, Met de beveiliging der midden-

* * bermen op autosnelwegen gaat het "langzaam aan". Er schijnen op dit og·enblik slechts 'n 50 km autosnelweg voor lugubere grensoverschrijdingen te zijn gevrijwaard. Toch behoort op dergelijke wegen de afwezigheid van tegenliggers een axioma te zijn. Na verluidt is "Waterstaat" nog steeds aan het experimenteren, welk systeem - vangrail, olifantsdraad of andere draadconstructie - het beste bevei-

liging biedt. Ook zouden er deskun- digen zijn, die hebben uitgevonden dat middenbermbeveiliging soms tot kettingbotsingen kan leiden. Dit moge zo zijn. Het staat vast, dat door de rij- banen w e r k e I ij k gescheiden te houden, vele mensenlevens kunnen worden gespaard. Laat men haast ma.

ken met het opvangen van uit hun baan geraakte auto's. Laat men zelfs haast maken met he.t tegengaan van perfectionisme van sommigen op het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

ONVERTEERBAAR

* In de RAl te Amsterdam wordt

* * deze week de internationale ver- pakkingsbeurs Macropak gehouden.

Daar blijkt dat de spectaculaire op- mars van het plastic als verpakkings- materiaal nog niet tot staan is geko- men. Gezien alle gemakken voor het publiek een verheugend verschijnsel, dat echter ook zijn schaduwzijden heeft. Weggegooid plastic verteert niet en is daardoor een gevaar voor het vee, een hinderpa~ voor de water- afvoer, een probleem voor de com- postbedrijven en een bron van er- gernis voor de natuur-toerist. De actie "Opgeruimd staat netjes" heeft helaas nog maar weinig succes ge- had Daarom dienen overheid en plasticverwerkende industrie samen naar mogelijkheden te zoeken om dit nieuwe kwaad afdoende te be- strijden.

WEIN~G CONSTRUCTIEF

* Tijdens een rede voor de Feilera-

* * tie van Christelijk-Histolische Jon- gerengroepen heeft CRU-voorzitter mr

Beernink zaterdag de jeugd weinig hoop gegeven dat zijn partij moder- ne wegen zal inslaan. Samengaan van AR en CH of de vorming van een Ne- derlandse CDU verwierp hij zonder meer. Ook bleek hij van mening dat er aan ons kiesstelsel niet mag Worden getornd. Zonder te willen te- genspreken dat er aan een gedeelte- lijk districtenstelsel ook grote nade- len kleven, moet toch worden be- treurd dat de CRU-voorzitter zo wei- nig constructief meedoet bij de hui- dige pogingen het poliUeke samen- spel te intensiveren en het parlement dichter bij volk en kiezer te brengen.

Geen wonder dat de FCHJG thans niet bloeit. En wie de jeugd niet heeft, ...

TWEE BEKENDE MERKEN

16 APRI{; 1964 - PAGINA I

Nlevroutv VederaSmit:

Wij moeten militant Z1Jll

"A Is kind vond ik het boeiend, de hoofdartikelen in de NRC te lezen". Terwijl zij deze ont- hulling doet, moet mevrouw mr.

Elizabeth Veder-Smit zelf even glimlachen om er de enormiteit aan te ontnemen. Zij vertelt eenvoudig, naar aanleiding van onze vraag hoe zij in de politiek is gekomen, "van voren af aan". Men moet de tijd in aanmerking nemen, waaróver zij spreekt.

Het kind, dat zich in de grote li- berale krant verdiepte, leefde in een periode van grote internationa- le spanning. Menigmaal hoorde zij de opgewonde en opwindende stem van Hitler door de radio en

"dan liep er een rilling over mijn rug, het benauwde mij zo, ik had behoefte aan een kalmerend be- toog, dat dwars tegen dat gebrul in ging".

Het meisje woonde in Kinderdijk, in de onmiddellijke nabijheid van de grote rivier, die zich tussen hoge dijken en altijd-bezige werven naru:

de vrije zee beweegt. Al acht gene- raties van haar familie hebben een van die scheepswerven beheerd;

geen wonder, dat de beweging - de bewogenheid - van de rivier in haar bloed zit.

Haar ouders stuurden haar naar het gymnasium in Dordrecht. Een

"kleine, maar goede school", zoals ze dankbaar getuigt. Aan enige po- litieke voorkeur werd er echter niet gedaan.

Stemdie

Toen Elizabeth eens een strikt li- beraal opstel inleverde over "vrij- heid en gebondenheid", kreeg zij van haar leraar een standje.

Het lijkt alles niet zo belangrijk;

toch is het telkens weer merkwaar- dig te vernemen hoe sterk het libe- rale beginsel juist in de jeugd van hen, die nu tot de vooraanstaanden in de partij mogen worden gere- kend, heeft gewerkt. De tijd vlak vóór en in het begin van de oorlog activeerde de gevoelens, gaf er een definitieve richting aan.

Zeer belangrijk waren voor de jon- ge studente de eerste oorlogsmaan- den in de universiteitsstad Leiden.

Zif noorde Cleveringa zijn beroem- de rede uitspreken. Ook heeft zij een nooit-aflatende herinnering aan de dag, toen studenten - één lange ketting van eensgezindheid vor- mend - de bibliotheek van prof.

Meyers in veiligheid brachten.

Schokkende omstandigheden maar Elizabeth twijfelde nooit aan wat haar te doen stond: zij hield zich standvastig bij haar rechten- studie.

Het candidaatsexamen deed zij nog in de Sleutelstad, doch toen de- ze voor haar en zoveel anderen ge- sloten werd, ging zij naar Utrecht om daar clandestien àf te studeren:

het ene tentamen na het andere, net zo lang tot zij de meesterstitel had behaald.

In 1947 was zij afgestudeerd, maar toen had zij toch al de eer- ste stappen op het politieke pad ge- zet want onmiddellijk na afloop van de oorlog verleende zij steun bij de heroprichting van de Bond van Jon- ge Liberalen in Utrecht en ook was zij betrokken bij de organisatie van de Partij van de Vrijheid, samen met dr. Jane de Iongh en de heren BoeHaard en Koos Stempels.

Ce ntrcde-vertege nwoordigster

Vier maanden nadat zij met de studie klaar was, trad Eliza- beth Smit in het huwelijk met mr.

Veder, toen substituut-griffier aan de rechtbank in Utrecht. Het jonge juristenpaar ging in Bilthoven wo- nen. Het duurde niet lang of zij richtte daar een vrouwengroep van de VVD op; dit was het begin van een reeks van dergelijke activiteiten.

Na Bilthoven kwamen o.a. Drieber- gen en de Vechtstreek aan de beurt.

Dan, onverwacht, werd mevrouw Veder bEmoemd tot Centrale-verte- genwoordigster van de Vrouwen in de VVD in de provincie Utrecht.

Er viel hier veel voor haar te doen en het lijdt geen twijfel, dat het vooral aan haar voortvarendheid te danken is, dat deze Centrale zo'n vooraanstaande plaarts in den lande heeft gekregen. Een van de belang- rijkste initiatieven, die zij daar nam, was de instelling van een zgn. pro-

MEVROUW VEDER-SMIT vinciale dag, waarop alle vrouwe- lijke VVD-leden zich plegen te verenigingen tot gezamenlijke be- spreking van allerlei vraagstukken die het liberale beginsel raken.

De politieke weg van mevrouw Veder ging steeds hogerop. Van 1954 tot 1962 was zij lid van de Provinciale Staten van Utrecht, waarbij zij zich vooral onderscheid- de bij de behandeling van zaken be- treffende subsidiebeleid, maatschap- pelijk werk en culturele kwesties.

Ook nam zij nu zitting in het be- stuur van de Stichtse Culturele Raad (die zich o.m. bezig houdt met het organiseren van reizende tentoonstellingen van beeldende kunst enz.) en in het dagelijks be- stuur van de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid, een vrij groot lichaam lTlet een zeer goed werkend apparaat.

In 1957 werd zij tot raadslid in Zeist gekozen en reeds het volgende jaar nam zij het wethouderschap op zich - zij was toen op één na de jongste vrouwelijke wethouder in Nederland.

"Deze functie", zegt zij, "heeft mij bijzonder veel bevrediging ge- schonken. Ik ben blij, dat ik daar mijn zittingstermijn àf heb kunnen maken voordat mijn man tot rech- ter in Leeuwarden werd benoemd, zodat we naar Friesland moesten verhuizen. Maar ik was nauwelijks twee dagen in mijn nieuwe omge-

ving of men vroeg mij of ik Cen- trale vertegenwoordigster van de Vrouwen in de VVD in de provin- cie Friesland wilde worden; en dit heb ik graag aangenomen. En daar- bij komt dan natuurlijk ook de be- noeming tot lid van het dagelijks bestuur van de VVD, als assessor, met de taak, de interne contacten in de partij te verstevigen. Het is ont- zettend jammer, dat ik nu juist deze winter ziek moest worden, zodat ik vele weken lang tot non-acti- viteit was gedwongen".

Het interview, dat wij al in het begin van dit jaar met mevrouw Veder hadden willen hebben, was ook wegens haar ongelukkige her- nia uitgesteld. Geruime tijd moest zij in het ziekenhuis te Groningen liggen en daarna heeft zij herstel van krachten gezocht (en gevonden) in de warmte van de Canarische Eilanden. De dag, dat wij haar in haar huis te Leeuwarden bezochten, was misschien wel de koudste en onaangenaamste dag van dit voor- jaar, maar onze gastvrouw kwam ons met stralende energie tegemoet en heel haar wezen illustreerde haar vurige wens om "nu eindelijk weer met kracht aan het werk te gaan".

Veel te doen

"Er is hier in Friesland voor de VVD heel veel te doen, vooral als u weet· dat we in deze provincie, wat stemmen betreft, ongeveer twee procent onder het landelijke gemid- delde zijn. Ik hoop allereerst de Friese vrouwen een politieke voor- lichting te geven. In het Groningse ziekenhuis is mij ook weer geble- ken, hoeveel misverstand er omtrent onze partij bestaat.

Ik heb heel leuke gesprekken met verpleegstertjes gevoerd. Dan hoor je pas hoe "men" denkt en hoe no- dig het is, de scheve mening over

"die liberale ondernemers" recht te zetten. Wij moeten van dit verkeer- de beeld zien af te komen en dat kan alleen, wanneer wij een goed voorbeeld geven en vóór alles onze persoonlijke verantwoordelijkheid jegens de medemens, vooral jegens de in de verdrukking rakende groep van de kleine zelfstandigen onder- strepen. Wij moeten deze taak echt heel ernstig opvatten en militant zijn. Verleden jaar hebben wij hier in Friesland ook een provinciale dag gehouden; er kwamen toen on- geveer zeventig liberale vrouwen bijeen en het bleek, dat er behoefte aan bestond.

In mei a.s. zullen we weer samen- komen, ditmaal in Grauw, en dan zullen we het grote genoegen heb- ben, mevrouw Schouwenaar te ho- ren spreken. Ik voel mij nu weer helemaal fit en ik ben vast van plan, mij met energie aan mijn taken te zetten; er moèt wat gedaan worden.

Met een opgewekte glimlach kijkt mevrouw Elizabeth Veder-Smit door het venster naar de grauwe, natte wereld van Leeuwarden en als wij haar aanzien, hebben we zo het gevoel: Wáár zij ook komt om te werken, in het warme hart van het land of in een koele provincie als Friesland, overal zal iedereen zich door de stromende werkkracht van deze bijzondere vrouw-uit-het- rivierenland laten meeslepen, naaf' de vrijheid van een oprechte overtui•

ging. Bs~

(4)

l'RIJHEID EN DEMOCRATIE

Van onze

H. Molendijk: De culturele amb- tenaar. Uitg. v.h. Ned. Cultureel Contact, het Nat. Overleg voor gewestelijke cultuur en de Ne- derlandse Jeugdgemeenschap.

De drie organisaties, die voor deze publikatie verantwoordelijk zijn, de- den een gelukkige greep, toen zij de heer Molendijk, oud-burgemeester van Amersfoort aanzochten de func- tie en opleiding van de culturele ambtenaar in het Nederlandse over- heidsapparaat en in semi-overheids- instellingen in studie te nemen en de resultaten daarvan te verwerken in het geschrift, dat wij hierbij aan- kondigen. De schrijver is uitermate deskundig en er bovendien - naar in de inleiding terecht geconstateerd wordt - in geslaagd een levendig en leesbaar rapport uit te brengen over een stof, die op het eerste ge- zicht niet tot lezen lokt. Hij beperk- te zich daarbij niet tot zijn eigenlij- ke onderwerp, doch plaatste het in een breed kader en ook voor de wij- ze waarop hij dat doe;t komt hem lof toe: in amper 35 bladzijden voert hij de lezer rond over het onafzien- bare veld van overheidsbemoeienis in een veranderende wereld, waarin ook de culturele ambtenaar een meer en meer aanvaarde figuur is geworden. Om alle misverstand te voorkomen: de term "culturele ambtenaar" bedoelt niet te sugge- reren, dat er ook a-culturele ambte- naren zijn. Het gaat in dit geschrift over de funktie van die ambtenaren, die belast zijn met de behartiging van wat men nu eenmaal aanduidt als "culturele aangelegenheden".

Als voornaamste kenmerk van de veranderende maatschappij wijst de auteur op de toenemende mechani- satie en automatie. \Ve leven in het tijdperk van de computer en het

•utomatisch brein. Dit leidde ener- zijds tot aanzienlijke productiever- hoging, zo welkom in jaren van ongekende bevolkingsaanwas, maar anderzijds roept het op sociaal- cultureel gebied problemen op, waarop wij onvoldoende voorbe- reid zijn. Het evenwicht van gees- telijke en stoffelijke waarden lijkt voorshands nog niet bereikt.

Zo treedt er ook in ons land een nieuw, min of meer uniform be- schavingstype te voorschijn, dat past in een totaal ander cultuurpa- troon. Hetis-aldus de heer Molen- dijk - zeker niet in alle opzichten ontmoedigend, doch we mogen ·wel zeggen, dat het beschavingsniveau niet altijd mee gekomen is met de ve-rhoogde levensstandaard.

Vroeger hadden zeer veel mensen geen aandeel in de cultuur door tijdsgebrek en biHere armoede, thans werkt voor velen de plotse- ling gestegen welvaart averechts.

Het heeft er soms de schijn van of wij geboren zijn om te produceren en te consumeren en dat er geen geestelijke en ideale waarden meer bestaan.

Deze nuchtere constatering leidt Molendijk dan tot de vraag: Wat doen wij met onze welvaart, een vraag vooral actueel geworden sinds de arbeidsprestatie :yoor een

L

deel wordt beloond met vrije tijd.

Zal dit leiden tot periodieke recrea- tie, tot meerdere levensontplooiing, levensverdieping en levensverrij- king? Zal de gewonnen individuele vrijheid als een groot goed gewaar- deerd worden? Zal men de grote so- ciale verantwoordelijkheid op de lange duur met vreugde aanvaar- den? Zullen miljoenen zich avond op avond tevreden stellen met uren aaneen naar de radio te luisteren of voor het televisiescherm te zitten, of zaJ. de lust om actief bezig te zijn, weer overwinnen?

Deze (en meer) vragen doen de heer Molendijk kennen als een idea- list, die de ogen niet sluit voor de werkelijkheid. Het komt er ook voor hem op aan de passieven onder onze medemensen te activeren. Hij stelt daarbij voorop, dat vrije tijd vrije tijd is en dat wie er zin in heeft domweg voor het raam naar niets te zitten staren, dat moet kun- nen doen zonder van welke zijde ook bekeerd te worden. Maar er zullen vele keuze-mogelijkheden voor hen moeten zijn, als zij iets an- ders willen.

Na nog gewezen te hebben op de verstedelijking onzer bevolking met de vergrote invloedsfeer der over- heid in de zo gewijzigde maatschap- r;elijke structuur, tekent schrijver de overgang van de "regulatory state" naar de "social service state"

en de wijzigingen die hieruit ook voor de gemeenten voortvloeiden, die reeds lang - o.a. door Van Poel-

OP NAAR DRENTE

Als wij dit nummer krijgen is het -'- nog maar een week vóór onze land- dag in Gieten in hotel Braams. Wie zich nog niet aangemeld heeft wordt verzocht het nu direct te doen bij mejuffrouw J.

A. Willems, Zuiderdiep 32, 2e Exlöer- mond, postgiro 1020199. De kosten bedra- gen f 8,75 alles inbegrepen.

Dit danken wij aan de royale gastvrij- heid van de Kamercentrale Assen. Men hoopt ook op vele deelneemsters uit an- dere delen van het land, die dan veel zul- len horen en zien van een provincie, die haar misschien niet zo goed bekend is.

Wij hoorden al van plannen in het Wes- ten er een heel week-end van te maken.

Eenmaal zal het toch wel voorjaar wor- den en dan zijn een paar dagen in Gie- ten niet te versmaden.

Mevrouw R. M. Buurma-Vredevoogd, lid van Gedeputeerde Stalten van Drente en de heer R. Zegering Hadders zullen ons het nodige over Drente vertellen.

Dat er ook een Rotterdamse zal spre- ken: mevrouw mr. C. H. Verstegen-Kett- litz, over "het doornige pad der gelijk- waar:digheid" herinnert er aan, dat het een Landdag is en dat er algemene zaken zijn, die voor het hele land gelden.

Maar alles wat er tussendoor en om- heen en tot slot is, is weer Drents en echt de moeite waard. Komt dus!

Op vrijdag 24 april a.s. staan omstreeks kwart voor tien een paar Drentse dames met het weekblad in de hand U op te wachten aan het station Assen en dan

je zijn aangespoord de bakens tijdig te verzetten door zichzelf nieuwe taken op te dragen. In het nieuwe maatschappijbeeld kan de

"cultuurgemeente" niet worden ge- mist als element, dat zich uit de

"welvaartsgemeente" en de "socia- k gemeente" heeft ontwikkeld.

In dit breed opgezette kader plaatst de auteur nu de "culturele ambtenaar" als de onmisbare fi- guur. Onmisbaar, omdat in het da- gelijks bestuur der gemeenten niet steeds gerekend kan worden op des- kundigen. Onmisbaar ook, omdat de ::nnbtenaar het blijvende element is in het aan wisseling onderhevige ge- meentelijke lichaam. Maar aan de opleiding van de culturele ambte- naar ontbreekt nogal het een en an- . der.

Hier ziet de heer Molendijk een taak voor het Instituut voor Be- stuurswetenschappen. In Friesland, Drente en Overijssel zijn reeds "be- stuursscholen" werkzaam en Mo- lendijk komt ook op dit punt in de samenvatting van zijn betoog tot be- paalde conclusies, leidend o.m. tot stichting van een centraal cultureel woninginstituut en een Culturele Academie.

De bij de brochure gevoegde re- sultaten van de enquête waarop de heer Molendijk zijn studie baseerde bevatten belangrijke gegevens en zijn even duidelijk uitgewerkt als de overwegingen, die de gang van zijn betoog beheersen.

DeR.

Copie voor deze rubriek te zen- den aan: Mej. Joh, H. Springer, Alexanderstraat 16, Haarlem.

gaait het per bus naar het doel (voor die bus, waarvoor u moet betalen bij de rit, van te voren opgeven alstublieft).

In afwijking van de convocatie wor- den de consumptiebonnen niet toege- stuurd; ieder brenge haar girostrookje mee.

NOG MEER OVER DRENTE

Er zijn in Drcnte meer activiteiten onder de VVD vrouwen dan be- kend is. Zo was er b.v. een bijeenkomst in Hoogeveen, waarover de Drentse Cou- ran\t 'n stuk opnam, hetgeen altijd prettig is.

De secretaresse va,n de Drentse Vrou- wen in de VVD mevr. J. Stauttener-Wes- terling, schrijft daarbij: "Onze organisa-

16 APRIL 1964- PAGINA 4

HOOFDBESTlSIJR BESPRAK DIVERSE

ACTUElE ZAKEN

Zaterdag 4 en zaterdag 11 april kwam het Dagelijks Bestuur des ochtens te 's-Gravenhage in verga- dering bijeen.

Zaterdagmiddag 11 april vergader- de, eveneens te 's-Gravenhage, het boofdbestuur der Partij.

Uitvoerig werd de Beschrijvings- brief besproken voor de a.s. Alge- m.ene Vergadering, terwijl voorts

van gedachten werd gewisseld over de politieke toestand.

Besloten werd op zaterdag 13 juni a.s. een vergadering van de Partij- raad te beleggen. Deze vergadering, die in Esplanade te Utrecht zal worden gehouden en om 14.30 uur zal aanvangen, zal zijn gewijd aan het onderwerp "Nederland in Euro- pa".

De voorzitter onzer Eerste Ka- merfractie, mr. H. van Riel, zal over dit onderwerp een korte inlei- ding houden waarna een vrije dis- cussie kan volgen. De vergadering zal toegankelijk zijn voor alle Partijle- den.

Ten slotte werd nog een aantal on- derwerpen van huishoudelijke aard besproken.

* * *

Woensdagavond 8 april vergader- de de Commissie tot herziening van het Beginselprogram.

Bnschede

Specialisten

ln

Manchester Gentleroy

en

Ladyroy

o.a. bij:;muler g.eschil..t voor sport- i(!rt tuinhleding

tie stelt het zeer op prijs, dat hoge func- tionarissen van de Partij uit het Westen des lands hun tijd willen geven om als gastsprekers op te treden. Wij hopen daar een voortgezet gebruik van te kun- nen maken. Het is namelijk typerend, dat tot dusver alle sprekers zich ver- baasd toonden over de goede geest in on- ze organisatie, de vernieuwing van Dren- te en de "couleur locale".

Wij, die zien hoe Drentse VVD-sters zich inspannen voor onze Landdag zijn daar niet zo verbaasd over. Wij stellen ons bijzonder veel van die dag voor.

EN NOG MEER

Inmiddels is er ïn Drente een nieu- we vrouwengroep opgericht nl.

Dwingeloo-Diever dank zij mevrouw v.d.

Meulen-Hammnink, die er de leiding van heeJlt. De eerste bijeenkomst heeft in Dwingeloo plaats gehad. Wij wensen haar verder veel succes.

EN OOK VERDER MEER?

Dat de plaatselijke vrouwengroepen als paddes.toelen uit de grond schie- ten kunnen wij niet beweren, maar er komen er toch geregeld bij. Er is bij de vrouwen veel verborgen belangstelling voor de politieke kant van het leven, het- geen zij zich soms zelf niet bewust zijn.

Als er dan iemand maar het initiatief neemt, komt die belangstelling tevoor- schijn en dan doe,t het onderling con- tact de rest. Dus niet te gauw versagen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN