• No results found

Vraag nr. 242 van 9 juni 2000 van de heer FRANCIS VERMEIREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 242 van 9 juni 2000 van de heer FRANCIS VERMEIREN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 242 van 9 juni 2000

van de heer FRANCIS VERMEIREN Waterzuivering – Europese doelstellingen

Ook op het vlak van de waterzuivering lijkt V l a a n-deren niet op het tijdsschema te zitten zoals voor-opgesteld door de Europese Unie. Zopas nog heeft de directie van Aquafin erkend dat er een grote achterstand is in de bouw van riolen. Toch geloof ik niet dat het probleem alleen in Vlaanderen rijst. O m , zoals de Europese Unie wenst, 75 procent van de gezinnen aan te sluiten op de waterzuiveringsin-s t a l l a t i e waterzuiveringsin-s, zal echter nog een zeer zware inwaterzuiveringsin-spanning moeten worden geleverd. Vooral de eis om dit doel te bereiken tegen 2005 lijkt onrealistisch.

Het bouwritme overtreft de capaciteit van de aan-n e m e r s m a r k t , wat zich reeds doet voeleaan-n bij de aanbesteding door hogere prijzen.

1. Wat lijkt voor het bereiken van de doelstellin-gen van de Europese Unie inzake waterzuive-ring een realistische datum ?

Kan men zich nu reeds op basis van de nog te verwezenlijken zuiveringsstations en rekening houdende met een prijsstijging met 15 % op vijf j a a r, een idee vormen van de kostprijs van de investeringen die er nodig zullen zijn om de Eu-ropese doelstellingen te halen ?

2. Terwijl negen projecten voor meer dan 10.000 IE (inwonersequivalent) in uitvoering zijn, b l i j-ken nog twaalf projecten te zijn geblokkeerd door administratieve procedures.

Om welke procedures gaat het ?

3. Kunnen buitenlandse aannemers deelnemen aan de aanbestedingen die door Aquafin wor-den uitgeschreven voor de bouw van waterzui-v e r i n g s s t a t i o n s, zoals dit in de Europese regel-geving is bepaald ?

Is dit nu reeds het geval ?

Over hoeveel aannemers gaat het ?

Antwoord

1. In het kader van de richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater worden voor Vlaanderen de volgende twee sleuteldata onderscheiden :

– 3 1 december 1998 : tegen deze datum dien-den de behandeling en het opvangsysteem van alle agglomeraties groter dan 10.000 IE die lozen in kwetsbaar gebied, voltooid te z i j n . Aangezien heel Vlaanderen is aange-duid als kwetsbaar gebied komt het erop neer dat tegen deze datum alle agglomera-ties groter dan 10.000 IE zowel naar opvang-systeem als naar behandeling volledig dien-den uitgebouwd te zijn.

Vlaanderen heeft deze eerste sleuteldatum reeds overschreden ;

– 3 1 december 2005 : tegen deze sleuteldatum dient de uitbouw gerealiseerd te zijn voor de agglomeraties tussen de 2.000 en de 10.000 IE.

Reeds geruime tijd worden grote inspanningen geleverd opdat het Vlaams Gewest zich zo snel mogelijk in regel zou stellen met de eerste ter-m i j n , en de tweede terter-mijn niet zou overschrij-den.

Tal van technische plannen worden vroeger dan gepland door de NV Aquafin ingediend en er zijn voor tal van rioolwaterzuiveringsinstallaties ( RWZI) zogenaamde noodmaatregelen uitge-w e r k t . Het betreft hier tijdelijke maatregelen waardoor al aan de nutriëntnormen kan worden voldaan in afwachting van de definitieve struc-turele oplossingen.

Op basis van de huidige gegevens en mits een aantal aannames kan men het volgende stellen. – Voor 31 december 2005 zal voor alle 200

(2)

10.000 IE, die reeds in 1998 over een nu-triëntverwijdering hadden moeten beschik-ken.

Er moet wel opgemerkt worden dat voor 16 agglomeraties nog geen datum van voltooi-ing kan worden vooropgesteld, aangezien de projecten momenteel om tal van redenen ge-blokkeerd zijn. Eén agglomeratie (Beveren-Leie) zal pas in 2007 kunnen worden afge-werkt.

– Momenteel is het collecteringssysteem voor 54 agglomeraties volledig uitgebouwd. Te g e n eind 2005 zal dit aantal, op voorwaarde dat de momenteel geblokkeerde leidingenpro-jecten binnen relatief korte termijn worden g e r e a c t i v e e r d , opgelopen zijn tot 116 agglo-meraties en tegen eind 2007 tenslotte zal dit project worden gefinaliseerd.

– Als men kijkt naar de reductiepercentages voor nitraat (N) en fosfor (P) kan men stel-len dat men momenteel voor P een globaal reductiepercentage van 74 % heeft, wat zal oplopen tot 76 % tegen einde 2001.

Voor NTOTA A Lzal het nog tot eind 2005 duren

vooraleer het globaal reductiepercentage 77 % zal bedragen, aangezien nog een aantal istallaties moet worden aangepast. M o m e n-teel bedraagt de N-verwijdering 49 %. Wat het tweede deel van vraag 1 betreft, w o r-den in het voorstel van investeringsprogramma de projecten (zowel leidingenprojecten als ri-oolwaterzuiveringsinstallaties) onderverdeeld in drie grote groepen. De eerste groep betreft de projecten die dienen te worden uitgevoerd om te voldoen aan de Europese richtlijn (agglome-raties groter dan 10.000 IE en agglome(agglome-raties tussen 10.000 en 2.000 IE). De andere twee groepen zijn de projecten afhankelijk van ande-re instanties en de optimalisatie- en ande- renovatie-projecten.

Op basis van de huidige projectinvulling en de huidige prijzendatabank komen we voor de groep "invulling Europese richtlijn" tot de vol-gende bedragen in miljoen frank :

Periode Opvang- RWZI's Totaal systeem

1993-2000 38.391 11.833 50.224 2001-2005 + 32.192 + 15.277 + 47.469 2006 en 2007 + 10.950 + 1.804 + 12.754 Totaal 81.533 28.864 110.397

De laatste tijd moeten we voor heel wat projec-ten spectaculaire prijsstijgingen vaststellen (tot + 40 %). Vermoedelijk worden deze prijsstijgin-gen deels veroorzaakt door oververhitting van de markt. De recente hogere prijzen krijgen wel steeds meer gewicht in de prijzendatabank (voortschrijdend gemiddelde). Hierdoor kan worden gesteld dat de bovenvermelde prijzen reeds ten dele rekening houden met die prijsstij-gingen van de prijzen.

Er is echter geen rekening gehouden met de prijsstijgingen die zullen optreden tussen de op-maak van het investeringsprogramma en het gunnen van de projecten, aangezien de evolutie van de markt te moeilijk in te schatten is. Er tre-den reeds grote verschillen op tussen de op-maak van het investeringsplan en het indienen van het technisch plan. Op het moment van de opmaak van de technische plannen wordt im-mers de prijsverhoging zichtbaar van de ver-hoogde aandacht voor RWA-leidingen in het kader van afkoppeling van hemelwater, m i l d e-rende maatregelen die voortkomen uit een M E R - s t u d i e, slechte ondergrond, buffering om de overstortfrequentie te beperken, . . . ( RWA : regenwaterafvoer ; MER : milieueffectrapport – red.)

(3)

Naam RWZI Reden

RWZI Kampenhout gewestplanwijziging is noodzakelijk RWZI Bambrugge gewestplanwijziging is noodzakelijk RWZI Tervuren geen eensgezindheid over locatie

RWZI Boortmeerbeek geen eensgezindheid over locatie + problemen met grondver-werving

RWZI Grimbergen problemen met grondverwerving RWZI Beveren gewestplanwijziging is noodzakelijk

RWZI Sint-Pieters-Leeuw gewestplan in herziening met de vraag of watergebonden acti-viteit noodzakelijk is

RWZI Heule gewestplanwijziging is noodzakelijk RWZI Beveren-Leie de terreinen zijn niet toegankelijk RWZI Ruisbroek problemen met grondverwerving RWZI Merchtem geen eensgezindheid over locatie De reden dat het aantal verschilt van de

vermel-de twaalf is te wijten aan het feit dat voor twee RWZI's de agglomeratiegrootte kleiner was dan 10.000 IE (Olsene en Ledegem). RWZI Olsene, evenals RWZI Ingelmunster zijn bovendien mo-menteel niet meer als geblokkeerd te beschou-wen.

3. Zoals bepaald in de wetgeving op de overheids-o p d r a c h t e n , is de aanbestedende overheids-overheid (Aquafin valt eveneens onder deze wetgeving) vanaf bepaalde grenzen verplicht om over te gaan tot Europese publicatie van aanbestedin-g e n . Waterzuiverinaanbestedin-gsinstallaties vormen hierop geen uitzondering.

De Europese regelgeving heeft tot doel de in-terne markt ook op het gebied van de over-heidsopdrachten te verwezenlijken. H i e r d o o r wordt aan de Europese ondernemingen de mo-gelijkheid geboden hun concurrentievermogen te versterken en zich toegang te verschaffen tot een ééngemaakte markt die belangrijke afzetge-bieden aanbiedt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De resultaten van de marktanalyse voor cellulose zijn weergegeven in Tabel 13. In het alge- meen kan worden gesteld dat de productie van cellulose een bulkmarkt is gezien het feit dat

Om de thermische energie uit het effluent of het uitgegiste slib te kunnen benutten, zal deze opgewaardeerd moeten worden naar de benodigde temperatuur voor

plant uptake, heavy metals adsorption, addition of oxygen Purpose: ‘natural’ bridging of the water quality gap between effluent and surface water vitalization of effluent Special:

Geïnspireerd door de slibketenstudie kan een reken- model worden ontwikkeld waarmee voor de gekozen ontwerprichting van Waterfabriek, Energiefabriek of Nutriëntenfabriek,

Dynamische simulatie van het verloop van de concentratie in effluent (links) en slib (rechts ) van een voorbeeldstof met waarden als voor ibuprofen uit de bijlage.

Om vast te stellen of het mogelijk was om door biologische fosfaatopname de MTR effluent- kwaliteit voor fosfaat te halen is in deze periode de acetaatdosering in de

Ruim 80% van de respondenten geeft aan voor de genoemde groeiprognoses uit te gaan van de gemeente- lijke plannen, terwijl 5% aangeeft zich (tevens) te baseren op

Tabel 6: Stikstofverwijderingsrendement in de proefstraat B1 en de referentiestraat B2 (in % NKi aanvoer).. Uit figuur 7 is de relatie uitgezet tussen het verschil in